REGISTER van het AANHANGSEL der bijlagen tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad van Leeuwarden 1932. Vergadering van Dinsdag 19 Januari 1932. Schriftelijk door Burgemeester en Wethouders beantwoorde vragen. OMSCHRIJVING. Van der heer van der Schoot omtrent de gegeven toestemming tot het innemen van een stand plaats op gemeentelijk terrein door het circus Sarrasani. Van den heer M. Molenaar omtrent den toestand van het afzonderlijke, aan het Rijk toebehoo- rende, uitbouwsel op de Oldehove. Van den heer Weima in zake den toestand van de boerderij ,,Kleyenburg Van den heer Dijkstra betreffende de gemeentelijke radiodistributie. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Januari 1932. 1 Tegenwoordig 27 leden, te weten: de heeren Dijkstra, Koopal, Stobbe, Visser, M. Molenaar, De Vries, Rit meester, Hooiring, Hofstra, Terpstra, Muller, De Boer. Van der Schoot, Wiersma, Hettinga, Westra, Balk, Peletier, Feitsma, mevrouw Van Dijk—Smit. de heeren Weima, Botke. Van Kollem, B. Molenaar, Oosterhoff, Van der Meulen en Vromen. Afwezig mevrouw Buisman Blok Wijbrandi. Eén vacature. Voorzitterde heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. Te behandelen punten 1. Mededeelingen en rapporten. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan L. Algera als tijdelijk leeraar in het Duitsch aan de Lagere Avond handelsschool. 3. Benoeming van twee leden der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs wegens perio dieke aftreding van de heeren J. Bekius en W. C. C. ten Veldhuys. 4. Alsvoren van een tijdelijk leeraar in het Duitsch aan de Lagere Avondhandelsschool. 5. Alsvoren van een onderwijzeres aan de school voor Buitengewoon Lager Onderwijs. 6. Alsvoren van een onderwijzeres aan gemeente school no. 11 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Bildtsche- straat aan G. P. Kamphuis en A. Tolsma. 8. Alsvoren tot overneming van den grond der stoepen, gelegen voor de perceelen Nieuweburen nos. 39 en 41. 9. Alsvoren in zake wijziging van de zekerheid stelling, ten behoeve der gemeente gesteld door den vorigen gemeente-ontvanger W. A. van Sloterdijck. 10. Alsvoren tot het verleenen van vergunning aan W. en L. Geveke tot straataanleg op terreinen ten Noorden van de Oeverdwarsstraat en tot beschikbaar stelling van gelden voor straataanleg aldaar, enz. 11Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden voor verbouwing van de school voor uitgebreid lager onderwijs (gemeenteschool no. 4). 12. Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemde lid van den Raad, den heer J. Turksma. 13 (aan de agenda toegevoegd). Voorstel van Bur gemeester en Wethouders om voorloopig een bedrag van 1500.— beschikbaar te stellen voor het Plaatselijk Crisiscomité. 1. Wordt medegedeeld a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten d.d. 15 Juli 1930, 1 September en 3 November 1931 be treffende vaststelling van rooilijnen op het terrein tusschen de Leeuwrikstraat en den Stienserweg. 14 December 1931 betreffende het waarborgen van renten en aflossingen van geldleeningen, aan te gaan door de N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden; 29 December 1931 tot verhuring van weiland nabij den Harlingertrekweg; de ontvangst hebben bericht van het Raadsbesluit d.d. 14 December 1931 tot vaststelling van een ver ordening op de slaapsteden; hebben verdaagd hunne beslissing in zake de goed keuring der begrootingen voor de gemeente en hare bedrijven, dienst 1932; b. schrijven van den Voorzitter van het Hoofd stembureau voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad, geleidende een afschrift van het besluit waarbij de heer J. Turksma benoemd is verklaard tot lid van den Gemeenteraad, vacature-P. B. Westerhuis: c. bericht van den Voorzitter voornoemd, dat de heer J. Turksma zijn benoeming tot lid van den Ge meenteraad heeft aangenomen: d. bericht van dr. P. C. Römer dat hij de benoeming tot lid der Commissie van beheer over het Stads ziekenhuis aanneemt. De mededeelingen sub fl—cl worden voor kennis geving aangenomen. e. schrijven van P. de Vries Jzn. waarbij hij ver zoekt hem met ingang van 1 September e.k. eervol ontslag te verleenen als schoolarts dezer gemeente. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om praeadvies. adres van J. Soldaat betreffende de opzegging van de huur der gemeentelijke woning Hollanderhof no. 19. Wordt ter afdoening in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld. g. adres van het bestuur van het Nederlandsch Instituut van Architecten om den gemeente-ambtenaren niet toe te staan, bouwkundige werkzaamheden voor particulieren te verrichten enz. Wordt voorgesteld dit adres voor kennisgeving aan te nemen, als hebbende geen betrekking op deze gemeente. De beraadslagingen worden geopend. De heer Peletier: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven om over dit adres te praeadviseeren. Ik wil niet beweren dat er hier misschien zoo heel veel aanleiding toe is, maar op het oogenblik kan de Raad niet be- oordeelen hoeveel reden er is gegeven tot het uiten van deze klacht. Het komt mij voor dat deze zaak van genoegzaam belang is, om den Raad daarover te laten oordeelen, maar de Raad kan daarover niet eerder oordeelen dan dat Burgemeester en Wethouders hem hebben voorgelicht en daarom zou ik het zeer op prijs stellen, wanneer Burgemeester en Wethouders hierover zouden willen praeadviseeren. De Voorzitter: Ik kan daarop dit antwoorden, dat ik, eigenlijk gezegd, niet weet, welke voorlichting Burge meester en Wethouders aan den Raad zouden moeten geven. Er wordt hier door het bestuur van het Neder landsch Instituut van Architecten in een brief, die blijkbaar aan meerdere gemeenten is gezonden, ge vraagd, om de gemeente-ambtenaren geen bouwkundige werkzaamheden voor particulieren te laten doen. Bur gemeester en Wethouders zouden nu alleen in het praeadvies kunnen zetten, dat dit bij het Ambtenaren reglement reeds verboden is en dat dit schrijven dus niet op deze gemeente van toepassing is. De heer Peletier: Mag ik dan aannemen dat dit hier niet voorkomt Dan is praeadvies ook niet noodig, maar dan hebben wij nu in ieder geval een toelichting. De Voorzitter: Er staat in art. 13 van het Ambte narenreglement dat de gemeente-ambtenaar en niet alleen de bouwkundige ambtenaren niet iets anders mogen doen, tenzij Burgemeester en Wethouders van het daar bepaalde sub a en d ontheffing verleenen. Gesteld dus dat hier een bouwkundig ambtenaar was. die dat zou willen, dan zou hij daarvoor vergunning van Burgemeester en Wethouders moeten hebben en voor zoover mij bekend is dat nooit gevraagd en derhalve ook nooit gegeven. De heer Peletier: Dan kan ik er onder deze omstan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1932 | | pagina 1