124 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Juni 1930. 1. O. Blom, onderwijzer te Oudega; 2. N. van Lingen, onderwijzer te Vaassen; 3. j. Frank, hoofd der school te Oudebildtzijl. Benoemd wordt O. Blom, voornoemd, met 23 stem men; op N. van Lingen wordt 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet blanco wordt ingeleverd. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan N. van der Wal als onderwijzer (plaatsvervangend hoofd) aan de ge meentelijke Schippersschool. AAet algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de begrooting voor het Stads Ziekenhuis, dienst 1929. De beraadslagingen worden geopend. De heer Oosterhoff: Ik heb als secretaris van de com missie voor de Financiën mijn handteekening gezet onder het goedkeuringsrapport van de begrootingswij- ziging, die plaats moest hebben in de begrooting voor het Stads-Ziekenhuis, omdat ik tegen deze formeele wijziging geen bezwaar had. Maar ik zou hierbij toch een enkele opmerking willen maken, een opmerking, die ik vroeger ook al eens heb gemaakt. Ik kan mij, vooral bij het Ziekenhuis, heel goed voor stellen, dat men zich niet altijd absoluut kan houden aan de begrooting, die is gemaakt; als het aantal verpleeg den belangrijk grooter wordt, heeft dit meerdere uit gaven tengevolge, die men niet kon voorzien, maar als wij hier krijgen een rekening, waaruit blijkt, dat de post voor kleeding en ligging, welke was geraamd op 1500.met 2631.is overschreden, dan zou ik zeggen dat men öf bij de raming van dien post niet ernstig is te werk gegaan, öf dat men bij het doen van uitgaven op dien post heeft gedacht: wij geven maar uit, zonder meer. Het lijkt mij in dergelijke gevallen op zijn minst gewenscht om eerst voor die meerdere uit gaven de noodige credieten te vragen aan den Raad. Wat beteekent toch een begrooting, waarbij een post, die is geraamd op 1500.met 2600.wordt overschreden? Dat lijkt toch naar niets. Ik heb dezelfde opmerking vroeger ook al eens ge maakt, toen ook ten opzichte van andere begrootingen en het gevolg is toen geweest, dat er een aanschrijving is gegaan naar de hoofden van de verschillende takken van dienst, om voortaan daarmede rekening te houden. Zou het nu geen aanbeveling verdienen, dat er ook nog eens zoo'n schrijven werd gericht aan de commissie van beheer voor het Stads-Ziekenhuis De heer O. F. de Vries (wethouder)In het algemeen kan ik mij bij de meening van den heer Oosterhoff wel aansluiten, dat het beter was geweest dat de verhooging tijdig bij den Raad was aangevraagd. Maar het is altijd zoo geweest en dat blijkt ook, als men de rekeningen van het Ziekenhuis over vorige jaren nazietdat, hoe wel er op de uitgaven altijd een tekort is geweest, de commissie toch steeds beneden hetgeen in totaal als tekort was geraamd is gebleven. Dit jaar is dat echter tegengevallen door den post kleeding en ligging. Bij dien post bleek in het voorjaar al, dat er een aantal dekens en lakens moest wezen en ander beddegoed en waarom deze noodig waren blijkt ook uit den post onder de inkomsten en is als zoodanig een motivee ring van deze overschrijding verpleging voor eigen rekening, welke post dit jaar boven een raming van 5500.is gestegen tot 9500.Dit betreft de ont vangsten uit verpleging voor eigen rekening en voor re kening van instellingen van weldadigheid, enz. en de verhooging van dezen post is dan ook de motiveering van de verhooging van den betrekkelijken uitgaafpost. Men zat dus voor het geval, dat er dekens en lakens en ander beddegoed moest worden aangeschaft en nu had men het geval kunnen hebben dat men nog beneden de raming bleef, maar in dit geval bleken de meerdere in komsten daarvoor niet voldoende en het is daarom, dat ook mij de opmerking wel juist toeschijnt, dat het beter en juister is dat men bij dergelijke overschrijdingen in den loop van het jaar bij den Raad komt om verhooging van den post. Dat is dit jaar niet gebeurd en dat is vaak ook heel moeilijk, omdat men altijd in het laatst van het jaar de meeste rekeningen binnen krijgt, zoodat men in het midden van het jaar vaak niet kan zien of de uit gaven te hoog worden. Als dat echter niet het geval is, ben ik het met den heer Oosterhoff eens, dat verhoo ging tijdig moet worden aangevraagd. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de gemeen'ebegrootingcn, diensten 1929 en 1930. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot oninvorderbaarverklaring van aanslagen in onderschei dene gemeentebelastingen. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van een strook grond aan de Molenstraat aan H. J. Visser. Dit voorstel luidt als volgt Bij adres van 26 April j.l. verzoekt H. J. Visser, bouw ondernemer, alhier, in erfpacht te ontvangen een strookje grond ter breedte van 1.50 Meter, gelegen aan de Oostzijde van de Molenstraat, ten Zuiden van en aansluitende aan het terrein dat hem bij Uw besluit van 28 Mei 1929 in erfpacht is afgestaan. Adressant heeft het gemelde strookje grond noodig ten einde den door hem voorgenomen bouw ter plaatse volledig te kunnen uitvoeren. Op de hierbij overgelegde situatieteekening is het aangevraagde terrein in roode kleur aangeduid. Tegen de erfpachtsuitgifte bestaan van onze zijde geen bedenkingen. De grondwaarde kan worden gesteld op 7.50 per M2., welke prijs ook voor het naastgelegen terrein is bedongen en die voldoende is te achten. Be langhebbende heeft verklaard met genoemden prijs en de gebruikelijke voorwaarden genoegen te nemen. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten aan H. J. Visser, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een strook grond ter breedte van 1.50 Meter en ter diepte van ongeveer 22.50 Meter, gelegen ten Zuiden van en aansluitende aan het hem krachtens Raadsbesluit van 28 Mei 1929 no. 152r/92 in erfpacht afgestane terrein aan de Oostzijde van de Molenstraat, tegenover de Gemeenteschool no. 16, gelijk op de bijbehoorende situatieteekening in roode kleur is aangegeven, ter grootte van ongeveer 34 Al2., de juiste grootte nader door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 7.50 per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de erfpachter stort binnen tweemaal 24 uren, nadat hij van het Raadsbesluit tot toewijzing in erfpacht kennis heeft bekomen, een bedrag van 13.ten kan tore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, welk bedrag hem. na voldoening daaraan, op aanvrage zal worden terug gegeven; Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Juni 1930. 125 3. de rooiïng voor de bebouwing zal nader door den j dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag be bouwing door derden niet plaats hebben; 5. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betref fende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpac! en toebehoo- rende aan de gemeente Leeuwarden. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming van een strook grond aan de Willem Loréstraat. Dit voorstel luidt als volgt Van den heer D. Eisma, alhier, ontvingen wij het verzoek hem vergunning te verleenen voor den bouw van eene werkplaats aan de Willem Loréstraat, op het kadastrale perceel Sectie G no. 9804. Deze werkplaats wordt gebouwd in het verlengde van de rooilijnen, vast gesteld bij Uwe besluiten van 28 Juni 1921 no. 265r/ 159 en 13 September 1921 no. 391r/227. Aangezien voor deze rooilijnen een voortuintje van 3 Meter is gedacht, blijft tusschen de straat en de even- tueele voortuinafscheiding eene strook over ter diepte van 2.50 M. De heer Eisma, voornoemd, is genegen deze strook op de gewone, bij stoepenoverdracht gebruikelijke, voorwaarden aan de gemeente in eigendom over te dragen. Wij zijn met den Directeur der Gemeente werken van oordeel, dat de gemeente er belang bij heeft dit aanbod te aanvaarden, ten einde de mogelijkheid te openen om de breedte van de Willem Loréstraat aldaar van 10 M. op 12.50 M. te kunnen brengen. Iets meer Oostelijk is de gemeente reeds eigenares van een tweetal dergelijke strooken giond. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten I. van D. Eisma, alhier, voor den prijs van 1. totaal, in eigendom over te nemen eene strook grond, gelegen voor het door hem te bebouwen terrein aan de Willem Loréstraat, gedeelte van het perceel, kadastraal bekend, gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 9804, ter diepte van 2.50 M. en over de volle breedte van zijn terrein, onder bepaling dat de kosten van overdracht voor rekening der gemeente zijn; II. de onder I bedoelde strook grond te bestemmen voor den publieken dienst. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming van den grond van stoepen voor perceelen aan den Stationsweg, de Bagijnestraat en de Vijzel straat en van een strook grond, deel uitmakende van het perceel Zuiderplein no. 105. Dit voorstel luidt als volgt In verband met de verbetering van den Stationsweg hebben wij getracht ons den eigendom te verzekeren van den grond der stoepen, gelegen voor de perceelen aan den Stationsweg, tusschen de Baljeestraat en het hotel „Spoorzicht", ten einde het trottoir aldaar tot aan de huizen te kunnen doortrekken. Het resultaat der onderhandelingen is geweest dat vijf eigenaren zich bereid hebben verklaard de bedoelde strooken grond op de gewone voorwaarden aan de ge meente in eigendom over te dragen. Tevens ontvingen wij van den heer O. de Vries eene verklaring, dat hij bereid is aan de gemeente in eigen dom af te staan eene strook grond, behoorende bij zijn perceel Zuiderplein no. 105 (,,de Klanderij") en op de hierbij gevoegde teekening in roode kleur aangegeven. Ten einde het trottoir daar ter plaatse op voldoende breedte te kunnen aanleggen, is het noodzakelijk deze strook daarbij aan te trekken, zoodat het gewenscht is het aanbod te aanvaarden. Ook doet zich nog de gelegenheid voor den grond over te nemen van een tweetal andere stoepen en wel in de Bagijnestraat van M. Boetes en in de Vijzelstraat van 1. van Breest Smallenburg. Aangezien in deze straten reeds meer dergelijke strookjes grond zijn over genomen, is het gewenscht ook de thans aangeboden stoepen te aanvaarden. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten A. in eigendom over te nemen van 1. AA. C. de Vries te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Stationsweg no. 30, kadastraal bekend, gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 8325; 2. Mr. J. A. Stoop te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Stationsweg no. 28, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 8326; 3. F. O. Strüppert te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Stationsweg no. 12, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 5577; 4. T. Westerbaan te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Stationsweg no. 10, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 5181; 5. A. Nauta te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Stationsweg no. 8, kadastraal bekend alsvoren, Sectie G no. 5180, zoowel aan den Stations weg als in de Baljeestraat; 6. M. Boetes te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Bagijnestraat no. 69, kadastraal bekend alsvoren, Sectie C no. 1862; 7. I. van Breest Smallenburg te Leeuwarden, den grond van de stoep voor het perceel Vijzelstraat no. 15, kadastraal bekend alsvoren, Sectie A no. 1427, zulks op de volgende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt 1.voor elke strook grond; 2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor rekening der gemeente Leeuwarden; 3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de gemeente vervoerd; 4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg werk zaamheden aan de gevels van bovenvermelde gebouwen noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der gemeente; en overigens op de gebruikelijke en andere, door Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor waarden; B. in eigendom over te nemen van O. de Vries te Leeuwarden, eene strook grond, deel uitmakende van het perceel Zuiderplein no. 105 (hotel „de Klanderij kadastraal bekend, gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 11328 en grenzende onmiddellijk aan de openbare straat, een en ander zooals op de hierbij behoorende teekening in roode kleur is aangegeven, zulks op de volgende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt 1.in totaal; 2. door en voor rekening der gemeente wordt op de scheidingslijnen, op bijbehoorende teekening, ge merkt „bij 1678 van '30", met ab en bc aangeduid, een muurtje met toegangshek geplaatst; 3. het terrein, ingesloten tusschen de nieuwe grens scheiding, de lijn bc, den hoofdingang en den voorkant van de serre, wordt van gemeentewege met trottoirtegels bestraat; 4. alle kosten, op de overdracht vallende zijn voor rekening der gemeente Leeuwarden; C. de onder A en B bedoelde strooken grond te be stemmen voor den publieken dienst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1930 | | pagina 2