106 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Juni 1938. het geen hooge schutting als om het gardeniersland, wat echter noodig is om de kweekerij te beveiligen. Zoodra de Raad heeft besloten, wordt deze verbe tering uitgevoerd en dan verdwijnen de zandhoopen ook. De waterlossing zal gaan door de greppel achter de schutting. Men meent, dat dit voldoende zal zijn, omdat aan het Blokkepad slechts enkele woningen staan, die geen waterlossing naar de Dokkumer Ee hebben. Het is niet de bedoeling voor die enkele woningen een rio- leering aan te leggen. Bovendien ligt de greppel op het terrein van den gebruiker van het gardeniersland, die er wel voor zal zorgen, dat het geen vuile boel wordt. Blijkt de waterlossing niet voldoende, dan zullen de noodige maatregelen worden getroffen. De klinkerbestrating wordt zoo spoedig mogelijk aan gebracht. Daar het vervoer van het bedrijf van Ver meulen langs Oldegalileën ook over klinkerbestrating gaat en er behalve dit en het vervoer van Timmermans weinig ander vervoer is, zal deze bestrating wel vol doende zijn. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 6 (bijl. no. 85). De heer Van der Schoot laat de beoordeeling van de noodzaak dezer herstelling gaarne aan deskundigen over, maar 75.voor het maken en wegnemen van afkeeringen komt spr. veel voor, terwijl 1160.voor het aanschaffen van steigermateriaal had kunnen wor den vermeden door het werk publiek aan te besteden. Aannemers hebben dit materiaal reeds, terwijl de ge meente het na afloop van het werk opbergt, waardoor het dood kapitaal vormt. Ook 500.voor het leve ren, plaatsen, enz. van de schutting lijkt spr. zeer hoog en het voegwerk a 1.50 per m2 zou met 1.-nog goed zijn betaald. Spr. acht publieke aanbesteding in het belang der gemeente. De heer Turksma vindt ook de kosten voor het stei germateriaal, 1Ig van de geheele begrooting, te hoog. Hij voelt te meer voor publieke aanbesteding nu er van Overheidswege bij particuliere instellingen op aange drongen is zooveel mogelijk personeel aan te stellen. De Overheid moet dan ook zooveel mogelijk werk aan particulieren geven, en alleen hoogst noodzakelijk werk zelf uitvoeren. De aard van dit werk lijkt spr. niet zoo, dat het in eigen beheer moet worden uitgevoerd, te minder, nu de uitvoering betrekkelijk eenvoudig wordt. Wordt echter door de baksteenbekleeding het oud- eigene karakter van de Beurs niet aangetast De oude kapiteelen, welke door kleinere worden vervangen, zul len dan ergens anders moeten worden opgeborgen. De heer Praamsma vindt het voorstel weinig aanlok kelijk en kan niet gelooven, dat dit de eenige oplossing is, al neemt hij aan, dat deze herstelling moet gebeuren. Spr.'s eerste bezwaar is van aesthetischen aard. De bui tengewoon fraaie kapiteelen zullen zonder noodzaak, want spr. heeft nergens gelezen dat daaraan iets hapert, door eenvoudige kapiteelen worden vervangen, omdat men baksteenen pilasters wil hebben. De heer Turksma zeide terecht, dat het gebouw daardoor aan karakter zal verliezen en ook spr. meent, dat het gebouw veel minder mooi zal worden. De Schoonheidscommissie acht de meest voor de hand liggende oplossing het vernieuwen van de natuursteenplaten, m.a.w., uit aesthetisch oog punt is wijziging van het uiterlijk ongewenscht. De kosten kunnen dus worden verlaagd door geen nieuwe kapiteelen aan te brengen en daar uit de stukken ook niet blijkt, dat alle pilasters ondeugdelijk zijn, kan worden onderzocht, of niet met een nieuwe koperverankering, deugdelijker dan een ijzerverankering, en enkele nieuwe natuursteenplaten kan worden volstaan. De Beurs blijft dan zooals zij is, terwijl de kosten lager worden. Dat natuursteenplaten gevaar zouden opleveren door het zware verkeer en heiwerken, begrijpt spr. niet, want waarom worden diverse winkelpuien en andere moderne gebouwen, die ook van het zware vervoer te lijden hebben, dan wel met natuursteenplaten bekleed Spr.'s tweede bezwaar geldt de wijze van financiering. Het is juist groote werken op den Kap.dienst te brengen, maar het betreft hier onderhoudswerk, en plaatsing op den Kap.dienst is onverantwoordelijk. Zelfs vindt spr. het minder wenschelijk kleine nieuwe werken daaruit te bestrijden. Zijn derde bezwaar is, dat de uitvoering in eigen beheer geschiedt, welke, gezien alleen al den post van 1160.voor steigermateriaal, veel duurder zal komen dan bij publieke aanbesteding. Daarbij genomen 500.— voor het leveren, enz. van de schutting, 960.voor het maken van inkassingen, 1040.— voor metselwerk en 655.voor het wegnemen der kapiteelen, krijgt men een belangrijk bedrag, dat had kunnen worden aangewend voor het herstellen van wat inderdaad aan herstel toe is, goed beschouwd alleen de pilasters. Dat het gebouw moet worden geschilderd, laat spr. buiten beschouwing. Het lijkt hem inderdaad de moeite waard te onderzoeken of de natuursteenplaten kunnen worden hersteld, vernieuwd en deugdelijk verankerd, waardoor de kosten zouden verminderen en het gebouw in den huidigen fraaien vorm zou blijven bewaard. Mevrouw Van DijkSmit had aanvankelijk gedacht, dat deze verbetering voordeeliger aanbesteed zou kun nen worden, doch zij is nader tot de conclusie gekomen, dat, gezien den aard van het werk, zulks niet raadzaam is. Wel wordt een dergelijk werk eerst voor een be paalde som aangenomen, doch als er mee is begonnen, doen zich nieuwe scheuringen voor en allerlei waarop men niet gerekend heeftjuist dergelijke bijkomende werken moeten heel duur worden betaald en dan wordt het een zuinigheid, die de wijsheid bedriegt. Als de Wirdumerpoortsbrug eventueel zal worden vernieuwd, dan wordt de toestand van het gebouw nog gevaarlijker, aldus de Dir. van Gem.werken. Is het dan wel practisch dit gebouw thans definitief te herstellen en het risico te loopen, dat door de werkzaamheden aan de brug zich nieuwe scheuren voordoen en is het niet beter thans alleen het hoognoodige te herstellen, b.v. de pilasters spr. wil niet het risico nemen, dat het gebouw gevaar oplevert en later algeheele herstelling onder oogen te zien De heer Hellema kan evenmin de wijze van financie ring toejuichen. Het betreft hier een zuiver incidenteel geval, waarvoor de post „Onvoorzien" dient. Spr. geeft B. en W. in overweging de begrootingswijziging van den Kap.dienst terug te nemen en de 9600.— uit „On voorzien" te bestrijden. Immers, in het oorspronkelijke systeem, dat, als eenmaal de extra-bijdrage is toegekend, deze ook wordt uitgekeerd, is inmiddels wijziging ge komen. De extra-bijdrage voor 1938 houdt ook in den post Onvoorzien en als deze post niet wordt gebruikt, dan zal de extra-bijdrage daarmede worden verminderd. Het is daarom zeer onbegrijpelijk, dat, nu zich een gele genheid voordoet, die post daarvoor niet wordt gebruikt. Voorts is het niet rationeel, dit werk pas op de be grooting 1939 te laten drukken. Dit moet zeer zeker ook op 1938 zijn, omdat het werk nu wordt uitgevoerd en het onderhoudswerk is. De heer De Boer (weth.) antwoordt den heer Van der Schoot, dat dit een zeer globale begrooting is, welke niet minutieus is nagegaan. Het betrof hier een zich plotseling voordoend geval en daar deze herstelling moest gebeuren en toch eenige cijfers moesten worden gegeven, is getracht deze zoo goed mogelijk te ramen. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 21 Juni 1938. 107 Het spreekt van zelf, dat het niet mogelijk is precies de kosten op te geven, tenzij men veel tijd aan onderzoek enz. besteedt. Met het werk begonnen, blijkt pas, wat er precies moet worden hersteld. Ofschoon niet besproken is, of dit werk in eigen be heer zal worden uitgevoerd of aanbesteed, ligt voor de hand, dat het in eigen beheer zal zijn. Hoe zal men hier een juist bestek van schrijven daar leent het werk zich niet voor. Dan komt er veel bijwerk bij, wat de zaak duur maakt. Het beste is, dat de gemeente er zelf mee begint en hoe het verder met den post uitkomt, kan vooraf niet worden gezegd. De postaanbrengen enz. van de schutting zou te hoog zijn. 75.hiervoor is echter niet zoo'n groot bedrag de materialen moeten ook aangevoerd worden en weer weggebracht. Wat het steigeren betreft, hier kan niet in het vier kant een steiger worden aangebrachtdeel voor deel en pilaster voor pilaster moeten worden verbeterd. Nu heeft een aannemer steigermateriaal niet zoo lang in voorraad, omdat hij er voor zorgt geen oud materiaal te hebben, daar zulks niet deugdelijk is. Het steigermate riaal, dat de gemeente voor dit werk moet aanschaffen, kan later weer gebruikt worden. Ook een aannemer zal hiervoor een bedrag bijrekenen, omdat hiervoor lang steigermateriaal noodig is, wat niet iedere aannemer heeft. Voor de schutting is 500.gerekend. Misschien brengt deze, door reclames er op aan te brengen, nog iets op. De heer Turksma acht dit werk geschikt voor aan besteding. Vanwaar hij die wijsheid heeft, weet spr. niet. Iedere vakman toch zal zeggen, dat het beter in eigen beheer kan. Als men iets geheel vernieuwt, weet men waar men aan toe is, maar met deze herstelling weet men het niet. De Dir. van Gem.werken kan het benoodigde bedrag dan ook niet nauwkeurig bepalen, doch meent, dat het voor het geraamde bedrag klaar kan komen. De heer Turksma vreest, dat het oud-eigene van het gebouw door deze herstelling wordt aangetast. De be staande kapiteelen waren de eerste objecten, welke af brokkelden en gevaar opleveren voor de voorbijgangers. De groote stukken natuursteen, welke niet veel waarde meer hebben nu zij reeds gescheurd zijn, worden weg gehaald en, om de zaak niet te duur te maken, vervangen door gemetselde pilasters, wat met de aan te brengen eenvoudige kapiteeltjes architectonisch een goed geheel zal zijn. Ook de heer Praamsma had aesthetische bezwaren. Nu is het moeilijk over leelijk en mooi te discussieeren. Zouden hier weer natuursteenen pilasters worden aan gebracht, wat eigenlijk het beste zou zijn, dan moeten het platen zijn van 10 a 12 cm dikte, welke goed ver ankerd en van de binnenzijde aangemetseld moeten worden, wat 6000.a 7000.meer zou kosten. Ook de Schoonheidscommissie, in dezen geraadpleegd, meende, evenals de Dir. van Gem.werken, dat, daar waarschijnlijk alle pilasters vernieuwd moeten worden, het gebouw niet als bestaand moet worden hersteld, omdat daar een te groot bedrag mee gemoeid zou zijn. In het voorgestelde bedrag ad 9600.is bovendien begrepen het voegwerk aan de gevels, schilderwerk enz. De heer Praamsma spreekt van het herstellen der pilasters, maar de platen zijn bijna alle gescheurd, ver oorzaakt door het oxydeeren der ijzeren ankers, het zware vervoer en wellicht ook het heiwerk bij de Zui- velbank, en kunnen niet meer worden gebruikt. Spr. is het met mevr. Van Dijk eens, dat dit werk voor publieke aanbesteding niet geschikt is, omdat de omvang niet eerder te beoordeelen is, dan als men aan den gang is. De vernieuwing van de Wirdumerpoortsbrug zal geen bezwaar opleveren. Het is trouwens niet nauwkeurig na te gaan, of het heien bij de Zuivelbank wel de oorzaak is geweest, maar bij een constructie als de bestaande staat men altijd aan dergelijke verrassingen bloot. Op het oogenblik levert de toestand gevaar op voor de voorbijgangers, zoodat het onverantwoordelijk zou zijn geen verandering aan te brengen. De heer Botke (weth.) zegt, dat de woorden der heeren Praamsma en Hellema den Raad wel aangenaam in de ooren zullen hebben geklonken en was de toestand normaal, dan hadden B. en W. zeker dezen post, groo- tendeels onderhoud, niet op den Kap.dienst gebracht. Thans is dit gedeeltelijk door dwang van bovenaf ge schied, gezien het feit, dat het nieuwe kaartsysteem van afd. Financiën ad 1450.over 4 jaar moest worden betaald, evenals een verbetering van het Stadhuis ad 1380. posten, welke in gewone omstandigheden uit den gewonen dienst waren bestreden. De verbetering van de Badinrichting wordt over 10 jaar betaald, die van het Wilhelminaplein c.q. over 15 jaar, terwijl een gewone herstelling van den kaaimuur bij de Eebuurt in 5 jaar moet worden betaald en zelfs de verbetering van de Verversbrug, waarin het voordeel zit, dat de brug wachter overbodig wordt, mag niet ineens worden be taald. Ook wordt de vervanging van de oude kook- installatie in het Stadsverzorgingshuis door een nieuwe toch zeker gewoon onderhoud in 10 jaar gefinan cierd. B. en W., dit onder oogen ziende, achten het geheel in de lijn te handelen als voorgesteld. De heeren Praam sma en Hellema willen dit werk uit „Onvoorzien" be strijden (vroeger wees de heer Hellema er op, dat „On voorzien" behoorlijk groot moest zijn, om later tegen vallers te kunnen dekken), wat wel mogelijk is, maar in dezen niet juist, want zeker zullen hoogere instanties niet toestaan dit jaar nog 9600.op de begrooting te brengen voor werk, dat over meer jaren kan worden verdeeld, en waarmede de extra-bijdrage zou worden verhoogd, omdat deze niet naar de primitieve begrooting wordt vastgesteld, maar als alle inkomsten en uitgaven bekend zijn. Daarom is het beter in de lijn van Ged. St. te blijven, dan de opmerkingen van dezen af te wachten. Ook met het oog op de veiligheid is het gewenscht, dat deze zaak spoedig haar beslag krijgt en er niet meer onnoodig over wordt gecorrespondeerd. De heer Turksma heeft zijn wijsheid, dat dit werk voor aanbesteding geschikt is, uit den Raadsbrief, waarin staat, dat de herstelling hoofdzakelijk zal bestaan uit het vervangen van natuursteenplaten door schoon met selwerk, en, in verband daarmede, van de tegenwoordige kapiteelen door andere. Bovendien is in de begrooting het werk duidelijk omschreven, zoodat spr. niet den indruk krijgt, dat het een ingewikkeld werk is. Spr. is niet tegen uitvoering van dit werk, dat waarschijnlijk noodzakelijk is en waarmede, misschien in verband met ongelukken in andere plaatsen, spoed wordt betracht, maar zou het publiek willen aanbesteden. Voor spr. is het een principiëele zaak en hij zal er steeds op aan dringen werk aan particulieren op te dragen, of het moest absoluut ongeschikt daarvoor zijn. Volgens den wethouder is door den spoed, vanwege het zich plotse ling voordoen van deze verbetering, geen nauwkeurige begrooting gemaakt en ook volgens den Dir. der Gem. werken is de begrooting slechts een globale raming, waardoor mee - of tegenvallers niet zijn uitgesloten, maar daarmede wordt het bedrag, dat de Raad moet voteeren, op losse schroeven gezet. Daar de Raad echter verantwoordelijk is voor de financiën, had een nauw keurige begrooting moeten worden verstrekt en het zou daarom niet ondienstig zijn geweest deze zaak minutieus te onderzoeken, waardoor de Raad misschien een an deren indruk krijgt dan door den Raadsbrief en het betoog van den wethouder is verkregen. Den heer Van der Schoot heeft het antwoord van den

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1938 | | pagina 2