166 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Juni 1936. ger) is oorspronkelijk op 150.— uitgetrokken en met 633.— overschreden. Uit de toelichting blijkt, dat hieruit de premie van zekerheidsstelling voor de heeren Van Althuis en Polet is betaald en dat de rest bestaat uit zegel- en portokosten, welke spr. zeer hoog voor komen. Uit de toelichting bij volgno. 537 (kosten Sted. Mu ziekschool) blijkt, dat de schoolgelden 600.meer opbrachten, dat de salarissen 500.— hooger waren en het onderhoud van Gem.werken 200.hooger was, samen 700. zoodat het tekort z.i. met 100.— zou moeten zijn overschreden, terwijl dit met 665.is overschreden. Volgno. 610 (kosten toezicht en invordering plaat selijke belastingen). Oorspronkelijk was een opbrengst geraamd van 54.000.en door de feestweek zijn de inkomsten 1850.meer geweest. Terstond zijn de uit gaven met 675.gestegen. Het doet wel een beetje eigenaardig aan, dat, als er 2800.— noodig is om 54.000.— te incasseeren, het niet mogelijk is het kleine meerdere bedrag van 1850.— voor datzelfde bedrag in te vorderen en dat die invordering weer 35 van het meerdere bedrag moet kosten. Verder had spr. gaarne een kleine toelichting bij volgno. 673, rente en provisie van tijdelijk kasgeld. Spr. c.s. hebben geen vertegenwoordigers in de Fin. comm. en moeten het hier dus wel vragen. Hiervoor was oor spronkelijk 15.000.geraamd en deze post is met 30.000.dus 200 overschreden. Op volgno. 679 (vacantieontspanning leerlingen lag. scholen) was 25.— toegestaan. Het gaat niet om het bedrag, maar om de methode, dat men zonder den Raad daarin te kennen, dien post 7-voudig overschrijdt. De Voorzitter antwoordt den heer Praamsma, dat oorspronkelijk 575.voor een nieuwe cyclostyle was uitgetrokken. Het gebeurt echter meer, dat men eerst een prijscourant bekijkt en dat men, wanneer men tot koopen overgaat, tot iets anders komt. Het bleek ook hier, dat men, door iets meer te besteden, electrische aandrijving kreeg en een positief betere machine. De opmerking omtrent volgno. 199 kan spr. niet be antwoorden. Hij geeft toe, dat de daar genoemde kosten van zegels en porto's vrij hoog zijn. Wanneer deze post bij de Commissie voor het nazien van de gemeente rekening komt, zal men het precies kunnen nagaan. Spr. begrijpt eigenlijk niet, wat de heer Praamsma met de kosten van de Muziekschool bedoelt. Er is 500.meer aan salarissen uitgegeven en 200. aan meerdere onderhoudskosten en 600.meer ont vangen aan lesgelden, maar dien ontvangstpost trekt men toch niet van die meerder uitgaven af. Heeft de heer Praamsma dan nooit eerder een gemeentebegroo- ting gezien Hij weet toch ook wel, dat de meerdere ontvangst aan lesgelden bij de uitgaveposten niet tot uiting komt. De uitgaveposten moeten verhoogd worden en nu wordt in de desbetreffende toelichting daarbij als een aangename tijding aangegeven, dat ook de ontvang sten verhoogd moeten worden. Waarom volgno. 679 7-voudig is overschreden, weet spr. niet. Hij geeft direct toe, dat zulks formeel niet juist is. Maar dat het in de practijk niet meer zal gebeuren, kan hij niet toezeggen. De heer Hellema (weth.) merkt op, dat hij ook in de vorige vergadering heeft gezegd, dat de leden der frac ties, welke niet in de Fin. comm. zijn vertegenwoordigd, gerust bij hem kunnen komen om de gewenschte inlich tingen te ontvangen. Daarom spijt het hem, dat de heer Praamsma niet vooruit deze inlichtingen heeft gevraagd. Met post 610 heeft spr. zich niet bezig gehouden; hij zal den heer Praamsma nader inlichten. Wat post 673 betreft, deze heeft spr.'s aandacht ge had; de kwestie zal zijn, dat de raming te optimistisch is geweest. Dit bedrag gaat automatisch met het ge leende kasgeld op en neer, en in 1935 zijn de percen tages erg omhoog geloopen. De heer Terpstra geeft naar aanleiding van de inlich tingen van den wethouder in overweging, geen kasgeld- leeningen voor een geheel jaar aan te gaan. De heer Hellema (weth.) zegt, dat er geen sprake van is, dat de kasgeldleeningen voor een jaar loopen. Zij worden meestal voor 12 of 3 maanden aangegaan, om zooveel mogelijk van renteverlagingen te profi teered De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 20 tegen 7 stemmen, die van de heeren Algera, Terpstra, Praamsma. Wiersma, Van der Schoot, Feit- sma en mevr. Van DijkSmit, aangenomen. Punt 17. De beraadslagingen worden geopend. De heer Turksma herhaalt zijn vraag van den vorigen keer, voor welk bedrag er bij het politiebureau is aan besteed. De heer Terpstra vraagt ook inlichtingen daarom trent. De heer Praamsma sluit zich bij de vorige sprekers aan. N.a.v. post 853 (Aanleg verbindingsweg Groninger straatweg—de Ruijterweg) vraagt spr., of deze uitgave buiten den Raad om is geschied. In de tweede plaats staat op dezen post een bedrag van bijna 2000.(d.i. bijna 50 voor algemeene kosten, welk bedrag spr. zeer hoog voorkomt. Ook over de overschrijding van post 866 (Verbetering Korfmakerspijp) heeft spr. gaarne nadere inlichtingen. Bij post 917 (Gedeelte kosten aanleg sportterrein Oostkant der stad) vraagt spr. waarom dat bedrag van 6703.11 op den Gewonen Dienst voorkomt (hetwelk zijn volle instemming heeft), terwijl het veel lagere be drag van de verbetering van den Weg naar Cambuur ten laste van den Kapitaaldienst is gebracht. De heer Oosterhoff constateert, dat er bij alle Raads leden een gevoel van onvoldaanheid is over het feit, dat men hier moet stemmen over dingen waar men eigenlijk niets van weet. Het is eenvoudig onmogelijk om vol komen gerust zijn stem voor of tegen een begrootings- wijziging uit te brengen. Men krijgt een macht papieren, zooveel dat men niet behoorlijk tijd kan vinden om ze te bestudeeren en om een volledig overzicht van de zaak te krijgen. Vroeger is het echter anders geweesttoen kreeg men viermaal in het jaar een begrootingswijziging en spr. zou niet weten waarom dat thans niet mogelijk is. Dat het toch werkelijk gewenscht is ernstig kennis te nemen van de begrootingswijzigingen zal, naar spr.'s meening, wel niemand ontkennen en zeker de Raad niet. Het is z.i. absoluut onjuist, dat B. en W. zoo zonder meer buiten de door den Raad toegestane bedragen gaan. Tot spr.'s niet geringe verbazing knikte de Voor zitter, toen een der leden zeide, dat men het even goed zonder een begrooting zou kunnen doen. Dat kan en mag men niet, omdat het budgetrecht van den Raad dan eenvoudig weg is en de Raad de verantwoordelijk heid, die hij heeft te dragen, niet meer zou kunnen dra gen. T.a.v. den post voor het politiebureau, welke met 30 is overschreden, gevoelt spr. er veel voor, nu men eenvoudig voor het feit wordt gezet dezen goed te keu ren, op het oogenblik te zeggen wij doen dat niet. Dan staan B. en W. er voor. Zooals het systeem thans is, is het niet goed, omdat de Raad tenslotte de verant woordelijkheid moet dragen en dat op het oogenblik niet kan. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 30 Juni 1936. 167 De heer Buiël sluit zich volkomen bij den heer Oos- I terhoff aan. Hij vraagt pertinent antwoord of B. en W. I er voor willen zorgen, dat de posten niet worden over- I schreden en dat overschrijdingen van posten van be- I teekenis, zooals b.v. van het politiebureau, zooveel mo- gelijk eerst in den Raad worden gebracht; in ieder geval I overschrijdingen van meer dan 1000. Laten B. en W. de desbetreffende diensten opdracht geven, dat j nauwlettend wordt toegezien of de begrootingsposten I worden overschreden. !De heer De Boer (weth.) zegt, dat niet ontkend kan worden, dat het politiebureau meer heeft gekost dan i geraamd was. Dat meerdere bedrag betreft o.a. een post, welke in den Raad is geweest, n.l. het koopen en afbreken van een oude woning in de Bagijnestraat en als gevolg daarvan uitbreiding van het werk van den aannemer van de brandweergarages met bovenwo ningen. (De heer Turksma: Dat was 4400. Inder daad was het heel moeilijk de werken precies op te nemen en moest Gemeentewerken schattingen maken. Enkele dingen waren niet in de begrooting opgenomen en er kwamen bij de uitvoering enkele dingen te voor schijn, die vooraf niet te voorzien waren en deze zijn oorzaak geweest van de hoogere kosten. Spr. geeft toe, dat het niet juist is, dat, wanneer de Raad een bepaald bedrag heeft toegestaan, dit bedrag daarna wordt over schreden, maar er zijn hier bijzondere redenen aan te wijzen. Den heer Turksma antwoordt spr., dat betreffende het politiebureau met elkaar voor 35.000.is aan besteed. Spr. noemt de verschillende posten. Aan de indertijd gedane toezegging, dat zooveel mogelijk aan besteed zou worden, is dus voldaan. Den heer Praamsma, die over den verbindingsweg De RuijterwegGroningerstraatweg heeft gesproken, antwoordt spr., dat voor de verbetering van den Weg naar Cambuur een bedrag van 6000.— op den Kapi taaldienst is aangebracht. Deze zaak is meermalen in den Raad geweest. B. en W. zijn steeds aangespoord den toestand aldaar te verbeteren en dat is nu voor een zeer groot deel gebeurd. Er kon geen post voor worden aangebracht, omdat deze verbetering steeds afstuitte op de geringe medewerking van de desbetreffende eige naren. Men is aan het Zuidelijk eind begonnen en ge leidelijk is het werk uitgevoerd. Vóór het stuk sloot gedempt en de weg verbeterd was, heeft dat heel wat voeten in de aarde gehad. Wanneer de algemeene kosten worden omgeslagen voor aanleg of onderhoud van plantsoenen dus meest arbeidsloonen of voor werken, waarbij veel materialen verbruikt zijn geeft dat een heel andere verhouding. En waar voor dit werk het meeste is uitgegeven aan arbeidsloonen en kosten van toezicht, naast een klein bedrag voor zand en straatklinkers, zijn de alg. kosten vrij hoog geworden. De verbetering van de Korfmakerspijp heeft meer ge kost, dan geraamd was, omdat tijdens het uitvoeren van het werk bleek, dat ook het gewelf voorziening behoef de. Het is inderdaad een groote verbetering geweest, welke geen groot bedrag heeft gevorderd. Wat de opmerking van den heer Praamsma over de kosten van het sportterrein betreft, hierop kan spr. thans geen afdoend antwoord geven. De heer Hellema (weth.) kan omtrent dezen post 770/917 inlichten. Die 6703.11 is besteed voor het ver der in orde maken van het sportterrein, hetgeen ook in werkverschaffing is gebeurd. Van Hoofdst. IX, par. 2, volgno. 580, is dit bedrag overgebracht. Hiervoor is niet geleend, maar dit bedrag is rechtstreeks uit dit hoofd stuk betaald. Wat de principiëele opmerking van den heer Ooster hoff ondersteund door den heer Buiël betreft, dat de begrooting sneller moet worden gewijzigd en dat geen uitgaven mogen worden gedaan, voor deze gewij zigd is, zegt spr., dat hem reeds in de practijk is geble ken, dat het buitengewoon lastig is voor alle overschrij dingen eerst machtiging van den Raad te vragen. Er zijn verschillende uitgaven, waarbij dat absoluut niet mogelijk is, hetgeen spr. met een voorbeeld toelicht. Wanneer B. en W. er in slagen nauwer contact tus- schen begrooting en rekening te krijgen, hopen zij ook tijdiger bij den Raad te kunnen komen als de overschrij ding dreigt. Als het eenigszins kan, zal men tijdiger met suppletoire begrootingen moeten komen dan 30 Juni. Den heer Turksma is het uit de woorden van den wethouder gebleken, dat niet is aanbesteed, datgene wat eigenlijk tot het werk, dat voor aanbesteding in aanmerking kwam, behoorde. De Voorzitter zegt dat de wethouder heeft vergeten te zeggen, dat alle woningen aan de Bagijnestraat en de garages zijn aanbesteed tot een bedrag van bijna ƒ50.000.-. De heer Turksma trekt zijn woorden in. De heer Oosterhoff verklaart met de toezegging van den wethouder, dat er verandering in het systeem zal komen, genoegen te nemen. Het heeft hem zeer gefrap peerd uit den mond van den wethouder te vernemen, dat deze het geheel met hem eens was. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met 20 tegen 7 stemmen, die van de heeren Praamsma, Wiersma, Van der Schoot, Feitsma, mevr. Van Dijk Smit, de heeren Algera en Terpstra, aangenomen. Punt 18. De beraadslagingen worden geopend. De heer Terpstra acht dit een eigenaardig geval en het geeft hem aanleiding B. en W. te verzoeken deze verordening eens goed onder de oogen te zien, omdat daarover zoo'n eigenaardige jurisprudentie bestaat. Zoo heeft in Februari de toenmalige wethouder gezegd, dat de rioolbelasting alleen werd geheven van aange sloten perceelen, terwijl thans blijkt, dat het perceel niet aangesloten behoeft te zijn. Waar nu de straatbelasting en de rioolbelasting samen reeds een aanzienlijk bedrag vormen, acht spr. het wel noodig deze kwestie eens onder de oogen te zien. De heer Hellema (weth.) kan niet de zekerheid geven, dat deze kwestie binnenkort zal worden bekeken, omdat er al zoo veel is, dat onder de oogen moet worden ge zien. Wanneer reclamant zich niet bij deze beslissing neerlegt, zal spr. gaarne n.a.v. de procedure de zaak nader bezien. Wat de uitspraak van den heer Ritmeester betreft, deze werd indertijd gedaan in een geheel ander ver band, ter onderscheiding van de riool- en de straat belasting. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter deelt mede, dat de eerstvolgende raads vergadering zal worden uitgeschreven op 14 Juli en de daarop volgende op 4 Augustus en 1 September. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1936 | | pagina 8