172 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 November 1935. c. adres van H. J. van Duuren, alhier, houdende ver zoek. hem een strook grond nabij de Willem Loréstraat in koop of erfpacht af te staan. Zal worden behandeld bij punt 6 der agenda. d. dat Burgemeester en Wethouders aan de straten, loopende ten Westen van Oldegalileën uit de Tonsla- gerij in Zuidelijke richting, in de volgorde van Oost naar West, de namen hebben toegekend van Romein straat, Van der Wielenstraat en Noteboomstraat. Wordt voor kennisgeving aangenomen. e. schrijven van den Minister van Waterstaat, waarbij mededeeling wordt gedaan van het bedrag van het subsidie, dat van Rijkswege zal worden beschikbaar gesteld voor verbetering van de traverse door deze gemeente, voor zooveel betreft het gedeelte tusschen de Noorderbrug en de Hoeksterpoortsbrug, voor verbete ring van laatstgenoemde brug en voor de reeds tot stand gekomen verbetering van de Spanjaardslaan en, wat eerstgenoemde werken betreft, van het te verstrek ken voorschot uit het Werkfonds. De Voorzitter doet. waar dit schrijven na vaststelling van de agenda is ingekomen, mededeeling van den in houd van den brief. Hij merkt op. dat deze een uit vloeisel is van een onlangs met den Minister van Water staat alhier gehouden conferentie en spreekt de hoop uit, dat het in den brief in uitzicht gestelde bericht omtrent overdracht in eigendom en onderhoud van den Gronin gerstraatweg aan de gemeente nu even snel mag af komen. Het schrijven sub e wordt voor kennisgeving aange nomen. Punt. 3. De heeren IJtsma en Bos vormen het stem bureau. Benoemd worden de heeren De Boer en Balk, beide met 28 stemmen (op ieder der heeren Botke en Buiel 1 stem). Punt 4. Benoemd worden mevrouw Buisman-Blok Wijbrandi en de heer Botke, beide met 28 stemmen (op mevrouw Van Dijk-Smit 1 stem en op den heer De Bruin 1 stem). Punt 5 (bijl. no. 169). De beraadslagingen worden geopend. De heer Praamsma betoogt, dat met den ongelimi- teerden bouw van winkelhuizen, telkens als er eenige huizen worden gebouwd, noch het belang van de vroe gere aanvragers noch dat van de maatschappij is ge diend. De winkeliers en zakenmenschen hebben het reeds zwaar te verduren en gaat het in deze richting door, dan komen er nog meer noodlijdende bedrijven. Als voorbeeld neemt spr. nu in dit geval de bakkers. Buiten de banketzaken en andere winkels is in Leeu warden van 1922 tot heden het aantal broodbakkerijen vermeerderd van 22 tot 49, terwijl dit thans in Leeu warden en de Schrans de 70ste zal zijn. Spr. vraagt of het, in verband met de bevoegdheid, bij de bebouwings voorschriften gegeven, geen overweging verdient om op dit gebied iets te doen. Z.i. dient, evenals in andere plaatsen, de Overheid dienaangaande een nader onder zoek in te stellen. De heer Terpstra meent op grond van het model van de bouwaanvragen en ook, waar de Dir. van G. W. daar meermalen op gewezen heeft, dat deze aanvragen gezegeld moeten worden en vraagt, waarom men zoo hybridisch handelt, door nu eens gezegelde aanvragen te eischen en dan weer ongezegelde in behandeling te nemen. Z.i. spreekt het vanzelf, dat een verklaring op zegel moet worden gesteld. De heer De Boer (weth.) acht de wensch van den heer Praamsma een zaak van algemeen beleid. Acht de Raad het wenschelijk, dat aan de totstandkoming van winkels en bedrijven paal en perk wordt gesteld, b.v. een ordening, zooals in Amsterdam voor de nieuwe wijken is bepaald dan spreke de Raad zich bij de begrooting in dien geest uit. Het is een kwestie, die zeer zeker de aandacht verdient; B. en W. willen dat dan wel in overweging nemen. De Voorzitter zegt, dat het tot nu toe gewoonte was, dat óf de aanvraag of de verklaring moest worden ge zegeld van beide werd dat niet geëischt maar dat het misschien beter is meer eenheid te betrachten. De heer Terpstra was het daarom alleen te doen. Tegen de door den heer Praamsma gevraagde ordening wil spr. niet direct stelling nemenhij heeft er niets tegen, dat deze zaak onder de oogen wordt gezien, maar acht het een zeer precair en teer onderwerp en zou zich nu reeds pertinent tegen een ordening als in Amsterdam willen verklaren. Spr. is niet bereid het particulier initiatief te onderdrukken. De heer Buiël meent dat, wat de heer Praamsma wil, eventueel bij aparte verordening zou moeten worden bepaald, omdat volgens een Ministerieele circulaire men de bebouwings- en andere voorschriften niet voor der gelijke en andere doeleinden mag gebruiken. T.a.v. de zegelkwestie betoogt spr., dat z.i. de ver klaringen geen enkele burgerlijkrechtelijke beteekenis hebben, zoolang daarin een zinsnede, dat de verzoeker zich bindt tot het oogenblik, dat door den Raad, c.q. Ged. Staten een besluit zal zijn genomen wat toch de bedoeling van de verklaring is ontbreekt. Dat zal eerst gewijzigd moeten worden anders heeft het al of niet zegelen z.i. nog geen beteekenis. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punt 6 (bijl. no. 183). Op verzoek van den Voorzit ter doet de Secretaris voorlezing van het adres van H. J. van Duuren (mededeelingen sub c), dat na vaststelling van de agenda is ingekomen. De Voorzitter licht de zaak toe. 15 October is een voorstel tot uitgifte in erfpacht aan Visser aangehouden, omdat gebleken was, dat Van Duuren belang stelde in een strook van 7,50 M. breedte van dien grond. B. en W. hebben deze strook toen aan Van Duuren in koop aangeboden niet in erfpacht, omdat in dat geval die grond voor de gemeente op slot kwam te zitten voor 4.per M2. Ook Visser ging daarmee accoord. Pas nadat B. en W. hem hadden gemaand om antwoord, schreef Van Duuren. dat hij aankoop tegen 4.per M2 accepteerde; hij vroeg echter een half jaar crediet. De zekerheid, die B. en W. daarna voor uitstel van betaling eischen. is, nadat zij daarvoor den termijn tot 21 November, des middags 5 uur, hadden verlengd, door Van Duuren niet gesteld. Pas hedenochtend kwam nu dit adres. Op grond van opgedane ervaringen voelen B. en W. er niet voor om Van Duuren crediet te geven. Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter merkt nog op, dat het de gewoonte is als koopprijs van grond altijd iets meer te vragen dan den prijs, waarnaar de erfpacht wordt berekend, omdat de gemeente van dien prijs 6 maakt en van eigen- domsgeld slechts 4 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 26 November 1935. 173 De heer Praamsma is van meening, dat het dan ook niet juist is te spreken van een erfpacht van 6 van den prijs, omdat als die op papier zooveel lager wordt gesteld dan de werkelijke verkoopsprijs, men van dezen laatsten toch ook niet meer betaalt dan 5 De Voorzitter: Als U 24.erfpacht betaalt, mag U zelf berekenen of dat 6 is van 400.of 4 van 600. Punten 7 en 8 (bijl. nos. 175 en 181). Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wet houders. Punt 9 (bijl. no. 168). De beraadslagingen worden ge opend. De heer Praamsma acht de voorgenomen bebouwing een aanmerkelijke verbetering, maar vraagt of er ook gevaar is, dat op de plaats van de achterste onbe woonbaar verklaarde van twee rijen woningen, die daar nog staan, weer opnieuw woningen zullen worden gebouwd. Ruimte is daar wèl voor, maar spr. zou dat ongewenscht achten. De heer De Boer (weth.) antwoordt, dat dit wel onder de oogen is gezien, maar dat er geen kans is om daar te bouwen, omdat er geen behoorlijke straat ligt. Bouwvergunning zal daar niet behoeven te worden verleend. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punten 10-14 (bijl. nos. 170, 172, 174, 178 en 179). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders. Punt 15 (bijl. no. 180). De beraadslagingen worden geopend. De heer Praamsma verkrijgt het woord. De Voorzitter vindt reeds dadelijk in de door den heer Praamsma gevraagde inlichtingen aanleiding om voor te stellen in besloten vergadering over te gaan. Dienovereenkomstig wordt besloten, waarna de deu ren worden gesloten. Na heropening en voortzetting der openbare verga dering worden de beraadslagingen gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Punt 16 (bijl. no. 182). Met algemeene stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Bur gemeester en Wethouders. Punt 17 (bijl. no. 171). De beraadslagingen worden geopend. De heer J. Koopal meent, dat deze schoolgeldhef fingen juist wèl gewijzigd moeten worden. Op 13 Febr. 1935, toen deze verordeningen onder niet al te duide lijke omstandigheden zijn aangenomen misschien hebben er toen wel voorstanders tegen en tegenstanders voor gestemd zijn daarmee aan een belangrijk deel van de minder gegoeden en aan het minst draagkrach tige deel der arbeidersbevolking tamelijk hooge lasten opgelegd. De voorstemmers hebben daarmede toen ge handeld in lijnrechten strijd met de eischen welke de arbeidersklasse reeds in het begin van haar strijd in georganiseerden vorm heeft gesteld. Spr. meent, dat de genoemde groepen juist moeten worden ontlast en dat de verordeningen moeten worden gewijzigd in den geest, zooals zij voordien waren. Hij dient daarom het volgende voostel in ..Ondergeteekende stelt voor voorstel vervat in bijlage 171 aan B. en W. terug te zenden met verzoek in de eerstvolgende Raads vergadering te komen met een voorstel om de be staande schoolgeldheffingen althans voor het gewone, buitengewone en uitgebreid lager onderwijs zoodanig te wijzigen, dat le. inkomens beneden 1200.vrij zijn; 2e. het schoolgeld voor inkomens beneden 2500. met een naar boven toe afnemend bedrag wordt verlaagd." De Voorzitter doet voorlezing van het voorstel- Koopal. Dit wordt ondersteund door den heer Wiersma. De Voorzitter stelt dan dit voorstel, dat eigenlijk een voorstel tot uitstel is en tot het geven van een opdracht aan B. en W„ het eerst aan de orde. De heer Terpstra verklaart zich, zonder op de kern van het vraagstuk in te gaan, pertinent tegen het voor stel, al zou het alleen maar zijn op grond, dat deze verordeningen pas zijn vastgesteld en wij hier toch doen aan continu-bedrijf. De heer IJtsma betoogt, dat het wel gemakkelijk is. zoo midden uit den Raad een dergelijk voorstel te doen, dat natuurlijk het hart heeft van de soc.-dem. dit is wel bij de vorige begrooting gebleken maar dat het, waar thans elke bepaling verband houdt met den financieelen gang van zaken in de gemeente, niet juist is om daarmee incidenteel, vlak voor de begrooting, te komen. Den heer Koopal, die zich heeft onttrokken aan de werkzaamheden in de commissies, waar de zaken in algemeenen zin worden voorbereid en die geen over leg met eenig ander lid van den Raad heeft willen en mogen plegen, is dat echter niet kwalijk te nemen. Dat het voorstel een oplossing zou geven, is niet juist; toe gevende aan de eischen, in de socialistische beweging gesteld, zouden spr. c.s. geheel kosteloos onderwijs voor alle lagen der bevolking eischen. Dit voorstel is dus een lapmiddel, waarvan de draagwijdte thans niet is te overzien. Tegen een opnieuw aan de orde stellen daarvan bij de begrooting om het in het raam van de algemeene besprekingen te bezien, heeft spr. geen be zwaar. De heer Posthuma, wien de gedachte van het voor- stel-Koopal buitengewoon sympathiek is, maar die daar van thans de gevolgen niet kan overzien, geeft den heer Koopal in overweging het in te trekken en er bij de begrooting meer gedocumenteerd mee terug te komen. De heer Ritmeester (weth.) vreest, dat het voorstel wel eens het tegenovergestelde resultaat zou kunnen hebben van wat er mee beoogd wordt. Door B. en W. is bij hun voorstel rekening gehouden met een in te dienen wetsontwerp, waarbij ook de schoolgeldheffingen nader zullen worden geregeld en waarin heel andere cijfers zijn genoemd dan hier thans zijn vastgelegd. Het voorstel-Koopal zou nu zeer nadeelig kunnen werken. B. en W. komen met hun voorstel, om althans tot Sept. 1936 zeker te zijn van een regelmatige schoolgeldhef fing, maar wordt dat niet aangenomen, dan kan slechts

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1935 | | pagina 2