62 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934.
Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Maart 1934.
den stadhuisbouw iets over deze gebouwen zal hooren.
De Voorzitter kan geen andere omschrijving geven
dan betrekkelijk spoedig, omdat hij niet precies weet,
wanneer die voorstellen in den Raad zullen komen.
De heer Buiel: Is dat binnen een half jaar
De Voorzitter: Vermoedelijk wel. Spr. merkt nog op,
dat eigenlijk alle plannen aan het Gouverneursplein in
verband staan met den toekomstigen vleugel van het
stadhuis. Om nu een incidenteele beslissing te nemen
over deze gebouwen acht spr. onjuist, omdat men die
later zou kunnen betreuren.
De heer Buiel vraagt, met het oog op de aesthetica
en in verband met een vijftal adressen, die zijn inge
komen, of restauratie op de eene of andere wijze niet
mogelijk is.
De Voorzitter zou het zonde van het geld vinden om
deze gebouwen nü nog te restaureeren. Ze zien er on
ooglijk uit, maar als ze in den laatsten tijd wèl waren
onderhouden zooals noodig was, hadden B. en W. een
standje gekregen omdat het zooveel kostte.
Spr. meent echter wel namens het college te kunnen
toezeggen, dat binnen een half jaar zeer zeker definitief
een besluit over die panden zal kunnen worden ge
nomen.
Volgnos. 152 161 worden onveranderd vastgesteld.
De heer Wiersma is intusschen ter vergadering ge
komen.
Volgno. 162. Verlichting, enz. der schoollokalen
voor het l. of 28.177.87.
De heer Turksma dringt aan op het spoedig in wer
king stellen van de toegezegde nieuwe regeling omtrent
het openen en sluiten van deuren, dat naar spr.'s bere
kening voor 10 scholen 1.000.heeft gekost, en o. a.
voor de scholen aan de Kerkstraat en den Wissesdwin-
ger 280.— en 337.50.
De heer De Boer (wethouder) wijst er op, dat tegen
over deze belangrijke uitgaven ook nog al belangrijke
inkomsten staan, omdat de gemaakte kosten een gevolg
zijn van het verhuren van schoolllokalen voor particu
liere lessen, waarvoor volgens de verordening huur en
extra kosten voor de bediening moeten worden betaald.
Spr. kan echter wel toezeggen, dat het ingestelde on
derzoek zoo spoedig mogelijk zal afloopen.
De heer Vromen heeft den indruk dat het systeem
van vaste schoolschoonmaaksters, zooals ook in de sec
tie is opgemerkt, duurder is dan een ander systeem. Het
argument, dat men hiervoor vertrouwd personeel moet
hebben, acht hij niet zoo gewichtig als het lijkt, omdat
men bij een ander systeem dien eisch ook aan het toe
zichthoudend personeel mag stellen. De moeilijkheid is
dat deze menschen zijn aangesteld, zoodat het niet mo
gelijk is direct van systeem te veranderen, maar over
de mogelijkheid om, zooals hier wel wat cru is gezegd,
het uitstervingssysteem toe te passen, zwijgt de Mem.
van Antw. De bedoeling was, als er een vacature
kwam, om dan los of tijdelijk personeel aan te stellen
en dat B. en W. dan ondertusschen hun licht zouden
opsteken in andere gemeenten, waar men een ander
systeem toepast. Misschien dat dit in het belang van
de gemeente zou zijn.
De heer De Boer (wethouder) zegt dat B. en W.
omtrent de zaak, welke de heer Vromen naar voren
heeft gebracht, reeds een onderzoek hebben ingesteld,
o. a. in Gouda en Arnhem, waar men ongeveer het
zelfde systeem toepast als hier. In Arnhem is de zaak
nog in onderzoek. Het komt spr. voor dat men bij kost
bare gebouwen als de scholen, waarin ook nog wel iets
valt te bederven, in elk geval met menschen te doen
moet hebben, die verantwoordelijk kunnen worden ge
steld. Er wordt nog nader overwogen op welke wijze
bezuiniging zal kunnen plaats vinden, maar als men ge
bruik maakt van een schoollokaal, moet men niet zoo
maar den sleutel kunnen halen en terugbrengen; de ver
antwoordelijke persoon dient het laatst de school te ver
laten. Nochtans zal, waar het ook het college is opge
vallen, dat hier en daar de kosten voor openen en slui
ten en voor schoonmaken wat hoog zijn, een onderzoek
worden ingesteld.
De heer Vromen is niet erg optimistisch na den huts
pot van antwoorden, dien hij van den wethouder heeft
gekregen over het openen en sluiten en schoonmaken.
Er is een onderzoek ingesteld, zegt de wethouder, maar
waar Dat men in tal van gemeenten, waar men het
net zoo doet als hier, er tevreden mee is, daar hebben
wij niet mee te maken. Eigenlijk zou de wethouder spr.
dwingen een voorstel te doen B. en W. op te dragen
een onderzoek in te stellen, maar spr. zal dat niet doen.
Het antwoord van den wethouder is echter ook niet in
overeenstemming met de Mem. van Anw., waarin geen
sprake is van een onderzoek, maar waarin men zegt dat
men aan het oude systeem vasthoudt. Spr. vindt dit
geen juiste wijze van behandeling van de zaak.
De heer Terpstra kan van ganscher harte het idee
van den heer Vromen onderstrepen. In de sectie heeft
hij er ook op gewezen, dat in verschillende gemeenten
hierbij thans het systeem van aanbesteding wordt ge
volgd. Hij wijst in dit verband nog eens met nadruk
op de school aan den Wissesdwinger, die alleen aan
schoonmaken ruim 2800.— heeft gekost. Dit bedrag
komt spr. geweldig hoog voor.
De heer De Boer (wethouder) zegt, dat juist naar
aanleiding van het naar voren brengen van deze zaak
door den heer Terpstra in de Comm. voor O. W. in
genoemde gemeenten het door spr. bedoelde onderzoek
is ingesteld. In die plaatsen was de toestand ongeveer
als hier. Het schoonmaken en openen en sluiten ge
schiedt in den regel door dezelfde menschen; spr. has
pelde dus de zaak niet door elkaar. Dat de zaak in onder
zoek is bij B. en W„ blijkt ook uit de Mem. van Antw.
De heer Vromen; Neen. daar blijkt het juist niet uit.
De heer De Boer (wethouder): Ten opzichte van het
openen en sluiten in elk geval wel. Misschien heb ik dat
verward met wat de heer Vromen bedoelde, maar B.
en W. zullen trachten daarin verandering te brengen.
Volgnos. 162 170 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 171. Onderhoud, schoonmaken, enz. van
het Gymnasiumf 4.221.51.
De heer Terpstra vraagt hoe of het staat met het
onderzoek naar de mogelijkheid van ouderavonden bij
het M. O. Waar de ouderavonden in het algemeen zoo
uistekend werken, zou dit ook voor het M. O. heel goed
zijn en ook vele ouders stellen het op hoogen prijs.
De heer Botke (wethouder) zegt, dat een onderzoek
in deze materie niet is ingesteld. Er zijn ouderavonden
gehouden bij het G. H. B. S. en H. H. S. en bij de
M. M. S.of dit ook het geval is geweest bij het Gym
nasium, weet spr. niet.
De heer Vromen vindt het jammer dat dezelfde con
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. 63
Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Maart 1934.
sequentie niet is doorgetrokken tot het Gymnasium,
omdat door dergelijke avonden een regelmatig contact
wordt geschapen tusschen de docenten en ouders van
de leerlingen.
Spr. hoopt, waar de Voorzitter van het College van
Curatoren hier aanwezig is, dat deze die gedachte in de
belangstelling van dit College wil overbrengen.
De Voorzitter zegt toe, het bij het College van Cura
toren over te brengen.
Volgno. 171 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 172. Instandhouding van lokalen voor voor-
bereidend l. of 7.932.50.
De heer Buiel zou in verband met een voorstel tot
opheffing van de bewaarscholen, dat misschien om
praeadvies zal gaan, willen vragen of men er rekening
mee zal houden, geen uitgaven voor deze scholen te
doen, die niet strikt noodzakelijk zijn, voordat over het
praeadvies van B. en W. is beslist Hij bedoelt hier spe
ciaal den post van 2.700.— voor school 1.
De Voorzitter: Dit heb reeds toegezegd.
Volgnos. 172 175 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 176. Kosten van onderhoud van monumen
ten van geschiedenis en kunst1.619.06.
De heer Oosterhoff vindt het antwoord van B. en W.
in de Mem. van Antw. op de vraag over het Struivings-
poortje niet afdoende.
Spr. gelooft ook dat het poortje mooier staat in een
omgeving waar het oorspronkelijk behoort, maar nu de
omgeving, waar het nu staat, toch ook heel erg veran
derd is door allerlei nieuwe gevels, vervalt dit argu
ment en waar het poortje daar toch tot vernieling ge
doemd is, lijkt het spr. beter het te brengen naar een
plaats waar het veiliger is.
De Voorzitter meent, waar het poortje daar nu een
maal staat, dat het daar het beste kan blijven. Spr. geeft
toe dat de omgeving op de Nieuwestad veranderd is;
de omgeving van de Oldehove is ook veranderd; moet
die ook verplaatst worden
B. en W. hebben niet de wetenschap dat het poortje
minder geworden is; na de verbouwing van verleden
jaar is het niet meer beschadigd en dat is het voor
naamste waar het om gaat.
Volgnos. 176 188 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 189. jaarwedden van ambtenaren
f 70.887.68.
De heer Wiersma meent dat bij Gem.werken zooge
naamde driewielers voor het personeel in gebruik zijn,
welke door leveranciers van buiten de stad zijn gele
verd, althans niet hier in Leeuwarden zijn gefabriceerd.
Naar spr. is ingelicht kunnen dergelijke driewielers hier
ook in de stad worden gefabriceerd en daarom zou hij
graag toezegging hebben, dat bij voorkomende gele
genheid ook menschen in de stad hierop kunnen in
schrijven.
De heer De Boer (wethouder) deelt mede, dat er
geen bezwaar tegen is dat bij het aanschaffen van der
gelijke voertuigen de menschen in de stad gelegenheid
krijgen in te schrijven.
Volgnos. 189209 worden onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 197b van de Inkomsten worden onver
anderd vastgesteld.
Kapitaaldiens t.
Aan de orde zijn de Uitgaven.
Volgnos. 228—232 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 233. Verbetering van de Spanjaardslaan
f 75.200.-.
De heer Vromen behoort tot degenen, die meenen dat
streng de hand moet worden gehouden aan hetgeen
het college over den Kapitaaldienst opmerkt in den
Aanbiedingsbrief, dat belasting van den kapitaaldienst
zeer nadeelige gevolgen kan hebben voor den financi-
eelen toestand van Leeuwarden. De consequentie daar
van is, dat de verbetering van straten op het oogenblik
mondjesmaat moet worden gedaan en waar spr. niet
overtuigd is van de urgentie van de verbetering der
geheele Spanjaardslaan, verzoekt hij den Raad aan B.
en W. te verzoeken het gedeelte van de Spanjaards
laan tusschen de Noorderbrug en het Spanjaardsplein
te verbeteren, omdat dit behoort tot den grooten ver
keersweg over den afsluitdijk naar Holland. Spr. geeft
toe dat het tweede gedeelte van de Spanjaardslaan ook
niet fraai is, maar waar de nood nijpt op het oogenblik,
zou verbetering hiervan luxe zijn.
Waar spr. niet overtuigd is van de noodzakelijkheid
van de niet onbelangrijke verbetering van de Korf-
makerspijp, zal hij tegen dat voorstel van B. en W.
stemmen.
De heer Weima zou zich tegen het voorstel van
B. en W. willen verklaren en zou deze verbetering af
hankelijk willen stellen van hetgeen het Rijk gaat doen
met de Rijksbrug. Het een zit hier aan het andere vast
en zoolang de Rijksbrug in dezen toestand verkeert, is
het onmogelijk dezen weg te gebruiken als de groote
verkeersweg GroningenLeeuwarden Harlingen.
Spr. dringt er daarom nogmaals op aan dat B. en W.
bij den Minister op spoedige verbetering van de Rijks
brug aandringen.
De heer Van Kollem wijst den heer Weima er op,
dat de slechte toestand van de Rijksbrug, die dringend
verbetering behoeft, z. i. geen afbreuk doet aan het
geheele verkeer. Als het verkeer dit punt over is, gaat
het weer zijn gang en spr. gelooft niet dat er minder
auto's van den verkeersweg gebruik maken, omdat de
brug zoo slecht is.
Den heer B. Molenaar komt het gewenscht voor, dat
hoewel men er verschillend over kan oordeelen of, zoo
als de heer Vromen meent, de verbetering van het ge
deelte Spanjaardslaan tusschen Mr. P. J. Troelstraweg
en Spanjaardsplein meer luxueus is dan het tweede ge
deelte van die laan, ook het eerste gedeelte voor ver
betering in aanmerking moet komen, mede omdat uit
voering van de beide gedeelten tegelijk ten opzichte van
verschillende dingen besparing geeft en dus in het be
lang van de gemeente is.