tojateii van Diasdas 1 Juli 1931.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 7 Juli 1931. 97
Tegenwoordig 24 leden, te weten: de heeren Visser,
Lautenbach, Terpstra, Ritmeester, M. Molenaar, Muller,
J. de Boer, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de
heeren Peletier, Dijkstra, B. Molenaar, Westra, Hofstra,
mevrouw Van DijkSmit, de heeren O. F. de Vries,
Hooiring, Botke, IJ. de Vries, Koopal, Tamminga,
Feitsma, Vromen, Oosterhoff en Balk.
Afwezig de heeren Tiemersma, H. de Boer en Wes
terhuis.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van
26 Mei 1931.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van zes leden der commissie tot
wering van schoolverzuim.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan A. Bartels, als
leeraar in de Hebreeuwsche taal aan het Gymnasium.
5. Alsvoren tot overneming van den grond der stoep
voor het perceel Noordvliet no. 459.
6. Alsvoren tot overneming van een strookje grond
en den grond der stoep voor het perceel Kleine Hoog
straat no. 11.
7. Alsvoren tot overneming van den grond der stoep
voor het perceel Groot Schavernek no. 27.
8. Alsvoren tot overneming van strookjes grond
nabij de Bleekerstraat.
9. Alsvoren tot aankoop van de woningen Hoogpad
nos. 10, 12 en 14.
10. Alsvoren tot het verleenen van vergunning aan
D. Kalma en D. Witteveen tot demping van een gedeelte
sloot aan den Mr. P. J. Troelstraweg.
11. Alsvoren in zake wijziging van de overeenkomst,
aangegaan met de N. V. Nederlandsche Thermo-Che-
mische Fabrieken te Amsterdam, ter uitvoering van de
Vieeschkeuringswet en de Veewet, met praeadvies op
adressen betreffende de regeling voor de vergoeding
der huiden van gestorven vee.
12. Alsvoren tot wijziging van de verordening, hou
dende voorwaarden en tarieven voor het verstrekken van
diensten door de Gemeentereiniging (bijlage no. 12).
13. Alsvoren tot vaststelling van eene verordening
tot regeling van de toelating van leerlingen uit andere
gemeenten op de Lagere Avondhandelsschool en den
Gemeentelijken Cursus voor opleiding van bewaar
schoolonderwijzeressen en tot wijziging van de veror
deningen op de heffing en de invordering van school
geld voor dien cursus (bijlage no. 13).
1. De notulen der vergadering van 26 Mei 1931
worden onveranderd vastgesteld.
2. Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten
d.d. 14 April 1.1. tot vaststelling van rooilijnen voor
de bebouwing op een perceel open grond ten Zuiden
van de Delistraat;
d.d. 16 (uni 1.1. tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan het Engelscheplein en verhuring van het kassiers
kantoortje aan de Veemarkt;
b. proces-verbaal van de opneming van kas en
boeken van den ontvanger dezer gemeente;
c. rapporten omtrent de opneming der kassen van
de Gemeentelijke Gasfabriek, het Gemeentelijk Electri-
citeitbedrijf, het bedrijf der Gemeentewerken, het Ge
meentelijk Woningbedrijf en het Gemeentelijk Grond
bedrijf;
d. rapport omtrent de verbrandingswaarde van het
menggas der Gemeentelijke Gasfabriek over het tijdvak
van 3 Alei tot en met 27 Juni 1931.
De stukken sub ad worden voor kennisgeving aan
genomen.
e. schrijven van de Voorzitters der Hoofdstembureaux
in de kieskringen I, 11 en 111 voor de verkiezing van de
leden van den Raad der gemeente Leeuwarden, gelei
dende een afschrift van het proces-verbaal der in art. 92
der Kieswet voorgeschreven zitting;
schrijven van den Voorzitter van het Centraal
Stembureau voor de verkiezing van de leden van den
Gemeenteraad, geleidende een afschrift van het proces
verbaal der zittingen van het Centraal Stembureau, be
doeld in de artt. 104, laatste lid, en 107 der Kieswet,
alsmede van het besluit tot vaststelling van den uitslag
der verkiezing, bedoeld bij art. 97 der Kieswet;
g. schrijven van den Voorzitter voornoemd, dat de
nieuw benoemde Raadsleden hunne benoeming hebben
aangenomen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de stukken
sub eg voor kennisgeving aan te nemen en de geloofs
brieven te stellen in handen der te benoemen commissie
van onderzoek.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
h. adres van E. Boeijenga, betreffende verhuring aan
hem van een gemeentewoning aan het Hollanderhof.
Burgemeester en Wethouders stellen voor dit adres
ter afdoening in hunne handen te stellen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Hofstra: Ik zou naar aanleiding van dit adres
graag van Burgemeester en Wethouders willen hooren,
wat de redenen zijn dat Boeijenga niet bevredigd is in
deze zaak. Zooals wij het adres lezen, dat door hem in
gezonden is, wekt dat een onbevredigende gedachte en
ik zou daarom graag willen, dat Burgemeester en Wet
houders mededeelen, waarom aan het verzoek van
Boeijenga niet is voldaan.
De heer Vromen: Het is mij net gegaan zooals de heer
Hofstra opmerkt en ik begrijp wel, dat er wel een goede
reden zal zijn voor de gevolgde handelwijze, maar ik
vind het dan toch prettig, dat dit dan in het openbaar
wordt gezegd. De kwestie, waarop ik speciaal een ant
woord zou willen hebben, is, dat Boeijenga den wet
houder er van beschuldigt hem op een minder juiste
wijze telkens terug te hebben laten komen. Ik wil wel
aannemen dat het misschien niet zoo zal zijn als
Boeijenga zegt, maar ik acht het toch niet van belang
ontbloot, dat dit dan maar in het openbaar gezegd
wordt.
De heer Muller: Ik zou naar aanleiding hiervan deze
opmerking willen maken. Ik heb het adres ook gelezen
en nu bevreemdt het mij dat niet met den administrateur
van het Woningbedrijf overleg is gepleegd ten opzichte
van deze kwestie, althans, wij merken daar uit de stuk
ken niets van. Ik zou daarom willen vragen: is er ook
een resultaat van de besprekingen met den administra
teur ten opzichte van deze kwestie
De heer O. F. de Vries (wethouder)Ik zou dit willen
zeggen, voornamelijk als antwoord op hetgeen de heer
Vromen heeft gezegd, dat de man zelf nooit bij mij is
geweest. Slechts éénmaal is zijn moeder bij mij geweest,
die toen over het geval heeft gesproken, maar, zooals
gezegd, den man zelf heb ik niet gezien. Toen de moeder
bij mij kwam, wist ik zelf ook niets van de kwestie af;
ik heb daarover later geïnformeerd bij het Woningbe
drijf. Dus, wat dat betreft, is de betrokkene niet door
mij van het kastje naar den muur gestuurd en ik heb ook
gehoord dat dit niet is gebeurd bij het Woningbedrijf.