190 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juli 1933. Wethouders eenige inlichtingen zou kunnen geven, opdat die indruk, die bij mij en vermoedelijk ook bij eenige andere Raadsleden bestaat, misschien zal worden weggewischt. Het is natuurlijk niet de bedoeling om de bepaling uit de Drankwet, waarop U hier doelt, prac- tisch buiten werking te stellen of onbruikbaar te maken, maar het is alleen de bedoeling om eenige inlichtingen te krijgen, opdat de indruk, die bij mij is gewekt en vermoedelijk ook bij anderen, zal verdwijnen, dat ook aan die menschen onrecht is gedaan. Het is toch een zeer belangrijke kwestie. Men moet niet vergeten dat Bekkema destijds 8000—' voor die vergunning heeft betaald en dat, doordat hem die is afgenomen, zijn heele broodwinning is weggevaagd. Zooals in het stuk staat is niet alleen hij, maar ook zijn zoon daarvan de dupe geworden, doordat deze niet in staat is gesteld verder te studeeren, waardoor deze ook een half wrak schijnt te zijn geworden. Ik zou het dan ook zeer op prijs stellen van Burgemeester en Wet houders daarover eenige nadere inlichtingen te ont vangen. De Voorzitter: Ik heb geen bezwaar om den loop van zaken te vertellen, zij het dan ook zeer in 't kort; alleen blijf ik er bij dat het in dit stadium een zaak van de Drankwet is, die tot de competentie van Burgemeester en Wethouders blijft behooren en in beroep tot die van Gedeputeerde Staten. Ik wil echter de zaak wel kort uiteenzetten en dan kan ik wel zeggen dat wij eigenlijk met Bekkema niets te maken hebben. Daar komt het practisch op neer. Wij kenden officieel Bekkema niet. Er was destijds hier door Burgemeester en Wethouders een vergunning verleend -het is al zeer lang geleden aan Bijlsma. Deze had die vergunning in een pand op de Waeze en daar geschiedden dingen, die absoluut niet door den beugel konden en die ik hier maar niet verder zal definieeren. Ten slotte is toen door Burge meester en Wethouders op grond van de Drankwet de vergunning van Bijlsma ingetrokken. Deze is daarvan in hooger beroep gegaan bij Gedeputeerde Staten en dit college heeft dat beroep ongegrond verklaard. Dat is de loop van zaken geweest. Nu weet ik wel dat Bekkema aldaar verkocht, maar de vergunning stond niet op naam van Bekkema, maar op naam van Bijlsma en wij hebben dus met Bekkema niet te maken. Nu was ook op grond van die vervan ging de vergunning wel in te trekken geweest; intrek king van een vergunning is toch niet alleen mogelijk op grond van bepaalde handelingen, die er in het betrok ken perceel gebeuren, maar is ook mogelijk op grond van vervanging van den vergunninghouder. Daarin is in de Drankwet ook voorzien, oorspronkelijk tot 1 April 1933, later tot 1 April 1934 kan men zoo'n vergunning laten overschrijven op naam van den vervanger. Het was niet alleen in deze gemeente maar ook in andere gemeenten, dat het voorkwam dat de vergunninghouder werd vervangen, ofschoon dat ook in strijd was met de Drankwet, maar daarop is deze vergunning niet inge trokken; de oorzaak daarvan is geweest laat ik het maar noemen het plaats hebben van onzedelijke handelingen in dat perceel of van dingen, die deze handelingen ten gevolge hebben. Op dien grond is de vergunning inge trokken. Die zaak is ruim en breed onderzocht. Er speelden daar toen in dien tijd ik wil dat er nog wel even bij zeggen, omdat de heer Buiel zegt dat ,,ook dien menschen onrecht is gedaan"; er schijnen dus óók nog anderen te zijn, maar dat weet ik niet, ik ben van meening dat er in 't geheel geen onrecht is gedaan er speelden toen in dien tijd bij de Rechtbank diverse beroovings- zaken en omdat het college toen van de Rechtbank in zage heeft gehad van de verschillende stukken omtrent die beroovingszaken, heeft het ten opzichte van hetgeen bij of in die localiteit gebeurde, nog een naderen indruk kunnen krijgen. Ik weet dat ook Gedeputeerde Staten inzage hebben gehad van die stukken. Afgescheiden dus van de feiten, waarop de intrekking van de vergunning gegrond was en waarop waarschijnlijk ook het beroep bij Gedeputeerde Staten is ongegrond verklaard, hebben Burgemeester en Wethouders dus, ook al mag het col lege geen recht doen gelden op die stukken, die op het Paleis van Justitie thuis hooren, daaruit toch een zekeren indruk gekregen. Of dat nu toevallig een zaakje is ge weest, dat daar geconstateerd is of dat er doorloopend ongerechtigheden gebeurden, laat ik nu maar in het midden. Ik weet wel dat mevrouw Bekkema thans zegt dat een van de getuigen, die toen een bepaalde verkla ring heeft afgelegd, deze verklaring later heeft her roepen. Ik herhaal echter dat wij met Bekkema niets noodig hebben. Het eenige, wat in dezen mogelijk is, is dat Bijlsma vernietiging vraagt aan de Kroon van het be sluit van Burgemeester en Wethouders en van Gede puteerde Staten. Dat is het eenige wat nog mogelijk is. Afgescheiden dus van het feit, dat de Raad hier tóch buiten staat, kunnen Burgemeester en Wethouders dus niets meer doen; immers het beroep is ongegrond ver klaard en daardoor staan Burgemeester en Wethouders thans geheel buiten deze zaak. Het eenige wat nog mogelijk is, -dit is een figuur, die in ons staatsrecht niet veel voorkomt is dus, dat Bijlsma aan de Kroon vernietiging vraagt van het besluit van Gedeputeerde Staten. Dit beroep zal dan echter zeer goed gefundeerd moeten zijn en er zal duidelijk moeten worden aange toond waaróm het besluit van Gedeputeerde Staten ver keerd is genomen; dit besluit zal zeker niet worden ver nietigd omdat nu iemand zegt dat hij toen onwaarheid heeft gesproken. Ik weet niet in hoeverre die persoon nu of toen onwaarheid heeft gesproken of misschien beide keeren wel, ik laat dat in het midden, maar zooals ik zeg, de Raad staat hier buiten en thans het college van Burgemeester en Wethouders eigenlijk ook. De beraadslagingen worden gesloten. Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Benoeming van een tijdelijke leevaves in de Duit- sche taal en letterkunde aan de School van Middel baar Onderwijs voor Meisjes De heeren Buiel en Van der Schoot vormen het stem bureau. Overeenkomstig de aanbeveling van Burgemeester en Wethouders wordt benoemd mej. W. J. Vergouwe, thans reeds als zoodanig werkzaam, met 25 stemmen. Er worden 2 biljetten blanco ingeleverd. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Camper straat aan H. Hettema. Dit voorstel luidt als volgt H. Hettema, bouwondernemer, alhier, heeft bij adres van 14 Juni j.l. in erfpacht gevraagd een strook bouw terrein aan de Camperstraat, gelegen ten Noorden van het terrein, dat hem bij Uw besluit van 14 Maart 1933, no. 77R/37 in erfpacht is afgestaan en deel uitmakende van blok XI der gemeentelijke bouwterreinen ten Zuid oosten van den Groningerstraatweg. De bedoelde strook grond heeft een breedte van 2 Meter langs de straat gemeten en is op de hierbij overgelegde situatieteekening met een roode omlijning aangegeven. De grondwaarde kan worden gesteld op 7.— per M2., welke prijs ook voor het naastgelegen terrein is bedongen en die vol doende is te achten. Met genoemden prijs gaat de belanghebbende accoord. Van onze zijde bestaan tegen Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 11 Juli 1933. 191 de gevraagde erfpachtsuitgifte, waarop de gebruikelijke voorwaarden toepasselijk zullen zijn, geen bedenkingen. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten aan H. Hettema, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een strook bouwterrein aan de Camperstraat, uitmakende een gedeelte van bouwblok XI der gemeentelijke terreinen ten Zuidoosten van den Groningerstraatweg, ter breedte van 2 Meter langs de straat gemeten, gelijk op de bijbehoorende situatie teekening met een roode omlijning is aangegeven, ter grootte van ongeveer 40 M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden 1de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van 7.— per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst der gemeentewerken worden aangegeven; 3. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 4. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 5. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebe- hoorende aan de gemeente Leeuwarden. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Willem Loréstraat aan G. Hiemstra. Dit voorstel luidt als volgt Ingevolge Uw besluit van 20 Juni j.l. is een strookje grond nabij de Willem Loréstraat gehouden buiten den verkoop van terrein daar ter plaatse aan H. J. van Duuren, ten einde alsnog de wenschelijkheid van uit gifte in erfpacht van bedoeld strookje tezamen met een aangrenzend terrein aan G. Hiemstra te overwegen. De onderhandelingen met dezen laatste hebben er toe geleid, dat hij den hierbedoelden grond in erfpacht wenscht te aanvaarden voor den prijs van ƒ8.— per M2., welk bedrag ons voldoende voorkomt. Het aldus uit te geven terrein heeft een oppervlakte van ongeveer 205 M2. Vermits tegen uitgifte op deze wijze bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging te besluiten aan G. Hiemstra, alhier, tot 31 December 1990 in erfpacht af te staan een bouwterrein, gelegen tusschen zijn perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G no. 5046 en het nog niet aangelegde gedeelte van de Willem Loréstraat, ter breedte van 5.50 Meter, gelijk op de bij zijn schrijven van 12 Januari 1933 over gelegde situatieteekening in zwarte kleur is aangegeven, ter grootte van ongeveer 205 M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van ƒ8.— per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. het door den belanghebbende ten kantore van het Gemeentelijk Grondbedrijf, als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, gestorte bedrag van 82.— vervalt aan de gemeente indien niet aan de voor waarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wet houders in bijzondere omstandigheden, te hunner beoor deeling, niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de waarborgsom besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvrage de waarborgsom teruggegeven; 3. de rooiïng voor de bebouwing zal door den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 4. de bebouwing, voor zoover deze van de aan te leggen straten zichtbaar zal zijn, moet aan behoorlijke eischen van welstand voldoen; 5. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 6. de acte van erfpacht moet notariëel worden ver leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 7. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo- rende aan de gemeente Leeuwarden. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Boerhaave- straat, hoek Swammerdamstraat, aan Visser. Dit voorstel luidt als volgt Bij schrijven van 9 Juni 1933 verzoekt de bouw ondernemer J. J. Visser, alhier, hem in erfpacht af te staan een gedeelte van bouwblok XIII van de bouw terreinen ten Zuidoosten van den Groningerstraatweg, gelegen op den hoek van de Boerhaavestraat en de Swammerdamstraat. Op de ter visie gelegde situatie teekening is het aangevraagde terrein, dat, langs de Swammerdamstraat gemeten, een lengte heeft van ongeveer 28.50 M., en ongeveer 600 M2. groot is, met een roode omlijning aangeduid. De grondwaarde van dit terrein kan worden gesteld op 9.— per M2. Met den prijs en de gebruikelijke voorwaarden heeft de adressant verklaard genoegen te nemen. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten aan J. J. Visser, voornoemd, tot 31 December 1990 in erf pacht af te staan een gedeelte van bouwblok XIII van de bouwterreinen ten Zuidoosten van den Groninger straatweg, gelegen op den hoek van de Boerhaavestraat en de Swammerdamstraat, ter lengte van 28.50 Meter langs de laatstgenoemde straat gemeten, gelijk op de aangehaalde situatieteekening met een roode omlijning is aangegeven, ter grootte van ongeveer 600 M2., de juiste grootte door een landmeter van het kadaster uit te meten, zulks onder de volgende voorwaarden 1. de erfpachtscanon zal worden berekend naar een grondwaarde van ƒ9.— per M2. en een rentevoet van 6 per jaar; 2. het door den adressant ten kantore van het ge meentelijk Grondbedrijf gestorte bedrag van 270. als waarborg voor de nakoming der voorwaarden, ver valt aan de gemeente, indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, tenzij Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, niettemin tot geheele of gedeeltelijke teruggave van de waarborg som besluiten. Bij voldoening aan de voorwaarden wordt op aanvrage de waarborgsom terug gegeven; 3. de rooiïng voor dé bebouwing zal door den dienst der Gemeentewerken worden aangegeven; 4. zoolang de erfpacht niet met toestemming van Burgemeester en Wethouders is overgedragen, mag bebouwing door derden niet plaats hebben; 5. de acte van erfpacht moet notarieel worden ver leden binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn; 6. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betreffende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tus schen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo- rende aan de gemeente Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1933 | | pagina 2