260 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 14 December 1931. Voortzetting der vergadering op Dinsdag 15 December 1931. hetzij daarmee voor goed op te houden, hetzij bij den Raad te komen met een voorstel om de betrekkelijke verordening aldus te wijzigen. Dat is de geheele on schuldige zaak, zooals die er ligt; een belangrijke aan gelegenheid ligt daaraan dus niet ten grondslag Ik geloof dat de Raad goed zal doen, Burgemeester en Wethouders nu eenvoudig deze proef maar te laten uitkienen, opdat zij straks met een goed gemotiveerd voorstel bij den Raad kunnen komen. Ik kom nu tot den heer Hofstra. Deze heeft er Bur gemeester en Wethouders een grief van gemaakt, dat door hen niet voor 1 Juli is geantwoord op de vragen, die door hem zijn gesteld bij de vorige begrootings- debatten ten aanzien van de winst, gemaakt op het enkel tarief, en of dit daarom niet voor verlaging in aanmerking komt. Ik geloof dat de heer Hofstra hier ten onrechte een grief heeft; immers, dezerzijds is hem het vorig jaar ge antwoord, dat zijn berekeningen niet onmiddellijk te achterhalen waren, maar oogenschijnlijk niet op een juiste praemisse schenen te berusten, doch dat Burge meester en Wethouders gaarne in den loop van 1931 j zouden willen overwegen of en in hoeverre verlaging van dit tarief mogelijk zou zijn. En hetgeen nu omtrent deze aangelegenheid van het electriciteitstarief is ge zegd in de Memorie van Antwoord, moet beschouwd worden als het resultaat van de overwegingen, die Bur gemeester en Wethouders hebben gehouden over de beschouwingen van den heer Hofstra De heer Van der Schoot: Dat is mager De heer Westra (wethouder): en dat is nu weer iets anders. De heer Van der Schoot merkt opdat is mager, maar ik hoop nader uiteen te zetten, hoe dat gegaan is. Te 3.50 uur nam. wordt de vergadering geschorst. Te 4.10 uur nam. wordt de vergadering voortgezet. De Voorzitter wil thans eerst vragen of de Raad er iets voor voelt om heden avond te vergaderen. Het voorstel om heden avond wel te vergaderen, wordt met 14 tegen 13 stemmen verworpen. Voor stemmen: de heeren De Vries, De Boer, Visser, Ritmeester, Weima, Van Kollem, mevrouw Van Dijk— Smit, de heeren Westerhuis, Botke, Van der Meulen, Peletier, Westra en Hettinga. Tegen stemmen de heer Terpstra, mevrouw Buis man—Blok Wijbrandi, de heeren Van der Schoot, Stobbe, Dijkstra, Hofstra, Wiersma, Koopal, Feitsma, Hooiring, Oosterhoff, B. Molenaar, Muller en Balk. De algemeene beschouwingen over de ontwerp- begrootingen worden voortgezet. De heer Westra (wethouder) De electriciteits- tarieven worden sterk beheerscht door het feit, dat de verwekte energie niet kan worden bewaard, maar moet worden gebruikt op het moment der verwekking, of juister zou men het misschien omge keerd kunnen uitdrukkendat de verwekking moet plaats vinden als de energie gebruikt moet worden. De capaciteit van een centrale en van het distributienet wordt dus niet bepaald door de totale energie-afname, maar meer door de hoogste belasting. Waar nu het tijdstip der hoogste belasting beperkt wordt binnen vrij enge grenzen, daar is het duidelijk, dat de energie, af genomen binnen die grenzen, voor duurder tarief in aanmerking komt dan de energie, die uitsluitend buiten deze grenzen wordt betrokken. Verder moet bij de beoordeeling der tarieven voor electrische energie rekening gehouden worden met den historischen groei van het bedrijf, hetzij dat het een productie- hetzij dat het een distributiebedrijf is, wat ten slotte op hetzelfde neer komt, omdat toch bij een distributiebedrijf, zooals wij hier hebben, in de inkoop prijzen de factoren van de productie tot uitdrukking komen. De historie nu wijst er op, dat de basis voor de tarieven is geweest de afname van energie voor ver lichting, dus d. w. z. de energie-afname, die sterk beïn- fluenceerde de hoogste belasting. Hieruit is dus logisch het enkel tarief voortgekomen. Waar reeds onmiddel lijk bleek, dat voor beduidende gebruikers buiten spits tijd belangrijke reductie kon worden verleend, ontstond het dubbel tarief en voor groote afnemers, zoowel in als buiten spitstijd, het speciale tarief. Nu is op al deze tarieven ook vooral van invloed de marktpositie voor de energie ten aanzien van het doel. waarvoor deze moet worden benut. Zoo moet voor lichtdoeleinden rekening gehouden worden met de con currentie met andere lichtbronnen. Voor krachtdoel einden en vooral voor groot-afname dient terdege reke ning gehouden met de concurrentie van gasmotoren en stoominstallaties, dus vaste brandstof, terwijl ook voor sommige bedrijven de prijs zeer laag moet worden ge steld, omdat deze anders tot zelfproductie kunnen over gaan. Nu spreekt van vanzelf dat, het bedrijf eenmaal be staande. wanneer een nieuwe grootverbruiker buiten spitstijd zich aanmeldt, de vraag wordt overwogen, tegen welken prijs bij den bestaanden toestand levering nog winstgevend blijft en dat deze vraag, indien dit noodig is, mede van invloed is op de prijsbepaling. Deze omstandigheid brengt altijd mee, dat gemakkelijk eenig verschil ontstaat en dat eigenlijk eenige onbillijkheid optreedt ten opzichte van verschillende afnemers, maar dat kan nooit geheel worden vermeden. Met het oog op de capaciteit van het distributienet is van groot belang de vraag, of de afnemer van een bepaald kwantum gedurende korten tijd en tot hoog vermogen energie afneemt of gedurende langer tijd een lager vermogen. Ook deze factor dient dus bij de prijs bepaling van invloed te zijn. Het zal U nu wel duidelijk worden, dat bij een der gelijke dooreenmenging van allerlei factoren, die op de verschillende tarieven van invloed zijn, het niet aan gaat, met juistheid te berekenen, welke winst het eene en welke het andere tarief laat. Waar dit niet mogelijk is, daar kan de heer Hofstra dan ook niet bewijzen, dat de winst bijna uitsluitend uit het enkel tarief komt en anderen kunnen evenmin bewijzen, dat de winst hoofd zakelijk uit de speciale tarieven komt. Burgemeester en Wethouders zullen niet trachten een van beide bewe ringen te ontzenuwen, want ten slotte ligt deze beoor deeling wel eenigszins aan de wijze, waarop men de verschillende tarieven beziet. Wel staat dit vast, dat wanneer men per se een deel der winst wil benutten om den stroomprijs te verlagen, daarvoor niet op de eerste plaats die tarieven in aan merking komen, waarop de factor der marktpositie reeds een zeer neerdrukkenden invloed heeft uitgeoe fend. Dat zijn i. c. dus de zeer speciale tarieven, waarbij tegen zeer lagen prijs geleverd wordt in concurrentie met eigen installatie, enz. Wel kan beoordeeld worden of in verband met de verhouding in andere steden van ongeveer gelijken omvang er tarieven zijn, die bij die vergelijking een ongunstige uitzondering maken, in welk geval valt te overwegen, om die tarieven op de eerste plaats voor verlaging in aanmerking te brengen, indien althans daar ook overigens behoorlijke motieven voor zijn aan te voeren. Nu ben ik persoonlijk steeds van meening geweest dat de winst op het Electriciteitbedrijf op zich een ver laging van enkel tarief, dubbel tarief en in verband daarmede van het piektarief wettigt. Vroeger was dit een vrij gemakkelijke zaak, toen was het mogelijk het mindere winstbedrag, gevolg der prijsverlaging, te Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 14 December 1931. 261 Voortzetting der vergadering op Dinsdag 15 December 1931. vinden door verhooging van de vermenigvuldigings factor der inkomstenbelasting. Of de Raad daaraan wilde, was natuurlijk een andere vraag, maar technisch was het zeer gemakkelijk. Thans, sedert de nieuwe verhoudingswet tusschen Rijk en gemeenten, is men beperkt in de heffing der opcenten op de Gemeente fondsbelasting en zal dus eventueele winstderving moeten worden vervangen door de eene of andere nieuwe belasting, die alle hunne eigenaardige bezwaren hebben. Ik denk hierbij aan een straatbelasting, een zakelijke bedrijfsbelasting en dergelijke belastingen, die er bestaan. Er is dus op dit oogenblik geen geld beschikbaar om een beteekenende prijsverlaging van de electrische energie door te voeren. Toch zijn Burgemeester en Wethouders tegemoet willen komen aan de verlangens van hen, die meenen dat de gebruikers van enkel tarief wel eenigszins te veel betalen. Uit de uiteenzetting, die ik ook zooeven heb gegeven, kan U duidelijk zijn. dat het enkel tarief, geldend voor verlichting, terecht het hoogste tarief is, in zooverre n..l dat binnen de spitsuren wordt afge nomen en deze afname van grooteren invloed is op de hoogste belasting. Maar voor zoover buiten de spitsuren energie wordt afgenomen, moet worden toe gegeven, dat dit tarief daarvoor te hoog is. Daarom is indertijd het piektarief ingevoerd, dat er in voorziet dat energie, buiten spertijd afgenomen, tegen zeer lagen prijs wordt verstrekt. Maar dit heeft weer een ander bezwaar, want de verschillen zijn voor kleine gebruikers uiterst gering, omdat ten slotte de weinige energie, die door kleine gebruikers buiten spitstijd wordt afgenomen, van zeer kleine beteekenis is en dit is oorzaak, dat de hoogere meterhuur, die voor piek- meters moet gelden als gevolg van den hoogen prijs van de piekmeters, in vele gevallen de besparing weer opheft. Dit piektarief is oorspronkelijk alleen ingesteld voor huishoudelijk gebruik, omdat bij algemeene toepassing het ter vervanging van dubbel tarief zou worden ge nomen, wat voor het bedrijf een te schadelijk gevolg zou hebben. Later is het ook voor winkeliers ter be schikking gesteld, mits de winkelier werd beperkt in de keuze der piekgrens, zóó, dat zijn voordeel tot 10 bespraing op den ouden toestand bij gelijke afname be perkt bleef, waardoor dus de mogelijkheid ontstond, voor zoover hij aan het verbruik van electrische energie uitbreiding gaf, ook nog daardoor weer een belangrijke besparing te krijgen. Nu ligt het in het voornemen om eenerzijds de meter- huur voor piekmeters te verlagen, waardoor voor parti culieren het piektarief meer voordeel boven het enkel tarief zal geven, omdat vrijwel ieder dan in de gelegen heid komt, om het bezwaar, dat voor electrische energie, die buiten spitstijd wordt afgenomen, werkelijk te veel wordt betaald, opgeheven te krijgen, door in plaats van een gewonen meter een piekmeter te nemen, waarbij men in de gelegenheid zal zijn om alle energie over den piekmeter tegen een lageren prijs te krijgen; anderzijds ligt het in de bedoeling dat voor de winke liers, die geen krachtmotoren van eenig belang in werking hebben, de belemmering ten aanzien van de keuze der piekgrens zal worden weggenomen, waar door ook voor hen een lagere doorsnee-stroomprijs kan worden verkregen. Dit zijn voorzieningen, die kunnen worden getroffen binnen het raam van het tegenwoordige winstcijfer, omdat deze prijsvermindering vermoedelijk een grootere afname ten gevolge zal hebben. Er is hier ook gesproken over de tarieven in ver gelijking met die in andere plaatsen. Er is juist dezer dagen een boekje in het licht gekomen, uitgegeven door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Delft, waarin door een speciale commissie daarover een uit voerig rapport is uitgebracht, n.l. over de verhouding van de verschillende tarieven in 33 verschillende be langrijke plaatsen in Nederland, waarbij Amsterdam is uitgeschakeld. In die 33 plaatsen zijn denkbeeldige bewoners genomen van een zeker type huis, door wie in die plaatsen electrische stroom werd afgenomen onder dezelfde bepalingen en waarbij door hen gebruik werd gemaakt van het meest gunstige tarief, dat in de plaats hunner inwoning wordt beschikbaar gesteld voor hun speciale woning. Nu blijkt daaruit, dat Leeu warden van boven af bij die tarieven ongeveer op de 6e plaats staat en dus, beginnende bij de laagste ta rieven, ongeveer op de 24e, 25e of 26e plaats komt. In zooverre zijn wij dus hier tamelijk aan den hoogen kant, maar dat ligt hieraan, dat bij dat overzicht geen rekening is gehouden met het hier bestaande piektarief, maar dat men is uitgegaan van de veronderstelling een theorie, die heelemaal niet opgaat dat hier zou worden gebruik gemaakt van het dubbel tarief. Er zijn hier echter heel weinig particulieren, die daarvan ge bruik maken, maar theoretisch zou het mogelijk zijn, daardoor den stroom iets goedkooper te krijgen, hoewel dat overigens voor elke woning maar een halve cent zou uitmaken. Daar staat tegenover, dat men ook in alle plaatsen een winkelier heeft laten wonen, en ook daarbij werd geacht dat gebruik werd gemaakt van het dubbel tarief, ook alweer, omdat men ten opzichte van het piektarief geen vergelijking had - want Leeuwarden is de eenige plaats, waar daarbij de tariefberekening op deze wijze bestaat en omdat men tot de ontdekking kwam, dat bij de geldende hooge meterhuur het piektarief hier geen voordeel gaf boven het dubbel tarief. Maar, zoo vermeldt het boekje, als men in aanmerking neemt het gebruik van verschillende electrische voor werpen buiten spertijd, dan geeft het piektarief direct voordeel en dan komt daarmee Leeuwarden direct in een gunstiger positie. Als wij nu naar de winkeliers zien in de verschillende plaatsen, dan blijkt, dat Leeuwarden voor alle drie typen de op één na hoogste of de allerhoogste plaats inneemt, dus dat voor de winkeliers hier de tarieven het hoogst zijn. Het ligt dan ook in de lijn in het boekje wordt daar ook over gesproken en er is geen enkele winkelier betrokken bij het rapport, dat is uit gebracht, zoodat dit dus wel objectief is om de win keliers, die groote klanten zijn van het Electriciteit bedrijf, omdat zij tamelijk wat stroom afnemen en intensief gebruik maken van het distributienet, tegen een lageren prijs te bedienen. Het ligt dan ook alleszins in de reden om juist thans het piektarief voor de win keliers te vergemakkelijken, wat dan Leeuwarden op een juistere plaats zal brengen. Het uitbreiding geven aan het piektarief, door de meterhuur te verlagen en door voor de winkeliers een vrije piekgrenskeuze mogelijk te maken, zal toch aan Leeuwarden een gun stiger plaats geven op de vergelijkende lijst van 33 steden, waar een onderzoek heeft plaats gehad. Ik meen hiermee den heer Hofstra voldoende te hebben beantwoord. Thans rest mij nog om nog even te antwoorden op de opmerkingen van den heer Terpstra, die in de eerste plaats de vraag heeft gesteld of in vergelijking met de 700 werklieden, die in Amsterdam bij de Gasfabrieken werkzaam zijn, te Leeuwarden een aantal van 80 werk lieden niet te groot is. Ik kan den heer Terpstra mede- deelen, dat dit aantal in Leeuwarden niet te groot is. Door de Gasfabriek wordt nog vrij geregeld gebruik gemaakt van losse krachten, wat een bewijs is, dat men af en toe daar nog werkkrachten te kort komt. Het aantal werklieden is hier dus niet te groot. Verder meen ik, dat een vergelijking met Amsterdam niet geheel opgaat, omdat daar het bedrijf vrij zeker meer gemechaniseerd is dan hier. Dat wil niet zeggen, dat het daar gunstiger werkt; wij hebben hier een bui tengewoon gunstige gasprijs en het zou de vraag zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1931 | | pagina 37