Vergadering van Maandag 11 februari 1935. 2 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Januari 1935. was uit te geven. Het uitgeven van de meerdere diepte tegen een gereduceerden prijs komt ook hier voor, dat werd reeds toegepast, maar dat zou in dit geval nadee- liger voor de gemeente zijn uitgekomen dan wanneer de gemiddelde prijs op 9.wordt gesteld. Daarom wordt dit laatste voorgesteld. Voor woonhuizen is dit terrein inderdaad te diep en voor autoboxen, die men op de achtererven wil bouwen, is een prijs van 10.te hoog. Daarom is een gemiddelde prijs van ƒ9.ge nomen. De heer Terpstra is door de toelichting van den wet houder niets wijzer geworden. Men krijgt hier onbillijk heden; spr. wijst op het volgende agendapunt, waarbij aan Brink en Rabius ook een perceel zal worden uitge- gegeven tegen 9.per M2. Spr. had den prijs van dat perceel en dat van Bergsma tot een normale diepte ook op 10.willen stellen en dan de rest willen uitgeven tegen een gereduceerden prijs, berekend in verband met het bedrag, dat men in totaal voor den grond wenscht te ontvangen. Dan voorkwam men onbillijkheden en zou de gemeente geen schade lijden, wat nu wel het ge val is, omdat men thans niet meer het recht zal hebben om straks voor grond, die hiernaast wordt aangevraagd, meer dan 9.te vragen. De Voorzitter merkt op, dat de heer Terpstra twee zaken bespreekt, de manier waaróp de prijs is bepaald en den prijs zelf. Spr. berekent, dat men, volgens het systeem van den heer Terpstra, door voor een diepte van 28 M. 10.— en voor de rest 5.per M2. te berekenen, ook ongeveer tot denzelfden prijs had kun nen komen. Dat systeem is hier ook wel toegepast en daar is op zichzelf ook geen bezwaar tegen. In dit ge val is echter de gemiddelde prijs genomen. Wat betreft de kwestie, dat andere perceelen daar zijn uitgegeven voor 10..terwijl dit wordt uitge geven voor 9. kent spr. nog veel sterker voorbeel den aan den Oostkant der stad, waar, als gevolg van een vrij groot tijdsverschil in de bebouwing, b.v van twee niet ver uiteenliggende perceelen het laatste veel duurder is uitgegeven dan het eerste. Zoo kan het om gekeerde ook plaats hebben. Het is hier echter een kwestie van vraag en aanbod en dan is de vraag wat verstandiger is een bepaald perceel tegen 9.uit te geven of er met een prijs van 10.langen tijd mee te blijven zitten. Men kan niet altijd strak de lijn vasthouden. B. en W. zullen echter wel degelijk het recht hebben om eventueel straks voor een bepaald perceel daarnaast, dat b.v. om bepaalde redenen meer gegadigd is, met een hoogeren prijs dan 9.bij den Raad te komen. Overigens kan spr. wel zeggen, dat B. en W. den laatsten tijd de neiging hebben om niet op den aller- hoogsten prijs aan te houden, maar over de heele linie langzamerhand iets te dalen, omdat dit voor de ge meente en de betrokkenen beter is. Het door den heer Terpstra aanbevolen systeem van prijsbepaling bij perceelen van meer dan normale diepte willen B. en W. graag overwegen. Overigens kijken de menschen meer naar de totale som, die zij aan erfpacht moeten betalen, dan dat zij de grondprijzen vergelijken. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punten 68 (bijl. nos. 9, 7 en 6). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders. Punt 9 (bijlage no. 10). De beraadslagingen worden geopend. De heer Turksma meent, dat hier met een verbazende nonchalance is te werk gegaan, omdat er geen schrif telijke huurovereenkomst is aangegaan. Men stelt den Raad nu voor een feit, dat deze met zijn verantwoor delijkheid moet dekken, hoewel de zaak blijkbaar niet steunt op een Raadsbesluit en zij op geen enkele schrif telijke overeenkomst is gebaseerd. Al mag de zaak be wezen kunnen worden door het afleggen van een eed door den Administrateur van het Woningbedrijf en al wordt van de andere zijde deze huur niet ontkend, het brengt toch extra kosten mee. Spr. meent, dat men der gelijke processen kan voorkomen door, zooals een ge wone eisch van zaken doen is, het vastleggen van de huur in een schriftelijke overeenkomst en hij spreekt zijn teleurstelling uit over de wijze, waarop men hier der gelijke overeenkomsten aangaat. De Voorzitter zegt, dat B. en W. wel machtiging meenden te hebben om, zooals hier, een drietal krotten die op afbreken staan, tijdelijk voor 1.per week als pakhuis te verhuren. Spr. geeft toe, dat een schrif telijke overeenkomst beter is, maar de huur wordt door Dorenbosch zelf niet ontkend gelijk ook blijkt uit een later gezonden brief en een mondelinge over eenkomst is ten slotte even geldig als een schriftelijke. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punt 10 (bijlage no. 5). De beraadslagingen worden geopend. De heer Weima doet namens zijn fractie het voorstei om de punten 10 en 11 van de agenda af te voeren. I ten einde deze te behandelen bij de begrooting, die spoedig aan de orde zal komen en waarbij, volgens de meening van spr.'s fractie, deze punten, tegelijk met de algemeene behandeling der salarisregeling, thuis hooren. De Voorzitter maakt er den heer Weima op attent, dat Ged. Staten zoo mogelijk eigenlijk al voor 1 Januari bericht hierop wenschten, maar dat deze punten de vorige vergadering niet aan de orde zijn gesteld, omdat de wethouders liever wilden dat de wethouderssalarissen aanhangig werden gemaakt in een vergadering, waar spr. zelf aanwezig was. Het verband tusschen de wet houderssalarissen en de begrooting ziet spr. ook direct niet; er moge dan wel eenig verband zijn, maar het is niet zoo groot, dat spr. daarom voor aanhouding zou stemmen. Hij wil de zaak echter graag aan den Raad overlaten. De heer Weima zegt, dat het niet aan den Raad is te wijten, dat deze punten pas vandaag op de agenda staan. Zij mogen dan niet in rechtstreeksch verband met de begrooting staan, zijdelings toch wel, omdat de ambtenaren- en wethouderssalarissen ook op de be grooting voorkomen. Door nu hierover een beslissing te nemen, zou men vooruit loopen op een zaak, waar over misschien over 3 weken in den breede moet wor den gesproken. Spr. handhaaft zijn voorstel. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van den heer Weima wordt met 18 tegen 10 stemmen, die van de heeren Van der Meulen. IJtsma, Koopal, Hooiring, Botke, Bos, M. Molenaar, Muller, B. Molenaar en Van Kollem, aangenomen. Punten 10 en 11 (bijl. nos. 5 en 2) worden als gevolg van deze beslissing tot bij de behan deling der begrooting aangehouden. Punt 12 (bijl. no. 3). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Bur gemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga dering door den Voorzitter gesloten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 11 Februari 1935. 3 Tegenwoordig 28 leden. Afwezig de heer IJtsma. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, Burgemeester. Te behandelen punten 1. Vaststelling van de notulen der vergaderingen van 31 December 1934 en 22 Januari 1935. 2. Mededeelingen en rapporten. 3. Benoeming van een lid van de Commissie van Beheer over het Stads-Ziekenhuis, wegens periodieke aftreding en bedanken van den heer B. Tamminga (bij lage no. 18). 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot het opmaken van een voordracht van twee personen voor de benoeming van een lid van den Raad van beheer der N. V. Intercommunale Water leiding Gebied Leeuwarden, wegens periodieke aftre ding van den heer M. Molenaar (bijlage no. 11). 5. Alsvoren tot het verleenen van eervol ontslag aan mej. A. G. Kreuiter als tijdelijk leerares aan het Gymnasium. 6. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Accamastraat en de Franklinstraat aan de firma Visser de De Boer (bijlage no. 13). 7. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Goudsbloemstraat en de Azaleastraat aan A. Andringa (bijlage no. 14). 8. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Leeuwrikstraat aan J. Zeilstra (bijlage no. 20). 9. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Sumatrastraat aan O. Meijer (bijlage no. 22). 10. Alsvoren tot overneming in eigendom van de stoep voor het perceel Bagijnestraat no. 34 van H. Bos nia en van die voor de perceelen Westerstraat nos. 35 en 37 van T. Ferwerda (bijlage no. 17). 11Alsvoren tot aankoop van de onbewoonbaar verklaarde woning Weerklank (Laagpad) no. 6 (bij lage no. 23). 12. Alsvoren tot verhuring van grond aan de Gouds bloemstraat en de Azaleastraat aan de Arbeiders Jeugd Centrale, tot verkoop van grond aldaar aan P. Wester- baan en tot intrekking van twee vergunningen tot het hebben van bruggetjes naar den Lekkumerweg (bij lage no. 24). 13. Alsvoren tot verhuring van het perceel Berli- kumermarkt no. 15 aan J. van der Meulen (bijlage no. 12). 14. Alsvoren tot verhuring aan P. Bergsma van de boerenhuizinge met landerijen aan en nabij de Potmarge (bijlage no. 25). 15. Alsvoren om over te gaan tot stratenaanleg op het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie F no. 4406 (bijlage no. 21). 16. Alsvoren inzake de vorming van een fonds ter bestrijding van de gelden tot dekking van woninghuur- verlagingen (bijlage no. 15). 17. Alsvoren tot verlaging van de huur van onder scheidene woningen der gemeente en van woningbouw verenigingen (bijlage no. 16). 18. Alsvoren tot hernieuwde vaststelling van een kohier wegens rioolbelasting betreffende den Harlinger- straatweg. 19. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op het bezwaarschrift van D. J. Koopmans tegen zijn aanslag in de rioolbelasting voor het perceel Harlinger- straatweg no. 1 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven voor 1935 a. voor de Stads-Armenkamer; b. voor het Stads-Ziekenhuis; c. voor het Nieuwe Stads-Weeshuis. 21. Alsvoren tot wijziging van de schoolgeldheffing voor het onderwijs aan verschillende onderwijsinrich tingen der gemeente, met voorstel van een minderheid in dat college (bijlagen no. 175 van 1934 en no. 1 van 1935). 22. Alsvoren naar aanleiding van een verzoek van Gedeputeerde Staten om te mogen vernemen in hoe verre de Raad wijziging van de salarisregeling, enz. van de ambtenaren van den burgerlijken stand noodig acht (bijlage no. 5). 23. Missive van Ged. Staten dezer provincie be treffende wijziging van de wethoudersjaarwedden, met voorstel van den Burgemeester (bijlage no. 2). 24. De ontwerp-begrootingen van de baten en lasten der gemeentebedrijven en de ontwerp-begrooting der gemeente, alle dienst 1935 (bijlagen no. 172 van 1934 en no. 19 van 1935). 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de plannen tot inrichting van de per ceelen Hofplein no. 38 en St. Jacobsstraat no. 35 voor den dienst der gemeentesecretarie enz. en tot verbete ring van Raadhuisplein no. 30 (bijlage no. 173 van 1934). 26. Alsvoren tot vaststelling van de plannen tot het bouwen van een brug over het Vliet bij de Franklin straat (bijlage no. 4). Punt 1, De notulen der vergaderingen van 31 De cember 1934 en 22 Januari 1935 worden on veranderd vastgesteld. Punt 2. Wordt medegedeeld a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten van 22 Januari 1935 tot afstand van bouwterreinen aan de Leeuwrikstraat en aan de Valk straat, tot het instellen van een rechtsvordering tegen J. Dorenbosch en tot wijziging, aanvulling en her nieuwde vaststelling van het Reglement voor de Ge meentelijke instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Wordt voor kennisgeving aangenomen. b. verzoek van J. Pitstra en A. Dijkstra namens 66 kappers, om behoudens daarbij aangegeven uitzonde ringen, den Maandagmiddag aan te wijzen voor ver plichte sluiting van de barbiers- en kapperszaken voor zoover betreft het verrichten van werkzaamheden, doch de verkoop van artikelen vrij te laten. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om praeadvies. c. verzoek van de Winkeliersvereeniging „Ver- I eenigde Oosterstraten" om verbetering van de bestra ting en de verlichting van de Oude- en de Nieuwe i Oosterstraat enz. Wordt ter afdoening in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld. d. verzoeken van de „Alg. Winkeliers-, Industrie- en Handelsvereeniging Leeuwarden", de Winkeliers vereeniging „Vereenigde Oosterstraten" en de R.K. Middenstandsvereeniging, afd. Leeuwarden om niet over te gaan tot invoering van een straatbelasting. Zal worden behandeld bij de gemeentebegrooting. e. verzoek van den Leeuwarder Bestuurdersbond om de door de meerderheid van Burgemeester en Wet houders voorgestelde wijziging van de schoolgelden niet aan te nemen. Zal worden behandeld bij punt 21 der agenda, waar omtrent zal worden voorgesteld dit te behandelen bij de begrooting. de Voorzitter doet verder nog mededeeling van een via Gedeputeerde Staten ontvangen schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken in zake salaris verlaging, van welken brief de Raadsleden inmiddels afschrift hebben ontvangen. Spr. stelt namens B. en W. voor, dit schrijven te behandelen vóór de behandeling der begrooting en deelt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1935 | | pagina 1