Vergadering van Woensdag 9 Jnni 1937.
I
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 9 Juni 1937.
71
Tegenwoordig 26 leden.
Afwezig mevr. Buisman Blok Wijbrandi en de
heeren Westra en Terpstra, aanvankelijk ook de heer
Posthuma.
Voorzitterde heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma.
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergaderingen
van 22 Februari, 17 Maart en 7 April 1937.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van vijf leden van de Commissie tot
wering van schoolverzuim, wegens periodieke aftreding
van de heeren J. Brandenburg, J. A. Feitsma, S. Goe-
demoed, R. Th. A. Bisschop en dr. A. P. van der Brug
(bijlage no. 67).
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verlenging van het erfpachtsrecht van grond aan den
Mr. P. J. Troelstraweg, in gebruik bij mejuffrouw
R. OzingaHeidanus (bijlage no. 72).
5. Alsvoren tot overneming in eigendom van de
stoepen, gelegen voor de perceelen Groeneweg no. 317,
Groote Kerkstraat no. 31 en Bagijnestraat no. 42 (bij
lage no. 68).
6. Alsvoren tot verkoop aan den Staat der Neder
landen van het Noordelijkste gedeelte van het Kalver-
dijkje (bijlage no. 66).
7. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders op
het verzoek van de Koninklijke Vereeniging ,,de IJs
club", in zake aankoop en demping van een perceeltje
sloot nabij de Dekamastraat (bijlage no. 73).
8. Alsvoren op het verzoek van de fa. Weerstra
en Co. om haar in koop af te staan een gedeelte van
de achter de gemeentescholen nos. 1 en 5 aan de
Schoolstraat gelegen open ruimte (bijlage no. 69).
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
beschikbaarstelling van gelden voor het betegelen van
het bij de gemeentescholen nos. 1 en 5 in de School
straat gelegen terrein (bijlage no. 61).
10. Alsvoren tot verhuring van de boerderij „Groot
Humalda" met bijbehoorende landerijen en woningen
aan IJ. K. Tamminga (bijlage no. 65).
11. Alsvoren tot opheffing van de onbewoonbaar
verklaring van de woningen Camstraburen nos. 7, 9.
11, 13, 15 en 17 (bijlage no. 74).
12. Alsvoren tot geheele aflossing van het restee-
rend bedrag der bij besluit van 27 April 1920 met de
Rijksverzekeringsbank aangegane leening en tot het
aangaan van een geldleening, groot 1.150.000.met
de Algemeene Friesche Levensverzekering Maatschappij
(bijlage no. 70).
13. Alsvoren tot oninvorderbaarverklaring van aan
slagen in onderscheidene belastingen.
14. Alsvoren tot wijziging van de onderscheidene
bedrijfsbegrootingen en van de begrooting van het
Stads Ziekenhuis, zoomede tot goedkeuring van een
wijziging van de begrooting der Gemeentelijke Instel
ling voor Maatschappelijk Hulpbetoon, alle dienstjaar
1936.
15. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van balan
sen op 31 December 1936 en van de verlies- en winst
rekeningen en de rekeningen van baten en lasten en
kapitaalsinkomsten en -uitgaven over 1936, van
1. het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf;
2. het Gemeentelijk Grondbedrijf
3. het Gemeentelijk Woningbedrijf;
4. de Gemeentelijke Gasfabriek
5. het bedrijf der Gemeentereiniging
6. het bedrijf der Gemeentewerken
7. de Stads Bank van Leening
8. het Openbaar Slachthuis.
16. Alsvoren tot goedkeuring van de rekeningen
over 1936 van
1. het Stads Ziekenhuis;
2. de Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk
Hulpbetoon
3. het Nieuwe Stads Weeshuis.
17. Alsvoren tot wijziging van de gemeentebegroo-
ting, dienstjaar 1936 (bijlage no. 71).
18. Alsvoren tot wijziging van de gemeentebegroo-
ting, dienstjaar 1937.
Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld
Punt 2. Wordt medegedeeld
a. dat bij Kon. besluit is goedgekeurd het Raads
besluit van 24 Februari 1937 tot vaststelling van een
verordening op de heffing van opcenten op de hoofd
som der gemeentefondsbelasting.
b. dat Ged. Staten
1hebben goedgekeurd de Raadsbesluiten van 22
Februari 1937 tot vaststelling van bebouwingsvoor
schriften voor het terrein, gelegen ten Oosten van de
Westerparkstraat en ten Zuiden van de Harlinger-
straatvan 28 April 1937 tot afkoop van het recht van
reed en drift van F. N. Wassenaar, afstand van bouw
terrein aan de Boerhaavestraat en nabij de Frederik
Ruijschstraat, verhuring van schiphuisterrein aan het
Vliet en verkoop van een strook grond, gelegen aan
de Fonteinstraat
2. de ontvangst hebben bericht van een afschrift van
het Raadsbesluit van 22 Februari 1937 tot vaststelling
van bovengenoemde bebouwingsvoorschriften
c. rapporten omtrent het opnemen van de kassen van
het bedrijf der Gemeentewerken, het Gemeentelijk
Grondbedrijf, het Gemeentelijk Woningbedrijf, het Ge
meentelijk Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon, de
Gemeentereiniging, het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf,
de Gemeentelijke Gasfabriek en het Openbaar Slacht
huis.
Voor kennisgeving aangenomen.
schrijven van A. van Leeuwen, houdende verzoek om
ondersteuning of handelsgeld.
Wordt voorgesteld voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Van der Geest zegt, dat Van Leeuwen zich
meermalen tot M. H. heeft gewend, echter zonder resul
taat. Zijn laatste brieven zijn onbeantwoord gebleven.
Adressant heeft meubels moeten verkoopen en ziet geen
kans zelf zijn omstandigheden te verbeteren. Zijn ver
zoeken om een voorschot voor handel of om een huur-
bon zijn ook afgewezen.
Dat hier besproken adressen om steun bij M. H. niet
altijd het gewenschte resultaat hebben, blijkt hieruit, dat
de vorige adressant, Tichelaar, geen verhooging, maar
1.'per week steunverlaging heeft gekregen.
Als het een armlastige na vele pogingen niet gelukt
verbetering te krijgen, is het logisch, dat hij probeert
dit door een adres aan den Raad te bereiken.
Spr. hoopt, dat M. H. een onderzoek naar het geval
Van Leeuwen zal instellen en dat dit gunstiger gevolg
heeft, dan t.a.v. Tichelaar.
De heer Turksma zegt, dat als men waardeerend over
een persoon spreekt, zooals de heer Van der Geest heeft
gedaan, dit op goede gronden moet berusten. Spr. weet
uit ervaring, dat men daarmede t.o.v. adressant voor
zichtig moet zijn hij gelooft niet, dat M. H. t.a.v. dezen
persoon, wiens reputatie niet gunstig is, in zijn taak
tekort schiet. Zaken als deze behooren echter niet in
een openbare vergadering behandeld te worden.
De Voorzitter zegt, dat zaken als deze buiten 's Raads
competentie liggen. Mocht een dergelijk adres den Raad
weer bereiken, dan stelt spr. voor daarover geen dis
cussie toe te laten.