Vergadering van Dinsdag 16 Juni 1931.
80 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Mei 1931.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
om den ontruimingstermijn van eenige van de bij Raads
besluit van 15 Juli 1930, no. 225R/139, onbewoonbaar
verklaarde woningen te verlengen;
overwegende, dat uit een ingesteld onderzoek is ge
bleken, dat het den huurders van de hierbedoelde
woningen, ondanks daartoe aangewende pogingen, nog
niet gelukt is een andere woning te bekomen;
dat hierin aanleiding ligt tot het verleenen van eenig
uitstel in de ontruiming van de betreffende woningen;
gelet op het advies d.d. 27 Maart 1931 van de Ge
zondheidscommissie voor de gemeente Leeuwarden,
alsmede op de bepalingen der Woningwet;
besluit
den termijn, binnen welken de bij Raadsbesluit van
15 Juli 1930, no. 225R/139 onbewoonbaar verklaarde
woningen
1. Poptasteeg no. 20,
2. Kloosterburen no. 3,
3. 1ste Vermaningsteeg no. 5,
4. Molensteeg no. 4,
5. Noordvliet no. 225,
6. Pieterseliewaltje no. 42 beneden,
7. Jan Mutskesteeg no. 106,
8. Jan Mutskesteeg no. 110,
9. Poptasteeg no. 9,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, onderschei
denlijk Sectie A no. 310, Sectie F no. 1523, Sectie B
nos. 778 en 3208, Sectie G no. 5345, Sectie F no. 4210,
Sectie B nos. 1570 en 212 en Sectie A no. 314,
ontruimd moesten zijn te verlengen en nader te be
palen voor de onder 1 tot en met 8 gemelde woningen
op 1 September 1931 en voor de onder 9 gemelde
woning op 22 September 1931.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub 414.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van een verordening houdende wijziging
van het Reglement van Orde voor de vergaderingen
van den Raad der gemeente Leeuwarden (bijlage no. 10).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Vromen: Ik zou ten aanzien van dit voorste!
in de eerste plaats willen zeggen, dat mij de tijd heeft
ontbroken, om het goed te bestudeeren. In de tweede
plaats zou het, waar hier wordt voorgesteld een wijzi
ging, in hoofdzaak op grond van de nieuw in werking
getreden Gemeentewet behoudens enkele andere
kleine wijzigingen, daaraan toegevoegd kunnen zijn,
dat er na eenige bestudeering meer wenschen tot wijzi
ging uit den Raad naar voren zullen komen. Mij heeft
in elk geval de tijd ontbroken om deze zaak te bestu
deeren. Bovendien is de aanbieding van dit voorstel in
strijd met het Reglement van Orde zelf, omdat dit stuk
niet, zooals het Reglement voorschrijft, 10 dagen voor
de vergadering bij de leden is rondgezonden. Eigenlijk
mogen wij het dus niet behandelen, tenzij het een spoed-
eischend geval betreft. Nu kan het zijn dat van de tafel
van Burgemeester en Wethouders wordt aangetoond,
dat het hier een spoedeischend geval betreft, maar in
elk geval wil ik voorstellen om dit punt aan te houden,
ten einde den Raad de gelegenheid te geven, deze zaak
nog even te bekijken, om te zien of men ook meer wen
schen heeft ten opzichte van deze wijziging.
De Voorzitter: Ik kan wel zeggen, dat er van de zijde
van Burgemeester en Wethouders geen bezwaar is tegen
aanhouding en dat wij vermoedelijk ook den tegenwoor-
digen toestand nog wel tot zoo lang kunnen handhaven.
Als de Raad dus geen bezwaar maakt, dan wordt punt
15 aangehouden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt, tot de volgende ver
gadering, besloten, punt 15 aan te houden.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 16 Juni 1931. 81
Tegenwoordig 25 leden, te weten: de heer Visser,
mevrouw Buisman-Blok Wijbrandi, de heeren Terpstra,
Feitsma, Lautenbach, Koopal, M. Molenaar, Dijkstra,
O. F. de Vries, Hooiring, Botke, Ritmeester, Peletier.
J. de Boer, IJ. de Vries, Vromen, Tamtninga, Balk,
mevrouw Van DijkSmit, de heeren Oosterhoff, B.
Molenaar, Hofstra, Westra, Westerhuis en Muller.
Afwezig de heeren H. de Boer en Tiemersma, zoo
mede de Burgemeester.
Voorzitter: de heer Ritmeester, wethouder.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
5 Mei 1931.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van een lid in het bestuur der Veree-
niging voor Volkshuisvesting, wegens periodieke aftre
ding van den heer W. F. J. Uffelie.
4. Alsvoren van een Voorzitter van het stembureau
in het 5e stemdistrict van kieskring 111 voor de verkie
zing van leden van den Gemeenteraad.
5. Alsvoren van tijdelijke leeraren aan de Gemeente
lijke Hoogere Burgerschool en Hoogere Handelsschool.
6. Alsvoren van een tijdelijke leerares in de wis- en
natuurkunde aan de school van Middelbaar Onderwijs
voor meisjes.
7. Alsvoren van een hoofd der school voor buiten
gewoon lager onderwijs (vacature C. A. F. W. Pape).
8. Alsvoren van een onderwijzeres aan gemeente
school no. 13b (vacature mej. R. J. Bakker).
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van een perceel bouwterrein hoek
Engelscheplein en Bildtschestraat aan F. Hoeksma en
F. Tiemersma.
10. Alsvoren tot overneming van gedeelten van
grond aan de Tonslagerij.
11. Alsvoren tot overneming van strooken grond
voor perceelen aan het Noordvliet en Over de Kelders.
12. Alsvoren tot overneming van een strook grond
aan de Ipe Brouwerssteeg.
13. Alsvoren tot verhuring van het kassierskantoortje
aan de Veemarkt aan de N. V. Friesche Bank, alhier.
14. Alsvoren tot opheffing van de onbewoonbaar
verklaring van de woning Keetbuurt no. 1 boven, toebe-
hoorende aan de N. V. Hartelust's Ijzerhandel, alhier.
15. Alsvoren tot wijziging van de bedrijfsbegroo-
tingen en van de begrootingen voor het Stads Ziekenhuis
en de Stads Armenkamer, alle dienstjaar 1930.
16. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van de
balansen op 31 December 1930 en van de winst- en
verliesrekening over 1930 van
1. het bedrijf der Gemeentewerken;
2. het Gemeentelijk Grondbedrijf;
3. het Gemeentelijk Woningbedrijf;
4. de Gemeentelijke Gasfabriek;
5. het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf
6. het bedrijf der Gemeentereiniging;
7. de Stads Bank van Leening;
8. het Openbaar Slachthuis.
17. Alsvoren tot goedkeuring van de rekeningen
over 1930 van
1. het Stads Ziekenhuis;
2. de Stads Armenkamer;
3. den Armenraad.
18. Alsvoren tot wijziging van de gemeente-begroo
ting, dienst 1930.
19. Alsvoren tot vaststelling van kohieren wegens
rioolbelasting betreffende den Harlingerstraatweg, de
Spoorstraat en den Mr. P. J. Troelstraweg.
20. Alsvoren tot oninvorderbaarverklaring van aan
slagen in onderscheidene gemeentebelastingen.
21. Alsvoren tot vaststelling van vergoedingen ex
artikel 101, le lid, der Lager Onderwijswet 1920 over
het dienstjaar 1927.
22. Alsvoren tot vaststelling van de vergoeding
ingevolge artikel 101, 9e lid, der Lager Onderwijswet
1920 over het dienstjaar 1927.
23. Alsvoren tot vaststelling van de bijdrage in de
kosten van het bijzondere vervolgonderwijs over het
jaar 1927 aan het bestuur der Roomsch-Katholieke
Schoolvereeniging en aan het bestuur van het Nieuwe
Stads Weeshuis.
24. Alsvoren tot vaststelling van een verordening,
houdende wijziging van het Reglement van Orde voor
de vergaderingen van den Raad der gemeente Leeuwar
den (bijlage no. 10).
25. Alsvoren tot vaststelling van verordeningen op
de heffing en invordering van rechten, bedoeld in art.
21 der Besmettelijke-Ziektenwet (Staatsblad 1928, no.
265) (bijlage no. 11).
26. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op
bezwaarschriften tegen aanslagen in het recht wegens
vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein.
De Voorzitter: Dames, mijne heeren. Alvorens met
de agenda aan te vangen, wensch ik Uwe aandacht te
vestigen op het feit, dat wij heden een jubilaris in ons
midden hebben.
Den 9en April 1906 werd de heer J. Oosterhoff tot
Raadslid onzer gemeente benoemd, den 22en Mei 1906
als zoodanig geïnstalleerd en sedert dien is zijn man
daat voortdurend vernieuwd, zoodat hij dus thans 25
jaar onafgebroken zitting heeft gehad. Bovendien was
hij van 8 Januari 1907 tot en met 2 September 1919
wethouder; bij zijn aftreden als zoodanig is hem door
den toenmaligen Voorzitter van den Raad reeds dank
gebracht voor alles wat hij in die functie had verricht.
Wij, leden van den Raad, kennen allen den heer Oos
terhoff als een aangename persoonlijkheid, die zijne
denkbeelden steeds op zakelijke en hoffelijke wijze naar
voren wist te brengen en bij alle verschil van meening
en inzicht, dat uit den aard der zaak in een Gemeente
raad als die van Leeuwarden bestaat, zich zeker ook
daardoor in aller sympathie mag verheugen.
Ik ben overtuigd van Uwe volledige instemming wan
neer ik den heer Oosterhoff dan ook van harte geluk-
wensch met dit jubileum en hem dank breng voor alles
wat hij in het belang onzer gemeente heeft weten te
bereiken.
De Raad geeft blijken van instemming met deze
woorden van den Voorzitter.
De heer Oosterhoff: Mijnheer de Voorzitter. Mag ik
misschien dadelijk na Uw woorden een enkel woord ter
beantwoording daarvan zeggen
Het was mij natuurlijk wel bekend, dat het eenigen
tijd geleden 25 jaar geleden was, dat ik tot lid van dezen
Raad werd benoemd, maar het was mij niet bekend, dat
daarvan op eenigerlei wijze nota van zou worden ge
nomen, zooals vandaag is gebleken wel het geval" te
zijn. Ik gevoel dan ook behoefte een enkel woord te
zeggen naar aanleiding van de vriendelijke en waardee-
rende woorden, die U tot mij hebt gesproken.
Er is in dezen tijd van 25 jaar in dezen Raad ont
zaglijk veel veranderd. Op den Voorzitterszetel heb ik
drie Burgemeesters zien plaats nemen, het Secretariaat
heb ik in andere handen zien overgaan en als ik eens
om mij heen zie, dan vind ik hier maar één Raadslid
terug, die hier ook zitting had toen ik lid van den Raad
werd; het is de heer Lautenbach, die echter nog geen
25 jaar lid van den Raad is, omdat hij intusschen niet
steeds als Raadslid zitting is blijven nemen. Ik heb ver
der het geheele korps van hoofdambtenaren zien veran
deren en, zooals ik zeg, ook het personeel van den Raad
zien wisselen.