36 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1930. veel pleizier op de periode van zijn wethouderschap terug kan zien en ik geloof, dat hij daarin een aan- genamen, hoewel ook een drukken tijd heeft gehad. Wij zullen den heer De Boer nu verder als Raadslid in ons midden zien; ik hoop dat zijn verwachtingen ten opzichte van de besluiten, welke onder zijn wethouder schap zijn genomen, in de toekomst bewaarheid mogen worden en dat dus die besluiten vruchten zullen dragen. De Raad geeft blijken van instemming met deze woorden van den Voorzitter. e. schrijven van de vereeniging ,,de Amsterdamsche huiden- en lederbeurs", naar aanleiding van het adres van D. Tjeerde e. a. in zake het adres van de Friesche Maatschappij van Landbouw betreffende de waarde bepaling der huiden van gestorven dieren. Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd. schrijven van dr. H. F. Huisken waarbij wordt verzocht om den datum van zijn ontslag als tijdelijk leeraar aan het Gymnasium alhier, verleend bij Raads besluit van 3 December 1929, in plaats van op 1 Maart, op 26 Februari 1930 te bepalen. Burgemeester en Wethouders stellen voor aan het verzoek van adressant te voldoen en het Raadsbesluit van 3 December 1929 te wijzigen in dier voege dat in het dictum in plaats van „1 Maart 1930" wordt gelezen „26 Februari 1930". Dienovereenkomstig wordt besloten. g. adressen van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Friesland, D. Landeweer, de Vereeniging „Leeuwarder Watersport", het Hoofdbestuur der Schip- persvereeniging „Schuttevaer", den Bond Friesche Stoom- en Motorvaartbelangen, de Federatie van Schip- persvereenigingen in Friesland, de N. V. Scheepvaart Maatschappij HollandFriesland en de Machinefabriek „Friesland" e. a. om uitdieping van het vaarwater „het Vliet". Wordt voorgesteld deze adressen in handen van Bur gemeester en Wethouders te stellen om praeadvies. De beraadslagingen worden geopend. De heer Dijkstra: Ik heb er natuurlijk absoluut geen bezwaar tegen om deze adressen in handen van Burge meester en Wethouders te stellen om praeadvies, maar ik wil ten opzichte daarvan op spoed aandringen, omdat wel uit de adressen blijkt en ik ook uit anderen hoofde weet, dat de toestand daar niet in orde is. Het groot- scheepsvaarwater beantwoordt daar niet aan redelijke eischen en dat is de reden, waarom ik zoo spoedig mo gelijk praeadvies verzoek, waarbij ik hoop, dat dit in deze richting gaat, dat het practisch beteekent, dat de toestand beter zal worden dan nu, opdat de lijdensge schiedenis van verleden jaar zich niet zal herhalen. Een behoorlijk vaarwater daar is zeer zeker in het belang van Leeuwarden. De heer HofstraNa het gesprokene van den heer Dijkstra heb ik hier eigenlijk niets meer aan toe te voegen. Waar de heer Dijkstra op spoed aandringt, zou ook ik het college er toe willen brengen om zoo spoedig mogelijk met praeadvies te komen. Verder zou ik het college wil len verzoeken, niet te vergeten ook den toestand van de Greuns en de Tijnje onder de oogen te zien. Meer zal ik er niet aan toevoegen. De Voorzitter: Voordat door Burgemeester en Wet houders praeadvies wordt uitgebracht, zou ik toch willen protesteeren tegen de woorden, dat de toestand daar niet in orde is. Ik zou zoo zeggen dat de heer Dijkstra blijkbaar volkomen op de hoogte is, hoe de toestand is, maar de Raad zal dat waarschijnlijk pas zijn, nadat het praeadvies is uitgebracht en ik zou daarom willen voor stellen de discussies uit te stellen, tot werkelijk het prae advies uitgebracht is en tot daarbij is overgelegd de peilstaat van het Vliet, zooals de diepte op het oogen- blik is. Ook ondanks een gunstig praeadvies gesteld dat dit zou worden uitgebracht kunnen Burgemeester en Wethouders er heusch niets aan doen, als er weer een zomer komt met een abnormaal lagen waterstand, zoodat Burgemeester en Wethouders ook ondanks een gunstig praeadvies een voldoende diepte niet in handen hebben. Als men den peilstaat van het Vliet wil zien, wil ik dien wel ter inzage leggen en dan zal de heer Dijkstra geloof ik niet zoo maar zonder meer zeggen, dat de toe stand daar niet in orde is; het Vliet is naar mijn oordeel op de diepte, waarop het altijd is geweest. De vraag van adressanten is echter, om het nog dieper te maken dan het ooit geweest is. Daar gaat het om; men vraagt een diepte van 2 M. onder Z.P., terwijl de normale diepte altijd is geweest 1.70 onder Z.P. en als men nu die diepte 2 M. wil maken, die altijd, sinds menschenheu- genis, 1.70 M. is geweest De heer IJ. de Vries: 1.50 M. De Voorzitter: In elk geval wil men het Vliet dieper hebben; men wil den vasten grond, die daar op het oogenblik is, dieper uitgebaggerd hebben. Dat is dus een heel andere kwestie, het is een principieele kwestie, veel meer dan een onderhoudskwestie, als men een vaarwater, dat ergens door de gemeente gaat, op die diepte wil laten uitbaggeren. Wij zullen er nu verder maar niet over discussieeren, of dat een groot algemeen belang is of een speciaal belang voor een speciaal per soon; dat zal t. z. t. wel door Burgemeester en Wet houders onder de oogen worden gezien. Het is hier echter niet een kwestie, dat het onderhoud slecht is ge weest ol dat daar den laatsten tijd niet voldoende zou zijn gebaggerd als dat het geval was, zou men Bur gemeester en Wethouders en zouden zij op hun beurt den betrokken ambtenaren een standje kunnen maken maar het gaat er om, dat men het Vliet dieper wil laten uitbaggeren dan het altijd is geweest. Men moet dus niet zeggen dat de toestand daar niet in orde is, of als men dat al wil zeggen, als men er dan dit maar onder verstaat, dat het onderhoud niet slecht is geweest. Daar wilde ik even op wijzen. De heer Dijkstra: U is tegen mij nog al behoorlijk vriendelijk en nu vraag ik alleen, of wij deze discussie moeten voortzetten. Ik weet heel goed, wat ik heb ge zegd en ik beschik over behoorlijke gegevens; mij is ge zegd, dat de motorbooten vaak niet in en uit de schip huizen kunnen komen, omdat daarvoor dammen schijnen te liggen; hoe die daar gekomen zijn, weet ik niet, maar ze zijn er. Als dus mijn inlichtingen juist zijn, dan is in ieder geval de toestand niet in orde. Wij kunnen het daar een volgenden keer nog wel eens over hebben, maar dat zijn mijn inlichtingen. De Voorzitter Het gaat niet over de schiphuizen, maar allen adresseeren over de vaargeul. Daar gaat het over. De beraadslagingen worden gesloten. De adressen sub g worden in handen van Burge meester en Wethouders gesteld om praeadvies. li. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare in schrijving hebben gegund de levering van dienstjassen en dienstpetten ten behoeve van de Gemeentereiniging, onderscheidenlijk aan Jac. Tempel en W. Smeding, bei den alhier, voor 11.40 en 3.25 tot 4.per stuk. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Benoeming; van een lid van den Raad van Beheer der N. V. Intercommunale Waterleiding; gebied Leeuwarden, wegens periodieke aftreding van den heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1930. 37 Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming van een strookje grond aan het Noordvliet van K. Nauta en P. Hettema. Dit voorstel luidt als volgt Van de firma Nauta en Hettema ontvingen wij de verklaring dat zij bereid is om op de gewone voor waarden in eigendom aan de gemeente af te staan edn strookje grond, vallende voor de gevellijn van het door haar te bouwen pakhuis met bovenwoning aan het Noordvliet. Overneming van bedoeld strookje grond lijkt ons gewenscht, weshalve wij U in overweging geven te besluiten 1. in eigendom over te nemen van K. Nauta en P. Hettema, alhier, het strookje grond, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeu warden, Sectie G no. 5702, en gelegen voor de verlengde gevellijn van het ten Oosten aangrenzende perceel Noordvliet no. 417, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 5703, op de volgende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt 1.- 2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor rekening der gemeente Leeuwarden; 3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van de verkoopers en wordt het door de gemeente kosteloos naar een door hen aan te wijzen plaats binnen de ge meente vervoerd; en overigens op de gebruikelijke en andere, door Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor waarden; II. de onder I bedoelde strook grond te bestemmen voor den publieken dienst. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ruiling van grond aan het Zuidvliet en de Bote van Bolswertstraat met L. de Vries en tot vaststelling van een rooilijn voor de bebouwing langs de Westzijde van laatstgenoemde straat. Dit voorstel luidt als volgt Ten einde den bouw van een winkelhuis met boven woning op den hoek van het Zuidvliet en de Westzijde van de Bote van Bolswertstraat mogelijk te maken en daardoor ter plaatse een alleszins bevredigende hoek oplossing te verkrijgen, is het noodig, dat een ruiling van grond aldaar plaats heeft. De belanghebbende, L. de Vries, alhier, heeft namelijk, om den gevel van het door hem te stichten gebouw aan de zijde van de Bote van Bolswertstraat evenwijdig aan de as van die straat te kunnen optrekken, een driehoekig strookje gemeente grond, ter grootte van ongeveer 1 M2., noodig, ten Oosten aansluitende aan zijn terrein, terwijl hij voorts ten Westen van zijn perceel een aanliggend strookje gemeentegrond ter breedte van 15 centimeter en ter oppervlakte van ongeveer 0.9 M2. moet gebruiken. Hiertegenover zal hij aan de gemeente afstaan een Noordelijke strook, met inbegrip van een afgeschuinden hoek, van zijn terrein, voor zoover deze valt in het door te trekken trottoir, en voor zoover deze strook in gevolge Uw besluit van 10 September 1929, no. 298r/ 174 niet reeds eigendom der gemeente is. Wij hebben tegen deze transactie geen bedenkingen. De te ruilen terreintjes zijn op de overgelegde situatieteekening in zwarte en gele kleur aangeduid. De wederzijdsche over drachten kunnen met gesloten beurs plaats hebben, terwijl de kosten van de acte voor gezamenlijke rekening van de partijen, ieder voor de helft, komen. De belang hebbende heeft verklaard met een en ander accoord te gaan. Wij maken van deze gelegenheid gebruik om langs de Westzijde van de Bote van Bolswertstraat een rooilijn voor de bebouwing vast te stellen. Deze kan worden getrokken op een afstand van 5.10 Meter uit den voor kant van het aldaar aanwezige trottoir. De Commissie voor de Openbare Werken berichtte ons bij schrijven van 30 Januari j.L, dat zij zich met deze rooilijn kan vereenigen. Op de overgelegde teekening is deze met een roode lijn aangeduid. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten I a. tot ruiling met L. de Vries, alhier, zonder bij betaling van de eene of de andere zijde, van een aan de gemeente toebehoorend driehoekig strookje grond, op de bijbehoorende situatieteekening in zwarte kleur aangeduid, ter grootte van ongeveer 1 M2., deel uit makende van het kadastrale perceel, gemeente Leeu warden, Sectie G no. 12738, grenzende tegen de Oost zijde van het perceel, kadastraal bekend alsvoren Sectie G no. 4053 en van een aan de gemeente toebehoorend strookje grond, op de bijbehoorende situtieteekening in zwarte kleur aangeduid, ter breedte van 15 centimeter en ter oppervlakte van ongeveer 0.9 M2., deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 12737, grenzende tegen de Westzijde van het bij Raadsbesluit van 10 September 1929, no. 298R/174, aan L. de Vries voornoemd verkochte perceeltje grond, tegen een aan meergemelden L. de Vries toebehoorende strook grond, met inbegrip van een afgeschuinden hoek, gelijk op de bijbehoorende situatieteekening in gele kleur is aangeduid, uitmakende een Noordelijk gedeelte van het kadastrale perceel, gemeente Leeuwarden Sectie G no. 4053, zulks voor zoover deze strook ingevolge het Raadsbesluit van 10 September 1929, no. 298R/174, niet reeds eigendom der gemeente is, onder bepaling, dat de op deze eigendomsover drachten vallende kosten voor rekening komen van beide partijen, ieder voor de helft; b. de onder a vermelde, door de gemeente in eigen dom over te nemen, strook grond, met inbegrip van den afgeschuinden hoek, te bestemmen voor den publieken dienst; II. als rooilijn voor de bebouwing langs de West zijde van de Bote van Bolswertstraat vast te stellen de op de bijbehoorende teekening getrokken roode lijn. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub 4 en 5. 6. Voorstel van Burgemeesters en Wethouders tot ruiling van grond aan en nabij de Leeuwrikstrat en de Transvaalstraat met IJ. Jelsma en tot afstand in eigendom van een aldaar gelegen terrein aan de Neder- landsch Hervormde Schoolverceniging alhier, ten behoeve van een door haar te bouwen school. Dit voorstel luidt als volgt In ons voorstel van 16 Januari j.L, strekkende tot aankoop van J. en G. de Wilde van het kadastrale per ceel, gemeente Leeuwarden, Sectie E no. 3595, gelegen ten Noordoosten van den Stienserweg, wezen wij er op, dat voor een volledige doortrekking van de Leeuwrik- straat een smalle strook grond, gelegen tusschen de Oostgrens van het genoemde perceel en het Westelijk gedeelte van genoemde straat aldaar, nog eigendom van de gemeente moest worden. Bij de onderhandelingen, die wij met den eigenaar van de gemelde strook grond, den heer IJ. Jelsma, te 's Gravenhage, dienaangaande hebben gevoerd, is op den grondslag van eene ruiling algeheele overeenstemming verkregen. Volgens bedoelde ruiling staat de heer Jelsma het onderhavige perceeltje aan de gemeente in eigendom af, evenals ook een aan het Noordwestelijk einde der Transvaalstraat grenzende

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1930 | | pagina 2