VergaM van Dinsdag 23 Januari 1934. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 23 Januari 1934. 1 Tegenwoordig 28 leden. Afwezig de heer Hoogland. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. Te behandelen punten 1. Vaststelling van de notulen der vergadering van Dinsdag 14 November 1933. 2. Mededeelingen en rapporten. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan Dr. J. Theunisz als leeraar in de aardrijkskunde aan het gymnasium. 4. Alsvoren tot het verleenen van eervol ontslag aan mej. M. Monsma als onderwijzeres aan de school voor buitengewoon lager onderwijs. 5. Benoeming van een ambtenaar van den Bur gerlijken Stand, belast met de huwelijksvoltrekkingen, vacature D. Lautenbach (bijlage no. 6). 6. Alsvoren van een tijdelijk leeraar in de lichame lijke oefening aan het gymnasium. 7. Alsvoren van een onderwijzeres aan de school voor buitengewoon lager onderwijs met een proeftijd van een jaar, vacature mej. M. Monsma. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot het opmaken eener voordracht van twee personen voor de benoeming van een lid van den Raad van Beheer der N. V. Intercommunale Water leiding Gebied Leeuwarden, wegens periodieke aftre ding van den heer B. Tamminga. 9. Alsvoren tot aankoop van twaalf woningen aan den Oostersingel en van een woning aan het Hoogpad (bijlage no. 1). 10. Alsvoren tot overneming van den grond der stoep voor het perceel Groote Kerkstraat no. 14 en van een strookje grond voor het perceel Achter de Hoven no. 117 (bijlage no. 7). 11. Alsvoren in zake verhaal van de couponbelasting op de opbrengst der coupons van gemeentelijke obli gaties (bijlage no. 4). 12. Alsvoren tot vaststelling van verordeningen tot j wijziging der verordening, regelende de inrichting van het personeel der politie en van de Salarisverordening (bijlage no. 2). 13. Alsvoren in zake de verbouwing van de per- ceelen Nieuwestad nos. 47 en 49 en van panden aan de Bagijnestraat en Kaatsbaan tot politiebureau en brandweergarage (bijlage no. 5). 14. Alsvoren tot vaststelling van een besluit tot toe passing van artikel 212 der Gemeentewet (bijlage no. 19 van 1933). Punt 1. De notulen der vergadering van Dinsdag 14 November 1933 worden onveranderd vast gesteld. Punt 2. Wordt medegedeeld a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten d.d. 14 November 1.1. tot aankoop van terrein aan de Poppestraat van de erven H. de Walle; d.d. 5 December 1.1. tot overneming van de Coöp. Ver. „Woningbouw G.A." van den eigendom van hare 70 middenstandswoningen c. a. aan den Harlinger- straatweg: d.d. 28 December 1.1. tot verhuring van weiland aan den Poppeweg en aan het Ouddeel, afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Bildtschestraat en de Reinier de Graafstraat. het aangaan van kasgeldleeningen; b. rapport omtrent de opneming der kas van het bedrijf der Gemeentereiniging en van het Openbaar Slachthuis; c. bericht van den heer J. W. Buma, dat hij de be noeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs aanneemt: d. adres van W. Kalverboer, alhier, betreffende onbewoonbaarverklaring van eenige hem toebehoorende woningen. De stukken sub ad worden voor kennisgeving aangenomen. e. adres van H. van Wijk, alhier om hem 100 a 125 M2. grond op het Oldehoofsterkerkhof in erfpacht te willen afstaan ten behoeve van den bouw van een veerhuis. Burgemeester en Wethouders stellen voor het ver zoek af te wijzen. De beraadslagingen worden geopend. De heer Turksma vraagt naar de reden, waarom dit verzoek wordt afgewezen. Hij meent dat er op billijk- heidsgronden wel iets voor zou zijn om adressant ter wille te zijn, omdat hier geforceerd aan dien man zijn broodwinning is ontnomen. Waar hier indertijd is aan genomen dat er voor dit doel voor particulieren gelegen heid zou zijn om daar te kunnen bouwen en daar zoo veel ruimte is, dringt spr. er op aan om adressant iets in erfpacht te geven. De Voorzitter antwoordt dat B. en W. er in principe niet voor voelen een stuk van het Oldehoofsterkerkhof in erfpacht af te staan. Dat B. en W. indertijd hebben voorgesteld om daar door de gemeente zelf een veer huis te laten bouwen is een heel andere kwestie dan dat de gemeente midden in haar eigen terrein een stuk zou afstaan. Spr. wil niet ontkennen dat er op het oogen- blik vrachtwagens in de buurt van een bepaalden café houder staan, maar dat geldt evenzoo voor andere café houders. De ruimte is er, maar B. en W. meenen, waar dit plein nu een afgerond geheel is, dat daarvan niet een klein deel moet worden afgestaan. De heer Turksma acht het in wezen hetzelfde of daar door de gemeente een veerhuis zou zijn gebouwd of dat daarvoor aan particulieren de gelegenheid wordt ge geven. De ruimte is er in elk geval en indertijd is er ge zegd, dat hiervoor gelegenheid zou zijn om het parti culier initiatief aan te moedigen. Bovendien zou hier door het stellen van bepaalde condities van de zijde van B. en W. aan de indertijd door B. en W. geprojec teerde voorwaarden bij den bouw van een veerhuis kunnen worden tegemoet gekomen. Spr. geeft ernstig in overweging om alsnog de mogelijkheid te onderzoe ken om adressant ter wille te zijn. De heer Muller kan volkomen het standpunt van B. en W. onderschrijven. Een gebouwtje, dat de gemeente daar zelf neerzet, kan men eiken dag afbreken, maar aan erfpacht zit men 50 of 60 jaar lang vast. De heer Turksma heeft hier weer het beroemde parti culier initiatief naar voren geschoven, maar wanneer de Raad had besloten daar zelf een veerhuis te bouwen, is spr. van meening dat per slot van rekening bij ver huring van dat gebouw het particulier initiatief ook volkomen tot zijn recht had kunnen komen. Wij heb ben ook het café „De Bleek" gehad en er is nooit in den Raad naar voren gekomen, dat het voor het particulier initiatief niet goed was, dat dit gebouw aan de ge meente behoorde. Dit werd ook aan anderen verhuurd. Als men over het particulier initiatief spreekt, moet men het er niet op een dergelijke wijze bij halen, want dan vertroebelt men de zaak. Den heer Hofstra komt het ook gewenscht voor dat B. en W. niet beginnen met deze zaak af te wijzen, maar dat de Raad althans de gelegenheid geeft een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1934 | | pagina 1