18 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 16 Februari 1938. tot wethouder werd verkozen en hij heeft steeds dien overeenkomstig gestemd. Ook vanavond zal hij zulks doen. Gaarne had hij gezien, dat de club van zes even zoo stemde. Haar wensch om in het College te worden vertegenwoordigd, zou dan duidelijker dan door de afgelegde verklaring tot uiting komen. De heeren Van der Meulen en Van der Geest vor men het stembureau. Benoemd wordt mevr. Buisman Blok Wijbrandi met 16 stemmen, de heer Feitsma 1 stem en 11 biljetten blanco. Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi dankt voor het in haar gestelde vertrouwen. Zij zal aan het einde dei- vergadering mededeelen, of zij de functie aanvaardt. Punt 2. Wordt medegedeeld dankbetuiging van Hunne Kon. Hoogheden Prinses Juliana en Prins Bernhard voor de gelukwenschen, mede namens Raad en burgerij aangeboden bij de ge boorte van Hunne dochter Prinses Beatrix dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de Raadsbe sluiten van 26 Januari 1938 tot aankoop van terrein aan en nabij de Swammerdamstraat, tot verkoop en aankoop van terrein ten Z.O. van den Groningerstraatweg en, voorzoover noodig, van dat dd. 26 Januari 1938 in zake de vernieuwing en verbetering van de Tuinster-, de Vlietster- en de Boomsbrug schrijven van de heeren G. Dijkstra R.Hzn. en Mr. R. Veldman, houdende mededeeling, dat zij de herbe noeming tot lid van het Bestuur der Gem. Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon aannemen. Voor kennisgeving aangenomen, verslag van de Commissie tot wering van schoolver zuim over het jaar 1937. Wordt voorgesteld voor kennisgeving aan te nemen. De heer IJtsma zegt, dat de schoolverzuimen toenemen als gevolg van den slechten maatschappelijken toestand en dringt er op aan, dat spoedig worde getracht in de behoeften van die gezinnen, waar de kinderen uit ar moede of onreinheid niet naar school kunnen gaan, nog meer dan tot nu toe te voorzien. Daartoe zal een sterk contact noodig zijn tusschen de verschillende organi saties, om in zulke gevallen armoede te voorkomen. In hoeverre de onreinheid ook te bestrijden is, kan spr. niet beoordeelen. Het verslag wordt voor kennisgeving aangenomen. verslag van den toestand van het Middelbaar Onder wijs over 1937; schrijven van den Prov. Frieschen Bond van Markt kooplieden en Venters om adhaesie te betuigen aan zijn tot Gedeputeerde Staten gericht verzoek in zake ver betering van het Wilhelminaplein. Voor kennisgeving aangenomen, schrijven van J. Porte, gewezen werkman in lossen dienst bij de Gemeentereiniging, houdende verzoek hem een jaarlijksche toelage toe te kennen. Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om praeadvies. Voorts doet de Secretaris lecture van een ingekomen adres van W. Franconi, waarbij deze een bod doet van 1450.— voor het perceel Nieuwekade no. 84. Te behandelen bij punt 8 der agenda, dat de sectievergaderingen voor het onderzoek van de ontwerp-begrootingen voor 1938 op de volgende data zijn vastgesteld le sectie, Maandag, 21 Februari 2e Dinsdag, 22 3e Woensdag, 23 telkens des avonds 8 uurdat het sectierapport bij B. en W. moet inkomen uiterlijk 28 Februari, dat de Mem. v. Antw. van B. en W. vermoedelijk zal verschijnen 12 Maart en dat de openbare behandeling waarschijnlijk aan de orde zal worden gesteld in een tegen Maandag, 21 Maart a.s., uit te schrijven Raadsvergadering. De heer Feitsma doet, daar het onmogelijk is in den beschikbaren tijd voldoende kennis te nemen van de begrootingsstukken, het voorstel om de sectievergade ringen een week uit te stellen. De Voorzitter merkt op, dat de begrooting reeds 10 Februari rondgezonden is. Als de sectievergaderingen een week worden uitgesteld, wordt ook de begrootings- behandeling een week later. B. en W. hebben getracht de begrooting zoo spoedig mogelijk klaar te krijgen en meenen, dat de tijd van 10 tot 21 Februari voldoende is om kennis van de begrooting te nemen. De heer Turksma zag ook graag de sectievergade ringen een week uitgesteld. Het voorstel-Feitsma wordt met 20 tegen 8 stemmen, die van de heeren Westra, Molenaar, Hellema, Van der Meulen, Botke, Posthuma, Bos en De Boer, aangenomen, zoodat de sectievergaderingen op de volgende data zijn vastgesteld le sectie, 28 Februari; 2e 1 Maart 3e 2 Maart. Het sectierapport moet bij B. en W. inkomen uiterlijk 7 Maart, de Mem. v. Antw. zal 19 Maart verschijnen en de openbare behandeling van de begrooting zal 28 Maart a.s. aan de orde worden gesteld. Punt 3 (bijl. no. 19). De heer Muller begrijpt de houding van Ged. St., die de Commissie hebben geadviseerd niet in te gaan op hetgeen de Raadsmeerderheid wenschte, niet. Men be- schouwe toch deze zaak in het teeken, dat Leeuwarden voor 1938 afhankelijk is van Regeeringssteun. De per spectiefbezuiniging t.a.v. het bewaarschoolpersoneel slaat op volgende jaren en het zou kunnen gebeuren, dat over 5 jaren nieuw personeel moet worden aangesteld, maar dat Leeuwarden dan geen extra-bijdrage meer krijgt en dan zou deze beslissing van de Commissie, ingesteld om gesubsidieerde gemeenten te beoordeelen, toch nog haar stempel op de salarissen van dat perso neel drukken. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 4 (bijl. no. 12). De heer Rom Colthoff vraagt, welk belang de ge meente thans bij dezen afkoop naar den penning 20 heeft. De Voorzitter zegt, dat afkoop niet kan worden ge weigerd ingevolge het Burgerlijk Wetboek. De heer Rom ColthoffDaarin wordt het percentage vastgelegd, wat iets anders is, dan dat men afkoop moet aanvaarden. Het gaat om het principe. De Voorzitter zegt, dat afkoop niet kan worden ge weigerd. De administratieve rompslomp van het innen van 2.60 per jaar kost trouwens haast meer dan het bedrag zelf. Art. 798 B.W. luidt: ,,De grondrenten. kunnen altijd worden afgekocht, al ware het tegendeel uitdrukkelijk bedongen.". Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 16 Februari 1938. 19 Punt 5 (bijl. no. 10). Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W Punt 6 (bijl. no. 13). Den heer Rom Colthoff verheugt de tegemoetkomende houding van B. en W. tegenover Kingma. Toch gaan zij iets te ver, of misschien is er niet bij stilgestaan, dat bij overlijden van Kingma de gemeente de kosten van het verplaatsen van het hek moet betalen. Kan dit niet door de erfgenamen geschieden De heer De Boer (weth.) zegt, dat de sloot thans kan worden gedempt. Uit piëteit tegenover Kingma, die oud en ziek is, wordt de straat nog niet doorgetrokken, waardoor deze een strook van 2 m, waaromheen een hek, voor zijn huis houdt. De heer Rom Colthoff acht het onjuist, dat de kosten van verplaatsing van dat hek later voor de gemeente komen. De Voorzitter zegt. dat zulks in den koop is besloten. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 7 (bijl. no. 18). De heer Buiël is tegen dit voorstel. Doordat deze strook grond achter 3 perceelen langs loopt, wordt de ter plaatse toch al eigenaardige toestand nog ingewik kelder. Volgens het uitbreidingsplan is deze grond be stemd voor industrieterrein, waarvoor het zeer geschikt is, omdat het deel is van een terrein, zoowel aan het vaarwater als aan den weg. Door dezen verkoop kan het echter gebeuren, dat als hier een industrie wordt gevestigd, de betrokkenen den grond weer van parti culieren moeten opkoopen, wat spr. ongewenscht lijkt. Het ware daarom beter Andringa het oorspronkelijk door hem gevraagde strookje in huur af te staan tegen een matigen prijs. Spr. begrijpt trouwens niet, dat dit terrein alleen wordt verkocht om een rechte begrenzing van het gemeentelijke eigendom te krijgen. Deze grond is thans in huur bij Schuurmans, wien het zal moeten worden ontnomen. Hoe wil men in dezen handelen Spr. vond hieromtrent niets in de stukken. Ten slotte heeft hij noch uit de bebouwingsvoor schriften, noch uit een onderhoud met den wethouder, kunnen opmaken, op welke gronden deze uitbreiding van het bedrijf van Andringa toelaatbaar is. De heer De Boer (weth.) zegt, dat de heer Andringa, wiens perceel grenst aan het Vliet, zijn bedrijf moest uitbreiden. De eenige uitbreidingsgelegenheid ligt aan den Zuidkant op een terrein van de gemeente, dat op het uitbreidingsplan is aangeduid als industrieterrein, maar krachtens de Woningwet mag aan de bewoners voor eenige uitbreiding van eigen bedrijven gelegenheid worden gegeven, zoodat het niet in strijd is met de Woningwet, dat B. en W. aan Andringa voor uitbrei ding van zijn bedrijf een gedeelte van dit terrein afstaan. Daar de scheidingslijn daardoor echter zeer onregel matig werd, meenden B. en W., dat deze beter recht kon worden en zij hebben grooter terrein aan Andringa afgestaan, dan deze vroeg, want de andere bewoners waren niet genegen den grond er bij te nemen. Ook Gem.werken vindt deze oplossing de beste en Andringa is er zeer mee gebaat. Een oppervlakte van 160 m2 moet nu aan den huurder worden ontnomen, maar die heeft daartegen geen bezwaar. Den heer Buiël heeft des wethouders antwoord niet veel wijzer gemaakt. Door dezen verkoop wordt aan den eenen kant een rechte scheidingslijn verkregen, doch aan den anderen kant zal een kadastraal zoo on mogelijke toestand ontstaan, als nergens. Immers, het driehoekige terrein komt achter vier andere perceelen te liggen. Spr. kan niet begrijpen, wat de heer Andringa daaraan heeft. Als de Raadsleden de zaak ter plaatse goed hebben bekeken, stemmen zij, evenals spr., tegen dit voorstel. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De heer Buiël wil geacht worden te hebben tegengestemd. Punt 8 (bijl. no. 11). Hierbij is tevens aan de orde het adres van W. Franconi. De Voorzitter zegt, dat B. en W. naar aanleiding van dit adres voorstellen het perceel bij openbare inschrij ving te verkoopen. Hun voorstel (bijl. no. 11) wordt dus ingetrokken. Het perceel is 2 November a.s. te aan vaarden, omdat het tot dien datum aan den Transport arbeidersbond is verhuurd. De heer Rom Colthoff zegt, dat de brief van den Centralen Bond van Transportarbeiders eindigt met de vraag, of het perceel geheel bebouwd mag worden. De Voorzitter antwoordt, dat dit een brief aan B. en W. is en de beslissing hierover is ook aan hen. Als het pand echter bij inschrijving wordt verkocht, doet dit niets meer ter zake. De heer Hooiring vraagt, of het wel reëel is om, nu de verkoopsonderhandelingen loopende waren al zouden Ged. St. dezen verkoop natuurlijk moeten goed keuren een tweeden gegadigde nog gelegenheid te geven een hooger bod te doen. Daardoor ontstaat een onaangename situatie. Het pand bij openbare inschrij ving te verkoopen, juicht spr. niet toehij zag liever, dat B. en W., in verband met het bod van Franconi, trachten met den Transportarbeidersbond tot overeen stemming te komen. De heer Van der Geest vindt het ook eigenaardig, dat, als de gegadigde toezegging heeft gekregen voor den afgesproken prijs het pand te kunnen koopen, zich dan plotseling iemand aandient, die meer biedt en hij noemt het geen handelwijze, dat B. en W. door een dergelijk schrijven voorstellen, nu maar tot openbaren verkoop over te gaan. Dit zal tengevolge hebben, dat de oude en nieuwe gegadigde, en misschien ook anderen, tegen elkaar opbieden. Deskundigen hebben de waarde getaxeerd op 1050.en dit moet nu niet opzettelijk bij openbaren verkoop worden opgejaagd. Daarom neme de Raad het oorspronkelijke voorstel van B. en W. aan. De heer Molenaar zal, hoewel hem de gang van zaken niet bevredigt, voor het nadere voorstel van B. en W. stemmen. Vreemd is, dat het schrijven van Franconi op het laatste oogenblik binnenkomt, terwijl het voor stel van B. en W. reeds een week geleden gepubliceerd is. Spr. heeft gehoord, dat er strubbelingen met den Bond van Transportarbeiders zijn ontstaan, wat men aangrijpt om door een hooger bod dezen verkoop onge daan te maken. Toen genoemde bond, die dit gebouw reeds jaren huurt en regelmatig betaalt, het pand wilde koopen, om een nieuw gebouw te stichten, hebben B. en W. het door een particulieren deskundige laten taxeeren. die de waarde stelde op 1050.Dat was heel normaal. Thans is er echter een hooger bod en stellen B. en W. publieken verkoop voor. Beter ware echter geweest, dat direct tot publieken verkoop was overgegaan en spr. geeft B. en W. in overweging den Raad voortaan een gang van zaken, al thans geschiedt, te besparen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1938 | | pagina 2