180 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 15 Juli 1936. en niet het bedrag, dat de gemeente minder aan het G.E.B. betaalt. Voor kortere verlichting in de ochtend uren kan spr. iets gevoelen, maar tegen beperking des avonds hebben B. en W. bezwaar, omdat de scheme ring juist de gevaarlijkste tijd is. De heer Terpstra begrijpt niet, dat, wanneer de zaak is zooals de Voorzitter thans laat voorkomen, B. en W. in hun voorstel alleen wijzen op de zedelijkheid en de veiligheid. Nu Ged. Staten zelf de aandacht op deze kwestie vestigen, is het een gunstig oogenblik om te trachten den prijs van het P.E.B. verlaagd te krijgen. REINIGINGSBEDRIJF. De heer Praamsma zegt, dat zijn fractie, ondanks de vele getallen waar men weinig aan heeft, niet is over tuigd, dat er bij dit bedrijf niet meer kan worden be zuinigd. Wel zijn de inkomsten per inwoner gedaald met 5 maar daar staat tegenover het dalen van den prijs der materialen, zoodat de totale bezuiniging slechts 7 is. De heer Muller is van oordeel, dat er in de laatste jaren flink is bezuinigd. Het bedrijf zou echter nog economischer kunnen werken, wanneer niet in de nieuwe wijken, waar bijna elk huis closets heeft, soms een paar huizen zijn met tonnen. Kan de Bouwveror dening niet zóó worden gewijzigd, dat het verplicht is bij het bouwen het beerputstelsel in te voeren De heer Molenaar acht het onjuist, om uit het bezui nigingspercentage van 7 te concludeeren, dat er niet genoeg bezuinigd is. De heer Buië! zegt, dat men door verhooging van het tonnengeld den aanleg van closets in bestaande hui zen kon bevorderen, hetgeen werkverruiming beteekent. Kunnen B. en W. in deze richting ook iets doen De heer Posthuma betoogt, dat op de Reiniging, ondanks de uitbreiding der stad, veel is bezuinigd. Laat de heer Praamsma eens precies aangeven, waarop hij nog bezuiniging wil. Wil men de tonnen en het vuil minder vaak ophalen, de straten minder vaak vegen Of werken de werklieden niet hard genoeg Er wordt hier zonder voldoende motiveering de indruk naar buiten gewekt, alsof bepaalde bedrijven te duur zijn. De heer De Boer (weth.) zegt, dat men vroeger klaagde dat er te weinig gegevens werden overgelegd en nu weer te veel. Spr. geeft den heer Praamsma in overweging de door hem gedachte bezuinigingen eerst in de Comm. voor de Reiniging aanhangig te maken. De ontwerp-Bouwverordening, welke over eenigen tijd ingediend zal worden, bevat een bepaling, als de heer Muller bedoelt. Uit het rapport van den Dir. blijkt duidelijk, dat bij dit bedrijf de zuinigheid wordt betracht. Spr. weet niet, of de door den heer Buiël genoemde methode wel billijk is, maar zal deze zaak onder oogen zien. (Mevr. Van DijkEmit komt ter vergadering.) De heer Praamsma moet toch afgaan op het percen tage van 7, dat de Dir. zelf aangeeft. Als het college zegt, dat op Gem.werken 50 is bezuinigd, mogen wij er wèl op letten Of Gem.werken is altijd te duur ge weest, óf op de Reiniging kan meer bezuinigd worden. Overigens heeft Rechts steeds concrete richtlijnen aangewezen. Waar men hier bezig is met een begroo- tingswijziging, zal spr.'s fractie bij de volgende begroo ting met diverse voorstellen komen. Den heer De Boer antwoordt spr., de verstrekte gegevens altijd op hoogen prijs te stellen. De heer Hooiring zegt, dat, als men steeds door be zuinigt, het afbraak wordt. Door de daling der inkom sten kan op dit bedrijf niet meer worden bezuinigd. Mevr. Van DijkSmit vraagt, hoe groot het aantal tonnenwisselingen per week zou zijn geweest, indien de verordening op dit punt niet was gewijzigd, en hoe veel huizen er thans leeg staan. De heer Molenaar zegt, dat men rekening moet hou den met de uitbreiding der stad. Dit bedrijf met Gem.- werken te vergelijken, vindt spr. onjuist en zonder zin. De heer De Boer (weth.) zegt, dat de bezuiniging slechts 7 bedraagt, omdat de inkomsten zooveel zijn gedaald o.a. door den minderen aftrek van meststoffen. Hierdoor, door de vermeerdering van het huisvuil per inwoner met 172 dM3. sedert 1926, en door de uitbrei ding der stad, vermeerderde het vervoer naar War- tena, hetgeen hoogere kosten medebrengt. Maar men mag ook het belang van de hygiëne in de stad niet uit het oog verliezen Mevr. Van Dijk kan spr. thans niet definitief ant woorden. Hoewel zij als lid der Comm. voor de Rei niging den directeur alle gegevens kan vragen, zal spr. haar een volgenden keer de gewenschte inlichtingen verstrekken. De heer Praamsma bestrijdt, dat men door 7 te bezuinigen aan afbraak doet. Ook heeft spr. de daling der inkomsten niet verwaarloosd. Voorts heeft spr. niet de diensten van de Reiniging en Gem.werken met el kaar vergeleken, maar alleen de percentages. Het is opvallend, dat men spr. t.a.v. Gem.werken niet vraagt naar concrete punten, maar t.a.v. de Reiniging wel. Aan de orde is thans de ontwerp-verordening tot wijziging van die op de gemeentelijke bewaarscholen (voorstel B. en W. sub III, 3). Art. I wordt met alg. stemmen onveranderd vast gesteld. Art. II. De heer J. Koopal vraagt, of het mogelijk is deze verordening met 1 Juli 1936 in werking te doen treden Na eenige bespreking, waaraan de heer Buiël, mevr Buisman Blok Wijbrandi en de heer Botke (weth.) deelnemen, stelt de Voorzitter namens B. en W. voor om in plaats van ,,1 Juli 1936" te lezen ,,16 Juli 1936' waarna art. II met alg. stemmen dienovereenkomstig wordt vastgesteld. Te 9.20 uur nam. wordt de vergadering geschorst Te 9.40 uur nam. wordt de vergadering voortgezet. De Voorzitter stelt aan de orde de in de wijzigingen der begrootingen van de gemeente en Gemeentewerken opgenomen volgnos., welke niet in bijlage 86 zijn op genomen. GEMEENTEBEGROOTING. Volgno. 568. Subsidie Maatschappelijk Hulpbetoon De heer Buiël vraagt, of de begrootingswijziging van M. H. apart in behandeling komt. De Voorzitter zegt, dat B. en W„ aan de hand van den brief, welke bij de stukken lag, ramen, dat er 50.000.bij moet. De formeele begrotingswijzigin gen komen eerdaags in den Raad. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 15 Juli 1936. 181 De heer Buiël vindt het minder juist om eerst dezen post vast te stellen en daarna de betreffende wijziging. Spr. hoopt, dat M. H. niet met een hoogere wijziging komt. De heer Hellema (weth.) zegt, dat de begrootings wijziging van M. H. aansluit aan de cijfers, welke in deze wijziging zijn verwerkt. De tijd ontbrak om alles formeel in orde te maken. Volgno. 568 wordt met alg. stemmen gewijzigd, zoo als B. en W. voorstellen. De Voorzitter doet lecture van een voorstel van den heer Wiersma, luidende „Ondergeteekende stelt voor Ged. Staten te ver zoeken de jaarwedden van de wethouders te ver lagen tot 2500. Over dit buiten de begrootingswijziging staand initia tief-voorstel heeft de Raad te beslissen of hij het in behandeling wil nemen. De heer Wiersma zegt, dat zijn voorstel ligt binnen het raam der omstandigheden. Waar het presentiegeld met 33 moet worden verlaagd, bevreemdt het hem, dat op dit punt geen aanwijzing door Ged. St. is ge daan. Bovendien kan men zijn voorstel beschouwen als een compensatie voor hetgeen aan bezuiniging bij deze behandeling verloren is gegaan. De Voorzitter zegt, dat als de Raad tot behandeling besluit, het voorstel in handen van B. en W. ware te stellen om praeadvies. Het college is niet bereid het over te nemen. De heer Wiersma is hiertoe genegen. De heer Posthuma betoogt, dat de Raad dit voorstel thans niet kan beoordeelen; praeadvies is daarom het beste. Niet in behandeling nemen, schept een onge- wenschte situatie. De heer Van der Meulen is van meening, dat dit rauwelings ingediende voorstel niet in behandeling moet worden genomen. Spr. kan noch de parallel tus- schen het presentiegeld en de wethouderssalarissen, noch het motief van de compensatie voor enkele sub- sidieposten aanvaarden. De heer J. Koopal heeft geen bezwaar tegen behan deling van het voorstel-Wiersma. Mevr. Van Dijk-Smit is tegen het voorstel-Wiersma, omdat het zou rauwelings in den Raad is gebracht. Mevr. BuismanBlok Wijbrandi en de heer Buiël vragen of de heer Wiersma, wanneer het voorstel in behandeling wordt genomen, zal voorstellen het in han den van B. en W. te stellen om praeadvies. De heer Wiersma zegt, dat zulks zijn bedoeling is. Met 16 tegen 11 stemmen, die van de heeren P. A. Koopal, Hooiring, De Vries, De Bruin, Muller, Mole naar, Van Kollem, IJtsma, Van der Meulen, mevr. Van DijkSmit en den heer Bos, wordt besloten het voor stel-Wiersma in behandeling te nemen. De heer Wiersma stelt voor, B, en W. te verzoeken praeadvies over zijn voorstel uit te brengen. De heer Buiël vraagt, of de zooëven gehouden stem ming wel juist was in verband met art. 52 der Ge meentewet. De Voorzitter antwoordt, dat het voorstel tot het in behandeling nemen den wethouders persoonlijk niet aangaat. En al ware dit het geval, dan was het. zonder hun 4 stemmen, nog aangenomen. Het voorstel-Wiersma wordt met 17 tegen 10 stem men, die van de heeren De Vries, De Bruin, Muller, Molenaar, Van Kollem, IJtsma, Van der Meulen, Bos, P. A. Koopal en Hooiring, in handen van B en W. gesteld om praeadvies. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. bijl. 86 sub I, II (zooals met inachtneming van het voorgaande gewijzigd) en IV. Punt 6. Met alg. stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van B. en W. Punt 7. De heer Hellema (weth.) zegt, dat, waar de onderhandelingen vandaag zijn beëindigd, B. en W. geen schriftelijk voorstel meer hebben kunnen doen. Spr. noemt de objecten, waarvoor thans wordt geleend en waarop in het vervolg op normale wijze zal worden afgelost. Dezelfde voorwaarden zullen gelden als voor de gisteren gesloten leeningen, slechts moet van de leening met het Alg. Mijnwerkersfonds een notarieele acte worden opgemaakt, waaraan geen kos ten voor de gemeente zijn verbonden. De heer Posthuma geeft in overweging met de be trokken Maatschappijen rechtstreeks te onderhandelen. De heer Hellema (weth.) heeft dit reeds geprobeerd, maar men wenschte de tusschenkomst van een Bank. De heer Terpstra heeft geen bezwaar tegen de lee ningen, maar zou graag t.z.t. weten, welke objecten daarin zijn opgenomen. Als spr. goed heeft gehoord, zijn de kosten der ver andering van de veemarkt ad 211.000.hierin ook opgenomen. Spr. wijst er op, dat hier veel arbeidsloon in zit. De heer Hellema (weth.) zegt toezending van een staat der objecten toe. Voor de veemarkt is 211.381. geleend; dit behoorde onder den Kap.dienst en deze leening zal thans geconsolideerd worden. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 8. De Voorzitter zegt, dat het hier een formeele kwestie betreft. De bewaarder van de Hy potheken en van het Kadaster meent, dat voor deze doorhaling een Raadsbesluit noodig is. De betreffende schuld is afgelost en nu kan deze hypotheek dus ook verdwijnen. Spr. doet lecture van het ontwerp-Raads- besluit. De heer Buiël vraagt, voor wien de kosten van het royement komen. De Voorzitter: Voor Beter Wonen". Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1936 | | pagina 2