150 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juni 1936. zou de eerste zijn, die naar het Bestuur van V.V.V. zou loopen om te vragen of men bij elkaar kon komen, want een toren achten B. en W. in het algemeen niet verwerpelijk, doch zij hebben bezwaar tegen het aan wijzen van een bepaalde plaats. De motie-Molenaar vat spr. trouwens zóó op, dat de toren ook op een gebouw kan worden geplaatst (De heer Molenaar: Dat is óók een plaats) en dan hebben B. en W. er geen bezwaar tegen deze over te nemen. Spr. zou het alleen zoo willen lezen, dat het gemeentebestuur overleg zal plegen met het Torenfonds, zoodat tenslotte de beslissing aan de gemeente blijft. (De heer Molenaar: In overleg.) Het voorstel van den heer Praamsma is veel positiever, want dat komt hierop neer de woorden „in principe kunnen even goed vervallen dat een terrein aan het Gouverneursplein ter beschikking wordt gesteld en dat de gemeente er dus niets meer mee kan doen. Er wordt een soort servituut op gelegder moet een toren op worden gebouwd en de eenige restrictie is, dat de tijd en wijze van bouwen in nader overleg zullen worden bepaald. Hiertegen nu hebben B. en W. positief bezwaar en daarom geven zij in het praeadvies ook in overweging afwijzend op het verzoek, dat overeenkomt met het voorstel van den heer Praamsma, te beschikken. De heer Molenaar kan niet meegaan met het voorstel- Praamsma, omdat dit hem momenteel te gedetailleerd is en al reeds een vaste plaats aanwijst, welke spr. voor- loopig buiten beschouwing wil laten. Als de Voorzitter zegt, dat hetgeen in spr.'s motie staat, ook de meening van B. en W. is, betoogt spr., dat men dit misschien wel uit het praeadvies kan lezen, maar ten slotte is het einde van het praeadvies toch enkel een afwijzende beschikking op het verzoek. Spr. nu meent, dat daarnaast in het praeadvies had moeten staan, dat B. en W. den Raad verzoeken alsnog t.z.t. met genoemde organisaties in overleg te treden, zooals in spr's motie is bedoeld. Door het voorstel van B. en W. worden de onderhandelingen a.h.w. afgesne den en zijn de vereenigingen vrij den toren Huizum aan te bieden. De Raad moet niet wachten tot de veree nigingen opnieuw bij hem komen, maar B. en W. moeten zelf de mogelijkheid tot nader overleg open houden. Spr. heeft in zijn motie opzettelijk geen plaats ge noemd, noch willen vaststellen dat de toren op den grond moet staan of op een gebouw of anderszins, maar daarmede een blijk van sympathie willen geven en dat moet anders gebeuren, dan in het praeadvies van B. en W. wordt voorgesteld. Als B. en W. deze motie over nemen, is men het eens en kan men gevoegelijk tot stemming overgaan. De heer Praamsma zegt, waar de motie van den heer Molenaar een sympathiebetuiging aan de besturen van V.V.V. en het Torenfonds wil zijn en deze bijzonderen prijs stellen op een plaats in de omgeving van het Gou verneursplein, die sympathiebetuiging voor hen niet van zoo n groote waarde is, omdat men ten slotte meegaat met het praeadvies van B. en W. en men alleen een deur open houdt voor onderhandelingen. Spr.'s voorstel is z.i. grooter blijk van sympathie, om dat dit in werkelijkheid beoogt uit te spreken aan den toren in de omgeving van het Gouverneursplein een plaats te geven. Er is gezegd, dat men door het aannemen van dit voorstel een zeker servituut op den grond zou leggen, maar waar B. en W. momenteel op het standpunt staan, dat deze grond groote waarde voor de gemeente heeft in hun praeadvies wijzen zij op eigen dienstdoelein den en op de zoo noodzakelijke stichting van een brand vrij archief- en bibliotheekgebouw kan spr. zich niet indenken, dat deze grond verkocht zou worden. Spr. heeft in het praeadvies zooveel gedachten ge vonden, welke elkaar dekken, dat hij meent, dat men met groote vrijmoedigheid een stap verder kan gaan. Over tijd, wijze van bouw, model en gebruik van den toren bepaalt zijn voorstel niets het is niet anders dan uit blijk van sympathie een zeker deel van de stad aan te wijzen, waar toch eventueel een gemeentegebouw moet worden gesticht, en den toren in dit plan op te nemen. De heer Buiël wil in dezen klaren wijn schenken. Zou men meenen, dat men in deze tijden van aanpassing zou kunnen overgaan tot het bouwen van een of ander brandvrij archiefgebouw, nu men hier juist heeft ge hoord van een zeer lijvigen brief van Ged. Staten, waarin staat, dat naast andere dingen zelfs op het druk werk bezuinigd moet worden en dat een dergelijk plan spr. wijst ook nog op de hooge onderhoudskosten van den toren, welke voor rekening der gemeente ko men goedgekeurd zou worden Nu kan men wel grond voor een toren beschikbaar stellen, maar dan weet men, dat men jaren lang de hooge onderhoudskosten krijgt en daarom lijkt het spr. beter het heele verzoek ronduit af te wijzen dan een motie aan te nemen, waaraan men practisch niets heeft. Het zou misschien voor de betrokken vereenigingen een spoorslag zijn te onderzoeken of zooals bij de Olde- hove men op een of andere wijze kan voorzien in de onderhoudskosten van den toren. Zooals de zaken nu staan, kan de gemeente z.i. geen lasten op zich nemen, welke zij niet op zich behoeft te nemen en ook het stichten van een bibliotheekgebouw is z.i. een on mogelijkheid. Spr. zal tegen het voorstel-Praamsma stemmen. De Voorzitter zegt, dat de geheele kwestie van het archief- en bibliotheekgebouw nog zoo in de lucht zweeft, dat men daarop bij het vormen van zijn oordeel niet moet rekenen. Niet dat het stichten van een der gelijk gebouw niet dringend is, maar gezien de finan- ciëele omstandigheden kan men niet zeggen, dat het positief binnen een paar jaren kan gebeuren en om nu al vast te leggen om den grond beschikbaar te stellen, zonder dat de toren direct gebouwd wordt, daar voelen B. en W. niets voor. Spr. verklaart zich, namens B. en W„ bereid het voorstel van B. en W. aan te vullen, zoodat het aldus luidt „Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken, doch aan de vereenigingen mede te deelen, dat de Raad, van oordeel dat het sympathieke streven van V.V.V. en het Torenfonds steun verdient, zich in principe bereid verklaart om te zijner tijd overleg te plegen omtrent het bouwen van een toren. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel-Praamsma wordt met 23 tegen 4 stem men, die van de heeren J. Koopal, Wiersma, Praamsma en Algera, verworpen. De motie-Molenaar is ingetrokken. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals dat bij monde van den Voorzitter namens Burge meester en Wethouders is aangevuld. Punt 11. De heer Feitsma rapporteert namens de com missie, belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief van den heer J. Oosterhof, en bestaande uit de heeren Feitsma, Balk en Hooiring, dat de com missie den geloofsbrief en de daarbij overgelegde stukken heeft gezien en in orde bevonden, weshalve zij den Raad adviseert den heer Oosterhoff als lid van den Raad toe te laten. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Juni 1936. 151 Met algemeene stemmen wordt dienovereenkomstig besloten. Punt 12. De Voorzitter wenscht enkele mededeelingen van vertrouwelijken aard te doen en doet te dien einde de deuren sluiten. Na heropening van de openbare vergadering wordt met algemeene stemmen besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Aan de orde is wederom Punt 9. Met algemeene stemmen wordt besloten over- komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zooals dat bij monde van den Voorzitter namens Burgemeester en Wethouders is gewijzigd. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga dering door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1936 | | pagina 5