226 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Juli 1932.
„Lijempf", gevestigd alhier, tegen den prijs van 6.—
per M2., van de strook grond, gelegen ten Noorden
van de toekomstige uitmonding van de Harlinger-
straat, tusschen den achterkant van het trottoir aan de
Oostzijde van de Westerparkstraat en het terrein van
de genoemde vennootschap, uitmakende een gedeelte
ter grootte van ongeveer 95 M2. van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie D no.
2262, onder voorwaarde, dat de juiste grootte op kosten
van de koopster zal worden uitgemeten door een land
meter van het kadaster en dat voorts de bij verkoop
van gemeenteeigendommen gebruikelijke voorwaarden
zullen gelden.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van het Raadsbesluit d.d. 28 Juli 1931 in zake
ruiling van grond aan de St. Anthonystraat en de Zak.
Dit voorstel luidt als volgt
Krachtens Uw besluit van 28 Juli van het vorige jaar
is met de vereeniging Eigen Brood Bovenal", alhier,
eene ruiling van grond aangegaan aan de St. Anthony
straat en de Zak, waarbij de gemeente o. a. van de
genoemde vereeniging in eigendom heeft overgenomen
het gedeelte van het kadastrale perceel gemeente Leeu
warden Sectie C no. 614, dat gelegen is ten Zuiden van
de lijn getrokken uit een punt op 2.25 Meter uit den
Noordoosthoek van de bergplaats van het daar aan
wezige gymnastieklokaal, rechthoekig op de gevellijn
van de tegenover staande school van de Leeuwarder
Schoolvereeniging. Oorspronkelijk lag het in de be
doeling om overeenkomstig de bepaling van het ge
noemde Raadsbesluit op de nieuwe grensscheiding een
tuinmuur op te trekken, doch nader heeft de Diaconie
van de Nederduitsche Hervormde Gemeente, die, gelijk
wij U in ons voorstel van 23 Juli 1931 (zie Handelingen
van dat jaar blz. 108) reeds mededeelden, van de ver
eeniging Eigen Brood Bovenal" het terrein ten ge
schenke zal ontvangen, besloten ter plaatse een gebouw
te stichten, waarvan de Zuidelijke muur alsdan den tuin
muur vervangt. In verband daarmede hebben genoemde
Diaconie en de vereeniging Eigen Brood Bovenal"
gevraagd, ten einde de ligging van dat gebouw gun
stiger te maken met betrekking tot het als tuin in te
richten terrein, de nieuwe grensscheiding te laten loo-
pen niet rechthoekig op de gebouwen van de Leeu
warder Schoolvereeniging, doch loodrecht op de St.
Anthonystraat. Op de hierbij overgelegde teekening zijn
de nieuwe grenzen aangegeven. Wij hebben tegen de
voorgestelde wijziging geen bedenkingen. De beide te
ruilen perceeltjes, op de teekening in roode en blauwe
kleur aangeduid, zijn ongeveer even groot, zoodat rui
ling met gesloten beurzen kan plaats hebben. Ter be
reiking van het beoogde doel is echter wijziging van
Uw bovenaangehaald besluit noodig.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten
tot wijziging van het Raadsbesluit d.d. 28 Juli 1931,
no. 266R/173, in dien zin, dat daarin onder b in plaats
van ,,3.50 M2." en ,,2.25 Meter uit den Noordoosthoek
van de bergplaats van het daar aanwezige gymnastiek
lokaal, rechthoekig op de gevellijn van de tegenover
staande school van de Leeuwarder Schoolvereeniging"
wordt gelezen onderscheidenlijk ,,3.00 M2." en .onge
veer 2.90 Meter uit den Noordoosthoek van de berg
plaats van het daar aanwezige gymnastieklokaal, lood
recht op de St. Anthonystraat",
zulks onder de volgende voorwaarden en bepalingen
a. de op de bij dit besluit behoorende teekening,
gemerkt ,,bij 1951 van '32", getrokken nieuwe grens
scheiding wordt zoodanig vastgesteld, dat de daarop in
roode en in blauwe kleur aangeduide perceeltjes even
groot zijn
b. het uitzetten van de nieuwe grensscheiding ge
schiedt door een landmeter van het kadaster
c. alle kosten, welke het gevolg zijn van de wijzi
ging van de grensscheiding, komen ten laste van de
vereeniging „Eigen Brood Bovenal" of eventueel van
de Diaconie der Nederduitsche Hervormde Gemeente
te Leeuwarden
d. van den bouw van den onder b 2 van het Raads
besluit van 28 Juli 1931, no. 266R/173, genoemden muur
wordt ontheffing verleend, indien en voor zoolang ter
plaatse over de geheele diepte van het perceel een ge
bouw wordt opgericht of aanwezig is.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet
houders sub 9 11.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
ruiling van grond aan den Lekkumerweg en den
Groningerstraatweg met het Rijk.
Dit voorstel luidt als volgt
In ons voorstel van den 6den September 1928 (zie
Handelingen van dat jaar blz. 175) tot het verleenen
van vergunning aan de Woningvereeniging „Leeu
warden" voor den aanleg van straten met rioleeringen
op een gedeelte van hare terreinen ten Noorden van
den Groningerstraatweg, vestigden wij Uwe aandacht
er op, dat het Zuidelijkste gedeelte van den Lekkumer
weg in het bouwterrein valt, waardoor omlegging van
dien weg noodzakelijk is. Genoemde weg, welke bij de
gemeente in onderhoud en beheer is, behoort in eigen
dom aan het Rijk. De straataanleg ter plaatse kan der
halve eerst worden begonnen nadat het betreffende
gedeelte van dien weg in eigendom is overgegaan deels
aan de Woningvereeniging „Leeuwarden" en voor een
ander deel aan de gemeente, op de wijze als de hierbij
overgelegde teekening aangeeft. De deswege met het
Rijk gevoerde onderhandelingen hebben tot resultaat
gehad dat de benoodigde gedeelten van genoemden
weg in eigendom kunnen worden verkregen. Wat de
gemeente betreft is, behoudens Uwe goedkeuring en
die van Gedeputeerde Staten, overeengekomen, dat het
op de teekening met een licht paarse kleur en de letter
i aangeduide gedeelte van den weg, ter grootte van
770 M2., aan haar in eigendom zal overgaan tegen een
prijs van 4.per M2. Deze prijs is niet te hoog te
achten. Intusschen wenscht het Rijk dan voor 1.
in totaal van de gemeente in eigendom te verkrijgen
de voor trottoir bestemde strook grond langs den Gro
ningerstraatweg. deel uitmakende van het kadastrale
perceel gemeente Leeuwarden Sectie F no. 2713, op de
teekening blauw gekleurd en aangeduid met de letter c.
Wij hebben er geen bedenkingen tegen dezen grond
voor 1.in totaal af te staan, daar ook het Rijk de
gedeelten van den Lekkumerweg, welke voor openbare
straat bestemd zijn, tegen 1.in totaal afstaat.
Zoodra de bovenbedoelde transacties zoowel met de
gemeente als met de Woningvereeniging „Leeuwarden
tot stand zijn gekomen, zullen wij ons met die veree
niging in nadere verbinding stellen met betrekking tot
het aangaan van grondruilingen ten behoeve van den
aanleg van het Oostelijk gedeelte van haar stratenplan.
Te zijner tijd zullen U de daartoe noodige voorstellen
bereiken.
De Commissie voor de Openbare Werken kan zich
blijkens haar schrijven van 29 Juni j.l. met de boven
omschreven grondruiling vereenigen.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten
tot ruiling met den Staat der Nederlanden, onder
toebetaling door de gemeente Leeuwarden van eene
som van 3079.van het op de bij dit besluit behoo
rende teekening in licht paarse kleur en met de letter i
aangeduide, voor bouwterrein bestemde, gedeelte ter
grootte van ongeveer 770 M2. van den Lekkumerweg,
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 Juli 1932. 227
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie F no.
3328,
tegen een aan de gemeente Leeuwarden toebehoo-
rende, voor trottoir bestemde, strook grond langs den
Groningerstraatweg ter grootte van ongeveer 250 M2.,
deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend als-
voren Sectie F no. 2713, gelijk op de bij dit besluit be
hoorende teekening in blauwe kleur en met de letter c
is aangeduid,
zulks onder de volgende bepalingen
a. alle kosten, op deze grondruiling vallende, komen
ten laste van de gemeente Leeuwarden;
b. de gemeente draagt zorg dat alvorens aan het
aan haar overgedragen gedeelte van den Lekkumer
weg eenige verandering wordt aangebracht, de ont
worpen nieuwe verbindingswegen tusschen het meer
Oostwaarts gelegen deel van den Lekkumerweg en den
Rijksweg LeeuwardenGroningergrens zoover zijn
voltooid, dat deze naar het oordeel van de betrokken
ambtenaren van den Rijkswaterstaat voldoende berijd
baar zijn en voor het verkeer van voetgangers en alle
voertuigen als openbare weg zijn opengesteld.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter. Het heeft mij
in dit geval gefrappeerd, dat ook hierbij weer de tradi-
tioneele gulden is te pas gekomen, n.l. bij den grond,
die door de gemeente aan het Rijk wordt geruild en
omgekeerd. Ik zou willen weten, waarom deze wijze
van doen hier wordt gevolgd.
De Voorzitter: Ik kan antwoorden, dat het Rijk daar
erg op gesteld was. Daarom is het er in gezet en Bur-
gemeester en Wethouders vonden geen reden om dat j
over te laten gaan.
De heer Hofstra: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb
tegen de ruiling van dezen grond absoluut geen be-
zwaar, maar ik zou Burgemeester en Wethouders naar
aanleiding van deze zaak toch een vraag willen stellen
en dat is deze. Als ik het goed heb en ik heb de
teekening goed bestudeerd dan kunnen wij daarop
vinden, dat straks bij overdracht van een deel van den
Lekkumerweg aan de Woningvereeniging „Leeuwar
den" dat deel van den Lekkumerweg vervalt. Hebben
Burgemeester en Wethouders nu ook overwogen, dat
daar straks toch weer een publieke weg zal moeten
komen en waarlangs of waardoor zal dan die publieke
weg worden gelegd? Dat zou ik wel graag willen ver
nemen.
De heer De Vries (wethouder): Mijnheer de Voor
zitter, als ik de vraag van den heer Hofstra goed heb
begrepen, dan is het deze waar zal de Lekkumerweg
dan langs komen, als de ruiling tusschen de gemeente I
en de Woningvereeniging „Leeuwarden" is tot stand
gekomen en wanneer worden de nieuwe straten gelegd.
Waar zal dan de weg komen? Dat staat duidelijk met
potlood op de kadastrale kaart aangegeven en ook in
het voorstel; dan komt die straat bij het gebouw van
de A. J. C. „Sinneljocht" langs, rechthoekig op den
Groningerstraatweg en zij loopt dan in het verlengde
van den Lekkumerweg. Er komt ook nog een parallel
weg, die uitkomt op den Lekkumerweg; deze komt te
loopen over het terrein van de nutstuinen, maar de
hoofdtoegang wordt de straat naast dat gebouw, dat
zal de hoofdverkeerstoegang tot den Lekkumerweg
worden en dat is duidelijk op de kaart aangegeven.
De heer Hofstra: Mijnheer de Voorzitter, ik ben door
het antwoord van den wethouder bevredigd. Ik kreeg
echter den indruk niet door deze teekening dat
men den toegang zou zoeken door de bestaande straten
van de woningen der Woningvereeniging „Leeu
warden".
Ik acht dat niet wenschelijk, want die straten zijn wel
geschikt als straten voor die buurten, maar niet voor
publieke weg en daarom stelde ik die vraag.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van het bovengedeelte van het perceel Heere
straat no. 13 aan de Vereeniging voor Christelijk
Nijverheidsonderwijs.
Dit voorstel luidt als volgt
Het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk Nijver
heidsonderwijs heeft tot ons het verzoek gericht de
voorwaarden te mogen vernemen, waarop haar het
bovengedeelte van het perceel Heerestraat no. 13
(bergplaats bij de Stads Bank van Leening) zou kunnen
worden verhuurd. Dit gedeelte is van Maart 1922 in
gebruik geweest als kantoor van de Gemeente-Reini
ging, doch staat, nu deze hare nieuwe gebouwen op het
oude aschland heeft betrokken, ledig. Wij hebben het
bestuur medegedeeld, dat wij bereid zijn het verzoek
bij U te ondersteunen, o. a. indien een huur van 500.
per jaar wordt betaald, de huurtijd wordt gesteld op
3 jaar en de kosten van inrichting voor het doel der
vereeniging voor hare rekening komen. Volgens zijn
hierbij overgelegd schrijven neemt het bestuur met deze
voorwaarden genoegen.
Onder mededeeling, dat blijkens de hiernevens ge
voegde stukken noch bij de Commissie van Admini
stratie der Stads Bank van Leening, noch bij den Admi
nistrateur van het Gemeentelijk Woningbedrijf tegen
de gevraagde verhuring bezwaren bestaan, geven wij
U in overweging te besluiten
aan de Vereeniging voor Christelijk Nijverheidson
derwijs met ingang van een nader door Burgemeester
en Wethouders te bepalen datum voor den tijd van drie
jaren in huur af te staan het bovengedeelte van het
perceel Heerestraat no. 13 voor de som van vijf
honderd gulden per jaar en voorts onder de overeen
gekomen voorwaarden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter. Ik wilde even
vragen wat het gemeentelijk Woningbureau eigenlijk
bedoelt met de punten II en III. Men heeft het daar
over onderhuur en dat deze huuropbrengst ten bate
moet komen van de Commissie voor de Stads Bank van
Leening. Dat begrijp ik niet goed, want als het onder
huur is, hoort deze zaak hier eigenlijk niet thuis en als
het een gewone huur is, hoort zij hier wèl thuis, maar
dan behoort deze huur niet te worden omgeslagen over
de huur, die de andere huurder betaalt.
De Voorzitter: De heer Buiel bedoelt het advies van
den Administrateur van het Gemeentelijk Woningbe
drijf aan Burgemeester en Wethouders, die daarin be
paalde punten adviseert, maar die punten, welke hij
adviseert, zult U in het voorstel niet terug vinden. Dus
hij heeft een advies gedaan aan Burgemeester en Wet
houders en Burgemeester en Wethouders doen weer
een advies aan den Raad en nu is de kwestie deze, dat
U zoudt kunnen vragen waarom Burgemeester en Wet
houders het advies, dat de Administrateur hun geeft,
niet aan den Raad hebben geadviseerd
De heer Buiel: Waarom zij er niet over hebben ge
sproken.
De Voorzitter: Omdat dit een interne kwestie is, om-