J
Vergaring vei Dissdag 13 Augustus 1933.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 13 Augustus 1935. 119
Tegenwoordig 27 leden. Afwezig de heeren Rit
meester en Van der Meulen.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Mededeelingen en rapporten.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
benoeming van mej. A. J. Erdman Schmidt tot leerares
in Engelsch aan de Gem. Hoogere Burgerschool en
Hoogere Handelsschool.
3. Benoeming van tijdelijk onderwijzend personeel
aan de Lagere Avondhandelsschool voor het schooljaar
1935/36.
4. Alsvoren van een lid van de commissie van toe
zicht op het Middelbaar Onderwijs, vacature mevrouw
J. Leignes BakhovenWolters.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van kohieren wegens rioolbelasting betref
fende den Harlingerstraatweg en den Mr. P. J. Troel-
straweg.
6. Alsvoren tot het voeren van rechtsgedingen tegen
A. Keijzer en J. C. von Burg ter zake van betaling van
kosten, veroorzaakt door het aanrijden van lantaarn
palen (bijlage no. 116).
7. Alsvoren tot het garandeeren van een leening van
ten hoogste 3.000.000.aan te gaan door de N.V.
Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden
(bijlage no. 111).
8. Alsvoren tot het verstrekken van gelden aan de
Vereeniging tot stichting en instandhouding van een
of meer kweekscholen ter opleiding van onderwijzers
en onderwijzeressen aan Christelijke scholen voor de
aanschaffing van leermiddelen voor de U.L.O. school
Margaretha de Heerstraat no. 2 (bijlage no. 114).
9. Alsvoren om den 31 sten Augustus aan te wijzen
als dag, waarop artikel 2 der Winkelsluitingswet niet
zal gelden (bijlage no. 113).
10. Alsvoren om aan C. Th. van der Kolk vergun
ning te verleenen tot het bouwen aan de Meidoornstraat
achter de achtergevelrooilijn (bijlage no. 112).
11Alsvoren tot vaststelling van een plan van uit
breiding, met bebouwingsvoorschriften, voor gedeelten
van de perceelen, kadastraal gemeente Leeuwarden
sectie F nos. 4440, 4804 en 4822 aan en nabij de
Geraniumstraat (bijlage no. 115).
12. Alsvoren tot vaststelling van een uitbreidings
plan der gemeente met daarbij behoorende bebouwings
voorschriften (bijlage no. 110).
Punt 1, Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd
het Raadsbesluit van 25 Juni 1935 tot verlenging van
ontruimingstermijnen van onbewoonbaarverklaarde
woningen
de begrooting der gemeente voor den dienst 1935 en
het Raadsbesluit van 28 Mei 1935 tot wijziging dier
begrooting, alsmede de bedrijfsbegrootingen voor dat
jaar
de Raadsbesluiten van 23 Juli 1935 tot verkoop en
koop van grond in het Bagijneklooster, tot verkoop van
het aandeel der gemeente in den massalen binnenmuur
en een buitenmuur van perceel Zuidvliet no. 254 en tot
verhuring van een terrein aan het Zuiderplein
b. dankbetuiging namens mevrouw S. Nijholtde
Koster voor de ontvangen blijken van deelneming bij
het overlijden van haar echtgenoot, den heer B. Nijholt,
in leven ontvanger dezer gemeente.
De stukken sub a en b worden voor kennisgeving
aangenomen.
c. verzoek van J. H. Drontman e.a. om de panden,
staande op den hoek van de St. Jacobsstraat en het
Gouverneursplein, spoedig te willen afbreken.
Burgemeester en Wethouders achten het gewenscht,
dat binnenkort tot afbraak wordt overgegaan en stellen
voor, hen daartoe te machtigen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Vromen begrijpt wel, dat men op het open
terrein niet direct een gebouw zal neerzetten en infor
meert, hoe B. en W. zich daar een voorloopige oplos
sing denken.
De heer Muller sluit zich aan bij die vraag en doet
met verlof van den Voorzitter voorlezing van enkele
mededeelingen in het .Volksblad" omtrent in een con
ferentie van bouwarbeidersorganisaties met het Werk-
fondsbestuur besproken plannen, waarvan de uitvoering
in voorbereiding is. Naar aanleiding van de genoemde
objecten o. a. bouw van een archiefruimte te
Haarlem waarvoor uit het Werkfonds zal worden
geput, dringt spr. er op aan om zich van hier ook zoo
spoedig mogelijk met dit fonds in verbinding te stellen,
opdat men daarvan ook zal kunnen profiteeren ten be
hoeve van de stichting van een archiefgebouw op die
open plaats.
De heer Stobbe herinnert er aan, die vraag ook reeds
te hebben gesteld, toen de stadhuisbouw aan de orde
was. De weth. van O. W. heeft toen geantwoord, dat
steun via het Werkfonds voor stadhuisbouw niet mo
gelijk was, wat spr. echter nog meer heeft bevreemd,
toen hem bekend is geworden, dat behalve de door den
heer Muller genoemde objecten ook de bouw van een
nieuw politiebureau te Alkmaar raming 79.000.
met steun van het Werkfonds zal geschieden. Spr.
ondersteunt de vraag van den heer Muller met betrek
king tot verbouw van het stadhuis met steun van het
Werkfonds.
De heer De Boer (weth.) antwoordt den heer Vro
men, dat het de bedoeling is de St. Jacobsstraat ter
plaatse te verbreeden en het overblijvende terrein voor-
loopig af te rasteren en daarvan op eenvoudige wijze
wat plantsoen te maken tot er een andere bestemming
aan zal worden gegeven. Dat is, hoewel er wel eens
over een archief gebouw is gesproken, nog niet gebeurd
en is thans ook niet aan de orde.
Wat betreft het ontvangen van bijdragen uit het
Werkfonds, krijgen andere plaatsen vaak meer gedaan
dan Leeuwarden b.v. Franeker ook, waar de ver
betering van straten, althans wat de materialen betreft,
uit dit fonds wordt betaald maar dat komt, omdat
daarbij ook de gemeentefinanciën in aanmerking worden
genomen en dan komt Franeker blijkbaar eerder voor
steun in aanmerking dan Leeuwarden. Aan B. en W
is destijds geantwoord, dat voor een archiefgebouw
geen steun uit het Werkfonds was te verwachten zij
hebben herhaaldelijk getracht met steun daaruit objec
ten uitgevoerd te krijgen, maar dat is niet gelukt, ook
doordat de medewerking van Waterstaat wat traineert,
waardoor, zooals bekend is, er stagneering komt in een
regelmatige werkverruiming.
Er wordt nu echter slechts machtiging gevraagd deze
gebouwen te amoveeren, waarna de St. Jacobsstraat op
dit punt iets verbreed zal worden en het overige terrein
zal worden afgerasterd.
De Voorzitter zet de wijze van financiering door
middel van het Werkfonds uiteen. Steun uit het Werk
fonds beteekent niet, dat het werk door dit fonds geheel
of gedeeltelijk wordt betaald, maar dat het geld aan de
gemeente wordt geleend. Het hangt van den financi-
eelen toestand der gemeente af, of daarvoor wel of voor-