68 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Mei 1931. gebouw noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der gemeente; en overigens op de gebruikelijke en andere, door Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor waarden; B. de onder A bedoelde strook grond te bestemmen voor den publieken dienst. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van een bleek aan Oldegalileën van D. Osenga. Dit voorstel luidt als volgt De gemeente is wederom in de gelegenheid den eigen dom te verkrijgen van een der bleekjes aan Oldegalileën, waarvan sprake is in ons voorstel van 25 October 1928 in zake den stratenaanleg ten Oosten van Oldegalileën. Het betreft thans het aan D. Osenga, alhier, toebehoo- rende kadastrale perceel Sectie F no. 2056, groot 25 Centiare, hetwelk de eigenaar tegen den prijs van 10.per Centiare in eigendom aan de gemeente wil afstaan. Genoemde prijs is ook betaald voor de reeds eerder aangekochte bleekjes ter plaatse. V/ij geven U derhalve in overweging te besluiten tot aankoop van D. Osenga, alhier, van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden, Sectie F no. 2056, bleek, groot 25 Centiare, tegen den prijs van 10.per Centiare, onder bepaling dat de kosten van overdracht voor rekening van de gemeente komen. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van een perceel bouwterrein aan de Leeuwrik- straat aan J. en M. Lerk. Dit voorstel luidt als volgt Bij adres van 27 Maart j.l. hebben J. Lerk en M. Lerk, bouwondernemers, alhier, in koop gevraagd bouwblok VIII van de gemeentelijke terreinen ten Noordoosten van den Mr. P. J. Troelstraweg, gelegen aan de Leeuwrik- straat op den hoek van de Transvaalstraat, met het doel daarop een winkelhuis te stichten. Op de hierbij gaande situatieteekening is het betreffende perceel met een roode arceering aangeduid. Hoewel de gemeentelijke bouwterreinen in den regel slechts in erfpacht worden uitgegeven, komt het ons in dit bijzonder geval, nu, naar wij vernemen, twee aan grenzende terreintjes door de adressanten van een par ticulier zijn aangekocht, mede in het belang van eene behoorlijke bebouwing ter plaatse ge;wenscht voor den gevraagden grond in koop aan hen af te staan. De koop prijs kan worden gesteld op 9.per M2., welke som voldoende is te achten en waarmede de adressanten hebben verklaard genoegen te nemen. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten tot verkoop aan J. Lerk en M. Lerk, alhier, tegen den prijs van 9.per M2., van bouwblok VIII der ge meentelijke terreinen ten Noordoosten van den Mr. P. J. Troelstraweg, gelegen aan de Leeuwrikstraat op den hoek van de Transvaalstraat, gelijk op de bijbehoorende situatieteekening met een roode arceering is aangegeven, ter grootte van ongeveer 285 M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit te nieten, en overigens op de bij verkoop van gemeentelijke terreinen gebruikelijke voorwaarden. 12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van a. een perceel tuingrond aan den Harlingertrekweg b. de woningen Poppebuurt no. 20 en Laagpad nos; 4 en 8. Dit voorstel luidt als volgt Ingevolge Uwe machtiging hebben wij voor den prijs van 2565.in openbare veiling aangekocht het per ceel tuingrond, gelegen aan den Harlingertrekweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie D no. 1784, ter grootte van 27.30 Are. Voorts is het ons gelukt voor de gemeente aan te koopen de woning Poppebuurt no. 20 en de onbewoon baar verklaarde woningen Laagpad nos. 4 en 8, tegen een som van onderscheidenlijk 284.198.en 204.Ten aanzien van deze 3 perceelen zij op gemerkt, dat de gemeente ter plaatse reeds meer wo ningen heeft aangekocht, zulks ten behoeve van de opruiming van krotten aan de Poppebuurt en met het oog op een toekomstige verbetering van de Weerklank. In verband daarmede is het bezit van genoemde per ceelen voor de gemeente van belang. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten tot aankoop van a. het perceel tuingrond gelegen aan den Harlinger trekweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie D no. 1784, groot 27.30 Are, voor eene som van 2565. b. de woningen Poppebuurt no. 20 en Laagpad nos. 4 en 8, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G, onderscheidenlijk no. 7802, huis en erf, groot 55 centiare, no. 2364, onbewoonbaar verklaarde woning, groot 28 centiare en no. 2366, krotwoning (ledig), groot 27 centiare, tegen eene som van onderscheidenlijk 284.—, 198.— en 204.—, vermeerderd met de op den aankoop vallende kosten. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van een gedeelte van het perceel hoek Tuinen en Voorstreek, plaatselijk bekend Voorstreek no. 56 en Turfmarkt no. 6, aan J. Prinsen. Dit voorstel luidt als volgt Wij ontvingen een verzoek van J. Prinsen, alhier, om een gedeelte van het gemeentelijke gebouw, hoek TuinenVoorstreek, dat sedert eenigen tijd door de Coöperatieve Veiling „de Tuinbouw" G. A. voor veiling van bloemen wordt gebruikt en waarvan de huur met 12 Mei a.s. afloopt, van 12 Mei tot 10 Juli a.s. te mogen huren. Hiertegen bestaat bij ons geen bezwaar, te minder, nu de gemeente ten behoeve van de daar ter plaatse uit te voeren werken niet eerder dan tegen 1 Augustus de beschikking over het pand behoeft te hebben. De te betalen vergoeding zouden wij, in overeenstemming met het hierbij overgelegde advies van den Administrateur van het Gemeentelijk Woningbedrijf, op een bedrag van 100.willen stellen, welke som o. i. voldoende is voor dit tijdvak en waarmede adressant blijkens zijn mede hierbij overgelegde verklaring genoegen neemt. Wij geven U mitsdien in overweging aan J. Prinsen, alhier, voor het tijdvak van 12 Mei 1931 tot 10 Juli 1931 in huur af te staan een gedeelte van het perceel, gelegen op den hoek van de Tuinen en de Voorstreek, plaatselijk bekend Voorstreek no. 56 en Turfmarkt no. 6, voor den prijs van 100.— in totaal en verder op de bij verhuring door de gemeente van gebouwde eigendommen gebruikelijke voorwaarden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub 713. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van a. het winkelhuis Oude Oosterstraat no. 4 aan S. Goede moed b. het winkelhuis Ossekop no. 1 aan Th. van der Meer. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Mei 1931. 69 Dit voorstel luidt als volgt Op 12 Mei e.k. eindigt het driejarig tijdvak, waar voor de winkelpanden Oude Oosterstraat no. 4 en Ossekop no. 1 laatstelijk verhuurd zijn geweest. De huurders, onderscheidenlijk S. Goedemoed en Th. van der Meer, hebben ons verzocht te bevorderen dat deze panden op de bestaande voorwaarden opnieuw aan hen worden verhuurd. Hiertegen bestaat noch bij ons, noch bij den administrateur van het gemeentelijk woning bedrijf bezwaar, omdat de huurprijzen, respectievelijk bedragende 8.en 12.per week, voldoende worden geacht, bij een openbare verhuring geen hoogere bedragen kunnen worden verwacht en de huurders zich gedurende het verloopen tijdvak goed van hunne ver plichtingen hebben gekweten. Omtrent de vraag van Goedemoed, in zijn verzoek schrift opgenomen, betreffende aanleg van electrisch licht in het pand, is met hem bereids een regeling ge troffen. Als gewoonlijk zal in de huurcontracten een bepaling worden opgenomen dat de huur van wege de gemeente met 3 maanden voorafgaande kennisgeving kan worden opgezegd. Wij geven U in overweging te besluiten voor den tijd van drie jaren, ingaande 12 Mei 1931 en eindigende 12 Mei 1934, te verhuren a. aan S. Goedemoed het winkelhuis Oude Ooster straat no. 4 voor den prijs van 8.per week; b. aan Th. van der Meer het winkelhuis Ossekop no. 1 voor den prijs van 12.per week, een en ander onder de bestaande, zoo noodig eenigs- zins te wijzigen voorwaarden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub a. Aan de orde is het voorstel sub b. De beraadslagingen worden geopend. De heer IJ. de Vries: Ik heb geen bezwaar tegen dit voorstel, maar ik wil met groote blijdschap constateeren dat, toen dit pand indertijd zou worden verhuurd aan Van der Meer, er hier bezwaar is gemaakt, dat hij over name moest betalen voor oude blikjes aan mej. Tuininga, maar dat het schijnt, dat er zooveel klanten in die oude blikjes hebben gezeten, dat Van der Meer het daar kan bolwerken. Ik verheug mij daar hartelijk over. De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders willen zich volkomen bij Uw verheugenis aansluiten. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders sub b. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van het winkelhuis Schapestraat no. 56 aan J. Fokkens. Dit voorstel luidt als volgt De huurder van het winkelhuis Schapestraat no. 56, J. Fokkens, heeft ons verzocht dat pand opnieuw op de bestaande voorwaarden te mogen inhuren. Hiertegen bestaat bij ons geen bezwaar; zooals U toch uit het hierbij overgelegde rapport van den Administrateur van het Gemeentelijk Woningbedrijf kan blijken, is met her verhuring aan adressant ook het gemeentebelang ge diend. Waar voorts niet is te verwachten dat bij open bare verhuring een hoogere huurprijs dan de tegen woordige, 15.50 per week, kan worden bedongen en Fokkens zich behoorlijk van zijn verplichtingen als huurder heeft gekweten, geven wij U in overweging te verhuren aan J. Fokkens het winkelpand Schape straat no. 56 voor den prijs van 15.50 per week, voor het tijdvak van 12 Mei 1931 tot 12 Mei 1932, met bepaling dat de huur stilzwijgend wordt geacht te zijn verlengd voor een jaar, indien zij niet door een van beide partijen ten minste 3 maanden voor het eindigen van een huurjaar zal zijn opgezegd, doch uiterlijk tot 12 Mei 1934, en verder op de bestaande, zoo noodig eenigszins te wijzigen voorwaarden. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van rooilijnen voor de bebouwing langs de Oostzijde van het nog aan te leggen gedeelte van de Westerparkstraat en langs de door te trekken Har- lingerstraat en Tramstraat. Dit voorstel luidt als volgt Het is met het oog op eene toekomstige bebouwing van de kadastrale perceelen gemeente Leeuwarden, Sectie D nos. 1775 en 1776, gelegen ten Oosten van het terrein van het voormalige Rijksopvoedingsgesticht, wenschelijk, dat wordt overgegaan tot de vaststelling van de rooilijnen ten Oosten van het nog aan te leggen gedeelte van de Westerparkstraat, ten Noorden van het onbebouwde deel van de Molenstraat en ter weerszijden van de door te trekken Harlingerstraat en de Tramstraat. Op de hierbij overgelegde teekening zijn de ontworpen rooilijnen met een roode lijn aangegeven. Het ligt in de bedoeling om langs de Molenstraat een voortuin te ver krijgen ter diepte van 7 Meter, langs de Oostzijde van de Westerparkstraat van 3.60 Meter en ter weerszijden van de verlengde Harlingerstraat en de Tramstraat van 3 Meter. De Commissie voor de Openbare Werken kan zich, blijkens haar hiernevens overgelegd advies, met de voorgestelde rooilijnen vereenigen. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten als rooilijnen voor de bebouwing langs de Oostzijde van het nog aan te leggen gedeelte van de Westerpark straat, langs de Noordzijde van de Molenstraat en ter weerszijden van de door te trekken Harlingerstraat en Tramstraat vast te stellen de op de bij dit besluit be- hoorende teekening gemerkt „bij 1302 van '31" ge trokken roode lijnen. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub 15 en 16. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake de verbreeding van de Peperstraat en de Paardepijp. Dit voorstel luidt als volgt Nadat in Uwe vergadering van den 28sten Januari 1930 was besloten tot verbreeding van de Peperstraat en de Paardepijp en voor de uitvoering van dat werk een bedrag van ten hoogste 40.000.beschikbaar was gesteld, hebben wij den Directeur der Gemeente werken opgedragen plannen en begrootingen in gereed heid te brengen. Bij schrijven van 22 April j.l., no. 769, dat wij hiernevens aan U overleggen, heeft de Directeur voornoemd het bijgaande plan ingediend, waarmede wij ons geheel kunnen vereenigen. Gelijk bij Uw bovenaangehaald besluit is bepaald, zal de nieuwe straat een breedte verkrijgen van 12.50 Meter, doch in verband met de gangbare tegelmaat zullen de beide trottoirs in plaats van 2.65 M. een breedte verkrijgen van 2.62 M., terwijl als gevolg daarvan de rijweg 7.26 M. breed wordt in plaats van 7.20 M. Het ligt in de bedoe ling voor de verharding van den rijweg een warm- asphaltprocédé toe te passen op de wijze als voor de verharding van het Stationsplein en omgeving is ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1931 | | pagina 3