60 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 April 1930. ceel Lange Marktstraat no. 28 en ter zijde van dat perceel langs het Wagenplein, kadastraal bekend als- voren, Sectie G no. 4126; 7. J. Pinto, te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Lange Marktstraat no. 36, kadastraal bekend alsvoren. Sectie G no. 5853; 8. S. Klein, te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Lange Marktstraat no. 38, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 8426; 9. A. Siderius, te Leeuwarden, den grond van de stoep, gelegen voor het perceel Sneekerkade no. 11 en ter zijde van dat perceel langs de Lange Marktstraat, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 4601; 10. A. Bakker, te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Sneekerkade no. 5, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 8423; 11. Janke Bosch, te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Sneekerkade no. 3, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 8422, zulks op de volgende voorwaarden a. de koopprijs bedraagt 1.voor elke strook grond; b. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor rekening der gemeente Leeuwarden; c. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het uit komende materiaal desverlangd het eigendom van den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de ge meente vervoerd; d. wanneer tengevolge van den trottoiraanleg werk zaamheden aan den gevel van bovenvermelde gebouwen noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der gemeente, en overigens op de gebruikelijke en andere., door Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor waarden; B. in eigendom over te nemen van de Coöperatieve Vereeniging Coöperatief Verzekeringsfonds, gevestigd te Leeuwarden, tegen den prijs van 5.per M-\, een sirook grond ter breedte van ongeveer 1.20 Meter en ter grootte van ongeveer 31.80 M2., deel uitmakende en gelegen langs de geheele Zuidzijde van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 4610, op den hoek van de Lange Marktstraat en de Sophialaan, onder voorwaarde, dat de gemeente op hare kosten het aanwezige tuinhek op de nieuwe grensscheiding plaatst en den tuin, zoover noodig, in een behoorlijken staat van aanleg terugbrengt, terwijl de kosten van den eigen domsovergang voor rekening der gemeente komen; C. de onder A en B bedoelde strooken grond te bestemmen voor den publieken dienst; D. tot verbetering en verbreeding van de Lange Marktstraat, in voege als is aangegeven in den brief d.d. 26 Februari 1930, no. 331, met de daarbij behoo- rende teekening, van den Directeur der Gemeentewerken, en te bepalen, dat de deswege benoodigde gelden, tot een bedrag van ten hoogste 12.418.zullen worden gekweten uit de posten vermeld onder de volgnos. 128, 130 en 132 der begrooting van den dienst der Gemeente werken voor 1930, en dat de werkzaamheden tot ver betering van de Westerplantage, waarvoor onder volg nos. 130 en 132 dier begrooting gelden zijn uitgetrokken, voorloopig niet zullen worden uitgevoerd. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou ders sub 610. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake de verbetering van de Sophialaan, het Stationsplein en den Stationsweg en tot aankoop van den Staat der Nederlanden van een strook grond ten Zuiden van den Stationsweg. Dit voorstel luidt als volgt Uitvoering gevende aan Uw bij de vaststelling der begrooting voor 1930 genomen besluit om in dit jaar de verbetering van de Sophialaan, het Stationsplein en omgeving tot stand te doen komen, hebben wij de defi nitieve plannen daarvoor laten opmaken en de noodige maatregelen getroffen dat, na Uwe goedkeuring, zoo spoedig mogelijk met de werkzaamheden kan worden be gonnen. Op de hierbij overgelegde teekeningen no. 2375 is aangegeven hoe naar ons oordeel hetwelk met dat j van den Directeur der Gemeentewerken en van de Com- j missie voor de Openbare Werken overeenstemt de nieuwe toestand ter plaatse behoort te worden. De mede overgelegde teekening no. 2377 geeft den bestaanden 1 zoowel als den toekoinstigen toestand, door elkaar ge- teekend, weer. Uit de teekeningen zal U blijken, dat het de bedoeling is, de Sophialaan te verdeelen in een rijweg van 13.50 M., met aan weerszijden trottoirs ter breedte van 7.25 M., resp. 7.45 M. Op het Stationsplein wordt een verhoogd rond middenstuk aangelegd tot leiding van het rijverkeer en waarvan het binnenste gedeelte na beplanting en versiering tot verfraaiing van het plein zal medewerken. Verder zijn de noodige verkeersheuvels ontworpen ten dienste van de voetgangers. Bij het opmaken van het plan is er van uitgegaan, dat de rijweg voorzien wordt van een asfaltbedekking, met name van z.g. asfaltsheet van dusdanige samen stelling, dat een stroef wegdek wordt verkregen. Zooals de teekening doet zien, is nabij den uitgang van het station ruimte gelaten voor de standplaatsen van stati- onneerende automobielen. Met de Directie der Neder- landsche Spoorwegen hebben wij voorts besprekingen gevoerd met het doel om tot eene verfraaiing van het uiterlijk van het Westelijk gedeelte van het Stationsplein te geraken, o. a. om den daar aanwezigen stootheuvcl van het goederenemplacement aan het gezicht te ont trekken. Daartoe is daar ter plaatse een kiosk met naast liggende bergruimte gedacht, terwijl naar de zijde van het stationsgebouw daaraan een urinoir is geprojecteerd. Tezamen met den bouw van het nieuwe isoleergebouw en den ingang aan den Oostkant der veemarkt zal deze oplossing aan het algemeen aspect van het Stationsplein en de Sophialaan zeer ten goede komen. De uitvoering van het onderhavige plan brengt mede, dat er enkele boomen moeten worden gerooid, gelijk op de boven vermelde teekeningen no. 2375 is aangegeven. Niet alleen blijft evenwel het overgroote deel der boo men behouden, maar ook kunnen aan de Zuidzijde van den Stationsweg nieuwe boomen worden bij geplant. Het S uitzicht op het langs dien weg gelegen opslagterrein, thans door een verre van fraaie afscheiding afgesloten, kan dan door het planten van een haag worden weg genomen. 1 In dit verband zij medegedeeld, dat de onderhande lingen met de Nederlandsche Spoorwegen ook den Stationsweg hebben betroffen. Ten einde n.l. te geraken tot de gewenschte verbreeding van den Stationsweg, als onderdeel van het plan tot verbetering van het Stations plein met omgeving, hebben wij stappen gedaan tot het verkrijgen van den eigendom van het aan den Staat (Staatsspoorwegen) toebehoorende kadastrale perceel, gemeente Leeuwarden Sectie G no. 8561, gelegen aan de Zuidzijde van den Stationsweg. Bedoeld perceel, dat eene grootte heeft van 4.85 Are, vormt, gelijk uit de bijgevoegde situatieteekening blijkt, een smalle strook langs den genoemden weg. Het ligt in onze bedoeling op gemeld perceel, dat voor den spoorwegdienst niet meer noodig is, een trottoir te leggen nadat de gemeente eigenares van den grond is geworden. De gevoerde onderhandelingen hebben tot resultaat gehad, dat het Rijk zich thans bereid heeft verklaard het betreffende perceel in eigendom aan de gemeente af te staan en wel tegen een koopprijs van 1.in totaal, onder voor waarde, dat op het overgedragen terrein binnen één jaar nadat de vereischte Koninklijke goedkeuring op de eigendomsoverdracht is verkregen, een verhoogd voet Verslag van 'de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 April 1930. pad wordt gelegd en dat bij eventueele uitbreiding van j den spoorweg het daarvoor noodige terrein, hetwelk zonder het verkeer op den Stationsweg te schaden kan worden gemist, aan den Staat zal worden teruggegeven, terwijl voorts de op de eigendomsoverdracht vallende kosten voor rekening der gemeente komen. Naar onze meening kan op dezen grondslag zonder bezwaar tot de overneming van het onderhavige perceel worden overgegaan. Het voorloopige plan in zake Sophialaan, Stations plein en Stationsweg ging, wat de verbetering van de lijwegen betrof, aan de Oostzijde niet verder dan tot ongeveer het punt, waar laatstgenoemde weg in Zuid oostelijke richting naar den spoorwegovergang afbuigt; nadere beschouwing van den plaatselijken toestand in verband met dat plan deed ons echter zien, dat het raadzaam is, de verbetering van den Stationsweg eenigs- j zins verder in de richting van het Zuiderplein door te j trekken, n.l. tot de Zuidelijke zijde van den inrit van het café „Spoorzicht", om zoodoende het asfalt direct te doen aansluiten aan de koperslakkeien van het Zuider plein, die daartoe tot dat punt zullen worden doorge trokken. Hierdoor wordt voorkomen, dat tusschen het asfalt van den Stationsweg en die koperslakkeien een wegdek van grèskeien zou blijven bestaan en het uiter lijk aanzien van de bestrating zou schaden. Tegelijk hiermede ware het trottoir langs den Noordwestelijken kant van het plantsoen aan het Zuiderplein aan te leggen. Als gevolg van deze uitbreiding zal het op de begrooting onder volgnummer 851 van den Kapitaal- dienst uitgetrokken bedrag ad 100.348.50 met 14.700.moeten worden verhoogd. In zijn te Uwer inzage gelegde rapport d.d. 18 Maart j.l. doet de Directeur der Gemeentewerken nog opmerken dat het raadzaam is, de uitvoering van de asfalteering ondershands aan te besteden, zulks omdat slechts aan enkele speciaal op dat gebied werkzame firma's het ver vaardigen van een wegdek van stroef asfalt met ver houwen kan worden opgedragen. Wij kunnen ons met dit denkbeeld geheel vereenigen en zullen te zijner tijd een voorstel tot de onderhandsche opdracht van de hier- bedoelde werkzaamheden bij Uwe Vergadering aan hangig maken. Tevens zullen wij U dan een nader voorstel doen ter zake van de met de Nederlandsche Spoorwegen te treffen regeling omtrent onderhoud en gebruik van grond, enz. in verband met de voorgenomen verbetering van den Westkant van het Stationsplein in den geest als wij hiervoren reeds in het kort hebben uiteengezet. Ten slotte zij nog vermeld, dat van deze gelegenheid gebruik gemaakt zal worden om ook de verlichting van het Stationsplein en omgeving eenige verbetering te doen ondergaan, n.l. door het plaatsen van een aantal nieuwe lichtmasten, het verplaatsen van de palen der reeds bestaande straatoverspanningen, het ophijschbaar maken van deze overspanningen, zooals ook bij de ver lichting aan den Harlingerstraatweg is geschied, enz. Onder overlegging van het advies der Commissie voor de Openbare Werken geven wij U op grond van het bovenstaande in overweging te besluiten A. de verbetering van de Sophialaan, het Stations plein en den Stationsweg te doen geschieden volgens de bijbehoorende teekeningen no. 2375, respectievelijk gemerkt „bij 889 van '30" en „bij 930 van '30" B. ten behoeve van het sub A bedoelde werk alsnog een bedrag van 14.700.beschikbaar te stellen C. tot aankoop van den Staat der Nederlanden, tegen den prijs van 1.van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 8561, ter grootte van 4.85 Are, gelegen ten Zuiden van den Stationsweg, zulks onder de volgende voorwaarden 1. het perceel wordt overgedragen, zooals het door den Staat wordt bezeten, zonder eenige vrijwaring hoe genaamd 2. bij eventueele uitbreiding van den Spoorweg zal het daarvoor noodige terrein, hetwelk zonder het ver keer op den Stationsweg te schaden kan worden gemist, kosteloos en zonder eenige meer beperkende bepaling dan voor het verkeer noodig zal zijn, aan den Staat in eigendom worden teruggegeven 3. alle kosten van aanleg en onderhoud van een verhoogd voetpad, waarvan de aanleg binnen één jaar nadat de vereischte Koninklijke goedkeuring van den eigendomsoverdracht is verkregen moet zijn voltooid, ook ter plaatse waar dit over het bestaande tramspoor der Nederlandsche Tramwegmaatschappij zal worden gebruikt, komen ten laste der Gemeente 4. de betaling van den koopprijs moet geschieden ten kantore van den Ontvanger der Registratie en Do meinen te Leeuwarden, binnen acht dagen, nadat aan de Gemeente de Koninklijke goedkeuring dezer overeen komst zal zijn medegedeeld 5. de zegelkosten van de acte van verkoop en koop zijn voor rekening der Gemeente en moeten op eerste aanzegging worden voldaan ten kantore van den onder 4 genoemden Ontvanger D. het onder C gemelde perceel te bestemmen voor den publieken dienst. De beraadslagingen worden geopend. De heer Vromen: Ik kan mij in groote lijnen heel goed vereenigen met het voorstel, dat door Burgemeester en Wethouders is gedaan, om in den toestand van de Sophialaan en het Stationsplein verbetering aan te brengen. Ik zou echter een paar kleine opmerkingen willen maken en wel in de eerste plaats over de keuze van het wegdek. Op advies van den directeur van Gemeente werken is door Burgemeester en Wethouders besloten te kiezen een wegdek van gegroefd asfalt, maar uit het rapport van den directeur blijkt, dat de ervaringen dien aangaande nog maar zeer luttel zijn, zelfs zoo luttel, dat de directeur meent daarvoor geen openbare aanbe steding te kunnen houden, omdat slechts enkele firma's in aanmerking kunnen komen voor de richtige uitvoering van zulk werk. Is nu echter de ervaring dienaangaande wel voldoende en zal men hiermee niet eenigszins een sprong in het duister doen, waarbij straks kan blijken dat het niet meevalt? Zooals ik ben geïnformeerd, heeft men nog zeer weinig ervaring ten opzichte van het ge groefde asfalt omtrent het onderhoud en den toestand, waarin het blijft, zoodat men dus van de houdbaarheid en duurzaamheid betrekkelijk weinig weet. Er komt nog dit bij ten opzichte van de keuze van asfalt. Over het algemeen is asfalt een zeer prettige be strating het is geluiddempend en vermindert de tril lingen, zoodat bij zwaar verkeer de huizen weinig heb ben te lijden, maar dat is een voordeel, dat bij breede trottoirs van veel minder belang is, dan in nauwe drukke winkelstraten, doch over het algemeen lijkt mij toch de keuze van asfalt slechts zin te hebben, als men daarmee belangrijke gedeelten van de stad bestraatwanneer men dat slechts hier en daar doet, maakt dat wel een wat eigenaardigen indruk. Als ik thans zie de St. Jacobs- straat en ik stel daarnaast het wegdek, dat er is geko men aan den Harlingerstraatweg en omgeving, dan weet ik niet, waaraan ik de voorkeur moet geven bij een groot plein als het Stationsplein. Ik zou dan ook van Burge meester en Wethouders willen weten, welke overwe gingen hen er toe hebben geleid om per se hun keuze op asfalt te doen vallen en speciaal op gegroefd asfalt. Dit heeft natuurlijk het voordeel, dat het niet zoo glad is, wat vooral voor het rijverkeer van belang is, maar een voldoende ervaring omtrent dit soort asfalt heeft men toch nog niet. Dan zou ik nog een enkele opmerking willen maken ten opzichte van den vluchtheuvel of laat ik het een bordes noemen die voor het station zal worden ge plaatst. Deze zal worden gescheiden van het trottoir

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1930 | | pagina 3