Veroadeiiog van Dinsdag II Maast 1930.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1930. 35
Tegenwoordig 26 leden, te weten de heeren Tie-
mersma, Dijkstra, Feddema, J. de Boer, H. de Boer,
Visser, Oosterhoff, Tamminga, Lautenbach, mevrouw
Van DijkSmit, de heeren Hooiring, B. Molenaar, Pele-
tier, Hofstra, Van der Veen, Botke, M. Molenaar, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, de heeren O. F. de Vries,
Westerhuis, Ritmeester, Feitsma, Muller, Ij. de Vries,
Westra en Vromen.
Afwezig de heer Fransen.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
Dinsdag 28 Januari 1930.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van een lid van den Raad van Beheer
der N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeu
warden, wegens periodieke aftreding van den heer Jhr.
Mr. J. Al. van Beyma.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van een strookje grond aan het Noordvliet
van K. Nauta en P. Hettema.
5. Alsvoren tot ruiling van grond aan het Zuidvliet
en de Bote van Bolswertstraat met L. de Vries en tot
vaststelling van een rooilijn voor de bebouwing langs
de Westzijde van laatstgenoemde straat.
6. Alsvoren tot ruiling van grond aan en nabij de
Leeuwrikstraat en de Transvaalstraat met IJ. Jelsma en
tot afstand in eigendom van een aldaar gelegen terrein
aan de Nederlandsch Hervormde Schoolvereeniging
alhier, ten behoeve van een door haar te bouwen school.
7. Alsvoren tot verhuring van een perceel weiland
aan de Tijnje aan E. van der Woude.
8. Alsvoren tot verhuring van een perceel bouwland
aan het Schapendijkje aan K. Hoogland.
9. Alsvoren tot het instellen van een rechtsvordering
tegen J. Bijlsma, tot ontruiming van de gemeentewoning
Wissesstraat 22 boven, met betaling der achterstallige
huurpenningen.
10. Alsvoren tot het treffen van een dading met ,,The
Motor Union Insurance Company Ltd."
11. Alsvoren tot het verleenen van vergunning aan
K. Tamminga tot demping van de sloot voor zijn perceel
aan den Stienserweg.
12. Alsvoren tot wijziging van de gemeentebegroo-
ting, dienst 1929.
13. Alsvoren tot het verleenen aan de besturen van
bijzondere scholen van voorschot op de vergoeding,
bedoeld bij art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, over
het dienstjaar 1930.
14. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van den bouw van een isoleergebouw c. a. op
de Veemarkt.
15. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van de inrichting van het voormalig Militair
Hospitaal voor de bureaux van Gemeentewerken, Wo
ningtoezicht, Woningbedrijf en een gedeelte van den
Geneeskundigen dienst, tot wijziging van de Salaris
verordening, enz. (bijlage no. 7).
16. Voorstel der commissie ad hoe tot vaststelling
van eene verordening, regelende de toekenning van
vergoeding en pensioen aan afgetreden wethouders
(bijlage no. 5).
17. Benoeming van een wethouder ter voorziening
in de vacature, ontstaan door het bedanken van den
heer H. de Boer.
1. De notulen der vergadering van 28 Januari 1930
worden onveranderd vastgesteld.
2. Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten
hebben goedgekeurd het Raadsbesluit d.d. 18 Fe
bruari 1.1. tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de
Westzijde der Soendastraat—hoek Insulindestraat aan
H. j. Visser;
hebben verdaagd hunne beslissing op het Raads
besluit van 7 Januari 1930 tot vaststelling van rooi
lijnen voor de bebouwing langs de straten in de
Weerklank;
hebben bericht dat het afschrift van het Raads
besluit d.d. 18 Februari j.l. tot vaststelling van een ver
ordening ter voldoening aan art. 178 der Gemeentewet
bij hunne vergadering is ontvangen;
b. rapport omtrent de opneming der kassen van de
Gemeentereiniging en van het Openbaar Slachthuis;
c. rapport omtrent de verbrandingswaarde van het
menggas der Gemeentelijke Gasfabriek over het tijdvak
van 1 Januari 1930 tot en met 15 Februari d.a.v.
De punten sub a-c worden voor kennisgeving aan
genomen.
d. bericht van den heer H. de Boer dat hij bedankt
als wethouder dezer gemeente.
Het bericht sub d wordt voor kennisgeving aan
genomen.
De benoeming van een wethouder ter voorziening in
de hierdoor ontstane vacature is onder punt 17 op de
agenda voor heden geplaatst.
De Voorzitter: Ik zou het ook straks kunnen doen,
maar ik geloof dat dit het oogenblik is, nu de Raad het
bericht van den heer H. de Boer, dat hij bedankt als
wethouder, voor kennisgeving heeft aangenomen, om
namens den Raad een enkel woord van afscheid te
spreken tot den afgetreden wethouder. Ik doe dat na
tuurlijk tegenover den heer De Boer als wethouder, want
wij zullen het genoegen hebben hem in ons midden te
blijven zien als Raadslid.
De heer De Boer heeft een afdeeling van de gemeente
administratie gehad, die niet gemakkelijk is. Ik wil daar
mee niet zeggen, dat de andere afdeelingen van de
gemeente-administratie géén moeilijkheden opleveren
integendeel, het is den Raad bekend, dat dit wél het
geval is, maar toch was zeer zeker de afdeeling, welke
de heer De Boer heeft gehad, een zeer belangrijke
afdeeling.
De heer De Boer heeft omtrent die afdeeling natuurlijk
zijn ideeën en hij heeft getracht die ideeën waarheid
te doen worden en tot stand te doen komen in den tijd,
dat hij wethouder is geweest. Ik kan niet anders zeggen
dan dat de heer De Boer daarin is geslaagd hij is
daarin geslaagd natuurlijk met behulp van de sterke
fractie, die hij achter zich had en hij is daarin ook ge
slaagd, doordat, zooals in het algemeen niet te ont
kennen valt, de Raad van Leeuwarden veel voelt voor
goed onderwijs.
Nu is het eigenaardige van de afdeeling, welke dooi
den heer De Boer werd beheerd, dat, in tegenstelling
met andere afdeelingen, de resultaten van deze niet
oogenblikkelijk merkbaar zijn. Als men een nieuw ge
bouw sticht en dat is af, dan krijgt men daarvan een
indruk, maar bij de afdeeling van den heer De Boer,
de afdeeling Onderwijs, zullen op den duur moeten
blijken de resultaten van de besluiten, welke hier ge
nomen zijn op instigatie van het Dagelijksch Bestuur
en die op hun beurt door Burgemeester en Wethouders
zijn genomen op instigatie van den betrokken wethouder.
Ik twijfel er niet aan, dat die besluiten, welke hier
zijn genomen, op den duur zullen blijken goede besluiten
te zijn geweest en ik geloof dan ook dat de heer De
Boer met veel genoegen op de periode van zijn wet
houderschap terug kan zien. Hij heeft hier wel eens
eenigen strijd moeten voeren en ik zou zeggen, dat
is hem wel toevertrouwd maar ik geloof dat hij met