Vergadering van Woensdag 1 November 1936. b. dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de Raads besluiten van 19 Mei 1936 tot aankoop en verkoop van grond aan en bij de Engelumerstraat, van 30 Juni 19.36 tot wijziging van de gemeentebegrooting en de bedrijfs- begrootingen, dienst 1935, van 24 September 1936 tot wijziging van de verordening, regelende de toekenning van vergoeding en pensioen aan afgetreden wethouders en aan hunne weduwen en weezen en van 14 October 1936 tot verhuring van tuingrond aan den Harlinger trekweg en tot conversie van een geldleening, oor spronkelijk groot 1.000.000. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 4 November 1936, 209 Tegenwoordig 28 leden. Afwezig de heer Oosterhoff. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma. Te behandelen punten 1. Vaststelling van de notulen der vergadering van September 1936. 2. Mededeelingen en rapporten. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot hverneming van de stoep, gelegen voor het perceel Nieuwe Oosterstraat no. 4 van D. van der Pol (bijlage [no. 126). 4. Alsvoren tot verhuring van een strook grond aan Biet Vliet ten behoeve van schiphuisbouw aan E. en IVIassolt (bijlage no. 128). 5. Alsvoren tot verhuring van perceelen weiland pan den Harlingertrekweg en de Marnixstraat aan Th. van der Meer (bijlage no. 127). 6. Alsvoren tot verhuring van perceelen weiland aan den Lekkumerweg aan A. van der Zwaag (bijlage no. 132). 7. Alsvoren tot verhuring van de zathe en landen pp Kleijenburg aan A. Schuurman (bijlage no. 131). 8. Alsvoren tot verhuring van den proeftuin aan de Huizumerlaan aan de Friesche Tuinbouwvereeniging bijlage no. 133). 9. Alsvoren tot nadere regeling van den gasprijs (bijlage no. 129). 10. Alsvoren tot wijziging van de verordeningen pp de heffing en de invordering van rechten als bedoeld lin art. 21 der Besmettelijke-Ziektenwet (Staatsblad 1928 no. 265) (bijlage no. 130). 11Alsvoren tot wijziging van de gemeentebegroo- ting, dienst 1936. Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 2. Wordt medegedeeld a. dat bij Koninklijk besluit van 20 October 1936, |no. 50, met ingang van 1 November 1936 opnieuw is benoemd tot burgemeester dezer gemeente de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma. Voor kennisgeving aangenomen. De heer Terpstra: M. de V. Nu wij officiéél kennis hebben kunnen nemen van Uwe herbenoeming tot Bur gemeester onzer gemeente, een benoeming welke op zich zelf blijk geeft van waardeering en erkentelijkheid jte Uwen opzichte, meent de Raad niet alleen verplicht te zijn, maar het behoort ook tot de goede vormen, U van harte te feliciteeren met deze herbenoeming, daarbij de hoop uitsprekende, dat de dienstjaren, welke U nog zullen worden gegeven, even harmonisch mogen zijn als de jaren, die achter U liggen. De Raad gevoelt, dat U in de gegeven omstandigheden hier de aangewezen man bent. Wij zullen ons dan ook verblijden, dat niet alleen de hooge autoriteiten en de Raad, maar ook U zelf voldoening zult vinden in het verrichten Uwer werkzaamheden. Een zekere mate van zelfvoldoening streelt niet alleen, maar staalt ook voor den arbeid, welke volgt. (Teekenen van instemming). De Voorzitter: Ik wil den heer Terpstra hartelijk dank zeggen voor de woorden tot mij gericht namens den geheelen Raad. Er is gezegd ik hoop, dat U in de volgende jaren voldoening in Uw ambt zult vinden. Ik kan zeggen, dat ik de vierde periode met even veel animo inga als de eerste. Ik heb op het oogenblik ruim 30 jaar het ambt van Burgemeester bekleed en het heeft mij geen moment berouwd die loopbaan te hebben gekozen en ook niet, dat ik in Leeuwarden ben benoemd. Ik heb in die 30-jarige periode meer moeilijke tijden doorgemaakt, welke nog onaangenamer hadden kunnen worden, wat gelukkig niet gebeurd is. De moeilijkheden nu zijn geheel anders en de tijdsomstandigheden zijn aanleiding, dat de gemeenteraden niet meer vrij zijn te doen wat zij in het belang der gemeenten het beste achten. Ik wil medewerken deze moeilijkheden zoo goed mogelijk op te lossen en ik hoop, dat de goede ver houding, welke ik steeds met den Raad heb gehad, moge blijven. Voor kennisgeving aangenomen. c. verzoek van het Comité voor Vacantie Ontspan ning om gratis gebruik van het gemeentelijk sportveld. Wordt voorgesteld dit verzoek ter afdoening in handen van B. en W. te stellen. Den heer Van der Schoot is het streven dezer veree- niging sympathiekhij zag gaarne, dat, indien meer dergelijke verzoeken komen, dezelfde prijs wordt ge vraagd, als het College hiervoor stelt. De heer J. Koopal verzoekt B. en W. het sportterrein gratis in gebruik te geven. De heer Muller zegt, dat zijn fractie er niet tegen is, dat B. en W. deze zaak afdoen, maar, waar het hier een vereeniging betreft in het belang van het kind, aandringt op een zeer welwillende houding tegenover dit adres. De heer Posthuma vraagt, waarom afdoening door B. en W. van dit adres wordt voorgesteld. Er wordt toch niet gevraagd het terrein te huren, maar gratis beschikbaar te stellen. Hebben B. en W. al een beslissing genomen Zoo niet, dan sluit spr. zich aan bij hen, die hebben ver zocht, het adres in gunstige overweging te nemen. De Voorzitter zegt, dat B. en W. dit adres nog niet hebben behandeld. Zij hebben voorgesteld het ter af doening in hun handen te stellen, omdat de Raad de exploitatie van het sportterrein aan hen heeft over gelaten. Bij eventueele ingebruikgeving moet men op allerlei zaken letten het terrein is op verschilende uren verhuurd: er moeten bepaalde waarborgen worden gesteld: enz. B. en W. zullen rekening houden met de geuite wenschen. Het verzoek wordt in handen van B. en W. gesteld ter afdoening. d. dat op 5 November 1936, des nam. te 2 uur, de nieuwe Poppebrug officiéél in gebruik zal worden genomen. Punten 3 en 4 (bijl. nos. 126 en 128). Met alg. stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van B. en W.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1936 | | pagina 1