8 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 26 Januari 1938. dat gelden krijgt van den Raad en voor de besteding dier gelden zelf verantwoordelijk is. De Raadsleden kunnen wel een goeden raad geven, maar dat is iets anders, dan dat deze zaak den Raad zou competeeren. De heer IJtsma: Dat heb ik niet gezegd. Het verzoek wordt voor kennisgeving aangenomen. Punt 3 (bijl. no. 6). Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 4 (bijl. no. 5). Den heer Bos verwondert de motiveering van dit voor stel. B. en W. toch meenen, dat de woningmarkt van dien aard is, dat straataanleg op beperkte schaal weer kan worden toegestaan, terwijl uit het rapport van den Dir. van Gem.werken blijkt, dat er geen behoefte is aan woningen boven een weekhuur van 6. welke Boetes gaat bouwen. Wel is er dringend behoefte aan arbei derswoningen, doordat velen gedwongen zijn een goed- koopere woning te zoeken. Op 18 December 1937 waren er voor een woning a 3.tot 4.129, en a 4. tot ƒ5.51 aanvragen, terwijl resp. 3 en 4 woningen beschikbaar waren. Wordt, nu velen een woning tegen lagere huur moeten betrekken, de onbewoonbaarverklaring ook tegengehou den en overwegen B. en W. ook hoe in de behoefte aan woningen van ƒ3.tot 4.moet worden voorzien Wordt daarin niet voorzien, dan moeten velen duurder wonen, dan zij kunnen betalen. De heer Muller is voor het voorstel van B. en W., maar heeft sinds jaar en dag op de noodzaak gewezen van het bouwen van woningen voor den validen ar beider, welke deze kan betalen. De gemeente, noch de woningvereenigingen hebben dergelijke woningen. Uit den staat betreffende de woningmarkt blijkt, dat er in den prijs van ƒ2. 3 en van ƒ2.— tot ƒ3.— 14 woningen beschikbaar zijn, maar de valide arbeider kan deze niet gebruiken, omdat zij feitelijk onbewoonbaar zijn. Er moeten dus goedkoope woningen worden ge bouwd, of door de gemeente, of door een bouwvereeni- ging. Spr. verzoekt B. en W. zoo spoedig mogelijk met een voorstel dienaangaande te komen. De heer Posthuma verheugt zich over het voorstel van B. en W., omdat daardoor de toestand ter plaatse wordt verbeterd. Spr. sluit zich overigens bij den heer Muller aan. De heer Van der Schoot vereenigt zich met het voor stel van B. en W. Het verwondert spr., dat van de zijde der S.D.A.P. wordt verzocht woningen a 4.— per week te bouwen. Woningen van 2.50 zijn meer gewenscht De heer Van der Geest zegt, dat het onderhavige terrein niet geschikt is voor arbeiderswoningen. Spr. geeft B. en W. echter in overweging, indien er grond daarvoor vrij komt, goedkoope woningen te bouwen bijv. in samenwerking met eenige woningvereenigingen. De heer De Boer (weth.) zegt, dat tegen het voorstel zelf geen bezwaren zijn geopperd. Omtrent het bouwen van goedkoope woningen, waar aan inderdaad groote behoefte is, is een onderzoek gaande en spr. kan daaromtrent thans geen nadere inlichtingen geven. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 5 (bijl. no. 4). Den heer Turksma verheugt het, dat men dezen brug genbouw aanvat. Het betreft hier een noodzakelijke ver betering van de binnenstad, daar deze bruggen onvol doende zijn voor het moderne verkeer. Deze verbetering geschiedt echter onder andere voorwaarden, dan inder tijd, toen deze verbetering ook aan de orde was, golden. Spr. vraagt, om bij uitvoering van dit werk er reke ning mede te houden, dat de bedrijven rondom deze bruggen geen storing ondervinden, wat met eenig over leg te bereiken is. Voorts is spr. in de voorwaarden van het Werkfonds opgevallen, dat de belooningen van de werklieden nogal verschillen. Het uurloon van een straatmaker b.v. is 0.57, van een schilder 0.54, van een grondwerker 0.40 en van een landarbeider 0.35. Deze loonen wij ken nogal sterk af van die, genoemd in het voorstel, dat straks aan de orde komt, en geven spr. aanleiding te vragen, of de verhouding tusschen de loonklassen niet veranderd moet worden, waarop hij indertijd bij het Reinigingsbedrijf ook heeft gewezen. Wat de financieringsvoorwaarden betreft, gedurende 50 jaren zal een annuïteit verschuldigd zijn, maar de Ministers van Binn. Zaken en van Financiën zullen ieder jaar vaststellen hoeveel de gemeente, met het oog op haar financiëelen toestand, van het verschuldigde in werkelijkheid zal hebben te voldoen. Kunnen de over bepaalde jaren niet of minder betaalde annuïteiten later ook op de gemeente verhaald worden Blijkens den brief van den Minister is het een tijdelijke vrijstelling, maar men kan het ook interpreteeren als kwijtschelding. De heer Buiël betoogt, dat indertijd op spr.'s vraag, of het hier een renteloos voorschot of een andere bij drage van het Werkfonds betrof, is geantwoord, dat 2 rente zou moeten worden betaald. Nu moet 4 van het voorschot ad 160.000.worden betaald. Spr.'s vraag is komen wij met deze bijdrage financiëel verder Rente en aflossing zal niet verschuldigd zijn als de gemeente een extra-bijdrage uit het Werkl.subs.- fonds ontvangt. Wordt die rente en aflossing dan kwijt gescholden of moeten die later boven het bedrag van 160.000.worden afgelost? Toen de gemeente indertijd met het Werkfonds was begonnen te onderhandelen, wist de Raad, althans officiëel, niet, dat voor volgende jaren een extra-bijdrage moest worden gevraagd. Nu de situatie anders is, kan de gemeente zich beter van het Werkfonds losmaken; dan kan deze verbetering immers op den Kap.dienst komen en zal de gemeente daarvoor eventueel een ge deelte terugkrijgen via de extra-bijdrage, wat veel voor- deeliger zal zijn dan het voorschot uit het Werkfonds. Voor werken als de verbetering van de Nieuwestad, Vrouwenpoortsbrug enz., ook op den Kap.dienst ge plaatst, ontvangt de gemeente nu via de extra-bijdrage een gedeelte terug. Spr. vreest bij het vragen van vrijstelling van rente betaling en aflossing aan het Werkfonds dezelfde situatie te krijgen als bij de extra-bijdrageallerlei maatregelen zullen worden opgelegd en Leeuwarden komt op die manier nooit vrij van de inmenging van Den Haag. Blijkens de overeenkomst krijgt de gemeente voor deze verbetering zeker niet meer dan 160.000.Men overschrijde dit bedrag dus niet, want dan moet de gemeente het meerdere zelf betalen, waardoor er weer op andere dingen bezuinigd moet worden. De heer Posthuma ziet het verschil tusschen de finan ciering, welke B. en W. voorstellen en die van den heer Buiël hierin, dat B. en W. straks 160.000.in handen hebben, terwijl de heer Buiël hoopt dit geld bij stukjes en beetjes te krijgen. Spr. acht het door B. en W. ge volgde systeem zeer aan te bevelen. Aangaande het plan zelf, vraagt spr., of het thans nog mogelijk is, dat groote schepen van de Oosterkade en den Grachtswal het Vliet invaren nu de afstand Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 26 Januari 1938 9 tusschen de Tuinster- en Boomsbrug beduidend kleiner lijkt te zijn geworden. Indien niet, dan komt dit de scheepvaart niet ten goede, maar misschien kan men daarmede vrede hebben, omdat de ligging van de nieuwe bruggen zooveel beter is voor het stadsverkeer. Is het voorts niet gewenscht de z.i. geringe doorvaart- wijdte van de Boomsbrug te vergrooten De heer Molenaar acht een woord van waardeering aan Gem.werken voor de oplossing van dit niet gemak kelijke vraagstuk wel op zijn plaats. Het nieuwe brug- gencomplex past geheel in dit stadsdeel, terwijl daar naast is getracht voor de aan het Vliet gelegen be drijven een beteren toestand te scheppen. De heer Posthuma vergeet blijkbaar, dat de nieuwe brug aan de andere zijde van het Vliet komt te liggen, dan de bestaande Vlietsterbrug, zoodat de van den Grachtswal komende schepen grooter ruimte krijgen om het Vliet in te draaien. Den heer Turksma zegt spr., dat de door dezen ge noemde uurloonen vermoedelijk de, door de gemeente opgegeven, thans geldende, bij collectieve arbeidsover eenkomst vastgestelde, loonen zijn. Voorts stelt een door de Regeering ingestelde commissie voor elk werk, dat met hulp van het Werkfonds wordt uitgevoerd, de voorwaarden vast in overleg met de betrokken organi saties. De heer Turksma wil nu de loonen weer met elkaar in overeenstemming brengen en wijst daarbij op het straks aan de orde komende voorstel. Spr. weet niet, hoe de heer Turksma dit bedoelt en of de hoogste of de laagste loonen tot maatstaf moeten worden genomen. De heer Van der Schoot is dankbaar voor deze ver betering, welke tevens werkverruiming beteekent. Spr. vraagt inlichtingen omtrent de afbraak van de brugwachterswoning. Is het voorts de bedoeling dit werk uit te voeren voordat de Noorder- en Hoeksterpoortsbrug gereed zijn? Het verkeer zou dan in het gedrang kunnen komen en daarom beginne men niet eerder met dit werk dan als de andere bruggen klaar zijn. Kan de Hoeksterpoortsbrug ook voor het voetgan gersverkeer worden geopend voordat de geheele tra verse gereed is De heer Rom Colthoff zal niet op technische kwesties ingaan, welke trouwens nog niet zijn vastgesteld. Hij heeft noch in de stukken, noch in de globale be grooting kunnen vinden hoe de bruggen geopend zullen worden. Spr. vernam, dat dit electrisch zal geschieden, maar hij heeft geen post voor electromotoren kunnen vinden. Spr. vraagt inlichtingen. De heer De Boer (weth.) zegt, dat nog geen definitief besluit is genomen over de wijze van uitvoering, maar waarschijnlijk zal het werk in zijn geheel worden aan besteed. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat overleg zal worden gepleegd met de omliggende bedrijven, en dat de doorvaart naar het Vliet zooveel mogelijk open zal blijven voor kleine schepen. Deze kwestie heeft echter twee zijden. Aan den eenen kant staat minder stagnatie voor de scheepvaart maar gedurende langeren tijd. terwijl als alles wordt gesloten het ongerief voor de scheepvaart grooter is, maar korter duurt. In elk geval zal men trachten het ongerief zoo gering mogelijk te doen zijn. Den heer Turksma antwoordt spr., dat, als de finan ciering van een werk over het Werkfonds loopt, dit fonds omtrent de loonen overleg pleegt met de betrok ken vakorganisaties. Het particuliere bedrijf is daarbij als maatstaf genomen en in de onderlinge verhoudingen kan geen verandering worden gebracht, omdat die loonen als voorwaarde aan de gemeente zijn opgelegd. Hoe de financiering zal zijn, staat duidelijk in den Raadsbrief en B. en W. zullen zich daaraan houden. Den heer Buiël herinnert spr. er aan, dat het Rijk bijdraagt in de kosten van de nieuwe Hoeksterpoorts brug en dat de verbetering van de Noorderbrug een gesubsidieerd werk is, waarvan het ontbrekende door het Werkfonds beschikbaar wordt gesteld. Daarvoor gelden ook de met het Werkfonds overeengekomen voorwaarden. Wat den afstand tusschen Tuinster- en Boomsbrug betreft, schepen van 32 M. lengte kunnen daar nog goed varen. De toestand zal veel verbeteren, doordat men voortaan niet meer door de Vlietsterbrug behoeft als men vanuit de gracht het Vliet wil invaren. De Booms- en Vlietsterbrug worden ophaalbruggen, welke elec trisch zullen worden bewogen, opdat de brugwachter van de Oosterbrug ze kan bedienen. De heer Rom Colthoff; Komt er dan geen brugwach tershuisje De heer De Boer (weth): Op de voorloopige globale begrooting staat wel een brugwachtershuisje, doch dat vervalt, omdat het overbodig is. Voor de Boomsbrug was een grootere doorvaart- wijdte dan 6 M. technisch niet goed mogelijk. Deze brug wordt echter belangrijk breeder en het Vliet is op die plaats niet veel breeder dan 6 M. Bovendien komen geen groote schepen meer door het Vliet sedert de brug bij de Bleeklaan een vaste brug is geworden. Met de uitvoering zal pas worden begonnen als de plannen geheel zijn uitgewerkt, wat nog wel eenigen tijd zal duren. De Hoeksterpoortsbrug zal dan wel klaar zijn, maar de verbindingsweg naar de Noorderbrug waarschijnlijk niet, omdat de asfalteering niet voor Mei kan plaats vinden. Zoodra mogelijk, wordt de Hoek sterpoortsbrug voor het voetgangersverkeer opengesteld. De heer Hellema (weth.) zegt, dat volgens art, 3 van de overeenkomst de gemeente gedurende 50 jaren een annuïteit groot 4.656 van het voorschot moet be talen, met dien verstande, dat de Ministers van Binn. Zaken en van Financiën ieder jaar zullen vaststellen, hoeveel de gemeente daarvan met het oog op haar financiëelen toestand zal hebben te betalen. Uit hetgeen de Min. van Financiën hieromtrent nader heeft mede gedeeld, blijkt, dat de bedoeling der Regeering is Leeu warden van de betaling van rente en aflossing vrij te stellen, zoolang de gemeente een extra-bijdrage uit het Werkl.subs.fonds ontvangt, of de verplichting tot be te ei 9 sl k CORRIGENDUM. h P In het verslag van de handelingen van den gemeente raad van Leeuwarden van Woensdag 26 Januari 1938 moet op bladzijde 9 na de behandeling van punt 5 worden ingevoegd ,,Punt 6 (bijl. no. 1). Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W." geen nut, omdat een dergelijk geval zich nog niet heeft voorgedaan. De Voorzitter beaamt dit laatste. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1938 | | pagina 2