130 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 Juli 1930.
zaak is op het oogenblik nog in beroep bij de Kroon
en Burgemeester en Wethouders meenden alleen tot
publicatie van het bedoelde schrijven te kunnen over
gaan, indien de Raad Burgemeester en Wethouders
daartoe machtigde. Er staat wel niet precies in de vraag
van den heer Oosterhoff dat publicatie gewenscht
wordt, deze luidt ten slotte
„Indien het antwoord op deze vraag bevestigend
moet luiden, zijn Burgemeester en Wethouders dan
bereid dit schrijven voor den Raad ter inzage te
leggen
en Burgemeester en Wethouders blijken daartoe niet
zonder meer bereid te zijn. De Raad kan echter aan Bur
gemeester en Wethouders inlichtingen vragen en Burge
meester en Wethouders zijn dan die inlichtingen aan
den Raad verschuldigd; Burgemeester en Wethouders
zijn dus verplicht om op het oogenblik, dat de Raad
daartoe het verlangen kenbaar maakt, bedoeld schrijven
aan den Raad over te leggen. Uit de inleiding tot de
vragen van den heer Oosterhoff was echter op te ma
ken, dat publicatie van het schrijven de bedoeling was
en nu meenen Burgemeester en Wethouders dat het
niet op hun weg ligt, om in dit stadium dat ligt
trouwens nooit op hun weg en dus op dit moment zeker
niet daartoe over te gaan zonder machtiging van
den Raad. Daarom hebben Burgemeester en Wethou
ders, afgescheiden van de vraag of er op zichzelf tegen
publicatie ook eenig bezwaar was, gemeend dat in ieder
geval niet zonder den Raad te kunnen doen; hadden
zij dat uit zichzelf gedaan, dan zou de Raad later heb
ben kunnen zeggen: waarom hebt gij dat gedaan?
Ik zou nu willen voorstellen om, als de Raad ingaat
op het verzoek van den heer Oosterhoff, dit dan eerst
te behandelen in besloten vergaderingdan kunnen
daar eerst de verschillende argumenten worden gehoord
en dan kan men daaruit de conclusie trekken of de
zaak publiek moet worden of niet.
De heer Oosterhoff: Mag ik, om misverstand te voor
komen, even mededeelen, dat het niet bepaald mijn be
doeling is geweest het schrijven te publiceeren? Ik heb
uitdrukkelijk gevraagd het ter inzage te leggen voor
den Raad en dus zal, wanneer de Raad zich uitspreekt
dat hij dit wenscht, daarmee eenvoudig worden gezegd,
dat de Raad er kennis van kan nemen.
De Voorzitter: U antwoordt nu, dat dit niet de be
doeling is, maar uit den aanhef bij Uw vragen blijkt dat
niet, die kan men ook anders uitleggen. Bovendien wil
ik opmerken, dat, wanneer het schrijven ter inzage van
den Raad wordt gelegd, de inhoud dan ook verder gaat;
dat is dan niet meer tegen te houden, want als het
schrijven wordt overgelegd, heeft ieder Raadslid het
recht het morgen in de krant te zetten. Daarom zouden
Burgemeester en Wethouders eerst het voorstel in be
sloten vergadering willen behandelen en wanneer daar
dan mededeeling wordt gedaan van het schrijven, kan
eventueel aan de leden, als de Raad dat in het gemeen
tebelang noodig acht, geheimhouding worden opgelegd.
Ik zou nu willen voorstellen het voorstel van den
heer Oosterhoff en mevrouw Van Dijk na afhandeling
der agenda te behandelen.
De heer Muller: Dan komt er niets van vandaag
De Voorzitter: Dat zal niet van mij afhangen.
Wordt besloten dat het voorstel- Oosterhoff-Van
DijkSmit na afhandeling der agenda voor heden aan
de orde zal worden gesteld.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
let verleenen van eervol ontslag aan Ir. M. H. Maas
als directeur der Gemeentewerken.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan mej. H. H. Zijlstra
als onderwijzeres aan de gemeenteschool no. J4a.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot I
overplaatsing van den onderwijzer B. Rijpstra van ge
meenteschool no. 5a naar gemeenteschool no. 14a (vaca-
ture-H. H. Zijlstra).
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overplaatsing van den onderwijzer C. IJestra van ge
meenteschool no. 8a naar de gemeentelijke Schippers-
school (vacature N. van der Wal).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 3-6.
7. Benoeming van een reserve-onderwijzeres aan de
scholen voor openbaar lager onderwijs.
De voordracht van Burgemeester en Wethouders
luidt als volgt
1. mej. D. E. Brandenburg, onderwijzeres te Holwerd;
2. mej. G. Jagerlengh, onderwijzeres te Poppinga-
wier;
3. mej. S. W. Faber, onderwijzeres te Hijum.
Met algemeene stemmen wordt benoemd mej. D. E.
Brandenburg, voornoemd.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van den grond van de stoep voor het per
ceel Nieuwestad no. 35 van W. G. en S. F. Doodkorte.
Dit voorstel luidt als volgt
Van S. F. Doodkorte en W. G. Doodkorte, alhier,
ontvingen wij de mededeeling dat zij genegen zijn de
stoep, gelegen voor hun perceel Nieuwestad no. 35, in
eigendom aan de gemeente over te dragen. Vermits wij
het bezit van den grond dezer stoep voor de gemeente
gewenscht achten, geven wij U in overweging te
besluiten
A. in eigendom over te nemen van W. G. Doodkorte
en S. F. Doodkorte, alhier, den grond van de stoep,
gelegen voor het perceel Nieuwestad no. 35, kadastraal
bekend gemeente Leeuwarden, Sectie C no. 763, zulks
onder de volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1.in totaal;
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden;
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van
de verkoopers en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hen aan te wijzen plaats binnen de
gemeente vervoerd;
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg
werkzaamheden aan den gevel van bovenvermeld ge
bouw noodig zijn, geschieden deze door en voor
rekening der gemeente;
en overigens op de gebruikelijke en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
B. de onder A bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van een strook grond aan de Cichoreibuurt
van de N. V. Machinefabriek Friesland.
Dit voorstel luidt als volgt
Van de N. V. Machinefabriek Friesland, gevestigd te
Leeuwarden, ontvingen wij een verklaring, dat zij bereid
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 Juli 1930. 131
is aan de gemeente in eigendom af te staan tegen den
prijs van 1.in totaal een strook grond, uitmakende
een Westelijk gedeelte van het kadastrale perceel ge
meente Leeuwarden, Sectie G no. 5717, gelegen aan
de Cichoreibuurt. Op de bijgaande teekening is het
betreffende perceeltje, dat eene grootte heeft van on
geveer 25 M2., met een roode omlijning aangeduid. Het
bezit van de gemelde strook grond is voor de gemeente
van belang, aangezien door het daarop aanbrengen van
eene bestrating een klein gedeelte is reeds verhard
ter plaatse een betere toestand kan worden verkregen.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
A. in eigendom over te nemen van de N. V. Ma
chinefabriek Friesland, gevestigd te Leeuwarden, tegen
den prijs van 1.in totaal, een strook grond, uitma
kende een Westelijk gedeelte ter grootte van ongeveer
25 M2. van het perceel kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie G no. 5717, onder bepaling dat
1. de over te nemen grond door en voor rekening
van de gemeente wordt bestraat;
2. de op de eigendomsoverdracht vallende kosten
voor rekening van de gemeente komen;
B. de onder A bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van een strook grond aan de Willem Loré-
straat van J. K. Nicolai.
Dit voorstel luidt als volgt
Door J. K. Nicolai, alhier, is verzocht hem vergunning
te verleenen voor den bouw van twee woningen aan
de Willem Loréstraat op de kadastrale perceelen Sectie
G nos. 9804 en 9806. Deze woningen worden gebouwd
in het verlengde van de rooilijnen, vastgesteld bij Uwe
besluiten van 28 Juni 1921 no. 265R/159 en 13 Sep
tember 1921 no. 391R/227. Voor die rooilijnen is een
voortuintje van 3 M. gedacht, zoodat tusschen de straat
en de voortuinafscheiding eene strook van 2.50 M.
diepte overblijft.
De heer J. K. Nicolai, voornoemd, is genegen deze
strook op de gewone, bij stoepenoverdracht gebrui
kelijke, voorwaarden aan de gemeente in eigendom over
te dragen. Wij zijn van oordeel, dat de gemeente er
belang bij heeft dit aanbod te aanvaarden, aangezien
hierdoor de mogelijkheid wordt geopend om de Willem
Loréstraat aldaar te verbreeden van 10.M. op 12.50M.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
I. van J'. K. Nicolai, alhier, voor den prijs van 1.
totaal, in eigendom over te nemen eene strook grond,
gelegen voor het door hem te bebouwen terrein aan de
Willem Loréstraat, gedeelte van de perceelen, kadastraal
bekend, gemeente Leeuwarden, Sectie G nos. 9804 en
9806, ter diepte van 2.50 M. en over de volle breedte
van zijn terrein, onder bepaling dat de kosten van over
dracht voor rekening der gemeente zijn;
II. de onder I bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 810.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verkoop van bouwterrein aan de Zuidzijde van het
Nieuwe Kanaal, 2e Kanaalpand, aan de N. V. Elec-
troblikfabriek alhier en aan de N. V. Halbertsma's
kistenfabriek te Grouw.
Dit voorstel luidt als volgt
De gelegenheid doet zich voor om de nog niet uitge
geven gemeentelijke bouwterreinen ten Zuiden van het
Nieuwe Kanaal aan het 2de Kanaalpand, met uitzon
dering van enkele kleine perceelen, van de hand te doen.
De N. V. Electro-Blikfabriek, gevestigd alhier, heeft
n.l. verzocht haar de bovenbedoelde terreinen, welke te
zamen eene oppervlakte hebben van 18650 M2., in
eigendom af te staan. Op de hierbij overgelegde teeke
ning zijn de begeerde terreinen met een roode omlijning
aangeduid. De gegadigde is bereid een koopprijs te be
talen van 2.62 per M2.,hetgeen overeenkomt met een
totale koopsom van ongeveer 49.000.Naar onze
meening moet, nu de gemeente in de gelegenheid is de
terreinen, die reeds jaren vrijwel renteloos liggen, tegen
een behoorlijken prijs te verkoopen, op het aanbod wor
den ingegaan. Met de wijze van betaling, hieronder sub
b omschreven, kan o. i. genoegen worden genomen.
Hierbij zij opgemerkt, dat hoewel de terreinen ten op
zichte van den totalen koopprijs als één geheel moeten
worden beschouwd en de onderhandelingen over den
verkoop alleen gevoerd zijn met de N. V. Electro-Blik
fabriek, het in de bedoeling ligt dat een gedeelte op
de teekening met de letter B aangeduid wordt be
stemd voor de N. V. Halbertsma's Fabrieken voor Hout
bewerking, gevestigd te Grouw. Hiertegen bestaan van
onze zijde geen bedenkingen. Het is dan gewenscht, het
bedoelde terreingedeelte rechtstreeks aan genoemde
Vennootschap te verkoopen.
Wij geven U derhalve in overweging te besluiten
tot verkoop tegen den prijs van 2.62 per M2. van
een gedeelte der gemeentelijke bouwterreinen, gelegen
ten Zuiden van het Nieuwe Kanaal aan het 2e Kanaal
pand, als volgt
1. aan de N. V. Electro-Blikfabriek, gevestigd te
Leeuwarden, een gedeelte ter grootte van ongeveer
16600 Al2., deel uitmakende van de kadastrale perceelen
Sectie G nos. 11439, 11961, 11962 en 11330, gelijk op
de bijbehoorende teekening met een roode omlijning en
de letter A is aangeduid;
2. aan de N. V. Halbertsma's Fabrieken voor Hout
bewerking, gevestigd te Grouw, een gedeelte ter grootte
van ongeveer 2050 M2., deel uitmakende van het kadas
trale perceel Sectie G no. 11330, gelijk op de bijbehoo
rende teekening met een roode omlijning en de letter B
is aangeduid,
een en ander onder de volgende voorwaarden
a. de juiste grootte van de terreinen zal op kosten
van de koopers worden uitgemeten door een landmeter
van het kadaster;
b. de koopprijs zal voor JA gedeelte worden betaald
bij de verteekening van de acte van verkoop, terwijl
het resteerende y2 gedeelte zal worden voldaan zoodra
meer dan de helft van de terreinen in gebruik wordt
genomen doch uiterlijk 2 jaren na het passeeren van de
gemelde acte van verkoop;
c. voor het niet dadelijk betaalde gedeelte van den
koopprijs moet ten genoegen van Burgemeester en Wet
houders zekerheid worden gesteld;
d. het van de verkochte terreinen afkomende hemel-,
huis- of fabriekswater mag alleen op den boezem wor
den geloosd;
e. de terreinen mogen binnen tien jaren na de onder-
teekening van de koopacte niet als bouwterrein worden
verkocht of geëxploiteerd
en voorts op de gebruikelijke, door de gemeente te
stellen of alsnog noodig geachte, voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Peletier: Ik heb tegen deze voordracht zelf
vermoedelijk geen bezwaar, maar er rijzen een paar
vragen, die misschien van den kant van Burgemeester
en Wethouders wel beantwoord zullen kunnen worden.
In de eerste plaats zou ik een vraag willen stellen ten
aanzien van den tijdsduur, die aan de betrokken Ven
nootschap is gegeven voor het bebouwen van het ter
rein. In den regel wordt die tijd gesteld op 5 jaren,
maar hier is een termijn van 10 jaren genoemd. Ik vraag