78 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 Maart 1938.
Voortzetting der vergadering op Woensdag 30 Maart 1938.
baar bewaarschoolonderwijs zooveel moest worden in
gekrompen, de kans heeft gekregen om een schooltje op
te richten. Afgescheiden van het feit, of principiëel in
1926 omtrent subsidieering is beslist of niet, zijn spr.
c.s. niet bereid op het oogenblik deze subsidie te ver-
leenen.
De heer Van der Schoot betoogt, dat men van hem
niet zal hoorenik ben tegen openbaar onderwijs.
Iemand, die openbaar onderwijs voor zich eischt, laat
spr. zijn recht daarop, doch dan hebben anderen ook
recht op het onderwijs, dat zij goed achten.
Den heer Rom Colthoff antwoordt spr., dat het er
hier niet om gaat om de kerk in het geding te brengen,
doch de een ziet de zaak zus en de ander zoo. (De heer
Rom Colthoff 5 Als het maar geen geld kost.
U moest er een eer in stellen iets voor de kinderen te
doen. Er werd gevraagd een hoogst billijk en voor de
hand liggend iets, n.l. een deel van het thans in totaal
voor het bewaarschoolonderwijs uitgetrokken bedrag.
Nu dit van de hand wordt gewezen, hebben wij, aldus
spr., voor onze kinderen hetzelfde recht als ieder ander
gesubsidieerd bewaarschoolonderwijs, al is het ook voor
spr. een zwaar punt mede te werken tot uitbreiding van
subsidies.
De heer Hellema vereenigt zich met wat in den Aan
biedingsbrief staat, n.l., dat B. en W. in beginsel niet
tegen subsidieering van het bijzonder bewaarschool
onderwijs zijn, maar dat op het voorstel-Feitsma-Algera
niet kan worden ingegaan.
De heeren Feitsma en Algera hadden oorspronkelijk
gevraagd om verdeeling van het beschikbare bedrag
voor bewaarschoolonderwijs, zoodat wat het Chr. be
waarschoolonderwijs zou krijgen, afging van het voor
andere bewaarscholen bestemde. Nu reeds zooveel op
dit onderwijs is bezuinigd, was het te veel gevraagd
ook nog een deel af te staan voor het Chr. bewaarschool
onderwijs. Thans wordt echter voorgesteld een subsidie
boven het totale bedrag te verleenen. Ook volgens spr.
is principiëel reeds ten gunste van dit subsidie beslist
en persoonlijk ziet hij er geen groot gevaar in dit sub
sidie op de begrooting te brengen, omdat, door enkele
reeds aangebrachte wijzigingen, het totale tekort niet
zal worden vergroot. Het blijft echter de vraag, of hoo-
gere instanties deze verhooging zullen goedkeuren.
De heer De Vries stemt tegen het voorstel-Feitsma-
Algera, niet alleen op financiëele, maar ook op principi-
eele gronden.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi (weth.) zegt. dat
het antwoord in den Aanbiedingsbrief alleen slaat op
het oorspronkelijke voorstel-Feitsma-Algera tot verdee
ling van het totale subsidie voor het bewaarschoolonder
wijs. Thans is dit voorstel zoodanig gewijzigd, dat een
nieuw subsidie wordt gevraagd.
Het subsidie, dat voor den cursus tot opleiding van
leerkrachten bij het N. O. zou moeten worden gegeven
is wel iets anders dan dit subsidie. De Raad had in dit
geval alleen te beoordeelen of deze cursus noodzakelijk
was, waaruit voortvloeide, dat eventueel t.z.t. subsidie
zou moeten worden gegeven. B. en W. hebben thans de
begrooting met de wijziging van 1365.— voor boven-
genoemden cursus aangeboden, en, hoewel misschien
nog over toekenning van een nieuw subsidie zou kunnen
worden gedacht als B. en W. niet geheel achter de be
grooting, zooals die thans is aangeboden, behoefden te
staan, op het oogenblik kunnen alleen wijzigingen
worden aangebracht, welke zeer noodzakelijk zijn. In
1933 is een voorstel tot subsidieering van het Chr. be
waarschoolonderwijs met algemeene stemmen afgewezen
en er is thans geen reden de noodzakelijkheid van dit
onderwijs hooger aan te slaan dan toen, noch is de finan
ciëele toestand verbeterd. De heer Algera had gedacht,
dat zijn argumenten B. en W. tot andere gedachten
zouden nopen, maar, al zijn die argumenten wel goed,
in het standpunt van B. en W. hebben zij geen verande
ring kunnen brengen. Waar is, dat vele kinderen niet
geplaatst kunnen worden en spr. heeft ook liever dat
90 kinderen Chr. bewaarschoolonderwijs krijgen, dan
dat zij op straat loopen, maar ook dat kan spr. niet van
meening doen veranderen. Men vergete niet, dat deze
kinderen het vorige jaar uit de openbare bewaarschool
zijn gestuurd omdat wegens bezuiniging het aantal
klassen met 1 moest worden verminderd. Ieder is zeer
overtuigd, dat veel meer kinderen van dit onderwijs
moesten genieten en het zijn alleen de financiën, welke
B. en W. weerhouden om niet met voorstellen tot uit
breiding van het openbaar bewaarschoolonderwijs te
komen. En, waar nu het openbaar bewaarschoolonder
wijs niet kan worden uitgebreid, is het te veel gevergd
subsidie te geven aan het Chr. bewaarschoolonderwijs,
waarop vroeger geen prijs werd gesteld. Gelukkig is er
echter tegenwoordig maar één meer in den Raad, die
het bewaarschoolonderwijs als zoodanig uit den booze
acht en alleen mevr. Van Dijk, die de bewaarschool
indertijd de school voor luie moeders noemde, is op dit
verouderde standpunt blijven staan. Hoe langer hoe
meer vindt de gedachte ingang, dat de leeftijd van 3 tot
6 jaar zeer belangrijk is en hoe goed het is als het onder
wijs op dien leeftijd goed wordt gegeven. Spr. hoopt,
dat mevr. Van Dijk nog eens naar een bewaarschool
zal gaan, (Mevr. Van DijkSmit Ik nu nog?) niet
om kraaltjes te rijgen, maar om te zien welk nuttig werk
daar wordt verricht.
De heer Westra (weth.) heeft in het College mede
gewerkt tot het uittrekken van dezen post op memorie
om financiëele redenen, en is een oogenblik zoo naïef
geweest te denken, dat de Rechts-Prot. fractie daarmede
genoegen zou nemen. Deze komt er echter van terug nu
het eigenlijk geen tijd is om nieuwe subsidies te vragen.
Spr. wordt hierdoor voor een conflict van principes ge
steld. Voor hem zal in dezen het principe van het bij
zonder bewaarschoolonderwijs sterker wegen dan de
financiëele toestand. Al doet het wel wat hard aan, als
men ziet, dat het R. K. bewaarschoolonderwijs door vele
offers van menschen van buiten Leeuwarden in stand
moet worden gehouden, toch zal spr. het voorstel Feit-
sma-Algera steunen, echter onder verwachting, dat het
de bedoeling is, dat de extra-bijdrage met het noodige
bedrag zal worden verhoogd. Spr. behoeft dit niet te
doen uit een oogpunt van reciprociteit, want toen de
subsidieering van de R. K. bewaarschool tot stand kwam,
heeft de Rechts-Prot. fractie niet in haar geheel daartoe
medegewerkt.
Te 9.45 uur nam. wordt de vergadering geschorst.
Te 10.05 uur nam. wordt de vergadering voortgezet.
De heer Praamsma dankt den heer Hellema, die z.i.
het eenig juiste standpunt heeft ingenomen, dat aan dit
verzoek kan worden voldaan en aan hoogere instanties
goedkeuring van dit subsidie kan worden overgelaten.
Mevr. Buisman meent, dat mevr. Van Dijk in dezen
een verouderd standpunt inneemt. Spr. meent, dat er
tusschen beider standpunt slechts een gradueel verschil
bestaat. Mevr. Van Dijk wenscht in het geheel geen
bewaarschoolonderwijs, mevr. Buisman geen Chr. be
waarschoolonderwijs, wat ook een verouderd stand
punt is.
Mevr. Buisman vond voorts, dat er groot verschil
bestaat tusschen dit en het subsidie voor den cursus
voor opleiding van leerkrachten bij het N. O., welken
cursus de Raad noodig had geoordeeld. Deze was echter
totaal overbodig, omdat ieder jaar slechts 4 leerkrachten
bij het N. O. in de 3 Noordelijke provincies geplaatst
kunnen worden, zoodat er dus door dezen cursus weer
veel teleurgestelde jongelui zouden komen. Men weet
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 Maart 1938. 79
Voortzetting der vergadering op Woensdag 30 Maart 1938.
echter, dat een groot aantal kinderen gebruik maakt van
de Chr. bewaarschool en daarom heeft men dit subsidie
te bevorderen.
De heer Muller vindt, dat reeds zooveel offers van
het openbaar onderwijs zijn gevraagd, dat men niet kan
vergen, dat hij c.s. voor het Chr. bewaarschoolonderwijs
gelden voteeren. Er wordt echter niets van den heer
Muller c.s. gevraagd dan een algemeen recht, dat ook
het openbaar bewaarschoolonderwijs heeft, te laten
gelden, een recht, dat men bovendien erkent en waaraan
dus zal moeten worden voldaan. Hier wordt alleen een
bescheiden bedrag van 300.— gevraagd.
Met den heer Algera acht spr. het positief foutief, dat
men zegt, dat een nieuw subsidie wordt gevraagd. In
dertijd is bij de principiëele beslissing omtrent het bij
zonder bewaarschoolonderwijs 5000.op de begroo
ting aangebracht. Later was er 3600.noodig, ook
wel eens ƒ3000.en als het gevraagde subsidie wordt
toegestaan, is thans 1800.als totaal subsidie van het
bijzonder bewaarschoolonderwijs noodig. Het gaat hier
dus alleen om een kleine verhooging van een bestaand
subsidie, dat aan wijziging onderhevig is. Wel is de
financiëele toestand van Leeuwarden slecht, doch het
College heeft ook den moed gehad andere verhoogingen
op deze begrooting te brengen, b.v. 300.voor het
inmetselen van oude grafzerken in de Oldehove. Zou
dit geld niet veel nuttiger zijn besteed als door het sub
sidie meerdere kinderen gebruik zullen kunnen maken
van het Chr. bewaarschoolonderwijs Het College gaat
er prat op een democratisch College te zijn, dat voor de
belangen van de stad waakt. Hier wordt voor het minder
gesitueerde deel van de burgerij, voor wie het alle ge
voel moest hebben, gevraagd een bescheiden subsidie,
opdat ook die kinderen gebruik kunnen maken van het
Chr. bewaarschoolonderwijs; voor de beter gesitueerden
is gelegenheid genoeg. En men late dan gerust aan hoo
gere instanties over, of dit toegestaan wordt of niet.
Uit een brief van de Comm. van Overleg blijkt, dat een
subsidie van 300.per leerkracht is toegestaan, mits
45 leerlingen in een klasse zijn en, in noodlijdende ge
meenten, geen kinderen beneden 4 jaar geplaatst wor
den. Waar principiëel omtrent subsidieering is beslist
en B. en W. het recht hebben erkend, hoe is het dan
mogelijk, dat zij niet financiëel recht doen Acht men
zulks niet in strijd met een goeden gang van zaken
Afwijzing van het subsidie kan spr. niet anders zien dan
dat men het niet wil. Alle factoren tot inwilliging zijn
aanwezig de school voorziet in een dringende behoefte
en wordt voor deel uit eigen middelen bestreden.
Slechts voor een klein deel heeft de gemeente bij te
dragen en dan kunnen dr 100 kinderen het onderwijs
volgen.
Mevr. Buisman vreesde hierdoor perspectiefuitgaven.
Als het Chr. bewaarschoolonderwijs zou uitgroeien, dan
zou het volgende jaar misschien 600.noodig zijn.
Spr. hoopt, dat dit het geval zal zijn en hij zou het veel
eer perspectiefbezuinigingen willen noemen, als door de
bescheiden bijdrage van de gemeentekas veel kinderen
zeer voordeelig bewaarschoolonderwijs kunnen volgen.
De heer IJtsma sprak er gister van, dat de Raad zijn
vertrouwensmannen in het College had. Het maakt echter
eenig verschil, dat spr. c.s. op die samenstelling geen
invloed hebben kunnen uitoefenen, doch zij stellen in dit
College vertrouwen en dat is reden, dat deze zaak aan
de orde is gesteld. En als men dan trots er geen argu
mentatie tegen het subsidie mogelijk is en het recht
wordt erkend, het financiëele recht niet wenscht, dan
kan spr. daarin niets anders zien, dan dat men het niet
wil. Spr. gelooft, dat men hier de reputatie hoog wil
houden om zoo onbillijk mogelijk tegenover het Chr.
onderwijs te staan, terwijl veel Christelijke ouders mee
betalen aan het openbaar onderwijs
Leeuwarden zal dan de eenige stad in ons land zijn,
die geen subsidie verleent voor het Chr. bewaarschool
onderwijs.
De heer Buiël acht het onjuist, dat verband wordt
gelegd tusschen deze aanvrage en de bezuiniging op het
openbaar bewaarschoolonderwijs of andere bezuini
gingen. Op dat onderwijs moest worden bezuinigd
omdat hoogere instanties meenden, dat het te duur was
opgezet en speciaal de salarissen te hoog waren. Deze
instanties zijn dus niet tegen het onderwijs zélf, maar
tegen de hooge kosten. Men moet de zaak echter zoo
zien, dat, als de inrichting van een nieuwe Chr. bewaar
school 1200.kost en de gemeente 300.— sub
sidie betaalt, zij daardoor a.h.w. 1200.— terugkrijgt.
Zoo bezien is er niets tegen deze subsidie en hoogere
instanties zullen er ook geen bezwaar tegen hebben.
B. en W. meenen, dat nu principiëel ten gunste van het
Chr. bewaarschoolonderwijs is beslist, daaruit hun goede
wil moet blijken, en dat slechts de financiëele omstan
digheden hen van subsidieering weerhouden. Spr. be
twijfelt of dit standpunt juist is en men vergete niet, dat
dan 90 kinderen méér de bewaarschool zouden kunnen
bezoeken, terwijl aan het openbaar bewaarschoolonder
wijs geen afbreuk zou worden gedaan. De Raad neme
dit voorstel aan in het belang van Leeuwarden.
Mevrouw Van Dijk—Smit zegt, dat het niet aan wil
en ijver van mevr. Buisman zal liggen, als het met het
bewaarschoolonderwijs in Leeuwarden niet goed komt.
Spr. kan zich niet herinneren, de bewaarschool een
school voor luie moeders te hebben genoemd, maar wel
heeft zij altijd gezegd, dat zij bewaarscholen beschouwde
als een noodzakelijk kwaad. Voor groote gezinnen zon
der hulp kan een bewaarschool een uitkomst ziin, maar
in het algemeen moet men kinderen op dien leeftijd met
rust laten.
Spr. vindt het bewaarschoolonderwijs meer op den
weg van het particuliere initiatief liggen, en staakte de
overheid in dezen haar bemoeiingen, dan zou dit onder
wijs door particulieren in stand worden gehouden.
De heer Muller begrijpt niet, dat Rechts den moed
heeft dit subsidie te verdedigen, terwijl in 1933 unaniem
werd besloten geen subsidie aan het Chr. bewaarschool
onderwijs te verleenen en sedertdien op het be
waarschoolonderwijs drastisch is bezuinigd. De heer
Praamsma vraagthoe kan men nu weigeren op zoo n
voordeelige wijze te bevorderen, dat arme kinderen naar
de bewaarschool kunnen Spr. begrijpt niet hoe hij zulks
kan zeggen. Er zouden standenscholen genoeg zijn en
de school waarvoor subsidie wordt gevraagd zou voor
arme kinderen zijn. (De heer Praamsma: Voor hen,
die 50.— a 60.schoolgeld te hoog vinden.)
Voor hen, die nog 75 ct. per week schoolgeld kunnen
betalen, behoeft de gemeente toch geen 300.op de
begrooting te brengen. (De heer Praamsma: Zij die dat
offer brengen.)
Het betreft hier, naar spr. meent, ook een soort stan
denschool op Chr. grondslag en van arme kinderen kan
niet worden gesproken. (De heer Praamsma: Ik heb het
woord „arm" niet gebezigd.)
Nu zoo drastisch moet worden bezuinigd, kan men
geen 300.— aan een Chr. standenschool geven.
De heer Van der Meulen aanvaardt het standpunt
van den heer Praamsma, dat het Chr. bewaarschool
onderwijs recht op subsidie zou hebben, niet. Spr. acht
zich niet gebonden door het principebesluit van 1926,
noch door het standpunt van B. en W. in den Aanbie
dingsbrief.
En welke fractie vraagt om recht Een fractie, die
steeds zooveel mogelijk afbreuk heeft gedaan aan het
openbaar bewaarschoolonderwijs en zelfs heeft voor
gesteld dit onderwijs op te heffen Deze fractie, die een
andermans recht ontkende, wenscht nu steun voor een
eigen school.
Voorts is gezegd laten hoogere instanties beslissen,
maar dan bestaat de mogelijkheid, dat deze het thans