108
Versiag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Juni 1935.
De heer Ritmeester (weth.) doet lecture van al deze
posten en legt er den nadruk op, dat daarbij steeds als
toelichting staat,,De overgeboekte arbeidsloonen be
dragen Het betreft ook hierbij dus slechts
een kwestie van verdeeling van de arbeidsloonen over
die posten.
De Voorzitter stelt voor de discussies te sluiten.
De heer Buiel is. wanneer hij iets niet goed begrijpt,
zoo vrij om antwoord te vragen en blijft van meening,
dat het niet ondienstig is dat men hier de door hem
gevraagde toelichting geeft.
De Voorzitter: Die toelichting heeft toch zeker ter
visie gelegen.
De heer Buiel: Dat is geen toelichting, dat zijn ver
slagen.
De heer Ritmeester (weth.): Deze toelichtingen lig
gen al ongeveer 3 weken hier.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 68.
Punt 9. De beraadslagingen worden geopend.
De heer Terpstra betuigt zijn dank voor het tege
moetkomen aan het dezerzijds gedaan verzoek om de
bedoelde stukken eerder ter inzage te leggen. Hij heeft
daarvan een dankbaar gebruik gemaakt en in tegen
stelling met den heer Buiel waren voor hem de gegeven
toelichtingen bijna geheel voldoende, terwijl t.o.v, enkele
posten de heer Hoogkamp hem nog volledig heeft in
gelicht. Nog enkele opmerkingen, in het vertrouwen,
dat daarin een volgenden keer zal worden voorzien.
Met betrekking tot volgno. 249 vraagt spr., in aanslui
ting bij een vroeger verzoek, of het niet hoog tijd wordt,
dat op het terrein van het ontsteken van de lichten in
de lantaarns meer dan tot dusver wordt bezuinigd. Een
zelfde opmerking geldt de overschrijding van volgno.
308 (kosten van de veemarkt); z. i. zal in het vervolg,
om bezuiniging te verkrijgen, getracht moeten worden
den tijd, gedurende welken de veemarkt is geopend,
een beetje te verkorten. Volgno. 357, kosten vallende
op het houden van ouderavonden, is met een klein
bedrag overschreden. Spr. had zich altijd voorgesteld,
dat die ouderavonden in de verschillende lokalen in de
scholen werden gehouden, Dat blijkt hier niet het geval
te zijn geweest; dat geeft natuurlijk kosten en spr. hoopt
dan ook dat men zulks in het vervolg zal trachten te
voorkomen.
De heer Ritmeester (weth.) antwoordt, dat over
schrijding van volgno. 308 niet was te voorkomen; men
vergete niet, dat wij b.v. verleden jaar verschillende
malen op Donderdag de veemarkt hebben moeten be
schikbaar stellen voor de Crisis Rundvee Centrale en
dat wij in verband met de te stellen hygiënische eischen
altijd hebben te zorgen, dat de veemarkt puik in orde
is. Hoewel echter de veemarkt 2200.meer aan
schoonmaken heeft gekost, is de post toch inderdaad
slechts met een bedrag van 250.overschreden,
doordat men op andere posten een bedrag van
1950.heeft kunnen bezuinigen.
T.a.v. volgno. 357 merkt spr. op, dat er bij sommige
scholen geen gelegenheid is om aldaar de ouderavon
den te organiseeren, omdat er zooveel toeloop is; in dat
geval is het beter het centraal te doen bij de Zuivel-
bank. Dit is, als het er op aankomt, waarschijnlijk ook
nog goedkooper; de zaal van de Zuivelbank heeft men.
met stoelen en al, voor 7.50 per avond, terwijl men
bij de scholen de stoelen moet laten halen en brengen
en ook de kosten heeft van het schoonhouden. B. en
W. willen die zaak nog wel eens ernstig bekijken, maar
spr. gelooft, dat hier wel ongeveer op de meest juiste
wijze is gehandeld. Afgezien van het principe of het
in de school moet, geldt ook de vraag, wat de meest
practische manier van doen is.
De heer Terpstra heeft het over de overschrijding
van den post. Hij is ook van oordeel, dat de ouder
avonden moeten worden gehouden in de school, maar
hij is tevens van meening, dat dit ook goedkooper zal
zijn.
De heer Ritmeester (weth.) belooft, dat B. en W.
deze zaak onder de oogen zullen zien, maar meent, dat
de heer Terpstra zich vergist.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Punt 10. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. hun
voorstel zoodanig wijzigen, dat uit de na
volgende staten van oninbare posten worden
gelicht
tijdelijk straatgebruik 1934 de nos. 1 en 2
schoolgeld openbaar lager onderwijs 1933'34 no. 3;
cursus opleiding bewaarsch.onderw. 1930/31 no. 1
1931 '32 no. 1
1932/33 no. 1
schoolgeld muziekschool 1931/32 no. 1.
De heer Buiel deelt mede, dat hij over een paar per
sonen nog wel inlichtingen zou willen geven, maar deze
wel aan den heer Ritmeester kan verstrekken.
De Voorzitter vindt dat best. B, en W. kunnen dan
naar omstandigheden handelen, als de Raad zich daar
mee kan vereenigen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het bij monde van den Voorzitter gewijzigde
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Punten 11 16 (bijl. nos. 95, 96. 87, 89, 92 en 94).
Met algemeene stemmen wordt beslo
ten overeenkomstig de voorstellen van
Burgemeester en Wethouders.
Punt 17 (bijl. no. 88). De beraadslagingen worden
geopend.
De heer Turksma vraagt, of onder deze aanplak
zuilen ook begrepen zijn de zuilen aan de Voorstreek
bij de Tuinen. Indertijd meende men, dat deze aan
reclame een bedrag van 1000.zouden opbrengen,
een optimisme, waarmede spr. zich toen reeds niet kon
vereenigen. Thans meent hij gehoord te hebben, dat de
reclame, welke in die zuil is aangebracht, niet meer be
taald wordt. Zou die zuil inbegrepen zijn bij deze pacht
van 350.,dan acht spr. die pacht wel wat laag is
zij er niet bij inbegrepen, dan vestigt hij er de aandacht
op, dat deze zuil misschien een geschikt reclame-object
zou kunnen zijn voor een winkeliersvereeniging en zou
hij er in ieder geval op willen aandringen, dat er zoo
spoedig mogelijk door B. en W. pogingen in het werk
worden gesteld om dit gedeelte nog te gelde te maken.
De heer Bos heeft bij het zien van deze lage pacht
som lust gevoeld een voorstel te doen om de heele
reclamegeschiedenis maar in te trekken. Er zijn, ook
volgens den heer Bouman, voor deze reclame geen lief
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 25 Juni 1935.
109
hebbers meer en bovendien bevordert zij niet de ver
fraaiing van het stadsbeeld de zuil aan de Willem
Lodewijkstraat dient als een gevaar voor het verkeer
noodig te verdwijnen, de zuilen zien er vaak uit als ge
plukte kippen en ook de borden op den hoek van de
Cyprianussteeg en bij het Stads Ziekenhuis zien er als
gevolg van regen en harden wind vaak slecht uit.
Daarop dient te worden toegezien. Spr. zal in dit geval
nog accoord gaan met een verpachting voor 2 jaar,
maar behoudt zich het recht voor om hierop eventueel
bij de a.s. begrooting terug te komen. Nu de pacht zoo
laag is gedaald, is er z.i. eigenlijk geen reden meer om
door te gaan met een dergelijke reclame.
De heer Muller geeft in overweging om, indien van
de reclame aan de Voorstreek inderdaad weinig geld
binnenkomt, die zuil dan ten dienste van onze eigen
bedrijven te gebruiken, b.v. met opschriften als „kook
electrisch" of „kook op gas".
De heer Ritmeester (weth.) zegt, dat de reclame
gelegenheid met machtiging van den Raad door B. en
W. afzonderlijk is verpacht. Het gaat tegenwoordig
met alle reclame slechtde zuilen en borden hebben wij
indertijd kunnen verhuren voor 1600.en thans kun
nen wij met moeite 350.— krijgen. Ook al zou men
bij overgang naar een anderen pachter misschien een
75.of 100.meer kunnen krijgen, dan zou dat
nog niet helpen, omdat men dan voor de moeilijkheid
kwam, dat de borden, die het eigendom zijn van den
tegenwoordigen pachter, moesten worden overgenomen
of dat er nieuwe moesten worden geplaatst. De heer
Bouman heeft de laatste jaren in verhouding tot de
pacht een zeer groot verlies geleden dit bod is wel het
uiterste, dat de gemeente thans kan krijgen.
Spr. verstrekt verder eenige inlichtingen over de
verhuring van de reclameruimte aan de Tuinen, waar
in elk geval nog éénige verdienste in zit.
De schending van het stadsbeeld door de zuilen en
borden is betrekkelijk op het oogenblik hebben wij die
zaak zelf nog in handen en anders zouden wij misschien
allerlei reclame aan muren en aanplakborden krijgen,
waar wij dat liever niet hebben. B. en W. hebben reeds
opdracht gegeven om de zuil aan de Willem Lodewijk
straat, die daar een ernstige sta-in-den-weg is, te ver
wijderen, terwijl daar tevens door een betere verlich
ting een aanmerkelijke verbetering zal komen.
De minder nette toestand van de aanplakborden is
niet een gevolg van het plakken, maar van het afscheu
ren door kinderen.
Over het in eigen gebruik nemen van de reclame
ruimte aan de Voorstreek hebben B. en W. ook ge
sproken, maar spr. ziet daar geen voordeel ineerst
krijgt men dan een 100.aanlegkosten en verder
beurt men geen huur meer. Het is beter er door ver
huring nog iets voor te ontvangen. De tegenvallers, die
er zijn, hebben we te accepteeren. Spr. gelooft, dat de
geboden pachtsom in verhouding tot het nadeel, dat
de pachter heeft geleden, wel billijk is.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Punt 18 (bijl. no. 97). Met algemeene stemmen wordt
besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
Punt 19 (bijl. no. 98). De Voorzitter wil, misschien
ter bekorting van de discussies, mededeelen,
dat B. en W. naar aanleiding van dit voorstel
de zaak nog eens hebben besproken en dat hieraan het
volgende kan worden toegevoegd.
Een onderzoek naar den toestand van de woning
markt wordt thans door het Gemeentelijk Woningbe
drijf ingesteld. Zoodra het betreffende rapport is inge
komen, kunnen conclusies worden genomen. Mocht dan
blijken dat er een tekort is aan een bepaald type arbei
derswoningen, dan zullen B. en W. die maatregelen
voorstellen, die opheffing van het tekort kunnen be
vorderen, zoo noodig door met voorstellen te komen
tot het bouwen van een aantal woningen van gemeente
wege.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Punt 20 (bijl. no. 91). Met algemeene stemmen wordt
besloten overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
Punt 21 (bijl. no. 90). De beraadslagingen worden
geopend.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi pleit niet voor
behoud van de Bank van Leening voor de z.g. vaste
beleggers (60 die hun goederen des Maandags
inbrengen en des Zaterdags weer ophalen en die mis
schien wel op een andere manier zijn te helpen, maar
de andere categorie van 40 zal, dunkt haar, de Bank
tusschenbeiden nog wel eens noodig kunnen hebben.
Wel is de behoefte daaraan zoo groot niet meer wat
eenerzijds, juist in dezen tijd, moet verwonderen, hoe
wel daarvoor anderzijds ook factoren als geringe in-
brengwaarde der goederen en een meer vaste en gere
gelde loonbasis dan vroeger zijn aan te wijzen maar
toch heeft spr. eigenlijk geen vrede met opheffing. Zien
B. en W. ook de mogelijkheid om de Bank te reorga-
niseeren Het alleen open houden van de Bank gedu
rende 2 dagen midden in de week, waardoor men die
categorie van 60 zou uitschakelen, zou, naar zij
meent, geen bezuiniging geven, omdat men dan het
zelfde personeel in dienst zou moeten houden; zij voelt
er nog het meeste voor om er. gelijk in andere steden,
een voorschotbank van te maken. Spr. kan zich voor
stellen, dat er verschillende menschen -zijn, die soms
dadelijk geld noodig hebben; voor de grootere bedragen
hebben wij hier wel de Hulpbank van 't Nut, maar
omdat daaraan eenige rompslomp verbonden is het
stellen van een borg, enz. komen daar niet de men
schen, die dadelijk 5.of 10.noodig hebben en
hoe zullen die dan voortaan worden geholpen Spr.
vreest, dat deze, niettegenstaande de Pandhuiswet, de
Geldschieterswet en de vast te stellen verordening t.o.v
particuliere banken, in handen van woekeraars zullen
vallen en acht zich verplicht dat te voorkomen. Daarom
vraagt zij eerst antwoord van B .en W.T voordat zij
haar stem bepaalt.
De heer Van der Schoot acht het ook een bezwaar
de Bank van Leening heelemaal op te heffen. Is het niet
mogelijk de Bank gedurende 2 dagen in de week open
te houden en het personeel de overige dagen bij een
anderen tak van dienst te werk te stellen Dat zou toch
absoluut bezuiniging geven.
Spr. erkent, wat betreft de tweede gedachte van
mevrouw Buisman, dat er wèl behoefte is aan een
voorschotbank, maar de consequentie daarvan durven
hij c.s. niet aan.
De heer Ritmeester (weth.) meent, dat het hier geldt
een kwestie van appreciatie. Een voorschotbank is een
dag of 10 geleden door iemand uit Leiden hier per in
gezonden stuk aanbevolen dit is voor den directeur
van de Bank van Leening aanleiding geweest hoewel
B. en W, het met die wijze van doen niet geheel eens
zijn om gegadigden voor een voorschotbank op te
roepen, maar de animo voor het verkrijgen van voor
schotten op deze wijze schijnt hier niet groot te zijn,
want B. en W. hebben van den directeur nog geen