106 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 4 April 1933. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 4 April 1933. 107 aan G. Versteegh te Groningen voor 14.772. Wordt voor kennisgeving aangenomen. g. De Voorzitter: Ik stel verder voor om in verband met de verkiezingen op 26 April, waarbij het lastig zou zijn om de Raadszaal tijdig daarvoor klaar te krijgen, wanneer op den 25en April nog een Raadsvergadering zou worden gehouden, om de eerstvolgende Raadsver gadering niet te houden op 25 April maar op 2 Mei. Er is op het oogenblik niet zooveel te behandelen, dat het bezwaar kan opleveren om die vergadering één week uit te stellen. Maar ik zou willen voorstellen om dan de daaropvolgende vergadering weer op den ge wonen datum, dus op 16 Mei te houden en dan verder gaan we natuurlijk weer gewoon om de 3 weken door. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van den Voorzitter. De heer Koopal: Mijnheer de Voorzitter, mag ik naar aanleiding van portefeuille 2 nog een vraag stellen De Voorzitter verleent den heer Koopal het woord. De heer Koopal: Ik heb daarin gemist een aan den Raad gericht adres van G. van der Tuuk om toestem ming tot het plaatsen van een ijsco-wagen aan den Stationsweg op terrein van de Nederlandsche Spoor wegen. Uit een door Van der Tuuk ontvangen brief van den Commissaris van Politie blijkt, dat deze zaak ter afdoening in handen is gesteld van den Commis saris. Is dat niet een misverstand? Ik meen dat een aan den Raad gericht adres toch in de portefeuille van de ingekomen stukken moet liggen. De Voorzitter: Ik wil die zaak wel onderzoeken. Ik herinner mij dien brief wel en de mogelijkheid bestaat -dat ontken ik niet dat ik daarop heb gezet ,,ter afdoening in handen van den Commissaris van Politie" en dat het mij verder is doorgegaan dat het adres aan den Raad gericht was. Dat lijkt mij de eenige oplos sing van de vraag hoe het mogelijk is dat, zooals U bent geïnformeerd, de Commissaris van Politie hem antwoord heeft gegeven, wat niet de bedoeling was, omdat de Raad aan adressant antwoord moest geven. Ik kan echter wel zeggen, dat Van der Tuuk met zijn adres aan den Raad aan een verkeerd adres was. Hij wil n.l. staan op grond van de Nederlandsche Spoor wegen en daar heeft de Raad geen beschikking over, maar alleen de Nederlandsche Spoorwegen. Ik kan ook wel meedeelen, dat ik hierover wel iets heb gehoord en nu er naar gevraagd wordt, wil ik wel precies vertellen wat ik er van weet. Ik meen dat het een aanvraag is van Van den Akker, op naam van Van der Tuuk, maar verder weet ik daar ook niets van; ik weet alleen dat de naam van Van den Akker hier terloops bij is ge noemd en ik weet anders niet, wat die hiermee zou hebben te maken. Toen mij er over werd gesproken, heb ik gezegd: het geheele Stationsplein is aangelegd door de gemeente in overleg met en met goedkeuring van de Spoorwegen; o. a. heeft de gemeente achter het hek als gezichtsdekking van het vrij rommelige emplacement een haag laten planten, maar al die maatregelen zijn getrof fen in overleg met de Spoorwegen. Toen is mij ge vraagd of, wanneer daar nog weer een stuk hek werd weggebroken naast de kiosk, daar dan niet een ijsco-kar geplaatst kon worden, waarop ik heb geantwoord ik voel daar heel weinig voor; die kiosk is een soort com promis met de Spoorwegen, maar om daar nu weer een stuk heg weg te breken voor een ijsco-kar, daar voel ik niets voor. Ik voor mij wil dus wel zeggen, dat ik liever wilde dat die daar niet kwam, maar verder weet ik van deze zaak niets af. In alle geval zullen wij zien waar die brief is en die zal dan alsnog aan den Raad worden over gelegd. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan B. H. A. Peters als tijdelijk leeraar aan de Lagere Avondhandelsschool. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Reinier de Graafstraat aan K. de Haan en T. van der Hoek. Dit voorstel luidt als volgt Van de gemeentelijke bouwterreinen ten Zuidoosten I van den Groningerstraatweg hebben K. de Haan en T. van der Hoek, bouwondernemers, alhier, bij adres van 17 Februari j.l. bouwblok XVIII in erfpacht aan gevraagd. Het betreffende terrein, dat gelegen is aan de Reinier de Graafstraat, heeft eene oppervlakte van zh 1050 M2. en is op de hierbij overgelegde situatie teekening met roode arceering aangeduid. Van onze zijde bestaan tegen de gevraagde erfpachtsuitgifte geen bedenkingen. De grondwaarde van het terrein kan worden gesteld op 7.— per M2., welke prijs ook voor andere terreinen in deze omgeving is bedongen en die voldoende is te achten. Belanghebbenden gaan met ge noemden prijs en de te stellen gebruikelijke voorwaar den accoord. De ingezonden gevelteekening van de op het betreffende terrein te stichten woningen voldoet, ook naar de meening van de Schoonheidscommissie, aan de gestelde eischen. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten aan K. de Haan en T. van der Hoek, beiden alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een bouw terrein gelegen aan de Reinier de Graafstraat, uitma kende blok XVIII der gemeentelijke terreinen ten Zuid oosten van den Groningerstraatweg, gelijk op de bij dit besluit behoorende teekening met roode arceering is aangegeven, ter grootte van ongeveer 1050 M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 7.per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. het door de belanghebbenden ten kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad ƒ368.— vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet houders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling. niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug gegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 5. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe- hoorende aan de gemeente Leeuwarden. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein op den hoek van de Eksterstraat en de Leeuwrikstraat aan A. Mensing en P. de Jong. Dit voorstel luidt als volgt A. Mensing, te Deinum, en P. de Jong, te Huins hebben bij adres van 15 Februari j.l. verzocht te be vorderen, dat hun voor den bouw van twee woningen en een winkelhuis in erfpacht wordt afgestaan een bouwterrein, gelegen op den hoek van de Leeuwrik straat en de Eksterstraat, uitmakende een gedeelte van bouwblok I der gemeentelijke terreinen nabij de Leeuw- I rikstraat. Het aangevraagde terrein grenst ten Zuid oosten aan den bij Uw besluit van 20 December j.l. aan "J de adressanten in erfpacht uitgegeven grond. Langs de I Leeuwrikstraat gemeten heeft het betreffende terrein, dat op de hierbij overgelegde situatieteekening met roode arceering is aangegeven, eene breedte van 18.25 Meter; de grootte bedraagt ongeveer 319 M2. Van I onze zijde bestaan tegen deze erfpachtsuitgifte geen bedenkingen. De grondwaarde van het terrein kan 1 worden gesteld op 10.— per M2., welke prijs vol- J doende is te achten. Blijkens de bij de stukken over- I gelegde verklaring gaan de belanghebbenden met ge- I noemden grondprijs en de te stellen gebruikelijke en enkele andere voorwaarden accoord. De bebouwing van het terrein zal geschieden overeenkomstig een van gemeentewege ontworpen gevelschema, waarmede de Schoonheidscommissie heeft verklaard in te stemmen. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten aan A. Mensing, te Deinum en P. de Jong, te Huins, a tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een ge- j deelte van bouwblok I der gemeentelijke terreinen nabij de Leeuwrikstraat, gelegen op den hoek van de Ekster- m straat en de Leeuwrikstraat, ter lengte van 18.25 Meter 1 langs de laatstgenoemde straat gemeten, gelijk op de 1 bij dit besluit behoorende situatieteekening met roode arceering is aangeduid, ter grootte van ongeveer 319 M2., de juiste grootte door een landmeter van het ka- daster uit te meten, zulks onder de volgende voor- waarden 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een I grondwaarde van 10.— per M2. en een rentevoet van "I 6 per jaar; 2. het door de belanghebbenden ten kantore van 1 bet Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad 160.— vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor- waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet houders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voor- J waarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug- gegeven; 3. de bebouwing van het terrein moet geschieden in overeenstemming met het deswege van gemeentewege ontworpen gevelschema, terwijl de te bezigen materia len, zooals metselsteen, pannen en dergelijke, door Bur- gemeester en Wethouders moeten zijn goedgekeurd; 4. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 5. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 6. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 7. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe- hoorende aan de gemeente Leeuwarden. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet houders sub 3 5. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein op den hoek van den Groningerstraatweg en de van Leeuwenhoekstraat aan K. Sloot. Dit voorstel luidt als volgt Bij adres, ingekomen 23 Januari j.l., heeft K. Sloot, alhier, gevraagd hem voor den bouw van een dubbel woonhuis met werkplaatsen voor het chemisch reinigen van stoffen, in erfpacht af te staan een gedeelte van bouwblok I der gemeentelijke terreinen ten Zuidoosten van den Groningerstraatweg, gelegen op den hoek van dien weg en de van Leeuwenhoekstraat, ter breedte van 20 Meter langs genoemden straatweg gemeten. Op de hierbij overgelegde situatieteekening is het be treffende perceel, dat eene grootte heeft van ongeveer 540 M2., met roode arceering aangeduid. Van onze zijde bestaan tegen de gevraagde erfpachtsuitgifte voor het beoogde doel geen bezwaren. De grondwaarde van het terrein kan worden gesteld op 10.— per M2., welke prijs voldoende is te achten. Blijkens de bij de stukken aanwezige verklaring gaat de belanghebbende met genoemden prijs en met de te stellen voorwaarden accoord. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten aan K. Sloot, alhier, tot 31 December 1990 in erf pacht af te staan een gedeelte van bouwblok I der ge meentelijke terreinen ten Zuidoosten van den Groninger straatweg, gelegen op den hoek van dien weg en de van Leeuwenhoekstraat, ter breedte van 20 Meter langs genoemden straatweg gemeten, gelijk op de bijbehoo- rende situatieteekening met roode arceering is aan gegeven, ter grootte van ongeveer 540 M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden 1de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van ƒ10.— per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. het door den belanghebbende ten kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag ad ƒ270.— vervalt aan de gemeente indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de waarborg som besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvrage de waarborgsom teruggegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 4. van de voor den bouw te bezigen materialen moeten nader monsters ter goedkeuring worden inge zonden aan Burgemeester en Wethouders, alsmede een gevelteekening op een schaal van 1 a 20; 5. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 6. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 7. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe- hoorende aan de gemeente Leeuwarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer B. Molenaar: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb bet woord gevraagd, omdat ik wel enkele bezwaren heb tegen de uitgifte in erfpacht van dit terrein, waar het hier betreft het oprichten van een bedrijf voor het che misch reinigen van stoffen. Ik meen dat het mogelijk zal kunnen zijn, dat het stichten van een dergelijk bedrijf daar op den nieuwbouw en de uitgifte van het gemeen telijk terrein daarvoor, dat daar nog over is, zeer be lemmerend zal kunnen werken. Bovendien drijft een chemisch bedrijf, zoo goed ik geïnformeerd ben, nog al wat gassen en verschillende

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1933 | | pagina 2