Mering van Woensdag IS December 1936. 216 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 25 November 1936. uitgesloten, thans wordt het Overheidspersoneel voor een groot aantal functies beperkt tot hen, die bereid zijn 6 jaar onder het militaire dwangsysteem te dienen. Daarom stemt spr. tegen deze verordening. De heer Terpstra vraagt, of de door de Ver. voor Ned. Gemeenten samengestelde leidraad ook een leidraad voor B. en W. is geweest. De heer Algera kan begrijpen, dat de S. D. A. P. zich tegen deze verordening keert, omdat haar leden van de functie van capitulant zijn uitgesloten. Doch, waar de ratio van het Capitulantenstelsel is bezuiniging op de defensieuitgaven en de heer Posthuma en de S. D. A. P .-ers daar sterk vóór zijn, moeten zij zich daarvoor ook eenige offers getroosten. Dat men minder goed personeel zal krijgen is niet te bewijzen; het kan ook beter zijn. De heer IJtsma zegt, dat met dit stelsel wel eens het tegendeel van bezuiniging kan worden bereikt, omdat vele werkloozen nu in militairen dienst zullen gaan, die er anders niet aan dachten. Ook heeft het spr. verbaasd, dat alle lagere functies in de verordening voorkomen, omdat niet alleen zij, die niet onder dienst willen, maar ook zij, die niet in dienst kunnen komen, van die functie worden uitge sloten. Tegen de wet kan men zich niet verzetten, deze is op normale wijze tot stand gekomen, maar waarom hebben B. en W. zooveel functies aangewezen Van het antwoord op deze vraag hangt het af, of spr. zal voorstellen enkele uit de verordening te lichten. De Voorzitter zegt, dat er voor Leeuwarden niet een zoodanig belang was aan te voeren, dat ontheffing kon worden gevraagd; het verkeert in dezelfde positie als andere gemeenten. De wet is aangenomen en aan de verordening is niet te ontkomen. De uitspraak ,,hoe beter militair, hoe slechter politie man heeft spr. nooit gehoord en hij onderschrijft deze absoluut niet. In Leeuwarder politiekringen leeft zij althans niet. Natuurlijk is het niet aangenaam, dat men niet vrij is in zijn keuze, maar het staat nog lang niet vast, dat er altijd capitulanten voor een bepaalde betrekking zijn. Voor agent zullen zij er altijd wel zijn, maar men mag eischen stellen en spr. zal zeker een politiediploma vra gen; zijn er geen capitulanten, dan kan men iemand anders benoemen. Bovendien mag men, althans voor politieagenten, kiezen en steeds zullen er uitgebreide rapporten ter inzage zijn. Uit het overleg met den Directeur van het Capitu- lantenbureau, dat gepleegd is, omdat de verordening toch moet worden goedgekeurd en deze Directeur zeker advies aan Ged. St. zal geven, heeft spr. den indruk gekregen, dat het wel een beetje meevalt. Daarbij is het B. en W. gelukt tal van betrekkingen te schrappen, waarvan de Directeur meende, dat zij wel in aanmer king kwamen en welke ook op de lijst van de Ver. voor Ned. Gemeenten voorkwamen. Het aantal functies is zooveel mogelijk beperkt. Den heer Turksma bevreemdt het, dat de functie van beurs- en waagmeester op de lijst voorkomt, omdat daaraan bepaalde eischen, als bekendheid met den han del, moeten worden gesteld. De Voorzitter antwoordt, dat, bij de bespreking van deze betrekking met den Directeur van het Capitulan- tenbureau, bleek, dat de tegenwoordige functionnaris vroeger sergeant en nadien in den handel is geweest. Hij is echter geen slechte beurs- en waagmeester De heer IJtsma dankt voor de inlichtingen van den Voorzitter. Het gaat er hem echter niet om, of een oud-militair geschikt is een dezer functies te bekleeden, maar of in een gemeente, met een samenstelling der bevolking als hier, deze lange lijst van functies zoo eenzijdig moet worden samengesteld, dat een groot deel der bevolking van gemeentebetrekkingen is uitgesloten. De Voorzitter heeft dit t.a.v. de politie vrijwel in han den, omdat hij bijzondere voorwaarden, b.v. diploma, lengte, enz., kan stellen, maar voor de overige betrek kingen is dat niet noodig. Het uitgesloten deel der in gezetenen moet dezelfde kans hebben als degenen, die in dienst zijn geweest en die ook zonder dit stelsel naar de betrekkingen zouden kunnen dingen. Daarom stelt spr. voor, mede namens de heeren Muller en Van der Meulen ,,De ondergeteekenden stellen voor in artikel 1 alle ambten en betrekkingen te laten vervallen, behalve die van terreinbaas bij de Gemeentereiniging (19 en 21); magazijnknecht bij de Gasfabriek (23 en 25); sjouwer bij het Electriciteitbedrijf (23 en 25); grondwerker bij Gemeentewerken (23 en 25); waagwerker bij de Beurs en Waag (19 en 21)." De heer Buiël; Hoort de functie van politieagent, waar de Raad niets over te zeggen heeft, wel in deze verordening thuis De heer Posthuma doet den heer Algera opmerken, dat het hem niet gaat om het geld, maar om geheel andere waarden. Spreker is niet zeker, dat iemand, die 6 jaar in dienst is geweest, in een burgerbetrekking initiatief kan ont wikkelen en intensief kan werken. Hoe beter militair, hoe slechter politieman wil zeg gen; hoe beter militair, hoe meer ingesteld op het of fensief, terwijl het optreden van een politieman moet zijn preventief. De Voorzitter denkt, dat dit wel mee valt, maar deze menschen zijn nu eenmaal gewend be velen te geven en later moeten zij zijn dienaren van het publiek. Spr. blijft tegen deze verordening. De heer De Boer (weth.) zal, hoewel het voorstel- IJtsma hem zeer sympathiek is, voor het voorstel van B. en W. stemmen, omdat hij weet, dat er van de oor spronkelijke lijst vele functies zijn geschrapt en er toch geen ontkomen aan deze verordening is. Niet-aanne- ming kan het resultaat nog slechter maken. Het voorstel-IJtsma wordt met 14 tegen 12 stemmer die van de heeren Posthuma, Muller, J. Koopal, Van der Meulen, Molenaar, IJtsma, Bos, Hooiring, Van Kollem, P. A. Koopal, De Vries en De Bruin, ver worpen. Artt. 1, 2, 3, 4 en 5 van ontwerp A worden met alg. stemmen onveranderd aangenomen, waarna de geheele verordening met 19 tegen 7 stemmen, die van de heeren Bos, Hooiring, Van Kollem, De Vries, Posthuma, J Koopal en Van der Meulen, onveranderd wordt aan genomen. Ontwerp B wordt met alg. stemmen onveranderd aangenomen. De heer Terpstra vraagt, n.a.v. de interruptie van den heer Van Kollem, wat de bedoeling van een be sloten vergadering is. De Voorzitter zegt, dat de bedoeling daarvan is, dat de daar gevoerde discussies niet onder het publiek ko men. Het is echter niet wettelijk strafbaar, als men uit een besloten zitting praat, tenzij speciaal geheimhouding is opgelegd. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 16 December 1936. 217 Tegenwoordig 27 leden. Afwezig de heeren IJtsma en Hooiring. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma, urgemeester. Te behandelen punten 1. Vaststelling van de notulen der vergadering van November 1936. 2. Mededeelingen en rapporten. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verkenen van eervol ontslag aan E. Caspers als onderwijzer aan gemeenteschool no. 6a. 4. Benoeming van een onderwijzer aan gemeente school no. 6a, vacature-E. Caspers. 5. Alsvoren van een Curator van het Gymnasium wegens periodieke aftreding van den heer Mr. J. A. Stoop, die niet voor een herbenoeming in aanmerking wenscht te komen. 6. Alsvoren van twee leden van de Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs, wegens perio dieke aftreding van de heeren J. Bekius en Dr. P. C. Romer. 7. Alsvoren van drie leden van het Bestuur van de Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk Hulp betoon, wegens periodieke aftreding van de heeren F. J. A. Fritzlin, V. Frantzen en J. Mes (bijlage no. 149). 8. Alsvoren van een lid van de Commissie van Be heer over het Stads-Ziekenhuis, wegens periodieke af treding van den heer Dr. P. C. Römer (bijlage no. 147). 9. Alsvoren van leden en plaatsvervangende leden in de stembureaux voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (bijlage no. 146). 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming in eigendom van een strook grond aan den Groningerstraatweg van de fa. Gebr. Hettema en Spaan (bijlage no. 144). 11. Alsvoren tot verhuring van een terrein, waarop tennisbaan, nabij den Poppeweg aan D. F. J. M. Sprock (bijlage no. 141 12. Alsvoren tot het bouwen van een brug ter ver vanging van de Noorderbrug, tot het verbeteren van den weg tusschen deze brug en de Hoeksterpoortsbrug, tot beschikbaarstelling van gelden daarvoor, en tot het aangaan van een leeningsovereenkomst ter zake met den Staat der Nederlanden (bijlage no. 142). 13. Alsvoren tot het verleenen van een tegemoet koming aan P. S. Kooistra in de kosten, verbonden aan het bezoeken door zijne kinderen van de O. L. school te Tietjerk (bijlage no. 143). 14. Alsvoren tot wijziging van de Salarisverorde ning en van het Reglement van Orde voor de vergade ringen van den Raad (bijlage no. 145). 15. Alsvoren tot wijziging van de verordening voor het Gymnasium (bijlage no. 148). 16. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van de gemeenterekening, dienst 1935, met de verantwoording van Burgemeester en Wethouders. 17. Alsvoren tot wijziging van de begrootingen van het bedrijf der Gemeentewerken en van de Gemeente lijke Gasfabriek, zoomede van die der gemeente, alle dienst 1936. 18. Alsvoren in zake het aangaan van tijdelijke geld- leeningen ter voorziening in eventueele behoefte aan kasgeld gedurende het dienstjaar 1937. Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 2. Wordt medegedeeld a. dat Ged. Staten 1. hebben verdaagd de beslissing op het Raadsbe sluit van 28 April 1936 tot vaststelling van bebouwings voorschriften voor de Weerklank; 2. hebben goedgekeurd bovengenoemd Raadsbesluit en de Raadsbesluiten van 4 November 1936 tot ver huring van een strook grond aan het Vliet, van weiland nabij den Harlingertrekweg en aan de Marnixstraat, van weiland aan den Lekkumerweg, van land aan de Huizumerlaan en van de zathe en landen op Kleijenburg, en van die van 25 November 1936 tot verlaging van de huur van diverse gemeentewoningen, tot ruiling van grond aan de Westerparkstraat, verhuring van garde- niersland aan Oldegalileën en van weiland aan de Beet- hovenstraat, het aangaan van geldleeningen met de N.V. Pensioenverzekerings-Maatschappij ..Metallicus" en de Spaarbank te Groningen, en tot wijziging van het Raadsbesluit van 14 October 1936 inzake de geldleening gesloten met het Eigen Pensioenfonds voor de Euro- peesche Burgerl. Ambtenaren in Ned.-Indië; 3. hebben vastgesteld de rekeningen van de ge meente en van hare takken van dienst over 1933 b. rapporten omtrent het opnemen der kassen van de Gem. Gasfabriek, het Gem. Electriciteitbedrijf, het Gem. Woningbedrijf, het Gem. Grondbedrijf, de Ge meentewerken. het Stads-Ziekenhuis, de Gemeente reiniging, het Gem. Bureau voor Maatsch. Hulpbetoon en het Openbaar Slachthuis c. verzoek van de afd. Leeuwarden van den Alg. Nederl. Bouwarbeidersbond, de afd. Leeuwarden van den Ned. R. K. Bouwarbeidersbond en de afd. Leeu warden van den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond om de verbetering van de traverse Oost-West zoo spoedig mogelijk uit te voeren. Voor kennisgeving aangenomen. d. verzoek van J. Dantuma e.a. om verbetering van het pad langs de schiphuizen naar Schilkampen. Onder mededeeling, dat B. en W. zich te dezer zake bereids met de adressanten in verbinding hebben ge steld, wordt voorgesteld het adres ter afdoening in hunne handen te stellen. De heer Praamsma vraagt een positiever toezegging, omdat de toestand op Schilkampen onhoudbaar is. Daar jaarlijks 1250.aan huur voor schiphuisgrond wordt betaald voor \x/2 pdm., de eigenaren in de kosten van verlegging van het pad hebben bijgedragen, pers. belasting wordt betaald, voor de dit jaar gebouwde schiphuizen straatbelasting is verschuldigd, de water sport van belang is voor de daarmede samenhangende industrie en moet worden bevorderd, is het billijk te voldoen aan het verzoek van adressanten, hetgeen tevens in het belang der brandweer is. Het verzoek wordt ter afdoening in handen van B. en W. gesteld. e. schrijven van S. Bouma, houdende klachten over het gebruik van een open terrein in de Vonkebuurt. In handen van B. en W. ter afdoening. verzoek van de Hollandsche Casolithwerken N.V. om verlenging van den termijn, waarbinnen straat- aanleg naar hare fabriek Achter de Hoven moet plaats hebben. In handen van B. en W. om praeadvies. g. verzoek van LI. Huizinga om verstrekking van brandstoftoeslag aan ondersteunden en tewerkgestelden. Wordt voorgesteld dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen. De heer Terpstra wil het adres voor kennisgeving aannemen, omdat de Raad geen rechtstreekschen in vloed op M. H. kan uitoefenen. Toch geeft spr. B. en W. in overweging, nu bij het a.s. Vorstelijk huwelijk verschillenden groepen der bevolking feestvreugde wordt bereid, er bij M. H. op aan te dringen om de wekelijksche uitkeering aan de z.g. armlastigen tijdelijk te verhoogen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1936 | | pagina 1