82 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 Maart 1938.
Voortzetting der vergadering op Woensdag 30 Maart 1938.
goeden wil tot stand te brengen. Spr. vraagt B. en W.
volledige aandacht aan deze zaak te schenken. Het mag
niet weer voorkomen, dat kinderen de school moeten
verzuimen, omdat zij geen kleeren hebben.
Mevrouw BuismanBlok Wijbrandi (weth.) zegt,
dat de heer Botke gister reeds de schoolvoeding heeft
besproken. Spr. kan verzekeren, dat B. en W. door
verstrekking van kleeren al het mogelijke zullen doen,
om den toestand, zooals die thans is, eenigszins te ver
beteren. Het hangt echter veel af van het beschikbare
geld.
B. en W. durven dit subsidie niet te verhoogen, al
laat het inderdaad niet toe om aan alle aanvragen te
voldoen: het totale bedrag voor schoolvoeding en -klee
ding was misschien daarvoor nauwelijks toereikend. Het
beschikbare bedrag wordt zoo zuinig mogelijk beheerd
en zoo goed mogelijk besteed.
De heer Botke (weth.) zegt, dat hoogere instanties
in 1937 een aanmerking hebben gemaakt over de
kosten van de schoolvoeding. B. en W. hebben de ver
hooging van dien post met 600.met kracht ver
dedigd en later hebben hoogere instanties haar goed
gekeurd.
Op grond van dezen drang hebben B. en W. getracht
de totale kosten van de schoolvoeding te reduceeren
door de onkosten minder te doen worden. De verhoo
ging van 600.was noodig, omdat een veel grooter
aantal kinderen aan de voeding deelnam. Spr. kan ver
zekeren, dat van dezen post niet zooveel meer afgaat
aan onkosten als voorheen. Hij heeft reeds gezegd, dat
nog slechts aan twee scholen voor broodsniiden en
-smeren kosten moeten worden gemaakt. De brood-
snijdsters doen het nu goedkooper, n.l. voor den prijs
waarvoor een bakker het brood zou willen snijden en
smeren. B. en W. hopen op deze wijze met het bedrag
ad 9.980.de schoolvoeding behoorlijk te doen slagen.
Wat betreft de vraag, om de schoolvoeding in de
Paaschvacantie te doen geven, steeds loopt aan het
einde van het seizoen de deelname terug en B. en W.
verwachten, dat dit ook nu het geval zal zijn, zoodat
tegen de vacantie heel weinig kinderen zullen over
blijven.
De bedoeling van B. en W. is ook, waar nood is,
daarin zooveel mogelijk te voorzien, en mocht blijken,
dat nog een groot aantal kinderen bij het aanbreken van
de vacantie middagvoeding geniet, dan gelooft spr. niet,
dat het College zich zal verzetten, indien noodig, in die
noodzakelijkheid te voorzien. Geen broodvoeding wordt
dan gegeven, omdat het onderwijzend personeel daar
voor medewerking moet verleenen. Maar ook deze
vacantie verwachten B. en W. weinig kinderen. Dan
zwerven ze hier en daar en is het gebruik van het
warme middagmaal, ook in de Kerstvacantie, niet zoo
groot. Maar waar nood is te lenigen, zullen B. en W.
medewerken om die te lenigen.
Spr. is het met mevr. Buisman eens, dat er, wat de
schoolkleeding betreft, tekort is. Van Soc. Dem. zijde
heeft men zich verzet tegen verlaging van dezen post,
maar in het belang van de geheele begrooting heeft men
er zich bij neergelegd.
B. en W. hopen, dat er middelen gevonden zullen
worden, dat aan behoeftige schoolkinderen kleeren
kunnen worden verstrekt. De heer Van der Geest zegt,
dat heel wat kinderen de school niet kunnen bezoeken,
omdat zij geen kleeren hadden. Mochten B. en W.
dergelijke gevallen ter oore komen, dan zullen zij zich
onmiddellijk in verbinding stellen met M.H., opdat dien
kinderen via M.H. en Practische Hulp kleeren worden
verstrekt.
De heer Westra (weth.) zegt, dat het tot de taak
van M.H., als burgerlijk armbestuur, behoort, te voor
zien in de behoeften, dus ook in de behoefte aan klee
ding van kinderen die op school gaan, als daarin niet
op andere wijze wordt voorzien, en B. en W. hebben
niet den indruk, dat M.H. zich aan die taak zal ont
trekken.
De heer Van der Geest vraagt, waar de wethouder
zegt, dat tegen de vacantie het aantal deelnemende
kinderen aan de schoolvoeding terugloopt, of, als men
zou bekend maken, dat ook tijdens de vacantie voeding
zou worden verstrekt, de practijk heeft bewezen, dat
er inderdaad weinig kinderen deelnemen. Heeft men
daarmede een proef genomen
De heer Botke (weth.) antwoordt, dat in de Kerst
vacantie schoolvoeding wordt verstrekt, maar er wordt
altijd veel minder gebruik van gemaakt dan in schooltijd.
Volgnos. 460499 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 500. Kosten van de plaatselijke commissie
van toezicht op de bioscopen[10.
De heer Hellema zegt, dat deze kosten uitstekend
worden besteed. Gelukkig leeft men hier onder een
regime, dat ook een bijzondere film kan worden ver
toond. In tegenstelling met den heer Van der Schoot,
is spr. hoogst dankbaar, dat een film als „Grazige
Weiden" hier vertoond kan worden. Men achte zich
gelukkig, dat men hier niet naar een film wordt ge
stuurd en dat het niet verboden is een bepaalde film
te zien. Spr. voelde zich geroepen hier zijn vreugde
daarover te uiten.
De heer Van der Meulen sluit zich bij den heer Hel
lema aan. Het verheugt hem, dat hier een censuur, als
de heer Van der Schoot bepleit, niet bestaat en de inge
zetenen van Leeuwarden een, door de Centrale film
keuring goedgekeurde, film kunnen zien.
De heer Buiël sluit zich bij den vorigen spreker aan
en gelooft namens zijn fractie te kunnen spreken.
De Voorzitter zegt, dat de bevoegdheid van den
burgemeester in dezen niet verder gaat krachtens art.
19 der Bioscoopwet, dan dat hij een film, welke dooi
de Centrale keuringscommissie is goedgekeurd, alleen
kan verbieden, als deze storend zal werken op de open
bare orde. De plaatselijke Commissie van toezicht keurt
dus niets. De burgemeester van Alphen aan de Rijn
meende, terecht of ten onrechte, dat de film „Grazige
Weiden" tot ordeverstoring zou leiden: alleen daarom
kon hij de vertooning verbieden, omdat de Centrale
commissie deze film heeft goedgekeurd.
Den heer Buiël bevreemdt het, dat de plaatselijke
commissie de films niet keurt. Waarvoor dient zij dan?
De Voorzitter: Het is een controlecommissie.
De heer Van der Schoot heeft zijn overtuiging reeds
uitgesproken. Laat ieder in eigen gemoed ten volle ver
zekerd zijn.
Volgno. 500 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 501Kosten van openbare vermakelijkheden
en muziekuitvoeringen in den Prinsentuin, enz. f 943.
De heer Van der Geest verklaart zich tegen dezen
post.
Volgnos. 501 en 502 worden onveranderd vast
gesteld.
Volgno. 503. Kosten verbonden aan een cursus tot
opleiding van bewaarschoolonderwijzeressen 1.083.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 28 Maart 1938. 83
Voortzetting der vergadering op Woensdag 30 Maart 1938.
De heer Rom Colthoff zegt, dat, waar deze cursus
vele leerlingen uit buitengemeenten telt, die gemeenten
feitelijk op kosten worden gejaagd om Leeuwarden aan
een bewaarschoolcursus te helpen. Ook hierbij moet men
de maatstaf aannemen van wat noodzakelijk is, en hoe
wel spr. het met mevr. Buisman eens is, dat er vol
doende onderwijzeressen en kweekelingen met akte
moeten zijn, uit niets is gebleken, dat bij vacatures sol
licitanten zijn opgeroepen. Zoolang daartoe geen moeite
is gedaan, vindt spr. geen vrijheid voor dezen cursus
te stemmen. Spr. stelt voor dezen post te schrappen.
Mevrouw Van Dijk—Smit meende, dat deze cursus
in overleg met Ged. St. zou worden opgeheven. Volgens
mevr. Buisman zouden er veel leerlingen zijn, maar er
is eens een moeder bij spr. geweest, die vertelde, dat
haar was gevraagd of haar dochter ook naar den be
waarschoolcursus wilde, want als er een bepaald aan
tal leerlingen was dan kon de cursus doorgaan. De
behoefte aan dezen cursus is dus blijkbaar niet groot.
De heer Turksma vindt het onjuist, dezen post af
hankelijk te stellen van het eens ingenomen inzicht van
Ged. St. De Raad heeft te zien naar het belang van
Leeuwarden en late zich niet leiden door wat Ged. St.
vroeger hebben opgemerkt. Door wijziging der omstan
digheden kan deze cursus thans noodig zijn.
Mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi (weth.) is het
met den heer Turksma eens. Toen bedoelde afspraak
met Ged. St. werd gemaakt, waren er leerkrachten ge
noeg, maar thans komen er hiaten, door de vele muta
ties in de kweekelingen. De heer Rom Colthoff vergeet,
dat voor kweekelingen met akte en volontairs geen sol
licitanten kunnen worden opgeroepen en het speciaal
om laatstgenoemden gaat, die een middag of morgen
de onderwijzeres helpen om practisch werkzaam te zijn.
Daarom moet de cursus blijven, want een onderwijzeres
kan onmogelijk alleen een klas met 45 kleine kinderen
bezig houden. Sedert uit den Raad het voorstel kwam
om den cursus op te heffen is veel veranderd. Indertijd
werd besloten, dat de eerste klasse alleen zou doorgaan
als er 10 leerlingen waren; daarom werd gevraagd of
men zich wilde opgeven, maar thans is zulks absoluut
niet noodig, wat begrijpelijk is, nu vele meisjes een
specifiek vrouwelijk beroep kiezen en de cursus een
heel goede opleiding is. Deze wordt zeer gewaardeerd
en kost de gemeente weinig, dank zij de vele bijdragen
van buitengemeenten. De heer Rom Colthoff vindt dat
een bezwaar, maar de cursus wordt zoo gewaardeerd,
dat de ouders zelf de kosten er graag voor over hebben
als een gemeente ze niet betaalt. Het zou dus buiten
gewoon jammer zijn als deze cursus moest verdwijnen.
De heer Buiël zegt, dat het niet juist is wat mevr.
Buisman zegt, dat deze post er weer nieuw opgekomen
is; dit was n.a.v. het destijds qenomen besluit door den
Raad.
De Voorzitter zegt, dat het voorstel-Rom Colthoff
om post 503 te schrappen, zoo onmogelijk in stemming
kan worden gebracht.
De heer Muller zegt, dat voor den bestaanden cursus
een bedrag op de begrooting staat, doch daarnaast
wordt voorgesteld weer een eerste klasse te vormen,
waarvoor 400.wordt geraamd. Als de heer Rom
Colthoff dat niet wil, moet hij voorstellen dit onderdeel
te schrappen.
Met 24 tegen 2 stemmen, die van mevr. Van Dijk
Smit en den heer Rom Colthoff, wordt volgno. 503
onveranderd vastgesteld.
Volgnos. 504506 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 507. Het voorstel sub XIV is ingetrokken.
Volgnos. 507525 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 526. Gemeentelijke Instelling voor Maat
schappelijk Hulpbetoon496.653.13.
De heer Hellema zegt, dat in het sectieverslag (punt
47) wordt medegedeeld, dat bij wijze van gerucht zou
gebleken zijn, dat de leden van het bestuur van M.H.
's avonds na afloop van de vergadering nog eenigen
tijd in de zaal bijeen blijven. De manier, waarop dit in
het sectieverslag te berde is gebracht, doet niet sym
pathiek aan. Spr. vindt zulks eigenlijk ongepast en
meent daartegen een woord van protest te moeten laten
hooren. Het betreft hier een College, dat zooveel en
zoo goed werk belangeloos verricht, dat men het niet
anders dan dank moet brengen, en bestaande uit bur
gers van Leeuwarden, wien men gerust het „naverga-
deren" kan toevertrouwen. Spr. wil hulde brengen aan
het College voor alles wat het doet in het belang van
de armen der gemeente.
De heer Buiël meent, dat er ook niet-leden van M.H.
bij tegenwoordig zijn en dat er ook contributie voor
wordt betaald.
Spr. kan er zich niet mee vereenigen, dat de heer
Hellema gemeend heeft een woord van protest te moeten
laten hooren.
De heer Wiersma is te dezen een andere meening
toegedaan dan de heer Hellema. De zaak is in het sectie
verslag zeer voorzichtig gesteld. De heer Hellema meent
intusschen hulde te moeten uitspreken en hij zegt waar
deering te hebben voor dit College, doch, naar spr.
meent, had het protest van den heer Hellema wel iets
zachter kunnen klinken.
Bij alle waardeering voor het werk van het Bestuur,
wat ook spr. c.s. onderschrijven, is spr. toch een andere
meening toegedaan.
Volgnos. 526560 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 561. Het voorstel sub XV is ingetrokken.
Volgnos. 561-618a worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 619. Onvoorziene uitgaven wordt aange
houden tot na de vaststelling van de Inkomsten.
Na vaststelling van de volgnos. van de Inkomsten.
welke onveranderd worden vastgesteld, wordt de be
grooting van den Gewonen Dienst met alg. stemmen
aangenomen.
Aan de orde is wederom van de Uitgaven
Volgno. 619. Onvoorziene uitgaven 36.270.54,
welke post in overeenstemming met de bij de Nota van
wijzigingen voorgestelde en verder in de begrooting
aangebrachte wijzigingen wordt vastgesteld.
Kapitaaldienst.
Aan de orde zijn de Uitgaven.
Volgnos. 775—780 worden onveranderd vastgesteld.
Volgno. 780a. Kosten van inrichting van de Lucht
beschermingsdienst 10.000.
De heer Van der Meulen vraagt nadere specificatie
van dezen post. Wel is deze bemoeiing des burgemees
ters, maar ook van de uitgaven voor de politie krijgt
de Raad een nauwkeurige becijfering.