72 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 April 1930.
benoodigde materialen door de gemeente worden ver
strekt. Wij zijn, gelet o. a. op de stormschade, in den
at'geloopen winter aan de schietbaan toegebracht, van
gevoelen, dat aan herverhuring de voorwaarde moet
worden verbonden, dat al het onderhoud van de schiet
baan c.a. voor rekening van het Rijk komt. Daartegen
over ware dan de huur, thans 600.— per jaar bedra
gende, tot 300.'s jaars terug te brengen. De Minis
ter van Defensie kan zich met deze regeling vereenigen.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in over
weging te besluiten
de aan de gemeente Leeuwarden toebehoorende
schietbaan, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
Sectie F no. 1569, ter grootte van 70.35 Are, met ingang
van 4 Juni 1930 aan het Rijk in huur af te staan tegen
een huurprijs, berekend naar 300.— 's jaars, zulks
voor den tijd van 9 maanden, alzoo tot en met 3 Maart
1931, met bepaling, dat de huur na 3 Maart 1931 geacht
wordt stilzwijgend van maand tot maand, doch uiterlijk
tot en met 3 Juni 1931, te zijn verlengd indien niet door
een van de beide partijen opzegging plaats heeft één
maand voor het eindigen van een termijn, voorts onder
voorwaarde, dat de schietbaan en de daarop en op het
terrein daarvan aanwezige inrichtingen en loodsen van
wege en op kosten van het Rijk worden onderhouden,
en verder op de voorwaarden van de thans geldende
huurovereenkomst, welke met ingang van 4 Juni 1930
wordt ontbonden.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub 14—18.
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
het maken van een asfaltwegbedekking in de Sophialaan,
het Stationsplein en den Stationsweg ondershands op
te dragen aan de N. V. Maatschappij Wegenbouw ie
Utrecht.
Dit voorstel luidt als volgt
Zooals wij reeds in ons voorstel van 27 Maart j.I. in
zake de verbetering van de Sophialaan, het Stations
plein en den Stationsweg hebben medegedeeld, komt
het ons wenschelijk voor, de uitvoering van de tot dit
werk behoorende asfalteering aan eene speciaal op dat
gebied werkzame firma op te dragen. Wij hebben mits
dien aan enkele firma's prijsopgave gevraagd en daarop
de aanbiedingen ontvangen, waarvan de inhoud in den
hierbij overgelegden staat in het kort is weergegeven.
Overeenkomstig het gevoelen van den Directeur der
Gemeentewerken, naar wiens bij de stukken gevoegde
rapport d.d. 17 April j.I. hier moge worden verwezen,
zijn wij van oordeel, dat de aanbieding van de N. V.
Maatschappij Wegenbouw te Utrecht de aannemelijkste
is.
Wij geven U dan ook in overweging te besluiten
het maken van eene asfaltwegbedekking met fundee
ring op slakken en puin, benevens het leggen van de
benoodigde houtbestrating, in de Sophialaan, het Sta
tionsplein en den Stationsweg, ondershands op te
dragen aan de Naamlooze Vennootschap Maatschappij
Wegenbouw, te Utrecht, voor de som van 59.350.
met een garantietermijn van drie jaren en verder over
eenkomstig de door haar gedane aanbieding.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer M. Molenaar: Ik heb tegen dit voorstel geen
bezwaar, maar ik zou even willen informeeren, waar de
Raad de vorige maal een verhooging van het crediet
met 2000.heeft toegestaan, om een deel van de
straat in plaats van op 7 M. breedte aan te leggen, zoo
als werd voorgesteld, tot 9 M. te verbreeden, wat ten
opzichte hiervan het resultaat is geweest van het overleg
met den directeur van Gemeentewerken.
De Voorzitter: Naar aanleiding van Uw vraag omtrent
de opdracht, door den Raad de vorige vergadering aan
Burgemeester en Wethouders gegeven en het toestaan
van een crediet van 2000.indien Burgemeester en
Wethouders in overleg met den directeur van Gemeen
tewerken het noodig achtten om ook nog de straat van
7 M., die de heer Molenaar bedoelt, tot 9 M. te ver
breeden, kan ik mededeelen, dat Burgemeester en Wet
houders persoonlijk met den directeur van Gemeente
werken ter plaatse een onderzoek hebben ingesteld en
dat Burgemeester en Wethouders naar aanleiding hier
van hebben besloten, den rijweg aldaar te verbreeden
tot 9 M. Het toegestane crediet van 2000.bleek
daarvoor voldoende te zijn; het is bij Gemeentewerken
gebleken dat het niet meer dan 1900.zal kosten.
De rijweg wordt daar dus 9 M. breed. Verlangt nog een
van de leden het woord hierover
De heer Muller: Ik zou naar aanleiding hiervan een
vraag willen doen. Ik heb gezien, dat de eene boom in
het plantsoen, die in den weg zou staan, wanneer deze
verbreeding tot stand kwam, n.l. de boom, die op den
hoek staat, reeds is gemerkt en nu zou ik willen vragen
of de andere boomen, die in het verlengde naar de
Beursbrug staan, kunnen blijven staan en toch een
straatbreedte van 9 M. kan blijven behouden. Het lijkt
mij toe, dat dit onmogelijk is, maar alleen die eene boom
is gemerkt en de anderen niet. Ik wil die boomen daar
niet weg hebben als het anders kan, maar
De Voorzitter: Als ik U goed begrijp, spreekt U over
hetzelfde stuk, waar wij het net over hadden
De heer Muller: Juist, maar de boom tegenover den
winkel van den steenhouwer De Vries is gemerkt en de
andere boomen in het verlengde naar de Beursbrug toe
zijn niet gemerkt.
De Voorzitter: De kwestie is, dat de boom, staande
in de meest Westelijke punt van het plantsoen, in den
rijweg zou komen, zoodat die positief moest vallen,
terwijl de beide andere boomen dit zijn kastanjes
in het trottoir zullen komen, maar vermoedelijk zoo op
den rand, dat zij er waarschijnlijk ook wel uit zullen
moeten, omdat de takken zoo laag hangen, dat waar
schijnlijk de bussen er tegen aan zouden rijden. De
afspraak was dan ook, dat die boomen ook zouden
worden verwijderd, maar misschien is het de bedoeling
van den directeur om te probeeren, of ook de mogelijk
heid bestaat om ze te kunnen laten staan. Het oordeel
van Burgemeester en Wethouders was echter, dat deze
boomen vermoedelijk ook zouden moeten vallen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
beschikbaarstelling van gelden voor de verbetering van
het terrein der gemeentereiniging aan den Overijssel-
schenstraatweg en tot verhuring van een terrein aldaar
aan de Coöp. Veiling- en Inkoopcommissie der Friesche
Tuinbouwvereeniging.
Dit voorstel luidt als volgt
Nadat in 1925 een gedeelte van het bedrijf der
Gemeentereiniging was overgebracht naar het nieuwe
terrein aan den Greunsweg, kwam in onze vergadering
al spoedig de vraag naar voren, wat er moest gebeuren
met het oude, gedeeltelijk in gebruik gebleven, terrein
aan den Overijsselschenstraatweg. Meermalen maakte
deze aangelegenheid een punt van bespreking uit en
herhaaldelijk zijn te dien opzichte plannen ontworpen
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 April 1930. 73
en begrootingen opgemaakt. Een bevredigende oplos
sing was evenwel moeilijk te verkrijgen, hetgeen voor
een deel moest worden toegeschreven aan het belang
rijke bedrag dat met een eventueele verandering van het
terrein gemoeid zou zijn. Langzamerhand is echter ter
plaatse een toestand ontstaan, welke het noodig maakt,
thans tot ingrijpende maatregelen over te gaan, zij het
ook, dat zulks een vrij groote uitgave vordert. De op het
terrein aanwezige gebouwen en getimmerten verkeeren
in een zoodanig vervallen staat en sluiten zich zoo slecht
bij het tegenwoordige bedrijf aan, dat bij verder in ge
bruik blijven herstelling en verbetering dringend nood
zakelijk is. Bovendien moet rekening worden gehouden
met het feit, dat voor den tegenwoordigen dienst niet
meer het geheele terrein behoeft te worden gebruikt. Het
niet benoodigde gedeelte kan in huur worden uitgege
ven, op den voet als hieronder nader is omschreven.
De Directeur der Gemeentewerken zond bij schrijven
van 29 November j.I. een tweetal plannen, A en B, tot
wijziging van het terrein bij ons in. Zoowel ons College
als de Commissie voor de Gemeentereiniging en de
Commissie voor de Openbare Werken geven aan uitvoe
ring van plan B de voorkeur. Het omvat eene wijziging
van het gedeelte van het terrein, gelegen ten Westen
van de Noord-Zuid loopende haven, met uitzondering
van een strook van 12.50 Meter breedte langs den spoor
weg en bestaat in het afbreken van de op genoemd ter-
reingedeelte staande gebouwen en loodsen, het dempen
van het Westelijk gedeelte van de ten Zuiden van het
terrein loopende opvaart uit de Potmarge en het daarna
oprichten van een gebouw waarin kantoor met woning,
van een verblijf voor den terreinbaas en van diverse ge
bouwen, waarin stallen, magazijn, smederij, wagenma
kerij, schilderswerkplaats en een bergplaats zijn onder
gebracht. Mede is een overdekte ruimte voor de berging
van een gedeelte van het materiaal ontworpen. Voor het
bergen van sneeuwkarren en sneeuwploegen is een
loods ontworpen op het Zuidelijk gedeelte van het
tevens bij het Reinigingsbedrijf in gebruik zijnde terrein
aan de Klanderijstraat.
Het lijkt ons gewenscht, vooral met het oog op de
ligging van het terrein in de onmiddellijke nabijheid van
de stad, al de hiervoren genoemde inrichtingen op het
Westelijk gedeelte van het oude terrein gevestigd te
houden. Verplaatsing van deze diensten naar het nieuwe
terrein aan den Greunsweg komt ons wegens den groo-
ten afstand niet aanbevelenswaardig voor.
De kosten benoodigd voor de uitvoering van de boven
omschreven werken worden geraamd op rond 91.000-,
eene weliswaar belangrijke uitgave, die echter noodig
is om een doelmatige verbetering van het oude aschland
tot stand te brengen en die trouwens, gelijk wij reeds
opmerkten, wordt gewettigd door het feit, dat de tegen
woordige toestand niet kan worden bestendigd. Hier zij
nog opgemerkt, dat onder de genoemde som een be
langrijk bedrag (dat op 10.000.kan worden
gesteld) is begrepen voor het dempen van een gedeelte
der Zuidelijke opvaart uit de Potmarge en voor den
aanleg van eene rioleering, beide werken, die reeds
uit een oogpunt van hygiëne dringend noodzakelijk zijn.
Wij wijzen er voorts nog op, dat na de ingebruikneming
van het nieuwe kantoor de huur van de thans bij het
bedrijf in gebruik zijnde lokalen in de Heerestraat, ten
bedrage van 750 per jaar waarvan 150 wordt
terugontvangen van het Gemeentelijk Woningbedrijf
komt te vervallen.
Het voor het Reinigingsbedrijf niet meer benoodigde
Oostelijke gedeelte van het terrein, benevens een voor
den eventueelen toekomstigen aanleg van een straat
bestemde strook grond ter breedte van 12.50 Meter
langs de Zuidzijde van den spoorweg en het perceel aan
de overzijde van de Zuidelijke opvaart uit de Potmarge,
gelijk een en ander op de hierbij overgelegde teekening
gemerkt „bij 3795 van '29" in roode en grijze kleur is
aangeduid, is in huur gevraagd door de Coöperatieve
Veiling- en Inkoopcommissie der Friesche Tuinbouw
vereeniging G. A., alhier, ten behoeve van haar bedrijf.
Onzerzijds bestaan tegen deze verhuring geen beden
kingen. Het Westelijkste gedeelte van de strook grond
langs den spoorweg, ter lengte van ongeveer 25 Meter,
kan echter niet in huur worden afgestaan, aangezien het
wenschelijk is op dit gedeelte, waarop kantoor en
woning uitzicht hebben, een straat aan te leggen. De
huurprijs kan worden gesteld op 2750.per jaar,
welke som voldoende is te achten en waarmede de huur
ster zich vereenigt. De verhuring zal geschieden voor
een tijdvak van 20 jaar. De voorwaarden, verder aan
deze verhuring te verbinden, zijn hieronder vermeld; de
genoemde vereeniging gaat er mede accoord.
Onder verwijzing naar de ter visie liggende stukken,
geven wij U in overweging te besluiten
A. tot het afbreken van de bestaande gebouwen en
getimmerten, het dempen van een gedeelte vaarwater,
het aanleggen van bestratingen en rioleeringen en het
oprichten van diverse gebouwen en inrichtingen op het
ten Westen van de Noord-Zuid loopende haven gelegen
gedeelte van het terrein der Gemeentereiniging aan den
Overijsselschenstraatweg, een en ander overeenkomstig
de bijbehoorende teekening ,,B", no. 2344, gemerkt „bij
3712 van '29", benevens tot het bouwen van een houten
loods op het bij de Gemeentereiniging in gebruik zijnde
terrein aan de Klanderijstraat;
B. voor de uitvoering van de onder A genoemde
werken een bedrag van ten hoogste 91.000.beschik
baar te stellen;
C. tot verhuring aan de Coöperatieve Veiling- en
Inkoopcommissie der Friesche Tuinbouwvereeniging
G. A., te Leeuwarden, voor den tijd van 20 jaren, in
gaande den lsten Mei 1930 en eindigende alzoo den
30sten April 1950, tegen een huurprijs van 2750.
per jaar, van
1. het gedeelte van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 11609, voor zoover
dat gelegen is ten Oosten van een lijn, getrokken langs
den Westelijken walmuur van de Noord-Zuid loopende
haven en vandaar loopende naar den Spoorweg, gelijk
op de bijbehoorende teekening in roode kleur en met
het cijfer II is aangegeven;
2. een strook grond ter breedte van 12.50 Meter,
gelegen langs de Zuidzijde van den Spoorweg, deel uit
makende van het gemelde perceel Sectie G no. 11609,
gelijk op de bijbehoorende teekening in grijze kleur is
aangegeven, met uitzondering van het Westelijkste ge
deelte van genoemde strook ter lengte van ongeveer 25
Meter;
3. het perceel grond, kadastraal bekend gemeente
Huizum, Sectie B no. 1406, ter grootte van 5.64 Are,
op de bijbehoorende teekening in roode kleur en met
het cijfer 1 aangegeven,
zulks onder de volgende voorwaarden
o. op de grens aan de Westzijde van de gehuurde
strook grond langs den Spoorweg, tot welk punt de ge
meente een straat zal leggen van den Overijsselschen
straatweg af, moet door de huurster op hare kosten een
hekwerk worden geplaatst en onderhouden ten genoe
gen van Burgemeester en Wethouders;
b. de aanwezige getimmerten op de in huur afge
stane terreinen kunnen door de huurster in eigendom
worden overgenomen tegen den prijs van 1.in
totaal;
c. de gemeente behoudt de bevoegdheid om te allen
tijde een strook grond langs den Spoorweg aan de huur
te onttrekken, indien dit noodig is voor den aanleg van
een straat. In dit geval wordt geen vermindering van
huur toegestaan;
d. alle belastingen, die van het verhuurde worden
geheven, zijn voor rekening van de huurster;
e. de huurster draagt zorg, indien noodig, voor een
voldoende afscheiding van haar terrein met den Spoor
weg;