152 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 October 1935. De heer Buiël meende dat de financiën van de Stads- Armenkamer eigenlijk gescheiden zijn van de gemeente- financiën en vraagt, hoewel hij daar geen bezwaar tegen heeft, of het nu gewoonte wordt, dat ook een verificatierapport betreffende Maatschappelijk Hulp betoon in den Raad wordt gebracht. De Voorzitter antwoordt, dat de Stads-Armenkamer een geheel aparte instelling was, waar het college van B. en W. en zelfs de Raad buiten stond, maar dat laatst bij verordening de verhouding is gewijzigd. Er is nu een gemeentelijk bureau, dat de administratie doet en de gelden beheert en dat niet rechtstreeks onder M. H. ressorteert, maar onder B. en W. Er had hier moeten staan: van het bureau van Maatschappelijk Hulpbetoon. De beraadslagingen worden gesloten. De rapporten worden voor kennisgeving aangenomen. d. verzoek van den Bond van IJscoventers om re gelen vast te stellen omtrent den verkoop van ijs. Wordt voorgesteld dit verzoek in handen van Burge meester en Wethouders te stellen om praeadvies. De beraadslagingen worden geopend. De heer Balk verzoekt B. en W. hierbij onder de j oogen te zien. of thans niet meteen een overeenkomst met de ijscoventers kan worden getroffen om het hin derlijk lawaai van de venters, vooral in de late avond uren, te doen ophouden. De heer Posthuma grijpt deze gelegenheid aan om B. en W. te verzoeken de geheele ventgeschiedenis hierbij onder de oogen te zien. Ook t.o.v. groenteven- ters en anderen is er z.i. in Leeuwarden nog wel iets te ordenen en dit kan èn in het belang van de bona fide venters èn in dat van de huisvrouwen zijn. De Voorzitter: B. en W. willen die beide zaken wel tot zich nemen om deze nader te overwegen. De beraadslagingen worden gesloten. Het verzoek wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om praeadvies. e. schrijven van het bestuur der Vereeniging voor Chr. Nijverheidsonderwijs, houdende verzoek een be sluit te nemen ingevolge art. 25 der Nijverheidsonder wijswet. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om praeadvies. Punt 4. De heeren Bos en Balk vormen het stem bureau. Benoemd wordt de heer Dresselhuijs met 24 stemmen (1 stem op mevrouw Van DijkSmit en 1 biljet blanco) Punt 5. Benoemd wordt de heer Dresselhuijs met 22 stemmen 1 stem op mevrouw Van Dijk Smit. 1 biljet blanco en 2 van onwaarde). Punt 6 (bijl. no. 147). De beraadslagingen worden geopend. De heer Praamsma vraagt na voorlezing van enkele bepalingen der stichting of het doel daarvan nog wel te bereiken is, nu hem uit een kantteekening op een der stukken is gebleken dat de kamers niet meer bestaan en verder, hoe groot het bezit der stichting is en hoe de inkomsten daaruit worden besteed. De Voorzitter antwoordt, dat van de stichting, die al eenige honderden jaren oud is, de oorspronkelijke brieven en papieren al jaren geleden zijn weggeraakt. In 1863 heeft de toenmalige beheerder de regels, zooals die volgens de historie bestonden, op schrift gesteld. De vijf Bolswarder kamers, staande aan de Bolswarder steeg, waren op een gegeven moment onbewoonbaar en zijn 15 of 20 jaar geleden verkocht. Om het doel der stichting niet te laten vervallen, heeft de stichting toen van de gemeente het recht gekregen 4 of 5 kamers in Mariahof er voor in de plaats te stellen, welk aantal thans, door daling der inkomsten voornamelijk uit huur van land is teruggeloopen tot 3. Voor de vrou wen, die in de kamers wonen, wordt door de stichting de huur betaald en bovendien ontvangen zij een toelage van 7.50 per maand. Spr. doet daarna mededeeling van het land- en effectenbezit der stichting. De beraadslagingen worden gesloten. Overeenkomstig de aanbeveling van Burgemeester en Wethouders wordt benoemd Mr. J. Sprenger, met 21 stemmen (2 stemmen op H. de Boer en 3 biljetten blanco) Punt 7 (bijl. no. 142). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Bur gemeester en Wethouders. Punt 8 (bijl. no. 146). De Voorzitter deelt mede, dat dit punt door B. en W. van de agenda wordt afgevoerd, omdat ter plaatse nog een andere oplossing mogelijk is, welke de heer Visser misschien zal appreci- eeren, waarom B. en W. die oplossing eerst nog met hem willen bespreken. Punten 9 en 10 (bijl. nos. 138 en 141). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders. Punt 11 (bijl. no. 139). De beraadslagingen worden geopend. De heer Praamsma merkt op, dat dit voorstel een groote verbetering belooft ter plaatse, maar dat volgens de ontworpen rooilijn er bij de uitmonding van het Pie- terseliewaltje aan Oldegalileën een vernauwing ontstaat, welke spr. ongewenscht acht. De heer De Boer (weth.) antwoordt, dat de straat wel evenwijdig zal loopen, maar dat inderdaad in de rooilijn een kleine knik zal komen om een haaksche oplossing voor het bouwterrein mogelijk te maken. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders Punt 12 (bijl. no. 132). De beraadslagingen worden geopend. De heer Turksma heeft bezwaar tegen den voorge stelden huurprijs en welin verband met het aantal leden der vereeniging behalve de donateurs onge veer 250, die 5 cent per week betalen, zoodat deze ver eeniging dus geen noodlijdende is omdat de vereeni ging, nadat eerst door den directeur een prijs van 125.— was voorgesteld en deze daarna door B. en W. was bepaald op 100. heeft afgedongen tot op 70. in vergelijking met den huurprijs bij het volgende punt 60.per pondemaat en hier 35.-en met Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 15 October 1935. 153 dien van andere, door spr. genoemde, speelterreinen omdat het terrein na één seizoen niet meer voor be weiding geschikt zou zijn en omdat terrein rondom de stad, ook als weiland, thans wel weer duurder kan worden verhuurd. Bovendien kan men, dezen maatstaf aannemende, bij het afgeven van thans in wording zijnde speelterreinen wel eens voor verrassingen komen te staan. Spr. stelt daarom voor, de huursom te bepalen op 110.of f 55.per pondemaat. De heer Algera verklaart namens zijn fractie, dat deze in het algemeen geen bezwaren heeft tegen dit voorstel, maar dat zij hierbij mist een bepaling t.a.v. de sportbeoefening op Zondag. Dit voorstel zal er dus toe medewerken, dat de Zondag wordt ontheiligd en daar door het gebod Gods wordt overtreden. De Overheid heeft in dezen de taak om alles te weren, wat de Zon dagsheiliging kan belemmeren. Om deze reden zal spr.'s fractie tegen dit voorstel stemmen. De heer Praamsma sluit zich aan bij de woorden van den heer Turksma. Het bevreemdt hem dat waar het advies van den deskundige 125.huur aangeeft, B. en W. daarna 100.vragen en zij ten slotte in dit voor stel met 70.genoegen nemen. Hij vraagt of er een bijzondere reden is, waarom B. en W. in zoo belangrijke mate zijn afgeweken van het advies van hun deskundige, den heer Van der Vlis, en of ook met den tegen woor- digen huurder is besproken of het dezen past, dat hij het land kwijt raakt. De heer De Boer (weth.) zegt, dat B. en W. meenen, dat een prijs van 70. nog 20.hooger dan de tegenwoordige huurprijs, wel billijk is. Spr. betoogt, dat j de vereeniging eerst heel wat aan het terrein ten koste moet leggen om het in orde te maken. De contributie, die zij van haar leden heft, is laag, maar er zullen ook heel wat werklooze leden bij zijn. Bovendien wordt het terrein niet alleen gebruikt voor kaatsterrein, maar ook als speelterrein voor kinderen. Het wordt niet midden uit een complex weilanden weggenomen, maar zoodra de grond om het nieuwe sportterrein, dat zoo goed als klaar is, als bouwterrein wordt uitgegeven, verliest ook dit terrein weer de thans daaraan te geven bestem ming. Overigens blijft er wel vraag naar kaatsterrein, ook als het sportterrein klaar is. Spr. meent dat door sportbeoefening als ontspanning de Zondag niet ont heiligd wordt, maar zal over deze principieele kwestie niet met den heer Algera in discussie treden. De heer Turksma baseert den prijs op dien van speel terrein, de wethouder op dien van weiland. Dat zijn principieel geheel verschillende maatstaven. Ook overi gens handhaaft spr. zijn bezwaren en dus ook zijn voorstel. De heer Praamsma herhaalt zijn vraag t.o.v. de zoo aanmerkelijke afwijking van het advies van den di- j recteur. De Voorzitter antwoordt, dat de directeur een huur van 125.had gebaseerd op een grooter terrein. Zoo kwamen B. en W. op 100.en daar zijn B. en W. van afgeweken, eigenlijk om een vereeniging, wier bestaan men kan apprecieeren, omdat zij de menschen van de straat en nuttig bezig houdt, eenigszins ter wille te zijn. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel-Turksma om de huur op 110.te bepalen, dat wordt ondersteund, wordt met 21 tegen 5 stemmen, die van de heeren Hellema, Wiersma, Terp stra, Ritmeester en Turksma, verworpen. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 19 tegen 7 stemmen, die van de heeren Buiël. Praamsma, Wiersma, Feitsma. Terpstra, Algera en Van der Schoot, aangenomen. Punten 13—17 (bijl. nos. 149, 134, 135, 136 en 137). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders. Punt 18 (bijl. no. 143). De Voorzitter stelt op for- meele gronden en teneinde de zaken, die bij elkaar passen, in dezelfde procedure te betrekken, namens B. en W. voor de bepaling t.a.v. de achter gevelrooilijnen uit de bebouwingsvoorschriften welke reeds in de Comm. voor O. W. zijn behandeld en ook aan den Raad ter vaststelling zullen worden aangeboden te lichten en deze aan dit voorstel toe te voegen. Spr, merkt op, dat de zin in het voorstel met betrekking tot ter visie legging van het ontwerp der gewijzigde rooilijn ook op de achtergevelrooilijnen van toepassing is. Voorgesteld wordt het voorstel te wijzigen als volgt „Wij geven U in overweging te besluiten le. met wijziging enz." en daaraan toe te voegen ,,2e. als achtergevelrooilijnen voor de bebouwing van de gronden aan de Franklinstraat tus- schen den Kanaalweg Noordzijde en het Vliet, vast te stellen de op de bijbehoorende teeke- ning gemerkt „bij 31 8r van '35" met roode streeppunt aangegeven lijnen." Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het bij monde van den Voorzitter namens Burgemeester en Wethouders nader aangevulde voor stel van Burgemeester en Wethouders. Punten 19 en 20 (bijl. nos. 144 en 145). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders. Punt 21 (bijl. no. 151). De beraadslagingen worden geopend. Den heer Van der Schoot is na informatie gebleken, dat het niet aanbrengen van de verbeteringen eerst een financieele reden heeft gehad en dat nu, nadat de aan besteding werkelijk heeft plaats gehad, de uitvoering is getraineerd door het zeer slechte weer. Is het daarom niet mogelijk dat, alvorens onbewoonbaarverklaring uit te spreken, voor Kalverboer nog één maand de gelegen heid wordt opengesteld om de noodige verbeteringen aan te brengen De heer Buiël zou, indien B. en W. is gebleken dat de in den brief van den eigenaar van 29 September genoemde redenen geen schijnredenen zijn, maar wer kelijk ernstige bezwaren, ook de zaak willen aanhouden en het niet willen laten aankomen op de procedure in gevolge art. 32 der Woningwet. De heer De Boer (weth.) betoogt, aan de hand van het geheele verloop van de zaak, hetwelk hij memoreert, dat Kalverboer, indien het dezen werkelijk ernst was geweest, ruimschoots de gelegenheid heeft gehad de door Ged. Staten en de Kroon noodig geachte verbete ringen aan te brengen. Niet alleen buitenshuis maar ook binnenshuis moeten verschillende dingen gebeuren en waar er ook binnenshuis geen enkele spijker is geslagen en Kalverboer met de grootst mogelijke clementie is be handeld, meent spr. ,dat het niet verstandig is en niet aangaat, om nu nog weer verlenging toe te staan. De heer Van der Schoot meent toch, dat uit alles

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1935 | | pagina 2