22 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1931.
van 6000.per jaar bijgedragen in de vaste kosten.
Nu hebben Burgemeester en Wethouders gezegd: de
toekomst zal het moeten leeren of er werkelijk nog uit
breiding noodig zal zijn, maar is die niet noodig en
komen er per jaar b.v. 60 patiënten uit de buitenge
meenten, dan kan men voor iederen patiënt 6000.
60 bij de betaalde verpleeggelden optellen. Dat is, in
geval er géén uitbreiding noodig is, maar is die wél
noodig, dan kan dat ook nog heel goed. Ik kan hier wel
mededeelen, dat de kosten van het gesticht per bed
zonder die van het terrein en dergelijke ongeveer
hebben bedragen 2000.en wij stellen ons, na ge
pleegd overleg met den dienst van Gemeentewerken,
voor, dat de kosten van uitbreiding kunnen worden ge
steld op ongeveer 1650.a 1700.— per bed.
Moeten er dus bedden bij komen als gevolg van het
grootere gebruik, dat de buitengemeenten van de barak-
maken, dan kan een deel van die 6000.per jaar
daarvoor dienen en meent men dat de verpleegkosten
te laag zijn, dan moet men in gedachten ook een deel
van die 6000.— overhevelen naar de verpleegkosten;
dan worden deze automatisch hooger. Men moet dus
niet alleen naar het bedrag van de hier voorgestelde
verpleegkosten zien, maar ook naar het bedrag aan
vaste kosten, dat door de buitengemeenten wordt bijge
dragen. Zelfs al zouden wij een jaar geen enkelen patiënt
van buiten in de barak krijgen, dan zouden toch de
buitengemeenten nog die 6000.moeten betalen. Ik
geloof, dat men ten slotte deze zaak in haar geheel
moet zien; wanneer men ook rekening houdt met de
bijdrage in de vaste kosten, komen daardoor de andere
verpleegkosten in een beetje gunstiger licht te staan.
De heer Vromen: Ik zou nog een enkele vraag willen
stellen. In de eerste plaats heb ik bij mijn vergelijking
met de andere verpleegprijzen gewezen op het merk
waardige feit, dat speciaal ten opzichte van de 3e klasse
hier zoo'n ongunstige toestand wordt geschapen. De
le en 2e klasse betalen niet meer, maar juist in de 3e
klasse komt men niet alleen met een onbillijker regeling,
maar laat men zelfs bijna het dubbele betalen van wat
in de andere ziekenhuizen wordt gevraagd. Dat is toch
een zeer merkwaardige toestand, die men niet kan ver
klaren met te zeggen de andere ziekenhuizen nemen
zooveel als ze kunnen krijgen voor de le en 2e klasse,
want hier is de zaak omgedraaid, het tarief voor de 3e
klasse is hier veel zwaarder.
De Voorzitter heeft gezegd er is een regeling ge
troffen met den directeur van het Stads-Ziekenhuis. Ik
kan mij dat voorstellen, maar mij dunkt dat toch ook
de Raad wel iets meer zal willen weten omtrent die j
regeling. De regeling met den directeur is toch een zaak
die ook den Raad en de gemeente ter harte gaat. Ik zou
daar dus graag nog iets naders van willen weten; ik
neem aan dat het maken van die regeling in overleg met
den directeur is gebeurd, maar ik dacht toch, dat de
Raad het ook wel mocht weten.
Een andere kwestie is de redactie van artikel 7. Dit
is heelemaal geen medisch vraagstuk, maar eenvoudig
een vraagstuk van goed Nederlandsch het is een
kwestie of men onder geneeskundige behandeling ook
een operatie verstaat, of operatie of specialistische hulp
ook geneeskundige behandeling is. En waar die in het
Nederlandsch ook onder geneeskundige behandeling
worden begrepen, kan men toch de voorgestelde redactie
niet handhaven. Eerst wordt daarin gezegd dat alle ge
neeskundige behandeling vrij is, dan gaat men zeggen
dat voor een bepaald deel van de verpleegden ook vrije
operatieve hulp wordt verleend en daarna zegt men dat
andere specialistische hulp niet onder de geneeskundige
behandeling is begrepen. De heele redactie rammelt dus;
men moet zeggen dat onder de verpleegkosten zijn be
grepen de kosten van geneeskundige behandeling met
uitzondering van dit en dat.
De heer Visser: Ik zou wel een vraag willen stellen
in verband met wat de heer Vromen heeft gezegd. Deze
trekt een vergelijking tusschen de hier genoemde ver
pleegkosten en die van de door hem genoemde gestich
ten. Hier wordt nu gezegd
„Onder de verpleegkosten zijn voor alle klassen
begrepen de kosten van geneeskundige behandeling
en van genees- en verbandmiddelen" enz.,
maar de verpleegprijs, die geldend is voor de gestichten,
welke de heer Vromen heeft genoemd, is toch alleen
maar de verpleegprijsÖf zijn daarin ook begrepen de
kosten van geneeskundige behandeling
De heer Vromen: Neen, neen
De heer Visser: Dan is dat dus een reden en een
motief. Ik geloof dan, dat de heer Vromen hier niet een
goede vergelijking treft. Als de heer Vromen dus de
prijzen, die hij heeft genoemd, vergelijkt met de prijzen,
die hier worden genoemd, dan moet hij deze eerste ook
verhoogen met een zeker bedrag voor geneeskundige
behandeling.
De heer Vromen: Maar dan toch zeker niet alleen
voor de derde klas
De heer Visser: Ik heb het woord, mijnheer Vromen.
Ik meen toch dit te hebben beluisterd in de woorden
van den heer Vromen, dat hij zegt, dat in de 3e klasse
van een bepaald gesticht een zekere prijs wordt be
taald en dat hier die prijs veel hooger is. Maar ik meen
dat hij daarbij heeft vergeten, dat in dien prijs van dat
gesticht alleen zijn begrepen de verpleegkosten, terwijl
hier voor den hoogeren prijs ook iets meer wordt gege
ven dan de verpleegkosten. De heer Vromen moet dus,
als hij wil vergelijken, ook den verpleegprijs van het
ziekenhuis verhoogen met de kosten van genees- en
heelkundige behandeling; als hij prijzen vergelijkt, moet
daarvoor ook in beide gevallen hetzelfde verkrijgbaar
zijn.
De Voorzitter: Ik zou ter voorkoming van misverstand
nog dit willen opmerken, dat de heele vergelijking hier
eigenlijk mank gaat. Men gaat hier niet vergelijken met
den prijs waarvoor wij opnemen, maar met den prijs,
waarvoor de buitengemeenten het recht krijgen om hun
patiënten hier te laten opnemen. Die buitengemeenten
staan daarbij, wat de 3e klasse betreft, voor een bedrag
van 4.50 per dag, maar zij zijn er geheel vrij in, wat
zij van de patiënten zullen vragen; of zij 4.of 3.
of niets willen verhalen, dat kan ons niet schelen. Wij
sturen onze rekening niet aan de patiënten maar aan
de gemeentebesturen en deze koopen zich met 4.50
per dag het recht, om hun patiënten in ons paviljoen
te laten opnemen, maar zij mogen zelf wel minder aan
die patiënten in rekening brengen. De Raad doet dit
toch zelf ook, wanneer hij straks met het college mee
gaat; wij meenen dat wij hier van de 3e klasse patiënten,
ter wille van het groote hygiënische nut van opneming
in een ziekenhuis, wanneer het een besmettelijke ziekte
betreft, niet meer dan 3.— per dag moeten vragen.
Datzelfde kunnen de buitengemeenten ook doen wij
zeggen alleen dat zij 4.50 per dag moeten betalen.
De regeling met den behandelenden geneesheer is vrij
eenvoudig; de geneesheer-directeur zal een nota in
dienen voor de behandeling van de patiënten van buiten,
maar hij zal daarbij moeten blijven binnen de kosten,
die wij voor geneeskundige behandeling hebben opgezet.
Hij dient dus een nota in, want hij is niet aangenomen
voor en volgens zijn instructie ook niet verplicht tot
behandeling van die patiënten .Wij hebben bij het maken
van de overeenkomst met den geneesheer-directeur
gezegd: dient U dan voor de behandeling van die pa
tiënten van buiten een nota in en dat zou dan zoo en
zoo kunnen, en hij heeft dat goed gevonden. Alles bij
elkaar genomen komen de kosten dan niet hooger dan
de hier voorgestelde verpleegkosten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1931.
23
De heer Van der Veen: Verschillende dingen zijn mij
wel duidelijk geworden, maar na de opmerkingen van
den heer Vromen ben ik toch nog niet heelemaai gerust.
Wél, wat deze mededeeling betreft, dat niet alles precies
uitgerekend door Burgemeester en Wethouders kan
worden overgelegd, maar dat er moet worden geschat.
Wij hebben echter, als wij met dit voorstel genoegen
nemen, wel de boodschap gekregen dat, als wij straks
de verordening voor Leeuwarden zullen moeten vast
stellen, daarin dan zeer waarschijnlijk de tarieven van
3.voor de 3e klasse, 6.— voor de 2e klasse en
8.voor de le klasse zullen gelden.
Als ik daar bij nadenk, dan springt eigenlijk het ver
schil in prijs, die dan door de Leeuwarders zelf in dit
ziekenhuis moet worden betaald en wat in andere zieken
huizen moet worden betaald nog meer in het oog, dan
bij de regeling met de buitengemeenten, omdat wel de
prijs voor de 3e klasse omlaag gaat, maar ook de prijzen
voor de le en 2e klasse lager worden
De Voorzitter: Dat kan toch te zijner tijd wel be
sproken worden.
De heer Van der Veen: Dat is zoo, maar ik heb zoopas
gedacht, toen ik deze cijfers door den Voorzitter hoorde
noemen indien deze zaak ook voor Leeuwarden zelf
aan de orde komt, zou ik toch wel willen, dat wij dan
eigenlijk niet alleen van Burgemeester en Wethouders
het argument krijgen te hooren wij hebben ook dat
geschat, maar dan zou ik willen dat dan ook een beetje
meer gefundeerd met cijfers werd aangetoond, dat het
die prijs moet zijn, omdat, wanneer Burgemeester en
Wethouders straks tot de cijfers komen, waarvan de
Voorzitter als grondslag is uitgegaan, mij het cijfer voor
de 3e klasse te hoog lijkt in vergelijking met de andere, j
De heer Visser: Ik zou nog even willen vragen of
ik ook een antwoord krijg op mijn vraag, die ik heb
gedaan, van de zijde van den heer Vromen. Deze heeft
gezegd dat de prijs voor de 3e klasse in andere zieken
huizen goedkooper is, maar heeft hij daarbij ook reke
ning gehouden met de geneeskundige behandeling
De heer Vromen: Wij zullen waarschijnlijk niet tot
stemming kunnen komen, voordat ik den heer Visser
antwoord heb gqgeven. Ik wil hem dan ook wel even
antwoorden. Zeker heb ik rekening gehouden met
genees- en verbandmiddelen, omdat ik alleen vergelijk
den prijs van de le en 2e klasse, wanneer die hier, net
als in de ziekenhuizen, ook was zonder genees- en
verbandmiddelen, met den prijs van de 3e klasse, die
hier dan 2.50 zou moeten zijn, waarvoor dan alleen
verpleging in de barak zou moeten worden gegeven,
zonder kosten van geneesheer en van genees- en ver
bandmiddelen.
Ik hoop dat de heer Visser tevreden is met dit
antwoord.
De Voorzitter Burgemeester en Wethouders zullen
graag nota nemen van hetgeen de heer Vromen ten
opzichte van de redactie van art. 7 heeft gezegd. Vol
gens het voorstel sub a zullen Burgemeester en Wet
houders machtiging hebben om de redactie eenigszins
te wijzigen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub a en b.
f4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van de Salarisverordening (bijlage no. 5).
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
15. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van den Nederlandschen Bond van Personeel
in Overheidsdienst betreffende de regeling van de ar
beidsvoorwaarden van het personeel, werkzaam bij de
N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden.
Dit praeadvies luidt als volgt
Om praeadvies werd in onze handen gesteld een
verzoek van den Nederlandschen Bond van Personeel
in Overheidsdienst om te willen uitspreken, dat Uwe
Vergadering het noodzakelijk acht, dat de arbeidsvoor
waarden van het personeel, werkzaam bij de N. V.
Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden, in
overleg met de organisaties, waarin dit personeel is
georganiseerd, zullen worden geregeld. Op verzoek
van de Directie van de vennootschap hebben wij de
behandeling van deze zaak aangehouden tot de Raad
van Beheer gelegenheid zou hebben gehad zich daar
over uit te spreken.
Thans deelt de Raad van Beheer ons mede, dat hij
heeft besloten in het vervolg vóór de vaststelling of
wijziging der arbeidsvoorwaarden van het personeel
der N. V. overleg te plegen met de daarvoor in aan
merking komende organisaties, waarin het personeel is
georganiseerd.
Aangezien daarmede aan het verlangen van adressant
is tegemoet gekomen, geven wij U in overweging boven
genoemd verzoek voor kennisgeving aan te nemen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Peletier: Ongetwijfeld is het aan het college
wel bekend, wat de oorzaak is van het gewijzigd stand
punt van den Raad van Beheer van de I. W. G. L. en
ik zou dan ook willen vragen of het college daaromtrent
ook eenige inlichtingen kan verschaffen. Het standpunt
toch van den Raad van Beheer, dat blijkt uit het voor
stel, dat voor ons ligt is geheel anders dan dat, wat
wij voor eenige maanden als het standpunt van den
Raad van Beheer van de tafel van Burgemeester en
Wethouders hebben kunnen hooren en het interesseert
mij althans wel om te weten, door welke oorzaak het
standpunt van den Raad van Beheer zoodanig is
gewijzigd.
De Voorzitter: Ik kan daar geen ander antwoord op
geven of eigenlijk kan ik er in het geheel geen ant
woord op geven dan dat de zaak weer in den Raad
van Beheer is besproken, dat er ten slotte is gestemd
en dat de meerderheid er vóór heeft gestemd. Waar om
weet ik niet.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het praeadvies van Burgemeester en Wet
houders.
16. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op het verzoek van Burgemeester en Wethouders van
Ópsterland tot het betuigen van instemming met een
motie betreffende de loonen in de werkverschaffingen.
Dit praeadvies luidt als volgt
Uwe Vergadering stelde den 9den December 1930
om praeadvies in onze handen een verzoek van Burge
meester en Wethouders van Ópsterland om bij den
Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw in
stemming te betuigen met den inhoud van eene door
den Raad dier gemeente aangenomen motie omtrent de
loonen in de werkverschaffingen.