326 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 1930.
Voortzetting der vergadering op Woensdag 24 December 1930.
De Voorzitter: Nog iets. Het gebeurt meer en het is
een absolute negatie van de Gemeentewet. Het is geen
Raadscommissie, het is een commissie van Raadsleden
tot bijstand van Burgemeester en Wethouders. Die
Raadscommissie heeft met den Raad niets te maken
De heer Dijkstra: Dat is formeel
De Voorzitter: Ja, maar het is zoo. Wanneer wij de
bevoegdheden van den Raad en van Burgemeester en
Wethouders en van den Burgemeester niet formeel uit
elkaar houden, loopt alles door elkaar en zal er negatie
van rechten komen over en weer. Wij moeten de zaak
formeel volgens de Gemeentewet uit elkaar blijven
houden, die Raadscommissie heeft dus met den Raad
als zoodanig niets te maken. Als een lid van een Raads
commissie praat over welke zaak dan ook, doet hij dat
niet als lid van een Raadscommissie, maar als Raads
lid
De heer Dijkstra: Dat is ook formeel.
De Voorzitter: Ik heb straks het woord remmen ge
bruikt. Ik begrijp nu, dat ik het woord remmen ook in
anderen zin kan gebruiken. Want als het waar is wat
de heer Dijkstra zegt, dat die uitbreiding, over welke
Burgemeester en Wethouders wel capabel zijn te oor-
deelen, geketst was indien er een Raadscommissie was,
dan kan het woord remmen ook gebruikt worden in den
zin als ik het woord oorspronkelijk niet gebruikte. Als
daarvoor een commissie moet zijn, dan liever geen
commissie. Dan komt de zaak toch wel tot stand.
De heer Dijkstra: Mijnheer de Voorzitter Ik vind die
laatste uitlegging van de zaak niet erg zooals het be
hoort. Men kan er zoo scherp tegen in gaan als U doet,
maar zoo is het niet. Ik heb niet bedoeld, dat Burge
meester en Wethouders niet capabel waren, om de
exportuitbreiding te beoordeelen. Doch U moet niet
den indruk wekken, dat de Raadscommissie niet capabel
zou zijn dat mede te beoordeelen. Dat is den verkeerden
kant uit redeneeren. Men moet de zaak een beetje breed
bezien en dan is mijn bedoeling met de commissie van
advies, om een samenwerking te krijgen tusschen het
college aan den eenen kant en den Raad aan den anderen
kant. U hebt misschien volgens de letter van de wet
gelijk, maar U kunt niet ontkennen, dat bij de debatten
in den Raad het bij het besluit van belang is, wanneer
daarbij gezegd kan worden: „gehoord de verschillende
commissies". Ik wil er op wijzen, dat als wij belangrijke
voorstellen hebben omtrent bestratingen of bouw
plannen, het den Raad niet onverschillig is, het advies
van de Raadscommissie te kennen. Het is dus iets. dat
voor den Raad beteekenis heeft.
De algemeene beschouwingen worden gesloten.
Wordt overgegaan tot artikelsgewijze behandeling.
De verschillende volgnos. van Baten en Lasten worden
achtereenvolgens onveranderd vastgesteld, waarna de
geheele begrooting met algemeene stemmen onver
anderd wordt vastgesteld.
Te 11.45 uur voormiddags wordt de vergadering
geschorst.
Te 12.05 uur namiddags wordt de vergadering
voortgezet.
Aan de orde is de ontwerp-Gemeentebegrooting.
Gewone Dienst.
Aan de orde zijn de Uitgaven.
Volgnos. 177213 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 214. Kosten in verband met het uitbreidings
plan der gemeente4.000.—
De Vooratter merkt op dat in de toelichting bij dezen
post een drukfout voorkomt. Het daar genoemde bedrag
van 1378.50 moet zijn 1287.50.
Volgno. 214 wordt in de toelichting dienovereen
komstig gewijzigd en daarna vastgesteld.
Volgnos. 215236 worden onveranderd vastgesteld.
Hoofdstuk Hl. Openbare veiligheid.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hooiring: Mijnheer de Voorzitter Ik zou bij
dit hoofdstuk een paar straten willen noemen. Ik zou er
op willen aandringen om het rijwielverkeer van de Put
door de Sacramentstraat naar de Voorstreek te ver
bieden. Ik zie daar anders op dien hoek ongelukken
gebeuren.
Ik zou ook willen vragen of het autoverkeer achter
den Prinsentuin niet voorkomen kan worden. Wij zijn
in de gelegenheid geweest een kijkje te nemen. Het
autoverkeer is niet alleen gevaarlijk voor het wandelende
publiek, maar wij hebben kunnen constateeren, dat de
weg achter den Prinsentuin totaal vernield is. Men kan
er haast niet meer loopen. Het is dus wel van belang
het autoverkeer daar te verbieden.
De heer Lautenbach: Mijnheer de Voorzitter Ik zou
willen opmerken, dat sedert een paar jaar de verorde
ning betreffende het zandstrooien bij glad weer niet
meer wordt nageleefd. Nu het verkeer over het rijvlak
hoe langer hoe meer toeneemt en de trottoirs voor een
deel onbegaanbaar zijn, wordt het onhoudbaar. Het
schijnt, dat de politie er minder acht op geeft.
Mag ik daar deze opmerking aan vastknoopen. Als
ambtenaar van den burgerlijken stand moet ik nog al
eens de Hoogstraat passeeren. De eene kant van het
trottoir staat vol met pakkisten, de andere met fietsen.
De lichtbakken worden er telkens kapot gereden en
de politie let er niet op. Mijnheer de Voorzitter, zoudt
U willen zorgen, dat dit beter wordt Het is maar
een smalle straat. Als er groote vrachtauto's door
moeten rijden, kunnen zij er haast niet door.
De heer Vromen is inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer Botke: Mijnheer de Voorzitter, ik zou willen
spreken over het gevaarlijke punt Wijbrand de Geest
straat en Grachtswal. Het is daar een zeer gevaarlijke
hoek voor autoverkeer. De auto's komen van den Zuid
en Noordkant en kunnen niet zien welke voertuigen er
uit de Wijbrand de Geeststraat komen. Het komt vaak
voor, dat zij daar bijna op elkaar rijden. Meer dan eens
zijn daar ongelukken gebeurd. Is daar niets aan te doen?
Zou daar geen spiegel kunnen worden aangebracht,
zoodat men kan zien, of er een auto uit den Wijbrand
de Geeststraat komt Het is buitgewoon gevaarlijk op
dit punt. Als daar iets aan gedaan kan worden, is dit
wel wenschelijk.
De heer Muller: Mijnheer de Voorzitter Het laatste
zou ik ontzettend graag ondersteunen. Ik weet zelf bij
ervaring hoe gevaarlijk het daar is; ik ben bijna met
mijn fiets onder een auto geraakt. Dat is haast niet te
voorkomen. Men fietst en men belt, maar op gegeven
oogenblik is men op den hoek en komt een auto uit
de Wijbrand de Geeststraat. Ik kon nog juist een zwaai
nemen, anders was ik er onder gekomen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 22 December 193U. 327
Voortzetting der vergadering op Woensdag 24 December 1930.
De Voorzitter: Waar kwam U vandaan
De heer Muller: Ik kwam van den Zuidkant, van de
brug.
Mevrouw Van DijkSmit: Mijnheer de Voorzitter!
Ik zou gaarne een kleine opmerking willen maken bij
Openbare Veiligheid. Het is slechts een kleinigheid, maar
liet gebeurt meermalen, dat bejaarde menschen vallen
over bananenschillen en vruchtafval. Ik zou den wensch
willen uitspreken, dat er een maatregel werd genomen
of dat politietoezicht werd uitgeoefend op dit weg
werpen van bananenschillen en vruchtafval op straat.
Met het drukke verkeer mag men den ouderdom wel
wat tegemoet komen. AAenigeen heeft aan het achteloos
wegwerpen van dergelijke schillen een beenbreuk te
danken.
Mijnheer de VoorzitterEr is nog een zaak, die
echter niet aardig is om te bespreken, maar die ik toch
naar voren wil brengen. Op het sportterrein aan de
Fonteinstraat worden meermalen, o. a. door de meisjes
van de burgerschool, onder leiding van een leerares,
takken van sport beoefend. Ik weet, dat er bij herhaling
over geklaagd is, dat er in die omgeving te weinig
politietoezicht is en dat daar vaak dingen voorkomen,
die niet door den beugel kunnen. Ik zal het met name
noemen. Er zijn jongens, die in de omringende wateren
zwemmen en die bij voorkeur de leerares en de meisjes
plagen: van tijd tot tijd vliegen zij uit het water. De
leerares staat daar machteloos tegenover. Zij heeft al
eens een politieagent in den arm genomen in figuur
lijken zin maar het geeft niets.
Mijnheer de Voorzitter, ik zou er op willen aandringen,
dat daar beter politietoezicht was.
De heer M. Molenaar: Mijnheer de Voorzitter! Bij dit
hoofdstuk Openbare Veiligheid, bespreken wij vraag
stukken van verkeer. Ik heb in de sectie even gesproken
over de wenschelijkheid, om meer verkeerscirkels aan
te brengen, na de ervaring die wij hebben opgedaan met
de twee die aangebracht zijn, een bij de Beursbrug en
een voor het station. Burgemeester en Wethouders zeg
gen, dat zij het met dien wensch eens zijn, maar dat
de ruimte ontbreekt om tot toepassing op meer plaatsen
over te gaan. Ik geloof, dat het bezwaar klemmend is.
Maar ik heb een punt op het oog den nieuwen ver
beterden Harlingerstraatweg, op den hoek Harlinger-
singel. Daar is een driehoekig pleintje aangebracht,
waarlangs het verkeer aan beide zijden geleid wordt.
Er is dus geen rondverkeer. Nu is, dunkt mij, daar de
ruimte groot genoeg, om, al is het geen groote, dan een
kleine verkeerscirkel aan te brengen, zoodat het verkeer
daar rond kan worden geleid. In de sectie is mij opge
merkt, dat in het algemeen verkeerscirkels worden aan
gelegd op punten, waar meer dan drie wegen samen
komen. Ik kan dat niet zoo beoordeelen. Maar bij het
station is dit niet het geval, daar komen maar drie wegen
bij elkaar en toch is er een verkeerscirkel aangelegd
De heer Muller: Er zijn er vier
De heer M. Molenaar: Sophialaan, Stationsweg en
Zuidersingel; er komen drie wegen bij elkaar. Toch is
daar een verkeerscirkel aangebracht en terecht. Ik zou
gaarne willen vernemen hoe Uw meening is, mijnheer
de Voorzitter, omtrent het punt, dat ik noemde aan het
begin van den Harlingerstraatweg.
De heer B. Molenaar: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb
verleden jaar bij Openbare Veiligheid op verschillende
punten gewezen. U hebt gezegd, dat de rijweg voor het
verkeer en het trottoir er voor de voetgangers is. Dat is
volkomen juist. Maar dan moet het trottoir ook voor
de voetgangers blijven. Ik heb gewezen op de Emma-
kade bij de blikfabriek. waar de auto's op het trottoir
komen. Dat is gemakkelijk voor de industrie, maar het
heeft ten gevolge, dat de menschen genoodzaakt zijn
den rijweg te passeeren. Het is er niet breed. U hebt
toegezegd, dat er aandacht aan geschonken zou worden.
Het is echter hetzelfde gebleven. De blikfabriek zal wel
verdwijnen, maar er kan zich een andere fabriek vesti
gen. Wanneer dan de auto's steeds op het trottoir komen,
heeft dit tot gevolg, dat het stuk gereden wordt en er
geen verschil meer is tusschen rijweg en trottoir. Het
zelfde doet zich voor aan het Ruiterskwartier bij Vroom
S. Dreesman. De auto's zijn er niet om op de trottoirs
te komen. Daar moet de hand aan gehouden worden.
Er staat een post op de begrooting, waarvoor trottoirs
worden aangelegd en de rijweg verbeterd, maar wan
neer dat gebeurt, moet er de hand aan gehouden wor
den, dat er geen autoverkeer en laden van goederen op
trottoirs plaats heeft; de auto's moeten op den rijweg
blijven staan.
De VoorzitterDe opmerkingen, die mevrouw Van
Dijk heeft gemaakt, zullen door den heer De Boer wor
den beantwoord.
Ik zou op enkele punten willen antwoorden, die door
de leden ter sprake zijn gebracht. In de eerste plaats
de kwestie Sacramentstraat-Voorstreek, door den heer
Hooiring besproken. Dat is een oude kwestie. Ik heb
al meer gezegd, dat het moeilijk is om alle wegen in
de binnenstad voor rijwielverkeer te sluiten. Ik heb altijd
het standpunt ingenomen, dat men van de Sacrament
straat op de Voorstreek komende, langzaam moet rijden
en uitkijken. De eenige mogelijkheid om het rijwiel
verkeer niet te veel te schaden, zou zijn op de laatste
25 M. het rijwielverkeer te verbieden. Dat was een op
lossing. Dan zou men met de fiets aan de hand de straat
uit kunnen komen. Het is gemakkelijk te constateeren
voor een agent of men dat niet doet, want komt men
de Sacramentstraat fietsende uit, dan is men er bij. Dan
kan men verder de heele straat berijden en hindert men
de menschen, die er wonen, niet te veel. Daar kan over
nagedacht worden.
Zoo is het met het rijden achter den Prinsentuin. Er
is geen ernstig bezwaar, nu de weg tiaar vernield wordt,
dien voor auto's te verbieden.
De gladde straten is een oude kwestie, die ik zou
willen rangschikken onder hetgeen gezegd is over de
trottoirs, die voor de voetgangers moeten blijven. Ik zou
dit willen aanhouden. Laten wij de begrooting van het
volgende iaar afwachten. Ik zal er op dit oogenblik niet
meer van zeggen; dat vind ik niet goed. Het volgende
jaar hoop ik, dat dergelijke klachten niet meer voorko
men. Ik geef direct toe. dat dergelijke zaken niet in den
haak zijn.
Burgemeester en Wethouders zullen gaarne in alle
opzichten meewerken, om, waar het eenigszins kan,
verkeerscirkels, waarnaar de heer Molenaar vraagt, aan
te leggen. Het is alleen jammer, dat op punten, waar zij
zoo goed zouden voldoen, geen plaats is daarvoor. Dat
zou o. a. het geval zijn op het kruispunt bij de Ooster
brug. Doch dat is uitgesloten. Dan was alles opgelost.
Bij het punt, waar de heer AAolenaar over sprak, de
Harlingerstraatweg, is het misschien mogelijk. De eisch,
dat er meer dan drie wegen moeten samenkomen om een
dergelijken cirkel aan te leggen, is niet van mij geweest
en ik ben het er niet mee eens. AAen kan het zeer goed
doen. waar drie wegen samenkomen. Het helpt in ieder
geval, maar er kan nader over gedacht worden. Het is
jammer, dat het niet dadelijk gebeurd is bij den Marssu-
merstraatweg. AAen was toen nog niet zoo wijs.
De hoek Wijbrand de Geeststraat-Grachtswal is zeer
gevaarlijk. Iemand die van de le Kanaalsbrug komt en
rijdt naar den kant van het Vliet moet wachten voor een
aiito, die uit de Wijbrand de Geeststraat komt; die heeft
den voorrang. Vooral wanneer het iemand is, die goed
bekend is in de stad, moet hij weten, dat er verkeer uit
de Wijbrand de Geesstraat kan komen. Als hij dan door-