128 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 September 1935. tie wethouder De Boer, terwijl wethouder Botke mede zitting zal nemen in de eerste sectie. Punt 6. De beraadslagingen worden geopend. De heer Van Kollem zou, naar aanleiding van de ver klaring, die de heer J. Koopal bij de wethoudersbenoe ming heeft afgelegd, gaarne willen weten of deze bereid is in een commissie, als b.v. de onderhavige, tot het be sturen dezer gemeente mede te werken. Het is altijd de mooie gewoonte in dezen Raad ge weest, alle partijen die daarin vertegenwoordigd zijn, in de gelegenheid te stellen in de commissies de ge meente mede te besturen. Spr. vraagt of hij uit de ver klaring van den heer Koopal de consequentie moet trek ken, dat deze daartoe niet bereid is; dan zou men een ander lid van den Raad in de commissies moeten kiezen. De heer J. Koopal zegt, dat hij de consequentie, welke de heer Van Kollem meent te moeten trekken voor com missies, die eigenlijk min of meer bestuursverantwoor- delijkheid hebben, zelf ook aanvaardt. In die commis sies zal spr. dan ook geen plaats nemen. De beraadslagingen worden gesloten. Benoemd worden de heeren Hooiring, Molenaar, Terpstra en Turksma met 28 stemmen, terwijl 1 biljet voor alle namen blanco wordt ingeleverd. Punt 7. Benoemd worden de heer Bos met 28, mevr. Van DijkSmit met 27, de heer Praamsma met 18 en de heer Van Kollem met 26 stem men. Op den heer Oosterhoff wordt 1 stem, op den heer Posthuma 10 en op den heer Van j der Schoot 2 stemmen uitgebracht, terwijl 1 biljet voor alle namen blanco wordt inge- leverd. Punt 8. Benoemd worden de heeren Hellema, De Bruin en Wiersma ieder met 27 en de heer IJtsma met 28 stemmen. Op de heeren Van j Kollem en Posthuma en mevrouw Buisman Blok Wijbrandi wordt 1 stem uitgebracht, terwijl 1 biljet voor alle namen blanco wordt ingeleverd. Punt 9. Benoemd worden de heer De Vries met 19. de heeren Muller en Turksma ieder met 28 en de heer Feitsma met 17 stemmen. Op den heer Van der Schoot worden 11, op den heer Hellema 6 en op den heer Oosterhoff 2 stem men uitgebracht, terwijl 1 biljet voor éèn naam van onwaarde is en 1 biljet voor alle namen blanco wordt ingeleverd. Punt 10. Benoemd worden de heer Oosterhoff met 28. de heer Balk met 25, de heer Van Kollem met 28 en de heer P. A. Koopal met 26 stemmen. Op den heer Buiël worden 3 en op den heer Terpstra 2 stemmen uitgebracht, terwijl 1 bil jet voor alle namen blanco wordt ingeleverd. Punt 11. Uitgebracht worden voor de eerste plaats op den heer Algera 24, op ieder der heeren Buiël en Van der Meulen 2 stemmen en 1 biljet blanco; voor de tweede plaats op den heer Van der Meulen 25, op den heer Posthuma 3 stemmen en 1 biljet blanco; voor de derde plaats op den heer Van der Schoot 17, op den heer Algera 2, op den heer Posthuma 5 stemmen, op de heeren IJtsma, Hellema en Van der Meulen ieder 1 stem en 2 biljetten blanco, en voor de vierde plaats op den heer IJtsma 10, op ieder der heeren Posthuma, Hellema, Buiël en J. Koopal 3 stemmen, op ieder der heeren Oosterhoff en Algera 2 stemmen, op ieder der heeren Van der Schoot en P. A. Koopal 1 stem en 1 biljet blanco, zoodat voor de eerste 3 plaatsen zijn benoemd de heeren Algera, Van der Meulen en Van der Schoot. Voor de vierde plaats wordt, geen volstrekte meer derheid verkregen zijnde, tot een tweede vrije stemming overgegaan, waarvan de uitslag is, dat op den heer IJtsma 11, op den heer Posthuma 5, op den heer Hel lema 4 en op ieder der heeren J. Koopal, Oosterhoff en Buiël 2 stemmen worden uitgebracht, terwijl 3 biljetten blanco worden ingeleverd. Wederom geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, komen in herstemming de beide leden, die de meeste stemmen op zich vereenigd hebben, t. w. de heeren IJtsma en Posthuma, welke heeren zich hierbij onthouden van medestemmen. De uitslag dezer stemming is, dat op ieder der heeren IJtsma en Posthuma 12 stemmen worden uitgebracht, terwijl 3 biljetten blanco worden ingeleverd. Bij de loting, welke volgens artikel 43 van het Regl. v. Orde thans plaats heeft, wordt benoemd de heer IJtsma. Punt 12. Benoemd worden: de heer Buiël, met 26 stemmen (op den heer Posthuma wordt 1 stem uitgebracht), mevrouw BuismanBlok Wijbrandi met 26 stemmen (op mevrouw Van DijkSmit wordt 1 stem uitgebracht), de heer Posthuma met 22 stemmen (op den Feitsma worden 4 stemmen uitgebracht en op den heer Praamsma 1 stem) en de heer Muller met 27 stemmen, terwijl 2 biljetten voor alle namen blanco worden ingeleverd. Punt 13. Uitgebracht worden voor de eerste plaats op den heer Terpstra 25 stem men, op ieder der heeren Oosterhoff en De Bruin 1 stem, terwijl 1 biljet blanco en 1 biljet van onwaarde is; voor de tweede plaats op den heer De Bruin 18, op den heer Oosterhoff 9 stemmen en op den heer Hellema 1 stem, terwijl 1 biljet blanco wordt ingeleverd; voor de derde plaats op den heer Oosterhoff 12, op mevr. Van DijkSmit 6, op ieder der heeren Buiël en Balk 3, op den heer Turksma 2 stemmen, op den heer Hellema 1 stem, terwijl 2 biljetten blanco worden in geleverd, zoodat voor de eerste twee plaatsen zijn benoemd de heeren Terpstra en De Bruin. Voor de derde plaats, geen volstrekte meerderheid verkregen zijnde, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan. Benoemd wordt de heer Oosterhoff met 26 stemmen. Op den heer Buiël worden 2 stemmen en op mevr. Van DijkSmit wordt 1 stem uitgebracht. Punt 14. Benoemd worden de heer Van der Meulen met 25 stemmen (op ieder der heeren Buiël en Algera wordt 1 stem uitgebracht en 1 biljet wordt blanco ingeleverd), de heer Balk met 25 stemmen (op ieder der heeren Posthuma, Van der Meulen en Muller wordt 1 stem uitgebracht) en de heer Wiersma met 24 stemmen (op den heer Algera worden 2 stemmen en op ieder der heeren Balk en Bos wordt 1 stem uitgebracht), terwijl 1 biljet voor alle namen blanco wordt ingeleverd. De heer Balk verlaat de vergadering. Punt 15. Overeenkomstig de aanbeveling van Cura toren wordt benoemd dr. P. de Jonge, thans reeds als zoodanig werkzaam, met 27 stem men, terwijl 1 biljet blanco wordt ingeleverd. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 September 1935. 129 Punt 16. Overeenkomstig de aanbeveling van Cura toren wordt met algemeene stemmen be noemd J. J. Boer, thans reeds als zoodanig werkzaam. Punt 17. De beraadslagingen worden geopend. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi vraagt, of het de bedoeling is, dat de heer Van Es, indien hij benoemd wordt, in Leeuwarden komt wonen. De Voorzitter zegt, dat het college van Curatoren op het standpunt staat, dat de heer Van Es, indien hij hier benoemd wordt, ook hier moet wonen. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi wil nog een aanvullende vraag stellen. Wat gebeurt er, indien de heer Van Es toch in Groningen blijft wonen? Is het wonen in Leeuwarden als voorwaarde gesteld De Voorzitter zegt. dat het wonen hier niet als voor waarde kan worden gesteld. De heer Van Es heeft echter gezegd, dat, wanneer het geëischt wordt, hij in Leeuwarden komt wonen. Bovendien wordt hij ge meenteambtenaar en is hij dus verplicht, hier te komen De beraadslagingen worden gesloten. Overeenkomstig de aanbeveling van Curatoren wordt met algemeene stemmen benoemd G. A. van Es, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. Punt 18. De beraadslagingen worden geopend. Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi komt weer op het oude punt terug, waarover zij ook de vorige ver gadering heeft gesproken. De wethouder van Onderwijs heeft toen gezegd, dat wanneer in dergelijke vacatures anderen worden benoemd, b.v. werklooze intellectuee- len, die wel bevoegd zijn maar niet de noodige ervaring hebben, dit een groot nadeel voor het onderwijs zou zijn. Wanneer men echter leest, dat van de 326 leden van de Vereeniging van werklooze leeraren er ruim de helft onderwijservaring heeft, dan valt het met het ge brek aan ervaring wel een beetje mee en betreurt spr. het. dat voor dergelijke betrekkingen nooit een oproep wordt geplaatst, Spr, wijst er op, dat de gemeente Den Haag opgehouden is met het geven van bijverdiensten aan onderwijskrachten, die reeds een betrekking hebben en ook de heer Bolkestein, Inspecteur van het Middel baar Onderwijs, is van meening, dat in den vervolge dergelijke bijverdiensten moeten verdwijnen. Spr. blijft van meening, dat deze manier van werken niet goed is. Het is niet haar bedoeling dat alle leeraren plotseling moeten verdwijnen, maar dat er bij vacatures als deze een oproep wordt geplaatst en dan aan de werklooze leerkrachten, velen met academische bekwaamheid en met ervaring, de voorkeur wordt gegeven. De heer Botke (wethouder) meent, dat hetgeen hij de vorige keer heeft gezegd, hier des te meer klemt en bovendien zijn er feitelijk maar twee van deze aanbe volen leeraren, die een vaste betrekking hebben. De heer Deinema is als leeraar vast benoemd en het gaat hier alleen maar over zijn directeurschap. De heer Rö- ben heeft verschillende andere kleine betrekkingen en de heer Reinberger heeft, buiten deze, geen andere betrekking. Spr. meent, waar de Ministers van Onderwijs en Economische Zaken een instituut hebben ingesteld, dat ten doel heeft de intellectueele jonge werkloozen zoo veel mogelijk te werk te stellen, dat wanneer de Minis ter van Onderwijs gemeend had dat deze betrekking door dergelijke menschen, die overigens geen practijk hebben, vervuld zou kunnen worden, hij een opmerking in dezen zin zou hebben gemaakt en niet met deze voor dracht accoord zou zijn gegaan. Ook hij voelt blijkbaar dat voor deze school, waar de leerlingen, om te worden toegelaten, het U.L.O.-diploma moeten hebben, gerou tineerde leerkrachten, die de noodige ondervinding heb ben om op zoo n school goede resultaten te bereiken, absoluut noodzakelijk zijn. De beraadslagingen worden gesloten. Overeenkomstig de voordracht van Burgemeester en Wethouders worden benoemd tot directeur A. Deinema, hoofd van gemeente school no. 146, met 24 stemmen; tot leeraar in aardrijkskunde, handelskennis en Nederlandsche correspondentie G. Steegstra, hoofd van gemeenteschool no. 136, met 23 stemmen; c. tot leeraar in boekhouden, handelsrekenen en handelskennis E. Ploegh, onderwijzer te Huizum, met 23 stemmen; d. tot leeraar in stenografie en machineschrijven W. Röben, leeraar in die vakken, alhier, met 24 stemmen; e. tot leeraar in Duitsch C. A. Reinberger, leeraar, alhier, met 24 stemmen. Voor de benoemingen sub 6 en c wordt 1 biljet blanco en voor alle namen worden 4 biljetten blanco in geleverd. Punt 19 (bijlage no. 122). Aangewezen worden voor de eerste plaats de heer Van Kollem met 18 stemmen. Op den heer B. Molenaar worden 2 stemmen en op ieder der heeren Terpstra, Praamsma, Buiël, Turksma en Hellema wordt 1 stem uitgebracht, terwijl 3 biljetten blanco worden ingeleverd; voor de tweede plaats de heer B. Molenaar met 17 stemmen. Op den heer Van Kollem worden 3 stemmen en op ieder der heeren Wiersma, De Boer en M. Mole naar wordt 1 stem uitgebracht, terwijl 5 biljetten blanco worden ingeleverd. Overeenkomstig een voorstel van den Voorzitter wordt besloten de punten 20 en 21 aan het einde der agenda te behandelen. Punten 22 en 23 (bijl. nos. 119 en 121Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders. Punt 24 (bijl. no. 120). geopend. De beraadslagingen worden Den heer Oosterhoff spijt het, dat hij de eerste ver gadering van de nieuwe zittingsperiode moet beginnen met een klacht, een opmerking, die hier niet de eerste keer gemaakt wordt, maar waar B. en W. zich tot nu toe al heel weinig van hebben aangetrokken, n.l. deze, dat zij hier weer met een half voorstel komen. Er wordt voorgesteld twee instellingen van de ge meente samen te voegen, hetgeen gebeurt op twee motieven, ten eerste omdat het administratieve vereen voudiging en in de tweede plaats omdat het bezuiniging geeft. Wanneer men het voorstel doorleest, ziet men echter dat die bezuiniging hierin bestaat, dat 20.300. kosten moeten worden gemaakt en voor de rest wordt men in onzekerheid gelaten, zoodat men dus geen juist oordeel over de zaak kan uitspreken. Spr. had gaarne vernomen welke bezuinigingen er zullen komen en be grijpt niet, waarom men dat bij dit voorstel niet mede- deélt. Daarom zou hij den Raad willen voorstellen B. en W. te verzoeken dit voorstel terug te nemen en weer in den Raad te brengen, gelijk met een voorstel tot

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1935 | | pagina 3