126 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juni 1934.
e. dat Gedeputeerde Staten hebben vernietigd het
Raadsbesluit van 14 November 1.1. voor zoover betreft
de onbewoonbaarverklaring van de woningen Camstra-
buren nos. 7, 9, 11, 13, 15 en 17, alsmede (gelijk de
Voorzitter naar aanleiding van een pas hedenmorgen
ontvangen schrijven van Gedeputeerde Staten mede
deelt) voor zoover betreft de onbewoonbaarverklaring
van de woning Noordvliet no. 321.
Burgemeester en Wethouders stellen voor aan de
Kroon vernietiging van deze besluiten van Gedeputeerde
Staten te vragen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel vraagt op welke gronden men in beroep
wenscht te gaan, omdat hij zich met de door Ged. Staten
aangevoerde gronden, dat, als allerlei door hen ge
noemde verbeteringen worden aangebracht, de wo
ningen dan wel goed zijn, wel kan vereenigen.
De Voorzitter antwoordt, dat de Raad niet in beroep
komt, maar vernietiging vraagt van het besluit van
Ged. Staten op grond, dat de Raad, in tegenstelling
met Ged. Staten, meent, dat deze woningen niet meer
in bewoonbaren staat zijn te brengen.
Ged. Staten zijn meegegaan met het advies van een
lid van dit college, dat de woningen heeft bezocht en
meent, dat deze met zeer veel verbeteringen nog wèl
in bewoonbaren staat zijn te brengen, maar de Raad
meent nog altijd, op grond van de technische adviezen
van Bouw- en Woningtoezicht en van den Inspecteur
van de Volksgezondheid, dat dit niet juist is; anders
had hij de woningen niet onbewoonbaar verklaard. Dat
geldt ook voor het perceel Noordvliet 321. Ged. Staten
meenen dat die woning althans aan den tegenwoordigen
eigenaar nog wel voldoende huisvesting biedt en hebben
op grond daarvan het Raadsbesluit vernietigd, maar de
Raad heeft óók wel geweten dat daar een oude man in
woont, maar zich niet bij dat feit neergelegd, doch ge
meend dat die woning toch onbewoonbaar verklaard
moest worden.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
f. verslag van hetgeen met betrekking tot verbete
ring der Volkshuisvesting in de gemeente over 1933 is
verricht;
g. proces-verbaal van de opneming van kas en
boeken van den gemeenteontvanger;
h. rapporten omtrent de opneming der kassen van
het Openbaar Slachthuis, het Gemeentelijk Woning
bedrijf, het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf, de Gemeen
telijke Gasfabriek;
i. schrijven van de Broederschap van Ontvangers
van gemeenten in Nederland om met een daarbij over
gelegd adres aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken, wat betreft de vaststelling, resp. goedkeuring
van verordeningen in zake het rekenplichtig beheer der
gemeentebedrijven en diensten, zooveel mogelijk reke
ning te houden.
De stukken sub fi worden voor kennisgeving aan
genomen.
j. adres van de Koninklijke Verbonden Nederland-
sche Watersportvereenigingen, van den A.N.W.B. en
van den Nederlandschen Kanobond, om niet in te gaan
op het verzoek van de Nederlandsche Centrale Red
dingsbrigade tot het vaststellen van bepalingen ter
voorkoming van verdrinking bij beoefening van de
watersport.
Wordt bij de desbetreffende stukken gevoegd.
k. adres van G. J. Veenstra, namens F. van der
Velde, in zake de invordering van een bedrag wegens
herstellingskosten van een gedeelte der bestrating in de
Torenstraat;
beroepschrift van W. Zonderland, directeur van
de Stedelijke Muziekschool alhier, tegen het besluit van
Burgemeester en Wethouders d.d. 10 Mei 1934 tot
vaststelling van zijn wachtgeld als directeur van het
voormalig Stedelijk Orkest.
De stukken sub k en l worden in handen van Burge
meester en Wethouders gesteld om praeadvies.
m. adres van de N. V. Bataafsche Import Maat
schappij te 's-Gravenhage in zake de vergoedingen
voor het plaatsen van benzinepompinstallaties op en in
gemeentegrond.
Wordt voorgesteld dit adres voor kennisgeving aan
te nemen.
De heer Buiel meent dat het plaatsen van pompen in
gemeentegrond zeer zeker grond geeft voor het vragen
van een recognitie en dat dit heel iets anders is dan
een benzine-belasting, waarom hij in het afwijzend ant
woord aan de N.V. de nadruk zou willen leggen op
dit verschil.
Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen.
n. schrijven van het bestuur der „Woningvereeni-
ging Leeuwarden", houdende verzoek om verlenging
tot 1 November e.k. van den termijn, binnen welken
de straataanleg op haar terrein aan den Groninger-
straatweg moet zijn voltooid.
Besloten wordt het verzoek in te willigen.
o. adres van den Ned. Federatieven Bond van per
soneel in openbaren dienst betreffende de korting voor
pensioenpremie der gem. ambtenaren, enz.
Zal worden behandeld bij punt 10 der agenda.
p. adres, met bijlagen, van G. A. Heidoorn, hou
dende verzoek om verkoop van het terrein aan de
Peperstraat voor den prijs van 86.— per M2.
Zal worden behandeld bij punt 23 der agenda.
q. adres van H. Jongma om, nu het parkeerterreintje
aan de Westerplantage wordt verwijderd, de bestrating
aldaar te verbreeden, ten einde eenige parkeerruimte
voor auto's van bezoekers van zijn café te bekomen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, in ver
band met het Raadsbesluit van 5 Juni j.l., dit verzoek
af te wijzen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Terpstra kan zich nog niet met dit afwijzend
advies vereenigen en staat nog altijd op het standpunt
dat, niet door het vorige Raadsbesluit, maar door ver
schillende gewijzigde omstandigheden, de heer Jongma
eenigszins in een perikel is geraakt en dat dient te
worden overwogen of niet de Overheid moreel verplicht
is om, als dit mogelijk is, daarin in een of ander opzicht
te voorzien. Waar spr. voorziet dat er straks toch een
besloten vergadering zal moeten plaats hebben, geeft
hij in overweging de zaak daar eenigszins breedvoeriger
te behandelen.
De heer Vromen heeft geen behoefte om deze zaak
in een besloten vergadering te behandelen en kan zich
volkomen met het afwijzend advies van B. en W. ver
eenigen. Hij vraagt echter, na aan de hand van de
stukken, die Jongma zijn gezonden, den z.i. buitenge
woon merkwaardigen gang van zaken bij de verhuring
van het parkeerterreintje aan den heer Jongma te hebben
geschilderd, of het niet op den weg van B. en W. ligt
om eigener beweging thans billijkheidshalve de reeds
door Jongma betaalde huur van 75.aan hem te
restitueeren.
De Voorzitter zegt dat B. en W. op een besloten
zitting over dit punt geen prijs stellen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 Juni 1934.
127
Het voorstel-Terpstra, dat wordt ondersteund, om
het adres in een besloten zitting te behandelen, wordt
met 16 tegen 13 stemmen, die van de heeren Ritmeester,
Van Kollem, Turksma, Koopal, IJtsma, mevrouw Buis
man—Blok Wijbrandi, de heeren De Boer, Bos, Hoog
land, Botke. Westra, Van der Meulen en B. Molenaar,
aangenomen.
De beraadslagingen worden geschorst.
r. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare
aanbesteding hebben gegund het verbouwen van ge
meenteschool no. 6 met bijkomende werken aan Tj. J.
van der Meer te Warga voor 7253.
s. dat op Maandag 9 Juli e.k. des nam. 4J/£ uur ten
Stadhuize de ontvangst zal plaats hebben van het hoofd
bestuur van den Nederlandschen R. K. Bond van Bouw-
patroons, van welken bond hier de jaarvergadering
wordt gehouden op 10 en 11 Juli.
De mededeelingen sub r en s worden voor kennis
geving aangenomen.
Punt 3 (bijlage no. 75). Het voorstel van den heer
Van der Meulen wordt met 15 tegen 14 stem
men, die van de heeren Van Kollem, Koopal,
IJtsma, Hooiring, M. Molenaar, Hofstra, De Boer, Bos,
Botke, Balk, Van der Meulen, B. Molenaar, Wiersma
en Muller, verworpen, zoodat is besloten overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Punt 4. Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
Punt 5. De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel merkt op dat de begrooting van de
Stads Armenkamer met een aanmerkelijk bedrag is
overschreden, terwijl bij de vaststelling van de begroo
ting voor 1933 de Raad nog wel eigenmachtig heeft
gezegd; wij leggen daar zb 150.000.boven op. Is
misschien in overleg met B. en W. die begrootings-
wijziging ook zoo lang aangehouden Een overschrij
ding met 142.000.—, zonder dat bij den Raad tijdig
een voorstel tot verhooging van de begrooting is in
gediend, gaat spr. toch wel wat te ver. Hij vraagt
verder of er een bepaalde aanleiding is dat de post
van 14.000.voor geneesmiddelen met bijna 7000.
is overschreden.
De heer Vromen zegt dat de goedkeuring van deze
begrootingswijzigingen post factum, nadat de gelden
reeds zijn uitgegeven, eigenaardige moeilijkheden geeft,
maar gelooft niet, dat daar iets aan te doen is, tenzij
men weer het oude systeem volgt van het wijzigen van
de begrooting vier keer per jaar. Nu krijgt men een
dossier, dat bijna niet is door te worstelen, maar toch
heeft spr. nog enkele dingen gevonden, waarbij eenige
toelichting wel noodig is, o.a. ten opzichte van den post
voor het schoonhouden van de veemarkt, waar ieder jaar
al wordt tegenaangekeken, omdat hij zoo hoog is, maar
die nu nog met 3500.— is overschreden, zonder dat
daaromtrent eenige toelichting is gegeven.
De kwestie van verdeeling van de algemeene on
kosten op de begrooting van Gemeentewerken wordt
thans wel ad absurdum doorgevoerd, wat vooral altijd
bij volgno. 21, kosten in verband met het uitbreidings
plan, waarbij, naast een raming van 500.de wer
kelijke kosten 51.05 hebben bedragen, doch waar niet
25 maar een bedrag van 1008.99, dus 2000
algemeene onkosten zijn opgezet. Juist deze post demon
streert absoluut duidelijk, dat deze wijze van admini
stratie nooit juist kan zijn en niet tot juiste resultaten
kan leiden. Spr. zegt niet dat dit geld niet is uitge
geven, maar het gaat niet aan om van de 77.000.
die ons Gemeentewerken kost, meer dan 1000.te
boeken op een dergelijken post. Spr. wilde dat ridiculi-
seeren al kan hij direct geen ander systeem aan de
hand doen en aantoonen dat dit moet worden ver
anderd. Hij noemt nog den post voor het Princessehof,
waarbij op de werkelijke kosten van 792.bijna
100 r,i n.l. 635.— algemeene onkosten is gelegd,
zoodat men den indruk krijgt dat de post voor geschie
denis en kunst met 202.— is overschreden. Dat is
echter niet juist, maar toch zal men later, op grond van
deze cijfers, kunnen aantoonen, wanneer men op kunst
als luxe meent te moeten bezuinigen, dat op dezen post
te bezuinigen is. Spr. meende bij deze begrootings
wijzigingen daarop even te moeten wijzen.
De heer Terpstra is ten aanzien van verschillende
posten door inlichtingen, welke hij bij de betrokken
ambtenaren en wethouders heeft ingewonnen, vrijwel
geheel bevredigd, maar de post algemeene onkosten zat
ook hem buitengewoon dwars. De weth. van Fin. heeft
hem daaromtrent ook wel eenigszins ingelicht en hem
medegedeeld, dat de tegenwoordige regeling ook zijn
goedkeuring niet kan wegdragen. Spr, geeft als voor
beelden, dat de algemeene onkosten bij volgno. 110 zijn
geraamd op 509.en in werkelijkheid zijn gekomen
op 1033.bij volgno. 116 zijn die cijfers 215.en
708.bij volgno. 118 125.en 1008.bij
volgno. 121 487.en 1074. terwijl er minstens
50 posten zijn, die onder deze rubriek zouden vallen.
Spr. begrijpt dan ook niet, wat wij op den duur aan
een dergelijke begrooting hebben; hij zou het college
ernstig in overweging willen geven de regeling van de
algemeene onkosten aan een herziening te onderwerpen
en dringt op een toezegging dienaangaande aan. De
begrooting geeft zóó niet de noodige stevigheid, maar
wij staan op drijfzand; zooals het nü gaat, wenscht spr.
niet langer de verantwoordelijkheid voor een dergelijke
begrooting te dragen.
De Voorzitter stelt voor, nu hier zoo in het algemeen
wordt gesproken, om de punten 6 en 7 hierbij ook in
behandeling te nemen.
De heer Vromen zou straks nog graag over punt 8
het woord willen hebben.
De Voorzitter stelt thans tevens aan de orde:
Punten 6 en 7.
De heer Ritmeester (wethouder) zegt, dat ook B. en
W. op het standpunt staan, dat deze gang van zaken
met de algemeene onkosten van Gemeentewerken niet
de juiste is. De Dir. van Gemeentewerken, de chef van
de afd. Financiën en spr. hebben reeds geconfereerd,
ten einde inderdaad een begrooting te kunnen brengen,
die een juister inzicht geeft in het geheel. Want laat
men billijk zijn, ook voor de ambtenaren is het buiten
gewoon onaangenaam, wanneer zij, zooals de Dir. van
Gemeentewerken, hun uiterste best doen om zoo zuinig
mogelijk te werken en meenen dat er minder is verwerkt
op een post en het ten laatste dan toch blijkt dat die
post meer heeft gekost, doordat de algemeene onkosten
zoo uitgebreid worden. Dit is echter een gevolg van het
heele systeem; voor allerlei aanvragen bij het Gemeen
tebestuur, die automatisch naar Gemeentewerken gaan.
worden adviezen, kaarten, teekeningen, enz. gemaakt,
maar als er van zoo n voorstel dan niets komt, kunnen
de kosten niet verrekend worden. Zooals de Gemeente
secretarie een bedrag van 10.000.krijgt van ver
schillende bedrijven voor de door de secretarie ver-