Virgadng van Dinsdag 1 Win 1931.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1931. 119
Tegenwoordig 27 leden, te weten: de heeren Terpstra,
Ritmeester, Stobbe, Visser, Feitsma, Hettinga, Wiersma,
mevrouw Van DijkSmit, de heeren Van der Schoot,
Dijkstra, De Vries, Peletier, Van der Meulen, Muller,
Van Kollem, Hooiring, Hofstra, De Boer, mevrouw
BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Koopal, Weima,
Botke, Westra, Balk, Oosterhoff, Vromen en B. Molenaar.
Afwezig de heeren M. Molenaar en Westerhuis.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Beëediging van de nieuw inkomende leden, de
heeren A. P. Balk, J. de Boer, G. Botke, mevrouw H. C.
BuismanBlok Wijbrandi, mevrouw B. J. van Dijk
Smit, de heeren L. Dijkstra. J. A. Feitsma, Tj. Hettinga,
Th. Hofstra, IJ. G. Hooiring, M. van Kollem, P. A.
Koopal, Mr. A. A. M. van der Meulen, B. Molenaar,
M. Molenaar, J. Muller, J. Oosterhoff, H. J. Peletier,
G. Ritmeester, K. van der Schoot, T. Stobbe, F. Terpstra,
M. Visser, O. F. de Vries, M. Vromen, E. Weima, P. B.
Westerhuis, P. F. J. Westra en J. Wiersma.
2. Benoeming van vier wethouders.
3. Mededeelingen en rapporten.
4. Verdeeling van den Raad in sectiën.
5. Benoeming van vier leden der commissie voor de
Openbare Werken.
6. Alsvoren van vier leden der commissie voor de
Gemeentereiniging.
7. Alsvoren van vier leden der commissie voor de
Gemeentelijke Lichtfabrieken.
8. Alsvoren van vier leden der Financiëele commissie.
9. Alsvoren van vier leden der commissie voor het
ontwerpen van strafverordeningen.
10. Alsvoren van vier leden der commissie voor de
Gemeentelijke bewaarscholen.
11. Alsvoren van drie leden der commissie voor het
onderzoek der gemeenterekening, dienst 1930.
12. Alsvoren van drie Raadsleden tot leden der
commissie, bedoeld bij artikel 6, 2e lid, der verordening
regelende het Georganiseerd Overleg.
13. Benoeming van tijdelijk onderwijzend personeel
aan de Middelbare Avondhandelsschool.
14. Alsvoren van een onderwijzer aan de school
voor uitgebreid lager onderwijs (gemeenteschool no. 4).
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overplaatsing van Th. Schaafsma, onderwijzer aan ge
meenteschool no. 10a naar gemeenteschool 10b.
16. Alsvoren tot aanvaarding van een door de Com
missie voor Beurs en Waag gedane schenking van drie
monumentale bronzen deuren ten behoeve van het Beurs
en Waaggebouw.
17. Alsvoren tot straataanleg op terreinen ten Zuid
westen van den Mr. P. J. Troelstraweg en ten Noord
westen van de Leeuwrikstraat, tot beschikbaarstelling
van gelden daarvoor en tot vaststelling van rooilijnen.
18. Alsvoren tot het verstrekken van gelden aan het
Bestuur der Vereeniging tot stichting en instandhouding
van eene of meer kweekscholen ter opleiding van onder
wijzers en onderwijzeressen aan Christelijke scholen,
alhier, voor het aanschaffen van leermiddelen voor zijne
scholen aan de Margaretha de Heerstraat no. 2.
Beëediging van de nieuw inkomende leden de
heeren A. P. Balk, J. de Boer, G. Botke, Mevrouw H.
C. BuismanBlok Wijbrandi, Mevrouw B. J. van
DijkSmit, de heeren L. Dijkstra, J. A. Feitsma, Tj.
Hettinga, Th. Hofstra, IJ. G. Hooiring, M. van Kollem,
PA. Koopal, Mr. A. A. M. van der Meulen, B.
Molenaar, M. Molenaar, J. Muller, J. Oosterhoff, H. J.
Peletier, G. Ritmeester, K. van der Schoot, T. Stobbe,
F. Terpstra, M. Visser, O. F. de Vries, M. Vromen,
E. Weima, P. B. Westerhuis, P. F. J. Westra en
J. Wiersma.
De aanwezige nieuw inkomende leden worden door
den Voorzitter beëedigd en leggen daartoe in zijne
handen de eeden of beloften, bedoeld bij art. 45 der
Gemeentewet, af.
De eeden worden achtereenvolgens afgelegd door: de
heeren Terpstra, Ritmeester, Stobbe, Visser, Feitsma,
Hettinga, Wiersma, mevrouw Van DijkSmit, de heeren
Van der Schoot, Peletier, Van Kollem, Hofstra, Weima,
Westra, Balk, Oosterhoff en Vromen.
De beloften worden achtereenvolgens afgelegd door
de heeren Dijkstra, De Vries, Van der Meulen, Muller,
Hooiring, De Boer, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi,
de heeren Koopal, Botke en B. Molenaar.
De Voorzitter: Thans, nu voor U de formaliteiten
vervuld zijn, om definitief als Raadsleden te kunnen
optreden, wil ik beginnen met U geluk te wenschen,
voor een gedeelte, omdat gij zijt herkozen en voor het
andere deel als nieuwe leden, waarvan wij er enkele
ook reeds vroeger hier hebben gezien.
Wij gaan nu een nieuwe vierjarige periode in en het
is gebruik, om bij het begin daarvan iets te zeggen.
Ik wil dat ook nu doen, maar ik zal daarin zeer kort zijn,
want eerlijk gezegd denk ik, dat deze woorden op het
verloop van zaken betrekkelijk weinig invloed zullen
hebben. Ik zou dan dit willen zeggen. Behartig bij Uw
werk hier, in overeenstemming met den eed of de belofte,
die gij zoopas hebt afgelegd, naar vermogen en beste
weten de belangen van Leeuwarden; houdt de discussies,
zooals ze hier altijd geweest zijn, in een aangenamen
toon men mag dan misschien eens een oogenblik
iets scherp zijn, maar men kan den toon toch prettig
houden én streef er naar dat de onderlinge samen
werking zal blijven bestaan, opdat wij, zooals wij hier
zijn, als Raad en als college van Burgemeester en Wet
houders, de belangen dezer gemeente tezamen zullen
kunnen behartigen.
2. Benoeming van vier wethouders.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Terpstra: Mijnheer de Voorzitter. Als oudste
lid van den Raad en tegelijkertijd als z.g. voorzitter van
een van de kleinste fracties in dezen Raad, ben ik namens
de leden van de fractie van den Vrijheidsbond en die
van de Anti-revolutionnaire en Christelijk-Historische
fracties gemachtigd, vóór deze stemming een verklaring
af te leggen. Mijnheer de Voorzitter, die verklaring luidt
als volgt
Naar bekend is geworden zijn door de Sociaal-Demo
cratische en de Roomsch-Katholieke Raadsfracties met
medewerking van de Vrijzinnig-Democratische Raads
fractie, tezamen vormende de meerderheid van de leden
van dezen gemeenteraad, besprekingen gehouden, die
tengevolge zullen hebben, dat de wethouderszetels alle
door vertegenwoordigers van deze fracties zullen worden
bezet.
Hierbij zijn geen pogingen gedaan om overleg te
plegen met de Anti-revolutionnaire, de Vrijheidsbond-
sche en de Christelijk-Historische Raadsfracties, zoodat
deze feitelijk van eiken invloed op de verkiezing van
de wethouders zijn uitgesloten.
Deze handelwijze miskent niet alleen de staatsrechte
lijke beteekenis van het college van Burgemeester en
Wethouders en de positie van den Raad als besturend
orgaan van de gemeente, maar schendt op de meest
krasse wijze de rechten van een belangrijk deel van de
Raadsleden.
Het college, dat op deze wijze gevormd staat te