326 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 December 1933.
Plaatselijk bekend
Kadastrale
aanduiding
Sectie No.
Kadastrale tenaamstelling
Torenstraat no. 2
nos. 5 en 7
no. 17
4
6
10
nos. 14. 16, 18, 20
Oldehoofsterkerkhof no. 2
voor zoover betreft de stoep
Torenstraat no. 8
12
1
3
21
nos. 23 en 25
Westerplantage no. 8
10
14
20
32
Tuinen no.
5
17
19
39
31
33
35
37a
43
16
786
1636
810
787
788
791
2010
1909
aan de zijde van
910
792
1638
1637
1300
2045
1850
1864
1852
1839
1853
3590
267
3519
2400
3661
3660
1711
3796
3514
3546
S. Jongma en cons., Leeuwarden
Algemeene Friesche Levensverzekering-Maatschappij,
Leeuwarden
de Torenstraat,
J. Kooistra te Hilversum
H. Buurstra te Leeuwarden
J. J. van der Ploeg,
C. Koopmans
H. Zandstra
J. Tinga
A. Ganzevoort
A. van der Schaaf
P. Cramer
R. Kooistra
H. van der Veen
F. K. Niewold
B. Vossenberg
F. Koorens
C. Jongbloed
H. J. Willegers en cons.,
Mej. J. C. Elzinga en cons., Amsterdam
de Stichting ,.Het Leger des Heils", Amsterdam.
voor zoover betreft de
stoepen aan de zijde
van de Torenstraat
en voorts onder de volgende voorwaarden
1. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor
rekening der gemeente Leeuwarden
2. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het
uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van
den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos
naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de
gemeente vervoerd
3. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg
werkzaamheden aan de gevels van bovenvermelde
gebouwen noodig zijn, geschieden deze door en voor
rekening der gemeente
en overigens op de gebruikelijke, en andere, door
Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor
waarden
B. de onder A bedoelde strooken grond te bestem
men voor den publieken dienst.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 7—10.
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van de zathe en landen op Kleijenburg aan
A. van der Weide.
Dit voorstel luidt als volgt
Bij ons is ingekomen een verzoek van A. van der
Weide, om hem weder te verhuren de zathe en landen
op Kleijenburg, echter met uitzondering van een viertal
perceelen weiland aan het Ouddeel, die op andere
wijze zullen worden verhuurd.
Met den huurprijs, door den deskundige in overleg
met van der Weide voorgesteld op 25.— per 36
Are 's jaars, kunnen wij ons vereenigen. Alsdan zal de
huursom in totaal voor de 14.58.58 H.A., ongeveer 40
X 36% Are, rond 1000.— per jaar bedragen. De
duur der verhuring ware in dit geval voorloopig op één
jaar te stellen. De bestaande, zoo noodig eenigszins te
wijzigen, voorwaarden, worden ook thans voldoende
geacht. Met een en ander gaat van der Weide accoord.
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten
aan A. van der Weide, alhier, voor den tijd van één
jaar, aanvangende 5 Maart/12 Mei 1934 en eindigende
op gelijke data van het jaar 1935, voor den prijs van
1000.— 25.— per 36% Are) in huur af te staan
de zathe en landen op Kleijenburg, met onderscheidene
perceelen wei- en hooiland bij den Greunsweg en achter
de stichting Patrimonium", kadastraal bekend ge
meente Leeuwarden, Sectie G nos. 9019, 9799, 5929,
5930, 6426, 6425, 7246, 12312, 12313, 12314, 3649,
3647 en 3646, ter gezamenlijke oppervlakte van 14.58.58
H.A. (ongeveer 40 X 36% Are),
en voorts op de voorwaarden van het bestaande
huurcontract, voor zoover toepasselijk.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Turksma: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb
gelezen en het is mij opgevallen, dat de deskundige
voorstelt deze boerderij te verhuren voor twee jaar,
terwijl Burgemeester en Wethouders voorstellen om
het maar voor één jaar te doen. Zijn daar bijzondere
redenen voor
Verder lees ik in het voorstel bovenaan, dat de wei
landen aan het Ouddeel op een andere wijze zullen
worden verhuurd. Kunnen Burgemeester en Wethou
ders ook mededeelen op wélke wijze dan die verhuring
zal plaats vinden
De heer De Boer (wethouder): Mijnheer de Voor
zitter. Ten opzichte van de landerijen aan het Ouddeel,
waar de heer Turksma over spreekt, is gebleken, dat
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 5 December 1933. 327
de tegenwoordige huurder daar geen prijs meer op
stelde. Die moeten dus op een andere wijze worden
verhuurd.
Verder is door den heer Turksma gevraagd, waarom
niet is gehandeld overeenkomstig het aanvankelijk ad
vies van den deskundige en waarom deze boerderij niet
voor twee maar voor één jaar zal worden verhuurd.
Dat ligt hieraan, dat deze landerijen liggen in een com
plex ten Zuiden van de spoorlijn en dat het niet on
mogelijk is dat de boerderij, die de gemeente daar heeft
en die ligt vlak bij het terrein van de gemeentereiniging,
binnen afzienbaren tijd zal moeten worden verbouwd
of vernieuwd. Dan zal die boerderij wellicht op een
andere plaats komen en dan zullen deze landerijen
dicht bij de nieuw te stichten boerderij komen te liggen
en dan zal deze boerderij op Kleijenburg wel spoedig
verdwijnen. Dat is de reden, waarom wij op het oogen-
blik hebben overwogen dat het beter is, deze landerijen
te verhuren voor één jaar, n.l. om ze dan samen te
voegen met het nieuwe complex.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van landerijen nabij het Ouddeel en den
Poppeweg aan B. G. Stienstra, J. Jongma en Joh.
Koopmans.
Dit voorstel luidt als volgt
Van B. G. Stienstra, J. Jongma en Joh. Koopmans
hebben wij verzoekschriften ontvangen betreffende ver
huring van gemeentelijke landerijen, wat den eerste en
den derde betreft reeds bij hen in gebruik, terwijl de
tweede tevens verzoekt hem over te dragen de loopende
huur van het voormalige sportterrein nabij den Poppe
weg, met welke overdracht de huurder D. A. Jongma,
die niet meer als veehouder werkzaam is, instemt. Be
halve het voormalige sportveld zijn ook de door de
huurders bedoelde landerijen gelegen nabij den Poppe
weg en het Ouddeel.
Met de door ons, gehoord den deskundige voor de
gemeentelijke landerijen, voorgestelde huurprijzen kun
nen de huurders zich vereenigen. De huurtijd ware op
twee jaar te bepalen. Mitsdien geven wij U in over
weging te besluiten
1. voor het tijdvak van 5 Maart 1934 tot 5 Maart
1936 te verhuren de navolgende perceelen weiland
a. aan het Ouddeel de kadastrale perceelen sectie
F nos. 717 en 722, samen groot 4.66.77 H.A. (circa
12.7 X 36% Are) aan B. G. Stienstra tegen den prijs
van 361.— (circa 28.50 per 36% Are) per jaar:
b. aan het Ouddeel het kadastrale perceel sectie F
no. 275 en aan den Poppeweg het kadastrale perceel
sectie G no. 7742, samen groot 3.37.90 H.A. (circa 9.2
36% Are) aan J. Jongma tegen den prijs van 256.—
(ongeveer 27.80 per 36% Are) per jaar;
c. aan het Ouddeel de kadastrale perceelen sectie F
nos. 2099, 650, 645, 274 en 643, samen groot 12.80.80
H.A. (circa 34.8 X 36% Are) aan Joh. Koopmans
tegen den prijs van 724.— (gemiddeld ongeveer
j 20.80 per 36% Are) per jaar,
en voorts onder de overeengekomen voorwaarden;
F. goed te keuren, dat de huur van het voormalige
sportterrein (nabij den Poppeweg), kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden sectie G no. 8245, voor de vol
gens het contract d.d. 6 Juni 1933 nog loopende huur
jaren 5 Maart 19345 Maart 1936 door D. A. Jongma
wordt overgedragen aan J. Jongma.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van de Coöperatieve Vereeniging „Woning
bouw G.A." van den eigendom harer middenstands
woningen ten Zuiden van den Harling er straatweg en
tot beëindiging alsdan van het recht van erfpacht, ten
behoeve dier vereeniging op bedoelde terreinen gevestigd.
Dit voorstel luidt als volgt
De exploitatie van de in 1921 met steun (z.g. fonds
perdu) van Rijk en Gemeente ten Zuiden van den
Harlingerstraatweg gebouwde 70 middenstandswonin
gen van de Coöperatieve Vereeniging „Woningbouw
G. A.", alhier, gaat den laatsten tijd niet meer geheel
naar wensch. Kon de vereeniging haré woningen tot
dusver nog vrij geregeld verhuren, thans, nu de concur
rentie op de woningmarkt door den bouw van vele kleine
middenstandswoningen sterk is toegenomen, levert de
verhuring moeilijkheden op. Een niet te onderschatten
belemmering is daarbij de coöperatieve vorm der veree
niging. Eerst wanneer de adspirant-huurder lid van de
vereeniging is geworden en een zeker bedrag als aan
deelkapitaal heeft gestort, komt hij voor een woning
in aanmerking. Indien nu de huur van de woningen laag
was, zouden zij nog wel te verhuren zijn, ondanks de
bezwarende voorwaarde van het lidmaatschap en de
gedeeltelijke aansprakelijkheid voor de eventueele te
korten op de exploitatie, doch de huren zijn in verge
lijking met die van andere soortgelijke woningen eerder
aan den hoogen dan aan den lagen kant. Als gevolg
daarvan verlaten vele bewoners de huizen, terwijl het
moeilijk is, mede tengevolge van de bovenvermelde
bezwarende voorwaarden, nieuwe huurders te vinden.
In een schrijven van 17 Maart van dit jaar deelt het
Bestuur der vereeniging ons mede, dat het aantal
ontslag-aanvragen van leden de laatste maanden zulk
een omvang heeft gekregen, dat blijkbaar op het voort
bestaan der vereeniging geen prijs meer wordt gesteld
en zij in veler oog naar het schijnt haar reden van
bestaan heeft verloren. Onder deze omstandigheden,
aldus schrijft het Vereenigingsbestuur, is toetreding
van nieuwe leden niet te verwachten. Verder deelt het
Bestuur mede, dat hem mitsdien niets anders overblijft
dan aan de algemeene ledenvergadering voor te stellen
tot ontbinding der vereeniging over te gaan, in welk
geval de woningen verkocht moeten worden, tenzij de
gemeente er de voorkeur aan geeft de exploitatie der
woningen van de vereeniging over te nemen en voort
te zetten.
Bij de besprekingen van deze aangelegenheid in ons
College hebben wij de wenschelijkheid overwogen om
de woningen door de gemeente te doen overnemen.
Gelijk U bekend is, heeft de gemeente zich garant ge
steld (Raadsbesluit van 27 December 1921, no. 600r
351) voor de richtige betaling van rente en aflossing
van een hypothecaire leening. Op 31 December 1932
bedroeg deze leening per resto 276.500.Bij ver
koop van de 70 woningen, die alle op erfpachtsgrond
van de gemeente staan, kan met vrij groote zekerheid
worden verwacht dat zij niet het genoemde bedrag
zullen opbrengen, in welk geval de gemeente derhalve
zal moeten bijbetalen. Het lijkt ons dan ook beter, dat
de gemeente de woningen overneemt en ze zelf gaat
exploiteeren. Een achterstand op de exploitatie bestaat
er niet, doch evenmin is een reservefonds aanwezig.
Het vereenigingsbestuur heeft overigens de gemeente,
die voor de financiëele gevolgen ten slotte verantwoor
delijk blijft, tijdig op de hoogte gesteld van den minder
goeden gang van de exploitatie.
Uit de hierbij overgelegde balans op 31 December
j.l. blijkt, dat de woningen destijds in het bedrijf zijn
gebracht voor een waarde van 330.000. op welk
bedrag jaarlijks gedurende 11 jaren 1 3300.—
of in totaal 36.300.is afgeschreven, zoodat de boek
waarde op gemeld tijdstip bedroeg 293.700.—. De