190 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1930.
De aanbevelingen van Voogden der Stads-Armen-
kamer luiden als volgt
a. vacature O. Plantenga
1. Mr. J. B. J. Heijmeijer;
2. Mr. J. W. Tijsma;
3. M. de Jong;
b. vacature G. Dijkstra
1. G. Dijkstra;
2. D. Hoeksema;
3. J. P. Mulder;
c. vacature F. J. A. Fritzlin
1. F. J. A. Fritzlin;
2. C. P. M. van Dongen;
3. A. E. van Ninrwegen.
Benoemd worden: sub aMr. J. B. J. Heijmeijer, met
19 stemmen; op Mr. J. W. Tijsma en op C. P. M. van
Dongen worden 2 stemmen uitgebracht;
sub b: G. Dijkstra, met algemeene stemmen;
sub c: F. J. A. Fritzlin, met algemeene stemmen.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van R. Burg van den grond der stoepen,
gelegen voor de perceelen Nieuwestad nos. 95 en 97.
Dit voorstel luidt als volgt
Van R. Burg, alhier, ontvingen wij de mededeeling
dat hij genegen is de stoep, gelegen voor zijne perceelen
Nieuwestad nos. 95 en 97, in eigendom aan de gemeente
over te dragen. Vermits wij het bezit van den grond
dezer stoepen voor de gemeente gewenscht achten,
geven wij LI in overweging te besluiten
A. in eigendom over te nemen van R. Burg, alhier,
den grond van de stoepen, gelegen voor de perceelen
Nieuwestad nos. 95 en 97, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, Sectie C nos. 1872 en 1470, zulks onder
de volgende voorwaarden
1. de koopprijs bedraagt 1.in totaal;
2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden;
3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van
den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de
gemeente vervoerd;
4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg
werkzaamheden aan de gevels van bovenvermelde
gebouwen noodig zijn, geschieden deze door en voor
rekening der gemeente;
en overigens op de gebruikelijke en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden;
B. de onder A bedoelde strook grond te bestemmen
voor den publieken dienst.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van de woning Weg naar Cambuur no. 31.
Dit voorstel luidt als volgt
Nadat in Uwe vergadering van 7 October j.l. was
besloten tot aankoop o. a. van de woningen Weg naar
Cambuur nos. 21, 23, 25, 27 en 29, hebben wij nog de
beschikking verkregen over de aangrenzende woning
no. 31, waarvan de eigendom voor de gemeente, even
eens in verband met een eventueele doortrekking van
de Sontstraat, gewenscht is. Ook voor deze woning is
de koopsom, te weten 786.—, o. i. niet te hoog, terwijl
de huurpenningen, zoolang niet tot afbraak behoeft te
worden overgegaan, de gemeente een redelijke rente
van dat bedrag zullen verzekeren.
Derhalve geven wij U in overweging te besluiten tot
aankoop van de woning Weg naar Cambuur no. 31,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G no.
10822, voor den prijs van 786.verhoogd met de
kosten van aankoop ad 67.88, in totaal 853.88.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in
zake verhuring van het benedengedeelte van het perceel
Sint Jacobsstraat no. 32 aan het bestuur van het
„Centraal Woningbureau" te Leeuwarden.
Dit voorstel luidt als volgt
De huurder van het benedengedeelte van het perceel
St. Jacobsstraat no. 32, D. Smit, heeft ons verzocht het
pand spoedig te mogen verlaten. Wij meenden aan dit
verzoek te moeten voldoen, te meer, nu bij de gehouden
inschrijving zich een solide huurder heeft aangemeld en
de huurprijs zoo is gesteld, dat de gemeente, vergeleken
bij het loopende contract, geen schade behoeft te lijden.
Smit betaalde n.l. 45.per maand en de nieuwe huur
der, het bestuur van het „Centraal Woningbureau",
alhier, heeft zich blijkens de hierbij overgelegde ver
klaring bereid verklaard van 1 December 1930 tot 1 Juni
1931, den datum waarop Smit volgens het loopende
contract aan de huur gebonden zou zijn, dien prijs te
voldoen. Daarna zal deze 35.per maand bedragen.
Aangezien wel als vaststaande mag worden aange
nomen, dat de gemeente geen hoogeren huurprijs kan
bedingen voor dit benedengedeelte, meenen wij dat na
1 Juni 1931 met een huurprijs van 35.per maand
genoegen kan worden genomen. Wij merken hierbij nog
op, dat de gemeente geenerlei kosten op zich behoeft
te nemen voor veranderingen of verbeteringen van het
perceel, zoodat deze kosten voor rekening komen van
den huurder.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten
I. met ingang van 1 December 1930 te ontbinden
de loopende huurovereenkomst van het benedengedeelte
van het perceel St. Jacobsstraat no. 32, aangegaan met
D. Smit;
II. aan het bestuur van het „Centraal Woningbureau"
te Leeuwarden met ingang van 1 December 1930 te
verhuren het benedengedeelte van het perceel St. Ja
cobsstraat no. 32, onder voorwaarde
a. de huurprijs bedraagt voor het tijdvak van 1
December 1930 tot en met 31 Mei 1931 45.per
maand en 35.— voor elke volgende maand;
b. de verhuring geschiedt voor den tijd van een jaar,
met stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar, tenzij
opzegging door den huurder, uiterlijk twee maanden
tevoren, heeft plaats gehad;
c. de gemeente behoudt zich het recht voor de huur
te allen tijde met een opzegtermijn van een maand op
te zeggen;
d. de gemeente neemt geenerlei kosten op zich voor
veranderingen of verbeteringen van het verhuurde bene
dengedeelte,
en voorts op de voor de inschrijving geldende hierbij
overgelegde voorwaarden, voor zoover te dezen toe
passelijk.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van vergunning aan J. Zwarts en R.
Hooijsma tot demping van de sloot voor hun bouw
terrein aan den Stienserweg.
Dit voorstel luidt als volgt
Van J. Zwarts en R. Hooijsma, alhier, ontvingen wij
een verzoek om vergunning tot het dempen van de sloot
aan den Stienserweg voor het perceel, kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden, Sectie E no. 3035. Op deze
demping kunnen van toepassing zijn de voorwaarden,
vastgesteld bij Uw besluit van 14 November 1922 no.
484R/312.
Wij geven U in overweging aan J. Zwarts en
R. Hooijsma, alhier, vergunning te verleenen tot het
dempen van de sloot voor het te bebouwen terrein aan
den Stienserweg, kadastraal bekend gemeente Leeu
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 28 October 1930. 191
warden, Sectie E no. 3035, op de voorwaarden, gesteld
bij Raadsbesluit van 14 November 1922 no. 484R/312
en met bepaling, dat de voortuin 7 M. diep worde.
10. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van het bestuur van het waterschap Jelsum
betreffende overname door de Gemeente van het Oostelijk
deel van den Tjessingaweg.
Dit praeadvies luidt als volgt
Om praeadvies heeft Uwe Vergadering bij besluit van
22 April j.l. in onze handen gesteld een adres van het
waterschap „Jelsum", waarbij U verzocht wordt het
Oostelijk deel van den Tjessingaweg, van den Stien-
serstraatweg tot de Zwette, toebehoorende aan genoemd
waterschap, voor een koopsom van 1.— in eigendom,
onderhoud en beheer bij de gemeente Leeuwarden over
te willen nemen.
Wij hebben naar aanleiding hiervan nagegaan ten
eerste of de belangen van het verkeer overneming van
den Tjessingaweg wenschelijk maken en vervolgens of
de lasten, welke de gemeente als gevolg van aankoop
van den weg op zich zou nemen, opwegen tegen het nut
dat voor haar en hare ingezetenen uit het hebben van
den eigendom van den weg zouden voortvloeien. Daarbij
zijn wij tot de overtuiging gekomen, dat noch het een,
noch het ander het geval is.
Als binnenweg heeft de Tjessingaweg wel eenige be-
teekenis, met name voor het verkeer tusschen Menaldu-
madeel en Leeuwarderadeel, doch voor Leeuwarden is
de weg van ondergeschikt belang, hoofdzakelijk omdat
de verbinding van het Noordwestelijk deel van Friesland
met onze stad gevormd wordt door den hoofdweg Beet
gumMarssumLeeuwarden, die beter aan de eischen
van het verkeer voldoet. Dit geringe belang blijkt bij
voorbeeld uit de resultaten van een verkeerstelling, op
20 Juni j.l. gehouden, volgens welke van des ochtends
5 uur tot des avonds 10 uur slechts 16 automobielen,
dat is dus gemiddeld nog niet één per uur, van den weg
gebruik hebben gemaakt. De meening, dat het nut van
den weg althans voor het zwaardere motorverkeer
vrijwel problematisch is, vindt steun in het feit, dat
Gedeputeerde Staten dezer provincie den weg in 1928
gesloten hebben verklaard voor motorrijtuigen met meer
dan 800 K.G. wielbelasting. Weliswaar passeeren,
vooral in de avonduren en bij goed weder, vrij veel wiel
rijders en wandelaars den Tjessingaweg, maar een vol
doende reden om den weg van het waterschap over te
nemen, vinden wij daarin niet gelegen.
Te minder is dit het geval, nu die overneming nood
wendig tot niet onaanzienlijke kosten voor de gemeente
zou leiden. Naar de wnd. Directeur der Gemeentewerken
ons toch in zijn bij de stukken gevoegd rapport mede
deelt, zou, om den weg in een behoorlijken staat van
onderhoud, geschikt voor niet te zwaar verkeer, te
brengen, eene uitgave van rond 1940.— vereischt
worden, terwijl dan verder voor gewoon onderhoud een
bedrag van ongeveer 540.per jaar benoodigd zou
zijn. Hiertegenover staat slechts de opbrengst van het
grasgewas van de bermen, welke volgens opgave van
het waterschapsbestuur over de jaren 1926 tot en met
1930 182.'s jaars heeft bedragen, maar die volgens
het oordeel van den deskundige voor de gemeentelijke
landerijen in de komende jaren niet hooger dan ƒ50.
per jaar mag worden geraamd.
Met het oog op het bovenstaande moeten wij U ont
raden tot overneming van den Tjessingaweg, op den
voet als in het adres omschreven, te besluiten.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging
op het verzoek van het Bestuur van het waterschap
„Jelsum" niet in te gaan.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 610.
11. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van Th. van der Meer e. a. om vergunning
tot straataanleg op een perceel land ten Noorden van
den Harlingerstraatweg.
Dit praeadvies luidt als volgt
Bij Uw besluit van 3 Juni 1930 werd om praeadvies
in onze handen gesteld een adres d.d. 24 Mei tevoren,
van Th. van der Meer en anderen, erven van wijlen
W. A. van der Meer en eigenaren van het kadastrale
perceel gemeente Leeuwarden, Sectie D no. 2223, ge
legen ten Noorden van den Harlingerstraatweg, hou
dende verzoek hun vergunning te verleenen tot het
aanleggen van straten met bijbehoorende werken op
gemeld perceel volgens de bij het adres overgelegde
teekening.
Onder wederaanbieding van de stukken deelen wij U
ten aanzien van het stratenplan het volgende mede.
Het ingediende plan stemt nagenoeg geheel overeen
met het voor dit stadsgedeelte ontworpen uitbreidings
plan. Alleen is de verbindingsstraat tusschen den Har
lingerstraatweg en de Ibisstraat op gelijke breedte als
de laatstgenoemde straat ontworpen, dat is 0.50 Meter
breeder dan oorspronkelijk in de bedoeling lag, terwijl
het Zuidelijk gedeelte van genoemde verbindingsstraat,
gelegen naast het perceel van U. Scheepstra, over een
geringen afstand iets naar het Oosten is verschoven.
Deze wijzigingen beteekenen eene verbetering van het
stratenplan, in verband waarmede het aanbeveling ver
dient het plan dienovereenkomstig uit te voeren.
Omtrent het in het adres onder 2 tot en met 6 ge
vraagde zijn wij met de adressanten in nadere brief
wisseling getreden, waarvan het resultaat is geweest,
dat behoudens Uwe beslissing en de goedkeuring,
zoover noodig, van Gedeputeerde Staten volledige
overeenstemming is bereikt. In het hierachter afgedrukte
ontwerp-besluit is een en ander nader uitgewerkt. Tot
toelichting diene nog, dat de op de overgelegde teeke
ning met onderscheidenlijk blauwe kruisarceering, groene
en blauwe streeparceering gemerkte terreintjes, waarvan
het laatst bedoelde voor plantsoen is bestemd, door
de gemeente in eigendom zullen worden overgenomen
tegen respectievelijk 5.en 2.per M2. en 1.
in totaal.
De sloot aan de Westzijde van het terrein kan voor-
loopig niet worden gedempt, daar hiervoor van den
medeeigenaar geen vergunning kan worden verkregen.
Ten einde verzekerd te zijn dat de demping zal ge
schieden zoodra daartoe gelegenheid is, zullen de
adressanten tot een bedrag van 2000.zekerheid
stellen.
Een klein gedeelte van het stratenplan, op de teekening
blauw omlijnd, valt in het perceel van U. Scheepstra.
Waar deze grond voorloopig niet in eigendom is te
verkrijgen, kan ter plaatse over eene oppervlakte van
ongeveer 10 M2. nog geen straat en trottoir worden
gelegd. De overige straat- en trottoiraanleg kan aldaar
echter plaats hebben, zoodat geen hinder in het verkeer
zal worden ondervonden.
Als rooilijnen voor de aan de ontworpen straten te
stichten gebouwen kunnen worden vastgesteld de op
de hierbij overgelegde teekening gemerkt „bij 2246 van
'30" getrokken zware roode lijnen.
De Commissie voor de Openbare Werken berichtte
ons bij schrijven van 1 October j.l. dat zij zich met het
ontworpen stratenplan en de voorgestelde rooilijnen kan
vereenigen.
Voor verdere bijzonderheden zij verwezen naar de ter
visie liggende stukken.
Wij geven U in overweging te besluiten overeen
komstig het hierachter afgedrukte ontwerp.