Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Maart 1934. bedoeling, mogelijk te maken dat zoo noodig straks nog eenige steun kan worden gegeven. Men zegt dat het orkest tóch geen bestaansmogelijkheid heeft en dat men er daarom een eind aan wil maken, maar als die moge lijkheid er nu inderdaad nog is, waarom zou men dat dan doen De gemeente heeft van haar kant toch ook financieel belang bij het voortbestaan van het orkest, door de inkomsten uit de vermakelijkheidsbelasting, de belasting van de orkestleden en de anders noodige steun aan dezen. Wordt het geheele subsidie geschrapt, dan bestaat ook de kans dat door het Rijk de 5000.-— subsidie niet wordt gegeven. Een memoriepost kost de gemeente op 't oogenblik geen cent; de Raad kan die later in een cijferpost omzetten, maar hij kan dat ook laten. Daarom blijft spr. met aandrang zijn voorstel aanbevelen; men heeft daardoor kans een groot belang te behouden, terwijl het dan de gemeente een kleinig heid zal kosten. De heer Buiel herhaalt zijn vraag, nu iets concreter, of reeds vaststaat dat over 1934 door het Rijk een subsidie van 6400.zal worden gegeven De heer B. Molenaar: 5000. De heer Buiel: Nu, 5000.dan. Verder vraagt spr. welke dekking de Voorzitter aangeeft voor die 3000.liquidatiekosten. De Voorzitter: Ik heb geen voorstel gedaan. De heer Hoogland is persoonlijk heel weinig optimis tisch over datgene wat eventueel uit Den Haag zal komen. De eenige beteekenis van een memoriepost is voor hem, dat er in elk geval een kans is de een mag die dan gering achten en de andere groot dat Den Haag iets doet en dat, wanneer de eene of andere keer dit mocht gebeuren, men dan, hoewel de Raad dan nog rechtens en ook anders volkomen vrij is, in den Raad kan komen en zeggen: dat doet Den Haag, hoe denkt gij Raad er nu onder deze volkomen nieuwe omstandigheden over Dan is elk Raadslid nog vol komen vrij, men bindt zich dus tot niets. De heer Ritmeester (wethouder) heeft in de laatste Radiobode van 23 Februari gelezen, dat er niet zoo buitengewoon veel wordt gevoeld voor een radiobelas ting, en er nog geenszins sprake van is dat die er dit jaar komt en wil daarom de vraag stellen: als men een memoriepost op de begrooting brengt, hoe stelt het be stuur van de F. O ,V. of juister hoe stellen de leden van den Raad zich dan voor gedurende het jaar 1934 spr. zal maar niet verder gaan de zaak te finan cieren Spr. heeft gezegd dat hij geen 12.000.en ook geen 6000.kan missen, dus hij zal een antwoord op die vraag moeten hebben. De gemeente heeft geen geld, dat staat vast; men zegt wel: houdt het orkest in leven, maar hoe zullen wij op deze wijze met alles handelend dan dit jaar zelf in leven blijven De heer Westra (wethouder) heeft indertijd aan de instandhouding van de orkestvereeniging meegewerkt, j omdat hij meende dat het mogelijk zou zijn op den duur met een belangrijk lager bedrag uit de openbare kas de F. O. V. in stand te houden. Evenwel is gebleken dat het bedrag, dat uit de openbare kas moet komen, vrijwel gelijk is gebleven, zoodat in werkelijkheid de oprichting der vereeniging weinig verandering heeft gebracht. Bovendien is het bestaan van het orkest altijd buiten gewoon wankel geweest, omdat het subsidie van Leeu warden er elk jaar op het kantje af is gekomen. Het cultureele belang moet men niet overdrijven. Ten slotte dateert het orkest in dezen vorm pas van 1917. Dat is dus nog niet zoo héél lang geleden en vóór dien tijd heeft men het in Leeuwarden toch ook zonder die belangrijke cultureele instelling moeten doen. Het zal dus wel wat meevallen en nu het ten slotte meer en meer begon te dringen bij de begrooting, heeft spr. dan ook kunnen meewerken aan het voorstel van B. en W. om het subsidie geheel te laten vervallen. Men begint nu weer op dezelfde wijze als men in 1927 heeft gedaan. Van bestuurszijde is verzocht een subsidie van 12.000. waardoor het bestaan al weer wankeler zou worden door het voorstel-Van der Meu- len is dat dezer dagen tot 6000.teruggebracht, waardoor het alleen mogelijk zou zijn het bestaan mis schien nog een half jaar te rekken en nu is die 6000. ook al verdwenen en komt men met een voorstel, dat absoluut niets helpt en dat naar spr.'s meening nog min der is dan een stroohalm, waaraan men zich vastklampt. Den Haag zou dan al moeten komen met een subsidie, dat minstens 200 of 300 hooger zou moeten zijn en bovendien krijgt de F. O. V. toch door het voorstel geen cent om haar bestaan te rekken. Het lijkt spr. niet gewenscht op deze wijze voort te gaan, ook in verband met de consequenties, omdat door een memoriepost zekere verwachtingen worden gewekt en men door a te zeggen ook b zou moeten zeggen. En dan krijgen wij weer dezelfde lijdensgeschiedenis met elk jaar de dis cussies, waarbij ten slotte door een verschuiving van Raadsleden, waar het slechts ligt aan een enkele stem, aan de orkestvereeniging toch het bestaan onmogelijk zal worden gemaakt. Spr. acht het daarom onbegonnen werk om via een zoo wazig voorstel als dat van den heer Van der Meulen te trachten de F. O. V. te redden en zal daar ditmaal niet aan medewerken. De heer Botke (wethouder) heeft in 1927, toen het orkest in het geding was, gestemd voor subsidie aan de F. O. V., omdat hij hoop had dat het met de financiën iets meeviel en hij er misschien later spijt van zou heb ben als hij toen een zoo belangrijke cultureele instelling mee om hals had gebracht. In de jaren na 1927 bleek, dat de gemeente in staat was het subsidie aan de F. O. V. te geven en spr. heeft altijd, hoewel niet steeds con amore, maar toch gemakkelijk daar voor gestemd. In het college stond hij thans aanvankelijk op een eenigs- zins ander standpunt dan de meerderheid hij wilde nog een lager subsidie verleenen, maar toen hem van be voegde zijde werd meegedeeld, dat de F. O. V. onmo gelijk met een kleiner subsidie kon bestaan, heeft hij op grond daarvan zijn voorstel teruggenomen. Het spijt hem, dat de F. O. V. niet direct heeft ingezien dat de gemeente niet het volle bedrag kan geven en dat zij niet direct een kleiner bedrag heeft gevraagd. Misschien dat dan de zaak anders was geloopen; aan een subsidie van 17.000.dacht echter geen van de leden van het college. Spr. meent, dat degenen, die in de secties hebben ge zegd ,,met een bloedend hart'' accoord te zullen gaan met het voorstel van B. en W., misschien nog wel genezen kunnen worden, al is de kans dan ook klein. Van ver schillende zijden is hier toch gezegd dat er een kleine mogelijkheid bestaat dat de Regeering wil meehelpen het orkest in stand te houden en als nu blijkt, al acht spr. die kans niet groot, dat de Regeering de orkest vereeniging wil steunen, omdat het een cultureele in stelling is, dan zouden wij er later spijt van hebben deze om hals te hebben gebracht. Spr. heeft zich dan ook omtrent deze materie in het college vrij gehouden en meent juist te doen, zijn stem te geven aan het voor stel-Van der Meulen. Hij zou echter, als er een memorie post op de begrooting komt, hier uitgesproken willen zien, dat die post eventueel zal worden uitgetrokken tot een zeker maximum, opdat men ten opzichte daarvan later niet voor moeilijkheden zal komen. Van de heeren, die het voorstel hebben gedaan en die van den toestand van de F. O. V. wel precies op de hoogte zullen zijn, zou hij daarom willen vernemen welk maximum zij zich denken. Daarvan hangt zijn stem in dezen af. Hij zou Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 27 Februari 1934. Voortzetting der vergadering op Donderdag 1 Maart 1934. graag de heele kleine kans, die hier nog is, aan de F. O. V. willen geven, opdat zij haar taak in de toekomst nog zal kunnen vervullen; hij wil niet graag de F.O.V., die hier zeker iets beteekent, afbreken als het niet ab soluut noodig is, maar wil gaarne een maximum gesteld zien. De heer Hoogland antwoordt op de vraag van den heer Ritmeester, dat, al is hij toevallig bestuurslid van de F. O. V„ hij niet namens de F. O. V. kan spreken, maar dat een logische gedachtengang zegt, dat, als de groote vloed van uitgaven ingaande 1 April wordt stop gezet, er heel weinig kosten meer zijn, omdat ook het geven van concerten dan ophoudt. Het gaat er niet om dat men het orkest die enkele 2 of 3 maanden niet kan laten doorspelen, maar het is alleen noodig dat de zaak niet naar alle windstreken wordt verstrooid. Het lijkt spr. onmogelijk het bedrag, dat op het oogenblik noodig zou zijn om de zaak loo- pende te houden, tot in 1935 de mogelijkheid wordt ge schapen op andere basis door te werken, te noemen blijkt die mogelijkheid van doorwerken niet te bestaan, dan heeft die geheele memoriepost geen beteekenis, maar in ieder geval is voorkomen dat de zaak niet te voren naar alle windstreken wordt verstrooid. Naar spr.'s oordeel zit er aan het voorstel van den heer Van der Meulen geen andere consequentie vast. dan dat de Raad misschien deze geschiedenis nog eens onder oogen krijgt; verder bindt men zich in geen enkel opzicht. Wat de vraag van den heer Botke betreft om bij dezen post een maximum te noemen, meent spr. dat men dit niet moet doen. Dit voorstel heeft geen andere strekking dan, wanneer er bericht uit Den Haag komt. er nog eens over te spreken. Laat men geen bedrag noemen en laat ieder zooveel mogelijk vrij blijven en zijn oordeel vormen in het licht van de nieuwe omstan digheden. Op een vraag van den heer Buiel wat er met het Rijkssubsidie gebeurt van de F. O. V„ antwoordt spr. nog, dat er op de Rijksbegrooting voor 1934 5000. subsidie is uitgetrokken en verder zijn er geen voor waarden aan verbonden dan dat de programma's aan de Regeering moeten worden overgelegd. Het komt spr. oppervlakkig voor dat dit subsidie wel veilig is, maar hij kan het niet met 100 zekerheid zeggen. Over het voorstel van den heer Van der Meulen heeft staking van stemmen plaats (14 tegen 14 stem men; tegen stemmen de heeren Buiel, Van der Schoot, Weima, Terpstra, Wiersma, Westra, Vromen, Turk- sma, Stobbe, mevr. BuismanBlok Wijbrandi. de hee ren Feitsma, Hofstra, Ritmeester en mevr. Van Dijk Smit, zoodat daarover in de volgende vergadering zal moeten worden beslist. Op voorstel van den Voorzitter wordt, in verband met het feit dat deze begrooting, die feitelijk nog niet kan worden vastgesteld, anders niet ter goedkeuring aan Ged. Staten kan worden aangeboden, volgno. 536 voorloopig op nihil uitgetrokken en alzoo onveranderd vastgesteld. Volgno. 537. Kosten van de Stedelijke Muziek school I 13.339.56. Aan de orde is het voorstel van de heeren Buiel, Wiersma en Oosterhoff tot opheffing van de Stedelijke Muziekschool. De heer Buiel zegt, dat het ingediende voorstel tot opheffing van de Stedelijke Muziekschool wordt gewij zigd in dien zin, dat wordt voorgesteld het om prae- advies naar B. en W. te zenden. Naar aanleiding van de opmerking van den heer Botke, dat het getal leerlingen op de Muziekschool 260 bedraagt, wil spr. er nog eens op wijzen dat deze 260 leerlingen 260 lessen zijn en dat het getal leerlingen, dat lessen neemt, nog geen 100 haalt, hetgeen een groot verschil maakt. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het nader voorstel van de heeren Buiel, Wier sma en Oosterhoff om hun voorstel in handen van Bur gemeester en Wethouders te stellen om praeadvies. Volgnos. 537548 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 549. Kosten van de gemeentelijke commissie tot voorlichting bij Beroepskeuze 800. Aan de orde is het voorstel van de heeren Wiersma en Van der Schoot tot opheffing van de Commissie tot voorlichting bij Beroepskeuze. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi stelt voor om dit voorstel in handen van B. en W. te stellen om prae advies, omdat men niet zoo maar plotseling kan stem men over een zaak, zonder dat men daarover eenig materiaal heeft. De heer Ritmeester (wethouder) vindt het ook beter om niet in eens tot stemming over opheffing van deze commissie over te gaan, doch eerst deze zaak in handen van B. en W. te stellen om praeadvies, omdat men op het oogenblik niet precies weet hoe deze kwestie in elkaar zit en welke resultaten er zijn geweest. De heer Van der Schoot kan zich er mee vereenigen, dat het voorstel eerst naar B. en W. om praeadvies gaat Met algemeene stemmen wordt besloten het voorstel in handen van B. en W. te stellen om praeadvies. Volgno. 549 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 550. Kosten van onderhoud van monumen ten van geschiedenis en kunstf 2.023.82. De heer B. Molenaar zou nog eens weer willen vra gen, of het ook mogelijk is dat B. en W. zich nader verklaren omtrent een Monumentenverordening. Het is spr. bekend dat in een groot aantal (15) gemeenten dergelijke verordeningen bestaan. Waar stuit dat hier op af Het lijkt spr. toe, dat het van groot belang is te trachten de monumenten voor de toekomst te behou den en dat maakt het voor den Raad noodzakelijk niet te lang te wachten met een dergelijke verordening. Spr. herinnert er aan, dat de Voorzitter van den Raad indertijd het voorstel tot verbouw van het Politie bureau aan de Nieuwestad ook verdedigde, mede op grond van het feit dat, wanneer het pand tot politie bureau werd ingericht, het voor het nageslacht bewaard bleef en het is spr. ook bekend dat panden, die hiervoor ook in aanmerking komen, binnenkort veranderd zullen worden. Kunnen 6. en W. niet zeggen wat eigenlijk de oorzaak is dat de Monumentenverordening zoolang uit blijft? Zijn de moeilijkheden, die zich voordoen, niet te ondervangen op de wijze zooals in Deventer gebeurt? De Voorzitter antwoordt, dat reeds een Monumen tenverordening in de Commissie voor de Strafveror deningen is behandeld, doch B. en W. hebben deze verordening niet bij den Raad ingediend, omdat zij zijn teruggeschrokken van de groote financiëele gevolgen. De verordeningen van verschillende andere gemeenten missen een regeling tot schadevergoeding, wat B. en W. en de meerderheid van de Commissie echter onbil lijk voorkomt. Wanneer men iemand bijv., in het belang

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1934 | | pagina 30