44 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 Maart 1932.
nemen, dan zal daar automatisch uit volgen, dat het
pand weer opnieuw verhuurd moet worden. De zaak
komt dus hier op neer: het voorstel van Burgemeester
en Wethouders is om dit pand voor 3 jaar te verhuren
voor 400.— per jaar, de heer Van Kollem stelt voor
om het voor 1 jaar te verhuren voor 400.— en de
heer Va nder Schoot doet het voorstel, ongeveer gelijk
luidend als dat van den heer Turksma, om het pand
thans niet te verhuren. Het lijkt mij nu het beste om
eerst het voorstel van Burgemeester en Wethouders in
stemming te brengen en, als dit wordt verworpen, het
voorstel van den heer Van Kollem, terwijl, wanneer dat
ook wordt verworpen. Burgemeester en Wethouders
het pand automatisch weer te huur zullen moeten aan
bieden.
De heer De Vries (wethouder): Mijnheer de Voor
zitter, de heer Turksma heeft gezegd, dat wij niet een
bepaald systeem hebben gevolgd bij het verhuren van
deze woning, maar wat hij op het oogenblik voorstelt,
is precies hetzelfde systeem, dat wij hebben gevolgd.
Ik weet niet precies hoeveel advertenties er zijn ge
plaatst, maar ik weet wel, dat er op de afdeeling Alge-
meene Zaken ongeveer 15 biljetten zijn afgehaald voor
die woning. Daaruit blijkt dus, dat het wel voldoende
bekend is geworden.
De beraadslagingen worden gesloten,
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt
met 18 tegen 10 stemmen verworpen.
Voor stemmen: de heeren Westra, Feitsma. Wiersma,
De Boer. Hettinga. Oosterhoff, Buiel. De Vries, Pele-
tier en Weima.
Tegen stemmen de heeren Terpstra, Botke, Balk,
Van der Schoot, Hofstra, mevrouw Van Dijk Smit, de
heeren M. Molenaar, Koopal, Ritmeester, B. Molenaar,
Van der Meulen, Muller, Stobbe, Van Kollem, Dijkstra,
Hooiring, mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi en de
heer Turksma.
Het voorstel van den heer Van Kollem, luidende
..Ondergeteekende stelt voor de bovenwoning Ka
naalstraat no. 2 aan G. du Bois te verhuren voor den
tijd van één jaar,"
wordt met 20 tegen 8 stemmen aangenomen.
Voor stemmen: de heeren Terpstra, Botke, Westra,
Balk, mevrouw Van Dijk Smit, de heeren M. Mole
naar, Koopal. De Boer, Hettinga, B. Molenaar, Van
der Meulen. Muller, Oosterhoff, Buiel, Stobbe, Van
Kollem, De Vries, Peletier, Dijkstra en Hooiring.
Tegen stemmen: de heeren Van der Schoot, Hofstra,
Feitsma. Wiersma, Ritmeester, Weima. mevrouw Buis
man—Blok Wijbrandi en de heer Turksma.
Het voorstel van den heer Turksma, ondersteund
door den heer Van der Schoot, is hiermede vervallen.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming in eigendom van de thans voor ijsbaan be
stemde perceeleti nabij de Bleekerstraat van de Konink
lijke Vereeniging „De IJsclub" te Leeuwardenzoomede
van grond ten Noorden van de Oude Meer.
Dit voorstel luidt als volgt
In aansluiting aan de besprekingen, welke in Uwe
vergadering van 3 November 1931 werden gehouden
aan de hand van onze schriftelijke uiteenzetting van
22 October 1931, hebben wij de eer U mede te deelen,
dat de Directie van de Koninklijke Vereeniging ,,De
IJsclub", alhier, zich thans tot ons heeft gewend met
een voorstel tot overneming van gronden door de ge
meente in verband met den aanleg van een nieuwe
ijsbaan.
Zooals U bekend is, zijn bij de Vereeniging plannen
aanhangig tot het aanleggen van een nieuwe baan, die
aanmerkelijk grooter is dan de tegenwoordige en die
voldoet aan de eischen, welke voor belangrijke wed
strijden worden gesteld. Daartoe heeft zij zich de be
schikking verzekerd over de kadastrale perceelen
Sectie E nos. 205, 3395, 3396 en 207, gelegen ten Noor
den van de Oude Meer in de onmiddellijke nabijheid
van de tegenwoordige ijsbaan. Met het oog op de om
standigheid, dat over deze perceelen een hoofdverkeers
weg is geprojecteerd, kunnen zij niet geheel voor het
doel van de Vereeniging worden gebruikt, doch moeten
de Noordelijke gedeelten worden vrijgehouden.
Ten einde de uitvoering van hare plannen tot ver
betering mogelijk te maken, wenscht de Vereeniging de
oude ijsbaan, alsmede de overbodige gedeelten van het
nieuwe terrein, van de hand te doen. In verband hier
mede doet de Directie van de Vereeniging in haar
hierbij overgelegd schrijven het voorstel om de oude
ijsbaan in vrijen eigendom aan de gemeente over te
dragen voor den prijs van 40.000. o. m. onder
voorwaarde, dat de gemeente eveneens overneemt de
Noordelijke gedeelten van de perceelen, waarop de
nieuwe baan zal worden aangelegd, tegen den prijs van
0.65 per M2. Uit een nader schrijven blijkt, dat de
ledenvergadering der Vereeniging zich met algemeene
stemmen met het voorstel heeft vereenigd.
De hiervoor genoemde prijzen zijn behoudens wat
betreft de kosten van overdracht van het oude ijsbaan-
terrein gelijk aan die, waarvoor Uwe Vergadering
zich tegenover de Commissie voor een nieuwe ijsbaan
bereid heeft verklaard de terreinen voor de gemeente
aan te koopen. Ook de overige voorwaarden, welke de
Directie aan haar voorstel verbindt, stemmen zakelijk
vrijwel geheel overeen met de in onze uiteenzetting van
22 October 1931 opgenomen bepalingen. Uit een oog
punt van welstand achten wij het evenwel wenschelijk
de door de Directie voorgestelde voorwaarde ten aan-
•zien van de afscheiding van het terrein aan te vullen
met de bepaling, dat de te plaatsen afscheidingen, wat
het uiterlijk aanzien betreft, ten genoegen van ons Col
lege moeten zijn.
Voorts hebben wij, ter voorkoming van moeilijk
heden bij de uitgifte in erfpacht van de over te nemen
terreinen, de bepaling betreffende de beplanting langs
de grenzen van de nieuwe ijsbaan in dien zin gewijzigd,
dat het aanbrengen van houtopstanden binnen den in
het Burgerlijk Wetboek voorgeschreven afstand slechts
geoorloofd is, indien de beplanting niet hooger dan 4
Meter is.
Overigens achten wij de voorwaarden aannemelijk
voor de gemeente, zoodat naar onze meening thans to:
de definitieve transactie kan worden overgegaan.
Op grond hiervan geven wij U, onder overlegging
der stukken, derhalve in overweging
van de Koninklijke Vereeniging ,,De IJsclub" te
Leeuwarden in vrijen eigendom over te nemen, de thans
als ijsbaan in gebruik zijnde perceelen kadastraal be
kend gemeente Leeuwarden, Sectie E nos. 1585, 1841
en 3676, ter gezamenlijke grootte van 3.28.35 H.A.
voor een prijs van 40.000. zulks onder de volgende
voorwaarden
1. de aan de overdracht verbonden kosten komen
ten laste van de gemeente;
2. de betaling van de koopsom geschiedt bij de aan
vaarding van het terrein, welke op een nader overeen
te komen datum zal worden vastgesteld;
3. de op het terrein staande getimmerten blijven
eigendom van de Vereeniging; zij moeten binnen een
maand na de aanvaarding van het terrein zijn verwij
derd;
4. de gemeente neemt de Noordelijke gedeelten van
de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden,
Sectie E nos. 205, 3395, 3396 en 207, zooals deze in
groene arceering zijn aangegeven op de bijbehoorende
teekening, gemerkt „bij 3021 van '31" en volgens de
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 Maart 1932. 45
grootte zooals deze na afbakening der grenzen zullen
blijken te bezitten, van de tegenwoordige eigenaren dier
perceelen in vrijen eigendom over tegelijk met den aan
koop van de overige gedeelten van die perceelen door
de Vereeniging, en wel
de gedeelten van de kadastrale perceelen nos. 207,
3395 en 3396 tegen 0.71 per M2. en het gedeelte van
het perceel no. 205 tegen 0.80 per M2; het bedrag,
dat de koopprijs van deze gedeelten meer bedraagt dan
0.65 per M2. zal de Vereeniging ter beschikking van
de gemeente stellen;
de kosten van deze overdracht komen voor rekening
van de gemeente voor zooveel betreft de door haar
over te nemen gedeelten;
5. wanneer de Vereeniging te eeniger tijd voor
nemens is de door haar over te nemen gedeelten van
de onder 4 genoemde kadastrale perceelen te ver-
koopen zal de gemeente het recht hebben om deze met
uitsluiting van eventueele andere gegadigden in eigen
dom van de Vereeniging over te nemen tegen een prijs,
door drie deskundigen te bepalen.
De gemeente zal binnen drie maanden, nadat haar
bij aangeteekend schrijven door de Directie van de
Vereeniging zal zijn gevraagd, of zij van evengemeld
■voorkeursrecht gebruik wenscht te maken, haar meening
daaromtrent eveneens bij aangeteekend schrijven
moeten mededeelen wordt binnen dien termijn niet
bevestigend geantwoord, dan wordt de gemeente ge
acht geen prijs te stellen op het voorkeursrecht.
De drie deskundigen zullen in gemeen overleg door
beide partijen worden aangewezen; indien geen over
eenstemming kan worden verkregen, dan zal de meest
gereede partij hunne benoeming kunnen vorderen van
den Kantonrechter te Leeuwarden;
6. de gemeente verplicht zich om zorg te dragen,
dat een behoorlijke toegangsweg wordt aangelegd van
het eind van de Bleekerstraat tot de Oude Meer, over
de perceelen sectie E nos. 1849 en 3676;
7. zoolang de onder 6 genoemde weg nog niet voor
den openbaren dienst zal zijn bestemd, verleent de
gemeente aan de Directie en het personeel van de
IJsclub en verder aan alle personen aan wie de Directie,
eventueel met hunne werk- en voertuigen, den toegang
tot hare terreinen wenscht te verleenen, het recht om
zich over de hiervoor onder 6 genoemde perceelen
over een door de gemeente aan te duiden strook van
ten minste 6 Meter breedte naar en van de terreinen
van de nieuwe ijsbaan te begeven;
8. de gemeente staat aan de Vereeniging toe om
voor het leggen van een brug over de Oude Meer aan
het einde van den aan te leggen weg te beschikken
over den wal der gemeente;
9. de Vereeniging is verplicht den van de nieuwe
baan afkomenden, overtolligen grond op de door de
gemeente aan te wijzen plaatsen op de voormalige ijs
baan te brengen;
10. de Vereeniging zorgt, dat de door de gemeente
aan te koopen Noordelijke gedeelten van de kadastrale
perceelen sectie E nos. 205, 3395, 3396 en 207 door
haar kunnen worden overgenomen met recht van reed
en veeleiding naar den openbaren weg, onder voor
behoud, dat aanleg en openstelling van den door die
perceelen ontworpen hoofdweg, dit recht automatisch
doet vervallen;
11bij aanleg van den ten Oosten van de nieuwe
ijsbaan geprojecteerden weg moeten de daarvoor be-
noodigde gronden op de bijbehoorende teekening be
sloten door den driehoek, gemerkt 1, 2, 3, eveneens
tegen 0.65 per M2. aan de gemeente worden over
gedragen;
12. de Vereeniging is bevoegd om haar terrein tot
vlak op de noordgrens af te graven, mits zorg dragend
dat op die grens de terreinen van de gemeente in allen
deele intact worden gehouden door het opstellen van
een betonnen wal;
13. op de terreinen, gelegen tusschen den aan te
leggen hoofdweg langs de noordzijde van de nieuwe
ijsbaan en deze baan zal plantsoen worden aangelegd
of open bebouwing worden toegepast;
14. de Vereeniging zal te zijner tijd niet behoeven
bij te dragen in de kosten van den onder 13 bedoelden
hoofdweg;
15. de afscheiding van de perceelen van de Ver
eeniging zal. waar de nieuwe ijsbaan grenst aan per
ceelen van de gemeente, als volgt plaats hebben
langs de geheele noordzijde door een op kosten van
de Vereeniging te maken hek of schutting, ter keuze
van de Vereeniging, die bevoegd blijft in de afschei
ding wijziging te maken het onderhoud van de af
scheiding is voor rekening van de Vereeniging;
langs de geheele oostzijde door een rasterwerk van
palen, verbonden met harmonicagaas of prikkeldraad,
aan te leggen en te onderhouden door de Vereeniging;
langs de geheele westzijde door een boomenrij, ver
bonden door prikkeldraad, eveneens aan te leggen en
te onderhouden door de Vereeniging,
een en ander met dien verstande dat het uiterlijk
j aanzien van alle afscheidingen moet zijn ten genoegen
van Burgemeester en Wethouders.
De Vereeniging is bevoegd langs de hiervoor be
doelde grenzen desgewenscht houtopstanden, als elzen,
wilgen, enz., ter hoogte van ten hoogste 4 Meter te
hebben binnen den afstand, bedoeld in artikel 713 van
het Burgerlijk Wetboek.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Peletier: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb
tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
onder dit punt verschillende bedenkingen. Die beden
kingen zijn er in de eerste plaats op gericht, dat wij
eigenlijk niet voldoende zijn ingelicht en als ik over
onvoldoende inlichtingen spreek, dan. bedoel ik op te
merken, dat hieromtrent geen rapport van een deskun
dige is overgelegd. Ik wil er even aan herinneren, dat
bij punt 11de verhuring van een klein stukje land, wél
een rapport van een deskundige is overgelegd, maar dat
bij een belangrijk punt als dit een dergelijk rapport ge
heel ontbreekt. Ik hecht daar zooveel waarde aan. om
dat naar mijn meening maar zekerheid daaromtrent
heb ik niet deze grond aan de gemeente te duur zal
worden verkocht. Ten einde nu daaromtrent een juist
inzicht te kunnen hebben, ware het noodig, mijnheer de
Voorzitter, om een dergelijk rapport wat niet anders
is dan het volgen van een goede gewoonte in dezen
Raad te vragen en aan den Raad over te leggen. Ik
kom straks terwijl ik nu eerst verder zal voortgaan
alleen op grond hiervan al met een voorstel, om deze
zaak aan te houden en Burgemeester en Wethouders in
overweging te geven, alsnog een rapport van een des
kundige te vragen ten aanzien van de juiste waarde van
dit terrein.
Wanneer nu straks mocht blijken wat ik niet
geheel onmogelijk acht dat inderdaad deze grond
tegen een hoogeren prijs aan de gemeente wordt aan
geboden dan de werkelijke waarde daarvan is, dan zal
dit voorstel neerkomen op het verleenen van een sub
sidie aan een particuliere vereeniging. En nu moge het
waar zijn, dat deze vereeniging een zoodanig doel na
streeft, dat de gemeente Leeuwarden, ter bereiking van
dat doel, haar wel in de exploitatie zou mogen steunen,
ook dan blijft de vraag nog over of het op dit oogen
blik wel de tijd daarvoor is en of de Raad wel verant
woord is om een dergelijk bedrag, als naar mijn meening
door het verschil in grondprijs wordt uitgemaakt, aan
subsidie voor dit doel te besteden.
Wat hier geldt ten aanzien van een rapport van een
deskundige, wat betreft den prijs van dezen grond, geldt
ook ten opzichte van een rapport van de Financiëele
Commissie, hetgeen eveneens ontbreekt. Niet alleen