SpaedEischenile vergadering van Maandag 14 Maart 1938. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 14 Maart 1938. 31 Tegenwoordig 25 leden. Afwezig de heeren Molenaar, IJtsma, Posthuma en Hellema. Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma, Burgemeester. Te behandelen Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot con versie van de restanten van een drietal obligatieleenin- gen in twee 10-jarige onderhandsche geldleeningen, ieder groot 640.000.—, rentende 2 x/2 s jaars, en een 27-jarige obligatieleening, groot 2.200.000. rentende 3 's jaars (bijl. no. 34). De Voorzitter stelt, namens B. en W., een wijziging voor in het aflossingsplan dezer leening. In de jaren 1950 t/m 1953 zal in plaats van 135.000.139.000. worden afgelost en in 1954 119.000.in plaats van 135.000. om de aflossing zooveel mogelijk in over eenstemming te brengen met de bestaande leening. Deze loopt drie jaar eerder af, waarmede de geldgever accoord gaat. De heer Buiël heeft, toen de conversie van de vorige leeningen aan de orde was, betoogd, dat het mogelijk was deze leeningen op voordeeliger voorwaarden en tegen een lagere rente in een nieuwe leening onder te brengen. Daarop hebben de heeren Hellema en Botke geantwoord, dat zulks op bezwaren stuitte, want er was een gemeenteleening mislukt en het was moeilijk nieuw geld te krijgen. Spr. is gebleken, dat het toen geen be zwaar was geweest nieuw geld te krijgen. Immers, het onderhavige aanbod was reeds ingekomen op 9 Maart jl., 's morgens 9.45 uur, en niettegenstaande dit aanbod B. en W. dus bekend was, kreeg spr. in de vergadering dien avond ten antwoord, dat het niet mogelijk was goedkooper geld te krijgen. Dat bevreemdt spr. In ieder geval is hiermede gebleken, dat, nu deze leeningen onder zeer gunstige voorwaarden tot stand komen, zulks ook mogelijk was geweest voor de vorige. Spr. begrijpt niet, waarom B. en W. die leeningen a 4 niet voor conversie in de thans voorgestelde in aanmer king hebben gebracht in plaats van de leening van 1896 a 3 De bedragen loopen niet zooveel uiteen en de geldschieters hadden misschien geen bezwaar gehad die leeningen op te nemen. Wat denken B. en W. te doen met het bedrag ad 30.000. dat meer wordt geleend dan strikt noodig is? Den heer Botke (weth.) verheugt het, dat de heer Buiël de leeningsvoorwaarden gunstig vindt. Deze brengt dit aanbod in verband met zijn in de vorige ver gadering ingenomen standpunt, dat de toen aangegane leeningen een lagere rente hadden kunnen hebben. De heer Hellema en spr. hebben daarop gezegd, dat het opnieuw aangaan van die leeningen heel iets anders was dan het converteeren van een obligatieleening en dat nieuwe obligatieleeningen, met laag rentetype, moeilijk slagen. Doch dat betreft nieuw geld en het betreft hier een bestaande obligatieleening, welke wordt geconverteerd en waarbij de nieuwe obligaties voor een groot deel worden genomen door bezitters van de afge loste obligaties, en die dus meer kans van slagen heeft dan een geheel nieuwe obligatieleening. Spr. blijft mee- nen, dat de 9 Maart jl. aangegane leeningen voor de gemeente zeer gunstig zijn. Bij conversie kan lagere rente worden bedongen, maar bij nieuw geld is dit anders. De voorwaarden van het onderhavige aanbod zijn gunstiger dan die van het Beleggingsfront, maar al is diens kracht misschien iets gezakt, de gemeente moet zich toch gelukkig prijzen, dat de vorige vergadering die leeningen zijn gesloten. Uit de resteerende 30.000.zullen de kosten van deze conversie worden betaald, welke over de geheele leening worden omgeslagen. Dan blijft nog een bedrag over, waarvoor nog een klein object wordt gezocht. De heer Buiël ontkent, dat nieuw geld moeilijk op gunstige voorwaarden te krijgen is. De heer Botke (weth.) wijst er op, dat het thans twee 10-jarige onderhandsche leeningen en één 27-jarige obligatieleening betreft, terwijl de vorige leening 36 jaar loopt. Dat is een groot verschil en daaruit blijkt, dat het besluit van den vorigen keer wél juist is geweest. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1938 | | pagina 1