Vetpdiig van Dinsdag 15 Juli 1930.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 Juli 1930. 129
Tegenwoordig 26 leden, te weten: de heer O. F. de
Vries, mevrouw Van DijkSmit, mevrouw Buisman
Blok Wijbrandi, de heeren Dijkstra, Tamminga, Feitsma,
Lautenbach, Flooiring, Ritmeester, Tiemersma, M. Mo
lenaar, Visser, J. de Boer, Van der Veen, Hofstra, Botke,
Westerhuis, Vromen, H. de Boer, Peletier, Muller, Oos-
terhoff, B. Molenaar, IJ. de Vries, Feddeina en Westra.
Afwezig de heer Fransen.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
Dinsdag 13 Mei 1930.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan Ir. M. H. Maas als
directeur der Gemeentewerken.
4. Alsvoren tot het verleenen van eervol ontslag aan
mej. H. H. Zijlstra als onderwijzeres aan gemeenteschool
no. 14a.
5. Alsvoren tot overplaatsing van den onderwijzer
B. Rijpstra van gemeenteschool no. 5a naar gemeente
school no. 14a (vacature-H. H. Zijlstra).
6. Alsvoren tot overplaatsing van den onderwijzer
C. IJestra van gemeenteschoool no. 8a naar de gemeen
telijke Schippersschool (vacature-N. van der Wal).
7. Benoeming van een reserve-onderwijzeres aan de
scholen voor openbaar lager onderwijs.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van den grond van de stoep voor het perceel
Nieuwestad no. 35 van W. G. en S. F. Doodkorte.
9. Alsvoren tot overneming van een strook grond
aan de Cichoreibuurt van de N. V. Machinefabriek
„Friesland".
10. Alsvoren tot overneming van een strook grond
aan de Willem Loréstraat van J. K. Nicolai.
11. Alsvoren tot verkoop van bouwterrein aan de
Zuidzijde van het Nieuwe Kanaal, 2e Kanaalpand, aan
de N. V. Electroblikfabriek alhier en aan de N. V. Hal-
bertsma's kistenfabriek te Grouw.
12. Alsvoren tot het instellen van een rechtsvorde
ring tegen J. Groenewoud tot betaling van achterstallige
huurpenningen.
13. Alsvoren tot vaststelling van kohieren wegens
rioolbelasting betreffende den Harlingerstraatweg en
den Stienserweg.
14. Alsvoren tot wijziging der begrooting voor het
Stads-Ziekenhuis, dienst 1930.
15. Alsvoren tot onbewoonbaarverklaring van 60
woningen.
16. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden voor
den aanleg van straten op het terrein tusschen de
Leeuwrikstraat en den Stienserweg, aangekocht van J.
en G. de Wilde.
17. Alsvoren tot vaststelling van verordeningen be
treffende de Stedelijke Muziekschool en tot beschik
baarstelling van gelden voor het aanbrengen van veran
deringen in het perceel Voorstreek no. 106 (bijlage no.
13).
18. Alsvoren tot vaststelling van onderscheidene
verordeningen ter uitvoering van de wet, houdende her
ziening van de financiëele verhouding tusschen het Rijk
en de Gemeenten (bijlage no. 14).
19. Praeadvies Burgemeester en Wethouders op het
adres van het bestuur der vereeniging Leeuwarder Te
huis voor Dakloozen „Practische Hulp", betreffende af
stand aan die vereeniging van het bij haar in gebruik
zijnde gebouw aan de Molenstraat.
1. De notulen der vergadering van 13 Mei 1930
worden onveranderd vastgesteld.
2. Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten d.d. 3 Juni 1930 tot verhuring van een
gedeelte van het weiland ,,de Lange Negen" en verhu
ring van een te bouwen kiosk aan de Westzijde van het
Stationsplein;
24 Juni, tot afstand in erfpacht van een strookje grond
aan de Oostzijde van de Molenstraat;
b. proces-verbaal van de opneming van kas en boe
ken van den Gemeente-Ontvanger;
c. rapport omtrent de verbrandingswaarde van het
menggas der Gemeentelijke Gasfabriek over het tijdvak
van 27 April tot en en met 28 Juni 1930.
De mededeelingen sub ac worden voor kennisge
ving aangenomen.
d. adres van het bestuur der vereeniging „Openbare
Leeszaal en Bibliotheek", alhier, om aan die vereeniging
over 1931 een subsidie te verleenen van 12.500.
e. adres van het Hoofdbestuur der Vereeniging tot
oprichting en exploitatie van een Friesch Voikssanato-
riurn, om die vereeniging zoo mogelijk tot wederopzeg
ging, doch in elk geval voor het jaar 1931, eene bijdrage
te verleenen;
adres van het bestuur der vereeniging „Kinderbe
waarplaats" om over 1931 een subsidie te mogen ont
vangen van 1600.
De adressen sub d—f zullen worden behandeld bij de
begrooting voor 1931.
g. adres van K. R. Heida te Rijswijk om hem ver
gunning te verleenen tot straataanleg, demping van
slooten enz. op en om de kadastrale perceelen gemeente
Leeuwarden sectie D nos. 2649 en 154 nabij den
Stienserweg.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om praeadvies.
h. adres van mej. A. Geelof, onderwijzeres aan ge
meenteschool no. 13a, om haar als zoodanig over te
plaatsen naar gemeenteschool no. 14a.
Zal worden behandeld bij punt 5 der agenda voor
heden.
i. adres van P. C. Koerman, muziekleeraar alhier,
om voorstellen tot instandhouding en uitbreiding van
een stedelijke muziekschool niet aan te nemen, met
adhaesiebetuiging van T. DannenbergDeinema e. a.
Zal worden behandeld bij punt 17 der agenda voor
heden.
j. dat Burgemeester en Wethouders
bij openbare aanbesteding hebben gegund aan A. en
J. Negenman het bouwen van een kiosk c. a. op het
Stationsplein, alhier, voor 5312.
hebben benoemd tot hoofdcommies, chef der afd.
Financiën ter Secretarie dezer gemeente, J. A. Hoog
kamp, commies ter Secretarie der gemeente Smallinger-
land, te Drachten.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
k. De Voorzitter: Dan is bij den aanvang van deze
vergadering als een voorstel, vreemd aan de orde van
den dag, nog ingekomen het volgende, onderteekend
door den heer Oosterhoff en mevrouw Van DijkSmit:
„Ondergeteekenden stellen voor Burgemeester en
Wethouders te verzoeken voor den Raad ter visie te
leggen hun schrijven onder dagteekening van 4 Fe
bruari 1930, gericht tot den Commissaris der Konin
gin, in zake den door de Raadsfractie uit den Vrij
heidsbond aan Gedeputeerde Staten gezonden brief."
Het is den Raad bekend, dat ten opzichte van deze zaak
de heer Oosterhoff een paar vragen heeft gesteld aan
Burgemeester en Wethouders en dat Burgemeester en
Wethouders zich op het standpunt hebben gesteld, dat
zij in dezen niet zonder den Raad konden handelen. De