Vergadering van Woensdag 21 Juli 1937.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 21 Juli 1937.
79
Tegenwoordig 25 leden. Afwezig de heeren De
Vries, Terpstra, Koopal en Oosterhoff.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Mededeelingen en rapporten.
2. Benoeming van een tijdelijke leerares in het En-
gelsch aan de School van Middelbaar Onderwijs voor
meisjes (bijlage no. 91).
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overplaatsing van J. van Dijk als onderwijzer aan ge
meenteschool no. 3 naar gemeenteschool no. 15 (bijlage
no. 92).
4. Alsvoren tot het verleenen van eervol ontslag
aan J. Hollander als tijdelijk leeraar in de wiskunde
aan het Gymnasium.
5. Alsvoren tot overneming van den grond van de
stoep, gelegen voor het perceel Bagijnestraat no. 40
van mej. E. Feenstra (bijlage no. 86).
6. Alsvoren tot opzegging van de huur van een
lokaal van het perceel St. Jobsleen no. 255 aan de
Bevrachtingscommissie en tot verhuring van dit perceel
aan de afdeeling Leeuwarden van het Nederlandsche
Roode Kruis (bijlage no. 87).
7. Alsvoren om met ingang van het schooljaar
1937/1938 de gemeentelijke Hoogere Burgerschool met
3-jarigen cursus en daarop aansluitende hoogere han
delsschool met 2-jarigen cursus om te zetten in een
hoogere burgerschool (A) met 5-jarigen cursus (bijlage
no. 90).
8. Alsvoren tot wijziging van de overeenkomst,
betreffende de levering van electrischen stroom door
de provincie Friesland aan de gemeente, tot wijziging
van de verordening voor de levering van electrischen
stroom door het gemeentelijk Electriciteitbedrijf en tot
wijziging van de verordening op het beheer van dat
bedrijf (bijlage no. 83).
9. Alsvoren tot wijziging van artikel 5 der Salaris-
verordening (bijlage no. 84).
10. Alsvoren tot wijziging van artikel 14 der Salaris-
verordening (bijlage no. 88).
11. Alsvoren tot wijziging van het reglement voor
de lagere avondhandelsschool (bijlage no. 89).
12. Praeadvies op het adres van het Bestuur van
het Nederlandsch Instituut voor Opleiding van leer
krachten bij het Nijverheidsonderwijs te Utrecht, hou
dende verzoek om afgifte van een verklaring, als be
doeld in artikel 25, tweede lid, der Nijverheidsonder
wijswet, inhoudende, dat de oprichting en instand
houding van een cursus voor opleiding van leerkrachten
bij dit onderwijs noodig geoordeeld wordt (bijlage no.
85).
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van de perceelen Hoogpad nos. 25 en 29 van
Th. Haak c.s., resp. G. Feenstra en D. Smits (bijlage
no. 93).
14. (toegevoegd). Interpellatie van den heer
Posthuma.
Punt 1. Wordt medegedeeld
a. dankbetuiging van Z.K.H. Prins Bernhard, voor
de gelukwenschen Hem ter gelegenheid van Zijnen
geboortedag aangeboden;
b. dat Ged. Staten hebben goedgekeurd het Raads
besluit van 30 Juni 1937 tot aankoop van de woning
Hoogpad no. 20.
Voor kennisgeving aangenomen.
c. schrijven van den kassier H. A. Bultman te Haar
lem, houdende verzoek om uitkeering van een bedrag
van 20.000.met rente en kosten, ter zake van pro
visie voor een in 1920 door zijn bemiddeling gesloten
geldleening.
Wordt in handen van B. en W. gesteld om prae
advies.
d. verzoek van den heer H. Posthuma, lid van den
Raad, om een interpellatie toe te staan over het beleid
van B. en W. inzake de bestrating van de Reynders-
buurt en de toepassing door B. en W. van het Regle
ment van Orde voor de vergaderingen van den Ge
meenteraad.
Met alg. stemmen wordt besloten den heer H.
Posthuma toe te staan zijn interpellatie aan het einde
der vergadering te houden.
Punt 2. De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt:
1. mej. G. Schuringa te Amsterdam;
2. mej. J. J. van Eelen, leerares R.H.B.S. te
Drachten.
Op verzoek van Mevr. BuismanBlok Wijbrandi
doet de Voorzitter de deuren sluiten.
Na heropening der openbare vergadering zegt Mevr.
BuismanBlok Wijbrandi, dat het haar bevreemdt, dat
B. en W. niet voorstellen Mej. Stibbe nogmaals tijdelijk
te benoemen. Mede omdat deze aanbeveling op een
eigenaardige manier is tot stand gekomen en geen
openbare oproep van sollicitanten is gedaan, stelt spr.
voor Mej. Stibbe voor een half jaar te benoemen.
De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. voorstellen
voor een jaar te benoemen; men kan echter voorstellen
voor een half jaar te benoemen en is dan vrij Mej.
Stibbe of een ander te stemmen.
De heer Botke (weth.) zegt, dat de geheele zaak hier
niet kan worden besproken. Spr. ontraadt echter op
grond van ambtelijke berichten op het voorstel-Buisman
in te gaan.
De heer Praamsma wijst op den korten tijd, waarin
deze zaak is beslist en het eigenaardige feit, dat de
Directrice der school 12 Juli j.l. aan B. en W. rappor
teerde, dezen op dien dag de voordracht ook reeds
opmaakten, terwijl de voorgedragenen eerst 14 Juli haar
sollicitatie indienden. Bovendien heeft hier geen open
bare oproep van sollicitanten plaats gehad, zoodat
andere gegadigden zijn uitgesloten.
Spr. hoopt, dat deze handelwijze, welke alleen in
zeer bijzondere gevallen is goed te keuren, niet weer
zal worden gevolgd, waardoor men ook de Comm. van
Toezicht haar volle waarde laat, die nu terecht niet
zonder verwondering kennis heeft genomen van de aan
beveling van B. en W., waarin zij niet gekend is.
Den heer Botke (weth.) spijt het, dat deze zaak in
het openbaar aangesneden is. De Directrice had reeds
met spreker overlegd, voor zij op 12 Juli j.l. aan B. en
W. rapporteerde. Dezen hebben daarop onmiddellijk
geantwoord, waarop de Directrice omgaand de voor
dracht heeft ingediend. B. en W. beschouwden deze
zaak eigenlijk als een voortzetting van de sollicitatie
van het vorige jaar en omdat zij met de ingediende
voordracht accoord konden gaan, bij een nieuwen op
roep waarschijnlijk dezelfden zouden solliciteeren en
dus eenzelfde voordracht zou worden opgemaakt, heb
ben B. en W. aldus gehandeld, mede om tijdverlies te
voorkomen en sollicitanten niet noodeloos op kosten te
jagen.
Het rapport van de Directrice was zoodanig, dat
daarover niet viel te praten en daarom hebben B. en W.
dit niet om advies aan de Comm. van Toezicht gezon
den. Wat deze ook geadviseerd zou hebben, B. en W.
waren toch gedwongen geweest zich te houden aan de
eerste conclusie van het rapport van de Directrice en
te doen, zooals zij gedaan hebben.