42 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1930. b. voor de school voor gewoon lager onderwijs Sint Anthonystraat no. 4 voor 177 leerlingen, tot een bedrag van 3500. Het bij de stukken overgelegde staatje geeft overzich telijk aan op welke wijze ons College is gekomen tot de bedragen, welke het U voorstelt aan de bijzondere schoolbesturen als voorschot voor het jaar 1930 te verleenen. Artikel 14, 2e lid, van vorengenoemd Koninklijk be sluit laat de regeling van de uitbetaling van het voor schot geheel aan den Raad over. Evenals vorige jaren zou ook dit jaar telkens na het verstrijken van een ka lenderkwartaal een vierde gedeelte van het voorschot betaalbaar kunnen worden gesteld. Op grond van het vorenstaande geven wij U in over weging te besluiten A. op de vergoeding ingevolge art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, over het dienstjaar 1930 de navol gende voorschotten te verleenen I. aan het bestuur der Roomsch-Katholieke School- vereeniging te Leeuwarden a. voor de school voor gewoon lager onderwijs Speelmansstraat no. 1, een bedrag van 2500. b. voor de school voor gewoon lager onderwijs Tweebaksmarkt no. 44, een bedrag van 1800. c. voor de school voor uitgebreid lager onderwijs Tweebaksmarkt no. 44, een bedrag van 2286.18; d. voor de school voor gewoon lager onderwijs Baljeebuurt no. 52, een bedrag van 3800. II. aan het bestuur van het Sint Lucia Gesticht te Rotterdam a. voor de school voor gewoon lager onderwijs Groote Kerkstraat no. 89, een bedrag van 3177.73; b. voor de school voor gewoon lager onderwijs Groote Kerkstraat no. 81, een bedrag van 4409.96; c. voor de school voor uitgebreid lager onderwijs Groote Kerkstraat no. 81, een bedrag van 1336. III. aan het bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden a. voor de school voor gewoon lager onderwijs Pieter Feddesstraat no. 2, een bedrag van 5353.94; b. voor de school voor gewoon lager onderwijs Leeuwrikstraat no. 10, een bedrag van 4128.69; c. voor de school voor gewoon lager onderwijs Margaretha de Heerstraat no. 1, een bedrag van 4147.54; d. voor de school voor uitgebreid lager onderwijs Margaretha de Heerstraat no. 1, een bedrag van 2939.11; e. voor de school voor gewoon lager onderwijs Fonteinstraat no. 16, een bedrag van 4336.04; voor de school voor gewoon lager onderwijs Willem Sprengerstraat, een bedrag van 2436.- IV. aan het bestuur der Vereeniging tot stichting en instandhouding van een of meer kweekscholen ter op leiding van onderwijzers en onderwijzeressen aan Chris telijke scholen te Leeuwarden a. voor de school voor gewoon lager onderwijs Margaretha de Heerstraat no. 2, een bedrag van 4278.04; b. voor de school voor uitgebreid lager onderwijs Margaretha de Heerstraat no. 2, een bedrag van 2297.98; V. aan het bestuur der bijzondere lagere school van het Nieuwe Stadsweeshuis te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Jacobijner Kerkhof no. 1. een bedrag van 629.59; VI. aan het bestuur der Nederlandsch Hervormde Schoolvereeniging te Leeuwarden voor de school voor gewoon lager onderwijs Druifstreek no. 72, een bedrag van 5000.—; VII. aan het bestuur der Leeuwarder Schoolvereeni ging te Leeuwarden a. voor de school voor gewoon lager onderwijs Raadhuisplein no. 25, een bedrag van f 3325.68; b. voor de school voor gewoon lager onderwijs St. Anthonystraat no. 4, een bedrag van 3301.48; B. te bepalen, dat van de sub A vermelde voor schotten na afloop van elk kalenderkwartaal een vierde gedeelte betaalbaar zal worden gesteld. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den bouw van een isoleer gebouw c. a. op de Veemarkt. Dit voorstel luidt als volgt In den loop van het vorige jaar bleek, dat een tweetal electriciteitskabels, loopende van de centrale naar de veemarkt, ten gevolge van den groei van het bedrijf te klein geworden waren om in geval van storing op ééne daarvan de volle belasting te verwerken; met het oog daarop is toen een zwaardere kabel naar de veemarkt gelegd. Hierdoor is het noodig, dat de hoogspannings ruimte op de veemarkt wordt uitgebreid, opdat het gemeentelijk electriciteitbeclrijf aldaar de beschikking over de benoodigde schakelruimte verkrijge. Thans is het hoogspanningsstation ondergebracht in het isoleergebouw en grenst het aan de daarin aan wezige bergruimte ten dienste van de veemarkt; uitbrei ding van het transformatorstation in het bestaande ge bouw zou dus noodzakelijk tot verkleining van die berg ruimte voeren. Het is echter, zooals nader is uiteen gezet in het te Uwer inzage liggende rapport van den Directeur der Gemeentewerken d.d. 18 November 1929, in het belang van de veemarkt niet mogelijk een gedeelte van de bergruimte af te staan, aangezien er veeleer een tekort aan zoodanige ruimte is. Daardoor brengt ver grooting van het hoogspanningsstation noodwendig mede het bouwen van eene nieuwe isoleerruimte. Na overweging van de wijze, waarop de hierbesproken uit breiding, gelet op de belangen van de veemarkt, het best kan geschieden, meenen wij, dat het inderdaad alle aanbeveling verdient de gelegenheid, die zich thans voordoet, aan te grijpen om een nieuw isoleergebouw te maken. De wenscheiijkheid daarvan werd trouwens reeds lang gevoeld, immers thans ligt de ingang van de schapenmarkt vóór het isoleergebouw en besmette die ren moeten dus langs en tusschen gezonde dieren door worden geleid. Daarenboven zou de bestaande isoleer ruimte binnenkort eenige honderden guldens aan ver- -betering vereischen. Als plaats voor het nieuwe gebouw komt, ook naar het oordeel van den veemarktmeester en den Inspecteur van den veeartsenijkundigen dienst, het meest in aan merking de Zuidoostzijde der veemarkt nabij den ingang aan den Zuidersingel. Daar ter plaatse nu bevinden zich tevens een houten hokje voor kaartverkoop, een hokje voor den veearts, een houten urinoir, alsmede een zand bak. Al deze objecten verkeeren in een toestand, die verbetering of vernieuwing vordert. Wij hebben ge meend, dat het raadzaam ware om met den bouw van eene isoleerruimte ter plaatse eene verandering ook ten aanzien van bedoelde getimmerten gepaard te laten gaan en hebben daartoe een plan doen ontwerpen, volgens hetwelk in het isoleergebouw ook een lokaal voor den veearts, een kaartverkooplokaal, een urinoir en een zandhok is opgenomen. De desbetreffende teekening, gemerkt „bij 480 van '30", zal U bovendien doen zien, dat het gebouw komt te staan naast den Zuidoostelijken ingang van de markt en dat het met dien ingang één geheel zal vormen. Wij achten dit een belangrijke ver betering, vooral waar na de plaats gehad hebbende ver breeding van den Zuidersingel deze ingang meer in het gezicht is komen te liggen, hetgeen na de totstand koming van de voorgenomen verandering van het Sta tionsplein nog in sterkere mate het geval zal zijn. De kosten van de vorenomschreven werken worden volgens de overgelegde begrooting geraamd op rond 7500.Vermits de verplaatsing van het isoleerge Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Maart 1930. 43 bouw noodzakelijk is geworden door de uitbreiding van de hoogspanningsruimte en het electriciteitbedrijf, ware er in de tegenwoordige isoleerruimte geen plaats, zelf voor een aanzienlijke uitgave ten behoeve van een nieuw transformatorstation was komen te staan, is het alleszins billijk, dat genoemd bedrijf de helft van de zooeven ver melde kosten voor zijne rekening neemt. De andere helft ware dan ten laste van de gemeentebegrooting (Kapi- taaldienst) te brengen. Te zijner tijd kan ter bestrijding van deze uitgaven een leening worden gesloten. Onder inededeeling, dat de Commissie voor de Open bare Werken zich blijkens haar mede hierbij overgelegd schrijven van 15 Februari j.l. geheel met het ontworpen plan kan vereenigen, geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten ten behoeve van den bouw van een isoleergebouw met veeartsenverblijf, kaartverkoop- en urinoirruimte, met bijkomende werken, een en ander overeenkomstig de bijbehoorende teekening, ge merkt „bij 480 van '30", een bedrag van, in ronde som, 7500.beschikbaar te stellen en te bepalen, dat de helft van de gemaakte kosten ten laste van het Gemeen telijk Electriciteitbedrijf komt. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub 11—14. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaarstelling v.:n gelden ten behoeve van de in richting van het voormalig Militair Hospitaal voor de bureaux van GemeentewerkenWoningtoezicht, Woning bedrijf en een gedeelte van den Geneeskundigen dienst, tot wijziging van de Salarisverordening, enz. (bijlage no. 7). De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer M. Molenaar: Ik zou mij voorloopig willen bepalen tot het technisch gedeelte van deze voordracht, dus tot de eigenlijke verbouwing. Wij zien in deze voordracht, dat de kosten, welke met de verbouwing gemoeid zijn, om de Infirmerie in te richten voor huis vesting van den Geneeskundigen Dienst, ruim 19.000. bedragen en dat de kosten, welke wij moeten besteden voor het inrichten van de Infirmerie als huisvesting van Gemeentewerken, ruim ƒ41.000.bedragen, samen dus een som van ruim 61.000. Dat bedrag heeft wel eenigen indruk op mij gemaakt, absoluut niet in dien zin, dat ik er tegen zou zijn om dat bedrag te besteden aan een betere huisvesting, maar wel in dezen zin, dat de gedachte bij mij is opgekomen dat, als wij dit belangrijke bedrag hieraan besteden, wij nog steeds zullen zitten met hetzelfde gebouw, althans uiterlijk. De verbouwing, die hier zal plaats hebben, betreft toch geheel het inwendige; het gebouw zal in wendig voor die diensten worden ingericht, maar uit wendig blijft het gelijk. Persoonlijk vind ik dit gebouw zeer leelijk en ik zou deze verbouwing betreuren, als het geval zoo zou zijn, dat wij, door iets meer te besteden, een nieuw gebouw zouden kunnen krijgen in die schoone omgeving. Het zal zeer zeker de moeite waard zijn om te onderzoeken of dat kan. Als dit gebouw verbouwd wordt zooals het voornemen is, staat het er over 100 jaar en misschien over 200 jaar nog en. zooals ik zeg, ik vind het zeer leelijk. Dat is vooral het geval, als men vanaf de Span jaardslaan en de Noorderbrug komt; van die zijde gezien is het wel een zeer leelijk gebouw. Ik herinner mij, dat de vereeniging Practische Hulp een nieuw gebouw sticht voor ongeveer 90.000. kant en klaar met twee verdiepingen. Ik heb, om daar omtrent eenigszins zekerheid te krijgen, inlichtingen ingewonnen bij het bureau van Gemeentewerken. Helaas was de directeur afwezig en ik heb toen gesproken met den technischen hoofdambtenaar. Deze was niet in staat en dat verwondert mij niet om mij zoo maar plotseling de cijfers daarvoor te geven, maar op mijn verzoek hebben wij de teekeningen van beide bouw werken vergeleken, n.l. die, welke op deze voordracht betrekking hebben en die van Practische Hulp en daaruit is mijn indruk bevestigd, dat men inderdaad voor iets meer een nieuw gebouw zou kunnen stichten, wat ook de heer Carpay bij vergelijking van die teekeningen moest toestemmen. Ik heb daarbij verder geconstateerd, dat het gebouw van Practische Hulp een zeer intensief gebouw is, waarmee ik bedoel, dat er veel vertrekken en muren in voorkomen. En als het nu Practische Hulp is gelukt voor een dergelijk bedrag een flink groot ge bouw te stichten, zal dat toch zeer zeker voor de ge meente ook mogelijk zijn. Nu is de kwestie acht men die meerdere uitgaaf gewettigd Ik persoonlijk wel ik zou het van groote beteekenis en van belang achten, nu wij toch een be langrijk bedrag moeten besteden, als wij daar, door iets meer te besteden, een aanmerkelijk fraaier gebouw zouden krijgen. Nu is mijn vraag, of het college bereid is daarnaar nog eens een onderzoek in te stellen. Dat behoeft niet lang te duren, het behoeft niet een berekening te zijn tot in de finesses en in onderdeelen, maar een globale opzet. Wij zouden dan de volgende vergadering wel eenige cijfers kunnen hebben en dan zullen wij kunnen oordeelen of het inderdaad gewettigd is een zoodanigen stap te doen. Een voorstel zal ik direct niet indienen; ik zou eerst de discussies willen afwachten. Indien blijkt, dat de Raad voor mijn idee niets voelt, is een voorstel mijner zijds overbodig. De Voorzitter: Ik zou dit willen opmerken dat, als ik wist dat U wel een voorstel deed, dit dan eerst zou kunnen worden behandeld. Anders ben ik bang, als ik nu vraag, wie het woord wenscht, dat direct allerlei kwesties als de huisvesting van Gemeentewerken en van den Geneeskundigen Dienst en de salarieering van den Geneeskundigen Dienst en dergelijke die hierbij aan de orde komen, zullen worden besproken. Die zouden dan m. i. als ik Uw voorstel eerst in bespreking bracht en de Raad daarvoor iets voelde en als dat voorstel werd aan genomen, kunnen worden aangehouden. Ik zou het dus wenscheliik achten dat door den Raad eerst wordt uit gemaakt, wat met een verzoek aan Burgemeester en Wethouders, om een opgave te verstrekken wat een nieuw gebouw met denzelfden inhoud maar met een mooieren gevel zal moeten kosten, moet gebeuren en als de Raad daarin zou meegaan, zouden wij deze voor stellen kunnen aanhouden tot den volgenden keer. Ik zou dus willen voorstellen eerst het verzoek van den heer Molenaar te bespreken. De heer Muller: Ik had anders een opmerking over het geheeie voorstel willen maken, maar ik wil ook daar wel het mijne van zeggen. Ik ben het niet met den heer Molenaar eens. heelemaal niet, want ik geloof dat daar misschien een nieuw gebouw wel goed zal staan, maar of het daar beter zal staan dan het oude gebouw? Als dit eenmaal is opgeschilderd en de omgeving is daar wat opgeknapt, dan zal het m. i. op die plaats niet zoo'n gekken indruk maken, vooral de voorkant en de zijvleu gels niet en dan vind ik dat een nieuw gebouw daar niet dat effect zal maken als dit gebouw zal doen, wanneer het is opgeknapt. Wij zijn in die omgeving gewend aan dat gebouw, dat daar al jaren en jaren staat, wij kennen die plaats daar niet anders. Ik geloof dan ook, dat wij ons nog wel eens mogen bedenken om het voorstel- Molenaar, om die plaats een ander aanzien te geven, aan te nemen, omdat wij dan later nog wel eens zoulen kunnen zeggen: hadden wij het maar niet gedaan. Er komt nog dit bij. De heer Molenaar zegt, dat hij de verschillende teekeningen heeft gezien van Prac-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1930 | | pagina 5