32 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 Maart 1931. zegd dat deze werken 70.000.zullen kosten, in dezen Raadsbrief deze uitdrukking „Gemelde som kan gevonden worden uit de gelden van het uitbreidingsfonds der fabriek, hetwelk op 1 Januari 1931 nog 135.253.31 groot was." Nu lees ik in het rapport van den directeur, dat bij de stukken was gevoegd, een zinsnede verder want deze opmerking komt ook in zijn rapport voor, maar hij heeft er iets aan toegevoegd „zoodat de geheele uitbreiding direct bij het gereed komen kan zijn afgeschreven en de kostprijs van het gas (behoudens rentederving uit dit fonds) daardoor niet wordt verhoogd." Dat is een wijze van financiering, die m. i. wel eenige bezwaren heeft. Wij hebben bij de laatste begrootings- zitting van het college gehoord, dat het college de mee ning is toegedaan en dat het onderschrijft de meening, in den Raad geuit, dat het uitbreidingsfonds van de Gas fabriek eerder versterking behoeft, dan dat het toelaat daaruit groote fondsen te putten. Nu is mijn vraag deze: is de bedoeling van de weg lating in den Raadsbrief van de zinsnede, die in het rapport van den directeur staat, dat Burgemeester en Wethouders óf nog geen beslissing hebben genomen öf zich niet kunnen vereenigen met de opvatting van den directeur? Zoo ja, dan kan ik daar natuurlijk volkomen mee accoord gaan en zie ik met belangstelling tegemoet de nadere plannen van Burgemeester en Wethouders omtrent een mogelijke afschrijving van dat bedrag. Is het echter de bedoeling dat zij geheel accoord gaan met deze wijze van financiering, dan moet ik daar wel eenig bezwaar tegen hebben en dan zou ik toch Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven, juist waar het uitbreidingsfonds, naar wij ook van de tafel van Bur gemeester en Wethouders hebben gehoord, eerder ver sterkt dient te worden dan dat het een dergelijke hal veering en 't is zelfs meer dan de helft, wat er afgaat - toelaat, om toch niet noodeloos met een te lagen kostprijs de zaak te camoufleeren, maar dan toch liever regelmatig dit bedrag, door storting van rente en aflos sing, weer ten goede te doen komen aan het uitbrei dingsfonds. De heer Westra (wethouder)De heer Vromen heeft de vraag gesteld, hoe het zal gaan met de uitvoering in eigen beheer en of ook het gebouw, dat bij deze uit breiding zal worden gesticht, in eigen beheer zal worden uitgevoerd. Ik kan daarop antwoorden, dat het de be doeling is, dat in eigen beheer zal worden uitgevoerd het opstellen van de gasstellen en van de machinerieën, maar dat het gedeelte, wat gebouwd wordt, door Ge meentewerken zal worden uitgevoerd De heer Vromen: Oók in eigen beheer? De heer Westra (wethouder)Daaromtrent is nog geen beslissing genomen, dat zal nog nader moeten worden bekeken. Wat betreft de vraag omtrent de financiering van deze uitbreiding, die kwestie is feitelijk al aangesneden toen het plan tot uitbreiding van de Gasfabriek hier 3 jaar geleden is besproken. Er is hier toen een rapport aan de orde geweest, waarin een plan is ontwikkeld, dat in totaal ongeveer 1.000.000.zou kosten en waarbij toen besloten is, dat voorloopig voor een bedrag van 335.000.voor uitvoering in aanmerking zou komen en dat Burgemeester en Wethouders telkens met gedeel ten van die plannen bij den Raad terug zouden komen. De kwestie is toen uitvoerig uiteengezet; in het rapport zijn tegenover elkaar gesteld de kwestie van het bouwen van een nieuwe fabriek en die van het uitbreiden van de bestaande fabriek. Toen is er ook uitdrukkelijk op gewezen, dat men gebruik zou kunnen maken van het bedrag van toen ruim 3 ton, dat in het uitbreidingsfonds van de Gasfabriek aanwezig was en dat daaruit groo- tendeels de kosten zouden kunnen worden bestreden, waardoor het dan niet noodig zou zijn geld daarvoor te leenen. Die bedoeling heeft ook toen reeds voorgezeten, om die uitbreidingen onmiddellijk af te schrijven en ze eenvoudig uit het uitbreidingsfonds te betalen. Dat is ook nu nog de bedoeling. Nu zegt de heer Vromen wel: dan zal dat fonds voor de helft worden aangesproken, maar een verdere halveering van het uitbreidingsfonds zal o. a. kunnen worden voorkomen dit is nog niet in het college besproken, maar het is toch zeer goed mogelijk door daaraan toe te voegen de reserve die buitendien nog bij de Gasfabriek bestaat, die nog nooit is gebruikt en waarvoor ook nog geen bestemming is aangewezen. Zou men nu op den duur voor verdere uit breiding al moeten leenen, dan zal dat toch zeker geen belangrijke prijsverhooging van het gas tengevolge be hoeven te hebben, maar ik geloof dat de Raad op dit oogenblik geen bezwaar zal behoeven te maken als de financiering zal plaats hebben, zooals door den direc teur wordt voorgesteld. De heer Vromen: Ik dank den wethouder voor de in lichtingen, die hij mij heeft gegeven. In de eerste plaats zou ik den wethouder of Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven, om zoo mogelijk het ge bouw niet in eigen beheer door Gemeentewerken re laten uitvoeren, maar een openbare aanbesteding daar voor te houden. Dat is een stelsel, dat ik over het alge meen prefereer en waar wij weten dat Openbare Werken tegenwoordig al zeer overladen is, acht ik dat ook in het belang van den goeden gang van zaken. Wat de financiën betreft, komt het er voor mij ab soluut niet op aan of het geld zal komen uit het uitbrei dingsfonds of uit het reservefonds. Ten slotte zijn het beide reservefondsen en men zou ze even goed beide onder één hoofd kunnen boeken. Daar gaat het dus bij mij niet om. Maar wij weten, dat er op den duur zeer belangrijke uitbreidingen moeten geschieden ik denk maar aan wat ook in het rapport staat: het bouwen van nieuwe kantoren en magazijnen. Als wij nu op deze wijze thans de uitbreidingen gaan financieren, dan zal tegen den tijd, dat er werkelijk belangrijke uitbreidingen tot stand moeten komen, de zaak al zijn opgemaakt en als er dan niet veel meer over is, dan is dat resultaat bereikt, doordat wij jaren lang den kostprijs van het gas, kunstmatig zou ik bijna zeggen, te laag hebben gehou den, door steeds maar uit de reserves te putten. Dan krijgen wij plotseling den toestand, dat de productie veel duurder wordt, dan komen wij plotseling voor groote uitgaven te staan. De toestand van de fabriek is thans zoo, dat door de groote afschrijvingen, die op de oude fabriek al hebben plaats gehad, de kapitaalslasten gering zijn, de vaste lasten dus een gering bedrag ver tegenwoordigen, waardoor de fabriek zeer goed bloeit. Wij dienen nu te zorgen dat de nieuwe lasten uit de winst komen, de oude bedragen dienen te worden gere serveerd voor inwendige versterking een particuliere ondernemer zou niet anders handelen opdat wij, als er straks werkelijk belangrijke uitbreidingen moeten komen, niet plotseling voor een groote schommeling in den productieprijs zullen komen te staan. Ik kan mij dus met dit voorstel vereenigen, maar juist omdat er omtrent de afschrijving niets is vastgelegd, geef ik het college in ernstige overweging om zich dit jaar nog eens zeer ernstig af te vragen of het niet zaak zal zijn om, hetzij door gedeeltelijke reserveering van de winst deze opnieuw te bestemmen voor uitbreiding, hetzij op andere wijze van deze bedragen weer de rente en aflossing terug te brengen in het reservefonds en niet ineens deze bedragen af te schrijven. Dat acht ik niet de goede methode, omdat wij er dan op het oogenblik wel heel gunstig schijnen voor te staan, maar over eenige jaren dan de wrange vruchten van deze handel wijze zullen plukken. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 Maart 1931. 33 De heer H, de Boer: Ik begrijp eigenlijk niet waarom van den kant van den heer Vromen er zoo bijzonder de nadruk op is gelegd, dat in geen geval die gebouwen in eigen beheer moeten worden uitgevoerd. Ik geloof niet, dat het op het oogenblik de tijd is, om deze kwestie hier in den Raad te bespreken, maar als dat zoo en in die mate wordt gelanceerd, maakt het den indruk, alsof wat tot nog toe in eigen beheer is uitgevoerd, niet zoo is, dat het den toets der critiek zou kunnen doorstaan. Het is daarom dat ik niet gaarne zou willen dat het college uit wat de heer Vromen heeft gezegd, maar zonder meer zou afleiden, dat dit de meening van den Raad zou zijn. Indien de heer Vromen als argument ge bruikt had, dat het in eigen beheer uitvoeren dezer werken in verband met de overlading van Gemeente werken niet gewenscht zou zijn, dan geloof ik, dat dat een argument is, dat wij gevoeglijk aan Burgemeester en Wethouders kunnen overlaten, omdat, als Gemeente werken werkelijk overladen is, dat een reden zou kun nen zijn om dit werk niet in eigen beheer uit te voeren. Het is niet mijn bedoeling, hierover kwestie uit te lok ken; als het college dat standpunt inneemt, kan dat zijn om een bepaalde reden, maar ik geloof niet, dat hier de indruk moet blijven, alsof bij voorbaat het in eigen be heer bouwen van deze gebouwen minder juist zou zijn. De heer Westra (wethouder)De heer Vromen komt thans met een nadere preciseering van zijn advies om trent de financiering van deze zaak en hij stelt in uit zicht dat er straks zeer belangrijke bedragen noodig zullen zijn. Maar ik geloof toch dat de heer Vromen mis rekent, als hij meent dat, wat hij wenscht, van invloed zou zijn op den gasprijs. Als wij op het oogenblik dit bedrag niet gingen afschrijven uit het uitbreidingsfonds maar het langzaam zouden doen, zooals de heer Vromen wil, dan geloof ik niet dat dit van invloed zou zijn op den gasprijs, maar dat het eenvoudig van invloed zou zijn op de winst, zoodat er een kleiner bedrag aan winst in de gemeentekas zou vloeien. Dat is het eenige verschil; er is zoo'n groot winstoverschot, dat het bedrag daar gemakkelijk uit gevonden zou kunnen worden en dit zou niet zoo'n belangrijk verschil uit maken dat een verhooging van den gasprijs daarvan het gevolg zou zijn. Wat betreft de belangrijke uitbreidingen, die noodig zullen zijn, deze liggen voor een groot deel in het verre verschiet. Ik heb hier voor mij een overzicht van hetgeen 3 jaar geleden omtrent de uitbreiding is besloten, n.l. wat tot nog toe is uitgevoerd, wat op het oogenblik in uitvoering is en wat er nog overblijft. Er waren toen een 20-tal punten aan de orde gebracht en ik wil die den Raad wel even mededeelen; misschien is het ook wel goed dat de Raad daarmee op de hoogte is. Ik zou dan in de eerste plaats willen mededeelen dat het eerste punt, dat toen is behandeld, de reparatie van een gashouder, is uitgevoerd. Het tweede punt is de brug over de gracht. Die is op het oogenblik in uitvoering. Het derde punt, het sloopen van een kolenloods, is uitgevoerd. Het vierde en vijfde punt was: het maken van een koienlosinrichting met bunkers a 82.000.Op de uitvoering daarvan stelt de directeur thans geen prijs meer, maar De heer Dijkstra: Dan is 't maar goed, dat dat niet gebeurd is De heer Westra (wethouder)De heer Dijkstra maakt de opmerking, dat het dan maar goed is, dat dit niet gebeurd is, maar ik wil er den Raad attent op maken, dat het er toen niet om ging het plan te aan vaarden tot uitbreiding van de Gasfabriek, maar dat er toen twee mogelijkheden tegenover elkaar zijn ge steld: verplaatsing van de Gasfabriek en wat er wellicht zou moeten gebeuren, als de oude fabriek bestaan bleef. Toen is er een schema opgemaakt en toen zijn daarvan verschillende werken uitgevoerd, terwijl andere mis schien zullen blijken te kunnen vervallen. Nu zal op den duur wel het kolentransport moeten worden gemechani seerd, maar dat zal thans op veel goedkoopere wijze kunnen geschieden als de kolenstookinrichting ver nieuwd is geworden. Punt 6 was de ingebruikneming van het terrein van de herberg De Bleek. Daartoe zal waarschijnlijk het volgend jaar het voorstel worden gedaan. Punt 7, het sloopen van de brugwachterswoning en het bouwen van een nieuwe aan den overkant van de gracht, heeft absoluut geen haast. Punt 8 betrof het sloopen van twee gashouders. De eene is reeds gesloopt en de andere is nog in gebruik. Er zal ook zoo gauw mogelijk tot slooping daarvan worden overgegaan, maar dat brengt geen kosten mee. Punt 9 is het opvullen van bassins. Met de eene is dat al gebeurd en voor de andere zal dat geen be langrijke kosten vragen, omdat de kosten uit de slooping van de gashouders zullen kunnen worden gevonden. Punt 10, het maken van een kademuur aan den Oostersingel, heeft absoluut geen haast. Daarvoor is een bedrag van 36.000.noodig, dat is een onpro ductieve uitgaaf. Dan krijgen wij de punten 1114, verplaatsing en nieuwbouw van kantoren, enz. a 150.000.Daar is absoluut geen haast bij. Er zal den Raad voorloopig geen voorstel omtrent dit punt bereiken; bovendien is reeds vroeger vastgelegd dat deze plannen voorloopig in geen geval tot uitvoering zouden komen. De volgende punten zijn: de inrichting van een nieuw stookgebouw met 6 verticaal kamerovens en omlegging van leidingen, waarvoor de kosten indertijd zijn geraamd op 518.000.Nu is inmiddels de techniek voort geschreden en misschien is het mogelijk om dezelfde capaciteit van gasproductie te verkrijgen met de be staande stookinrichtingen, als die worden veranderd en daarin z.g. kleinkamerovens worden aangebracht. Indien dat zal gebeuren, dan zal, omdat het gasstoken in de zelfde inrichtingen zal moeten blijven voortgaan, dat bij gedeelten moeten plaats hebben, maar dan zal daar toe spoediger moeten worden overgegaan dan wanneer er een nieuw stookgebouw wordt gesticht, omdat in het laatste geval de bestaande inrichting doorloopend zal kunnen blijven benut. Als er een vernieuwing plaats vindt in de stookinrichting, zooals die op het oogenblik is, kan die misschien in 3 jaren worden tot stand ge bracht, maar in elk geval, ook op dat bedrag zal zeer zeker een belangrijke besparing kunnen worden verkregen. De punten, die verder in bespreking zijn gekomen, betreffen allen de watergasfabriek en zijn allemaal reeds uitgevoerd, behalve de vervanging van plaatijzeren muren door ijzervakwerk met metselwerk. Dat is op liet oogenblik nog in uitvoering. Ik geloof, dat wij ons voorloopig nog niet bezorgd behoeven te maken. Waar er op het oogenblik nog een overschot is in het reservefonds en er nog 2 ton in het gewone reservefonds aanwezig is, geloof ik niet dat de Raad zich bezorgd behoeft te maken over een ver hooging van den gasprijs. Ik geloof zelfs dat ook al werd er thans voor een half millioen aan werken uit gevoerd werken, die misschien pas na een tiental jaren tot uitvoering zullen komen dit dan toch niet zoo belangrijke kosten op de exploitatierekening zou brengen dat, ook al zou daarvoor moeten worden geleend, dit den gasprijs belangrijk zou beïnfluenceeren. Het zou hoogstens van invloed kunnen zijn op de winst, die de fabriek maakt en dat zou dan t. z. t. door de belas tingplichtigen moeten worden gedragen, maar daarover kan dan toch zeker t. z. t. wel worden beslist. Ik geloof dat het onjuist zou zijn om in verband met mogelijk heden, die zich over 8 of 10 jaren kunnen voordoen, nu reeds bepaalde dingen vast te stellen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1931 | | pagina 5