Vergadering van Dinsdag 10 Januari 1933. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Januari 1933. 1 Tegenwoordig 26 leden, te weten de heeren Wiersma, Koopal, Turksma, Balk, Hofstra, mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi, de heeren Hettinga, Van der Schoot, Terpstra, IJtsma, Hooiring, De Boer, Botke, Stobbe, Weima, Ritmeester, Muller, Van Kollem, Hoogland, Van der Meulen, Buiel, Oosterhoff, mevr. Van Dijk—Smit, de heeren B. Molenaar, Vromen en Westra. Afwezig 3 leden, de heeren M. Molenaar, Dijkstra en Feitsma. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. Te behandelen punten 1. Mededeelingen en rapporten. 2. Benoeming van een lid der Commissie van beheer over het Stads Ziekenhuis, vacature-mevr. S. H. W. de Groot—Kuilart. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot het opmaken eener voordracht van twee personen voor de benoeming van een lid van den Raad van beheer der N. V. Intercommunale Water leiding Gebied Leeuwarden, wegens periodieke aftre ding van den heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma. 4. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Sweelinckstraat aan O. de Boer en A. J. Knuist. 5. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Brahmsstraat—hoek Beethovenstraat aan B. van der Kolk. 6. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Sweelinckstraat—hoek Beethovenstraat aan P. van der Vliet en W. A. Tiemersma. 7. Alsvoren tot overneming van den grond der stoepen voor de perceelen Bagijnestraat no. 60 en Zuidvliet no. 32. 8. Alsvoren om onder intrekking van het Raads besluit van 30 Juli 1929 te besluiten, tot verkoop van een strook grond aan den Kanaalweg Zuidzijde aan de Coöp. Vereeniging tot bereiding van Melkproducten, alhier. 9. Alsvoren tot verhuring van het perceel St. Jobs- leen no. 255 aan de woningvereeniging „Leeuwarden". 10. Alsvoren tot verhuring van terrein aan de Fon teinstraat aan de Commissie tot oprichting van een wielerbaan. 11Alsvoren tot wijziging van de voorgevelrooi lijnen voor de bebouwing aan de Zuidoostzijde van de V alkstraat. 12. Alsvoren a. tot wijziging van de verordening, regelende den rang, het getal, de benoeming, enz. der ambtenaren van de Gemeentewerken en van de Salarisverordening; b. tot wijziging van den titel van den ingenieur bij Gemeentewerken, Ir. K. Rienks, in dien van adjunct directeur (bijlage no. 3). 1. Wordt medegedeeld a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten d.d. 20 December 1932 tot aankoop van een strookje grond aan de Bote van Bolswertstraat en afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Bildtsche- straat en nabij de Leeuwrikstraat; b. rapport omtrent de opneming der kas van het bedrijf der Gemeentereiniging; c. bericht van den heer H. de Jong, dat hij de be noeming tot curator van het gymnasium aanneemt. De mededeelingen sub a—c worden voor kennis geving aangenomen. d. schrijven van Curatoren van het gymnasium, houdende mededeeling dat, aangezien de Raad zonder eenige motiveering buiten de aanbeveling van Curatoren om heeft voorzien in de vacature, welke in hun college bestond, zij zich genoodzaakt zien hun ontslag als curator te nemen. Wordt voorgesteld dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. De beraadslagingen worden geopend. Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi: Mijnheer de Voorzitter. Ik wilde graag deze verklaring afleggen. Mijn fractie kan niet anders dan het betreuren, dat de Curatoren in de wijze van benoeming van den heer dr. De Jong aanleiding hebben gevonden, ontslag als zoodanig te nemen. Dat bij deze benoeming van de aanbeveling zonder eenige motiveering is afgeweken, is, wij erkennen dit, onjuist. Het is voor den Raad als geheel niet mogelijk de motiveering van de stem van ieder zijner leden, die trouwens niet bekend is, te geven. Wij meenen, met deze verklaring te kunnen volstaan en verzoeken het college van Burgemeester en Wet houders met zoodanige aanbeveling voor de vacatures te willen komen, dat daardoor aan den Raad de ge legenheid wordt geboden, de thans aftredenden op nieuw te benoemen. De heer Westra (wethouder): Mijnheer de Voor zitter. Ik zou namens de Katholieke fractie ook een kleine verklaring willen afleggen. Hoewel onzerzijds niet is meegewerkt aan de verkiezing van dr. De Jong, welke verkiezing hier aanleiding is geworden tot het ontslag nemen van het Curatorium, wil ik toch graag erkennen, dat ook onzerzijds is afgeweken van de aan beveling, die door Curatoren was gedaan en dat die afwijking heeft plaats gevonden zonder dat zij in open bare vergadering is gemotiveerd. Dat maakt, dat daar misschien minder juist over geoordeeld kan worden. Daarom meen ik dat het gewenscht is, dat ik nog even een motiveering daarvan geef en dat is wel deze. Het spijt ons zeker dat het Curatorium in deze ver kiezing aanleiding heeft gevonden om ontslag te nemen. Wij hebben alle respect voor het Curatorium in zijn geheel en voor iederen Curator in het bijzonder, maar dat wil niet zeggen dat wij een buitengewone bewon dering hebben voor dit Curatorium bij de aanbevelingen, die steeds blijk geven, dat Curatoren de aanvulling van hun college steeds zoeken in het kleine kringetje van personen, dat ten slotte ook maar een klein deel van de bevolking uitmaakt. En hoewel wij als Katholieken hier ook maar een klein percentage van de bevolking uitmaken en wij uit dien hoofde bij evenredige ver tegenwoordiging niet aanspraak kunnen maken op een vaste plaats in het Curatorium, meenen wij toch, dat het niet aangaat, dat altijd weer ons daarin geen plaats wordt gegeven en dat niet van tijd tot tijd ook een vertegenwoordiger van andere groepen van de bevol king en in dit geval van het Katholieke deel der bevol king in het Curatorium wordt benoemd. Wij hebben aan dat idee uiting willen geven; bij herhaling hebben wij daarop gewezen en toch komen Curatoren steeds met dezelfde soort voordracht en wij hebben nu ditmaal aanleiding gevonden om onze stem uit te brengen op een Katholiek, niet omdat wij meenen dat er altijd een Katholiek in het Curatorium moet zitten en dat dit noodzakelijk is, maar omdat wij meenden, dat wij er in dit geval op moesten wijzen, dat het niet aangaat, per sé dat volksdeel te passeeren. Nu betreuren wij het dat door een samenloop van diverse omstandigheden dit voor Curatoren aanleiding is om te bedanken en ook onzerzijds wil ik wel zeggen dat wij geen bezwaren hebben om er eventueel aan mee te werken, dit Curatorium weer te benoemen, als de heeren die benoeming weer willen aannemen en wij daaromtrent eenige zekerheid hebben, maar aan den

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1933 | | pagina 1