72 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Maart 1934. waarna de geheele begrooting onveranderd wordt vast gesteld. Aan de orde is de ontwerp-Gemeentebegrooting. De heer Buiel vraagt of het bedrag, verkregen door de conversie der bestaande geldleeningen, in de begroo ting is verwerkt of dat de post Onvoorzien daarmede kan worden verhoogd. De heer Ritmeester (wethouder) zegt, dat de post Onvoorzien hierdoor misschien wel iets kan meevallen, maar dat de heer Buiel zich daarvan niet al te veel moet voorstellen. Een deel wordt afgelost na 2 maanden, een ander deel na 3 maanden en een deel na 6 maanden, terwijl het in Maart beschikbaar komende bedrag ge deeltelijk wordt gebruikt voor de vlottende schuld, zoo dat het voor dit jaar ongeveer op hetzelfde neer zal komen. Het volgend jaar wordt het in totaal iets voor- deeliger. Gewone dienst. Aan de orde zijn de Uitgaven. Volgnos. 177188 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 189. Druk- en bindwerk 12.600. De heer Bos kan er zich niet mede vereenigen, dat verschillende Raadsstukken aan de cyclostyle zullen worden toevertrouwd. Cyclostylewerk blijft z. i. een surrogaat en drukwerk is er niet door te vervangen. Wanneer het drukwerk er uitzag als het cyclostyle- werk, dan zouden ook B. en W. er zeker geen genoegen mee nemen. Tegenover het argument dat het in vele groote gemeenten wordt toegepast, zou spr. willen stellen, dat ook vele gemeenten weer van het cyclos tylewerk terugkomen. Bovendien krijgt men, nu de Raadsbijlagen niet meer in de Handelingen worden op genomen, een zeer merkwaardige verzameling stukken. Tevens is cyclostylewerk vermoeiend te lezen en krijgt men geen drukproeven, terwijl de bezuiniging naar spr.'s meening zeer twijfelachtig is, hetgeen hij met cijfers nader toelicht. In de eerste plaats zal deze post met 600.moeten worden verhoogd, omdat de voor gestelde overdracht van bevoegdheid van den Raad aan B. en W. niet is aangenomen, terwijl de post voor het onderhoud der gemeentelijke drukmachine spr. zeer laag voorkomt. Ook mag men niet vergeten, dat cyclostyle werk bijzonder veel papier vraagt. Voorts zijn B. en W. uitgegaan van de gedachte dat de besprekingen in den Raad zouden worden ingeperkt, waarvan echter in deze dagen niet veel is gebleken. Bovendien heeft spr. technische bezwaren. Dat het, op het voor officieele stukken te gebruiken betere pa pier, gemaakte cyclostylewerk in de toekomst leesbaar zal blijven, moet nog worden bewezen en spr. vreest dat hieruit moeilijkheden zullen ontstaan. Daarom zou hij B. en W. ook willen verzoeken het Gemeenteverslag, dat toch den tand des tijds moet doorstaan, te drukken in plaats van te cyclostyleeren; hij zou gaarne zien dat in het algemeen zooveel mogelijk van de drukpers ge bruik wordt gemaakt. De heer Buiel herhaalt zijn vraag, of het eerder ont vangen van de pracadviezen ook een gevolg is van het cyclostyleeren van de stukken, in welk geval hij dit ten zeerste zou toejuichen. Tegenover den heer Bos merkt hij op, dat het adres van de typrografen wel was ge- cyclostyleerd. De heer Bos: Dan kunt U geen drukwerk van cyclo stylewerk onderscheiden De heer Vromen is het voor een groot deel met den heer Bos eens. Wat de verkorting van het Raadsverslag betreft, gelooft hij niet dat een van de leden de pretentie zal hebben te wenschen dat al zijn woorden zullen wor den vereeuwigd. Daartegen en zelfs ook tegen een zeer belangrijke bekorting van de discussies, voor zoover die in de Handelingen worden opgenomen, bestaat bij spr. geen bezwaar, maar hij vindt het wel jammer, als de bijlagen, die vaak na jaren nog weer geraadpleegd moeten worden om uit te zoeken hoe de voorstellen in elkaar zitten, niet meer zullen worden gedrukt en in de officieele Handelingen opgenomen. Datzelfde geldt voor het Gemeenteverslag; het komt spr. voor dat dit, gecyclostyleerd, een geweldig boekdeel en niet meer hanteerbaar zal worden. Iets anders is of het noodza kelijk is dat de verslagen van alle diensten en bedrijven, j zooals tot nu toe dikwijls het geval was, in extenso in j het Gemeenteverslag worden opgenomen. Deze zouden ook eenvoudig samengevat in het gedrukte Gemeente verslag kunnen worden opgenomen. De Voorzitter zegt, dat B. en W. erkennen dat druk werk veel netter is dan cyclostylewerk, al kan dat er ook heel netjes uitzien; men zie maar de Aanbiedings brief en het Sectieverslag. Waar echter aan alle kanten bezuiniging is toegepast, meenden B. en W., omdat hier ook niemand persoonlijk in 't gedrang komt en de ge meente ook niet, dat de mogelijkheid van bezuiniging hier ook open stond. Het ernstigste hiervan vindt spr. dat, zooals hier is gezegd, dergelijk cyclostylewerk op den duur niet tegen den tand des tijds bestand zou zijn. Nu geeft hij toe dat, als men dit werk dagelijks aan het licht blootstelt, de inkt misschien zal verbleeken, maar dat geldt ten slotte ook voor drukwerk. De bedoeling is echter dat de verslagen en stukken ingebonden wor den opgeborgen, zoo, dat er practisch gesproken geen licht bij komt en wanneer men er dan, zooals de be doeling is, een bijzondere papiersoort voor gebruikt, die goed houdbaar is, dan is het naar het oordeel van B. en W. uitgesloten, vooral ook omdat het in het stadhuis door de centrale verwarming kurkdroog is, dat de stuk ken na zooveel jaren niet meer leesbaar zijn. De afdeeling Expeditie krijgt het door het meerdere cyclostylewerk inderdaad drukker, maar waar de per- soneelsterkte daar was berekend op het spitswerk, dat men daar op gezette tijden heeft, omdat dit dan klaar moet, is nu van deze gelegenheid gebruik gemaakt om den slapperen tijd aan die afdeeling aan te vullen tot een normalen tijd. Daar wordt dus een gaatje gestopt en zoodoende kan hier geld worden bespaard. Het loon van den drukker gaat hier niet als in het particulier bedrijf met een aantal stuks drukwerk op en neer, maar de drukker heeft een vast weekloon. Wat het uitgetrokken bedrag betreft, B. en W. hadden natuurlijk ten opzichte van den nieuwen toe stand geen ervaring en zij hebben dus in zooverre een raming moeten maken, maar zij meenen wel dat er op deze wijze een behoorlijke bezuiniging kan worden verkregen. Den heer Vromen antwoordt spr., dat al sinds jaren in verschillende grootere gemeenten het Gemeentever slag wordt gecyclostyleerd. B. en W. hebben ook al vaker geprobeerd dat verslag kleiner te krijgen, maar dat is hun nog niet gelukt. Ieder bedrijf, dienst, instel ling of commissie vindt zijn of haar verslag het belang rijkste en wil niet graag dat daarop bezuinigd wordt. B. en W. zouden dus ten slotte zelfstandig in die ver slagen moeten schrappen, wat ook heel moeilijk is; zij zullen er echter op letten. Een bezwaar tegen een al te groote bekorting is, dat de gewoonte bestaat, dat ver schillende gemeenten elkaar hun verslagen toezenden, opdat men kan kennisnemen van wat er bij de bedrijven en diensten in andere gemeenten gebeurt. Dan moet men een en ander wel eens wat ruimer omschrijven, wil een buitenstaander het goed begrijpen. Het zou wel Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. 73 Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Maart 1934. mogelijk zijn een zeer verkort verslag van de bedrijven, enz. in het Gemeenteverslag op te nemen, wanneer men zou breken met de gewoonte om die verslagen naar buiten te zenden, maar wanneer alle gemeenten dat zouden doen, zou er een goede gewoonte verloren gaan, omdat er uit de verslagen van andere gemeenten wel eens iets goeds is te vinden. Spr. zou willen voorstellen om op deze manier door te gaan. Hij heeft niet gemerkt, dat dit op den loop van zaken in de gemeente invloed heeft en B. en W. meenen dat hierdoor een behoorlijke besparing kan worden ver kregen. Volgnos. 189 207 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 208. Jaarwedde van den geneeskundige in algemeenen dienst2.325. De heer Vromen herhaalt de door hem in de sectie gestelde vraag, die het Sectieverslag niet heeft bereikt, of nu eindelijk eens de ontwerp-verordening tot rege ling van den Geneesk. Dienst zal worden aangebracht. De consequentie van de in 1929 aangebrachte wijziging in de formatie is, dat de geheele verordening moet worden herzien. Spr. geeft toe dat dit een tijdroovend werk is, maar er zijn intusschen 5 jaren verloopen en hij wil opmerken, dat er verleden jaar ernstige moeilijk heden zijn geweest, die voorkomen zouden zijn als de verordening er wel was geweest. Daarom vraagt hij hoe staat het met die verordening, zit ze onder in 't laatje of is ze onder een stapeltje gekomen in de kast De Voorzitter zegt, dat ze noch onder in 't laatje noch onder in de kast, maar versch in 't geheugen zit. Er staan echter meer grootere en belangrijke zaken op 't program, zooals het Ambtenarenreglement, de Bouw verordening en ook de Geneesk. Dienst, zaken, die lang van stof zijn en die eerlijk gezegd wel eens even op zij zijn gezet voor andere, die vlugger konden worden af gehandeld. De stukken over den Geneesk. Dienst zijn bovendien zeer lang in handen geweest van den stads geneesheer zelf, maar ze zijn nu terug en de zaak staat op 't program van B. en W. Volgnos. 208 en 209 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 210. Kosten van verteringen bij vergaderin gen f 500. De heer Muller wil hier niet over spreken, maar voorstellen dezen post met 100 te verhoogen en, als hij daarvoor dekking moet zoeken, deze vinden uit volgno. 180. De heer Ritmeester (wethouder) adviseert den heer Muller om, als deze een commissievergadering bij woont, zijn vertering liever uit eigen zak te betalen, want op deze wijze wordt het spr. wat kostbaar. Wat wil hij echter met die 500.die hij voor B. en W. meer beschikbaar wil stellen B. en W. achten, zooals het hier staat, 500.— voldoende en nu wil de heer Muller dat verdubbelen. De heer Muller wil, nu de wethouder de zaak op deze wijze tracteert, er toch een paar woorden over zeggen. Het doel is, zooals uit de mem. van toel. blijkt, dat indien hier verschillende commissies vergaderen, de leden hun eigen thee betalen en spr. meent, als de Raadsleden een avond uit hun gezin worden gehaald om hier te vergaderen, dat zij dan een zeker recht heb ben op een kopje thee. Meent de wethouder dat deze post van 500.— daarin kan voorzien, dan gaat spr. daarmee accoord, maar de practijk is op het oogenblik anders. Daarom stelt hij voor den post met 100 te verhoogen en dit bedrag te vinden uit volgno. 180, dat toch met 1200.verminderd wordt. De heer Ritmeester (wethouder) zegt, dat uitdruk kelijk bij dezen post staat dat er geen koffie, thee en dergelijke wordt verstrekt aan ambtenaren en Raads leden. Wil men dat anders, dan moet de post op dat punt natuurlijk worden gewijzigd. Om de verhooging te vinden uit den post van 12.000.dien de heer Muller noemt, en waarbij B. en W. voorstellen die met 10 te verminderen, kan nog niet, omdat die vermin dering niet tot stand komt door den Raad, maar door Ged. Staten. Een eventueele verhooging zou dus moeten komen uit Onvoorzien. De heer Hooiring zal tegen het voorstel-Muller stem men, hoewel hij het tegenover den Raad niet royaal vindt, dat het Gemeentebestuur met een dergelijk voor stel komt, omdat geen van de Raadsleden er tot nu toe aan heeft gedacht om ook presentiegeld voor de com missievergaderingen toe te kennen. Dit had als tegen wicht kunnen gelden tegenover deze bezuiniging. De heer Vromen is ook tegen het voorstel-Muller. Hij zou zich kunnen voorstellen dat men den geheelen post in eere wenschte te herstellen, maar om te zeggen dat de leden van de Raadscommissies hier wel een kopje thee moeten hebben en de ambtenaren die hier werken niet, acht spr. niet juist. Waar de concierge op zeer aannemelijke voorwaarden thee beschikbaar stelt, vindt spr. het een moreele plicht tegenover de gemeen schap, waar de zaak zoo knijpt al zou de begrooting deze 500.— nog wel kunnen dragen dat de Raads leden hier ook mee accoord gaan. De heer Muller trekt zijn voorstel in. Volgnos. 210237 worden onveranderd vastgesteld. HOOFDSTUK III. Openbare veiligheid. De heer Balk heeft zoowel in de Fin. Comm. als in de sectie telkens een onbevredigend antwoord gekregen op zijn vraag, waarvoor de post van 1500.voor wapening onder volgno. 240 moest dienen. Hij weet dat nu uit inlichtingen, die hij van den Comm. van Po litie heeft gekregen, maar meent dat, als de Raadsleden in een commissie een vraag stellen, de wethouder daar een afdoend antwoord moet kunnen geven. Dat voor komt dat de vraag in de sectie weer wordt gesteld. Spr. wijst er verder op, dat de Voorzitter gister bij de kwestie over de benoemingen zich heeft vergist. Er is hier n.l. niet één Katholieke agent, maar er zijn er 4. Tegenover den heer Muller merkt spr. op, dat in Eind hoven het aantal niet-Katholieken bij benoemingen 9 blijkt te bedragen en hier voor de Katholieken maar 5 Het meeste bezwaar heeft spr. tegen het niet vol- doende geven van inlichtingen, toen de leden de stuk ken kregen over het aanstellen van een inspecteur en adjunct-inspecteurs. Hij bestrijdt op grond van thans verkregen inlichtingen uit andere gemeenten de woor den van den Voorzitter, dat met die aanstelling hier de limiet niet wordt overschreden en dat de meeste ge meenten dit aantal superieuren zouden hebben. Hij heeft een lijst van gemeenten, waar het aantal lagere politiebeamten gelijk of lager is dan hier, maar de be zetting van superieuren voor den straatdienst en de ad ministratie overal lager is. Alleen in Nijmegen, met 150 man personeel, is de bezetting van superieuren gelijk als in Leeuwarden. Spr. wil ten slotte het verzoek doen dat gezorgd wordt, dat op een bescheiden vraag in de Fin. Comm. of in de secties, behoorlijke inlichtingen kunnen worden gegeven. De heer Muller merkt op, dat de Voorzitter gister heeft gezegd dat bij de laatste sollicitatie bij de politie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1934 | | pagina 26