146 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 12 October 1938.
te verlagen, omdat nog niet bekend is, welke voorzie
ningen noodzakelijk moeten worden getroffen.
Volgnos. 211, 213 en 218. Met alg. stemmen wordt
besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W.
Volgno. 230. Kosten van verteringen bij vergaderin
gen f 150.—.
De heer Turksma heeft bezwaar tegen verlaging met
50.Hij vindt de opmerking der Comm. buitenge
woon pietluttig, daar de Raadsleden reeds geen presen
tiegeld krijgen voor de commissie- en sectievergaderin
gen, waaraan veel werk verbonden is. Spr. overweegt
bij de a.s. begrootingsbehandeling een voorstel te doen
tot toekening van presentiegeld voor die vergaderingen.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W. De heer Turksma wil geacht
worden te hebben tegengestemd.
Volgno. 231. Representatiekosten f 350.
De heer Algera meent, dat deze post niet kan worden
verlaagd, omdat het een stelpost is en men niet weet,
hoe hoog zij zal worden.
Spr. vraagt, of iedere vereeniging, welke dat wenscht,
hier ontvangen wordt, of wordt daarbij een bepaalde
selectie toegepast
De heer Posthuma gaat er mede accoord om niet tot
deze verlaging over te gaan. Leeuwarden is een centrum
van de provincie en daar er verschillende organisaties
zijn, die het gemeentebestuur gaarne wil ontvangen,
moeten de representatiekosten ongewijzigd blijven. Over
dezen post had de Comm. niet mogen spreken.
De Voorzitter antwoordt, dat een bepaalde selectie
niet wordt toegepast. Als een vereeniging, die hier haar
congres of jaarvergadering houdt, den wensch te
kennen geeft, haar leden ten stadhuize te doen ont
vangen, dan gebeurt dat. B. en W. stellen alleen als
voorwaarde, dat het een landelijke vereeniging moet
zijn, en dan is ieder welkom.
De ontvangst hier is zoo sober als het maar kan. Is
de ontvangst 's morgens, dan krijgen de gasten een
kopje koffie met een stuk koek en een glaasje sherry
en als het 's middags is in plaats van koffie, thee. Min
der kan het ook al niet. Spr. acht het een groot belang
voor Leeuwarden, dat dergelijke ontvangsten kunnen
doorgaan.
Wat de versiering bij ontvangsten betreft, de Comm.
heeft blijkbaar niets begrepen van de boekhouding van
Gem.werken. Als Gem.werken een nota aan het stad
huis zendt voor kosten van versiering van de Raadzaal,
dan zijn dat de kosten, welke Gem.werken in rekening
brengt voor het vaste personeelde planten worden
tijdelijk door den plantsoendienst afgestaan. Het geld
komt dus weer ten goede aan de gemeente.
Er zijn gemeenten, waar men een andere boekings
methode heeft, waardoor posten als deze niet zoo naar
voren komen, en dergelijke gemeenten worden dan
Leeuwarden ten voorbeeld gesteld.
B. en W. hebben aan een groote instelling met 200
man personeel, welke van groot belang voor de stad is,
ter gelegenheid van haar 40-jarig jubileum geen bloem
stuk kunnen zenden, omdat er geen geld voor was
Dat is een situatie, waarin een stad als Leeuwarden
toch niet mag verkeeren.
Volgnos. 231, 236 en 252. Met alg. stemmen wordt
besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W.
Volgno. 262. Jaarwedden politiepersoneel.
De heer Rom Colthoff merkt op, dat, hoewel de
Comm. erkent, dat betaling van overuren volgens het
Ambtenarenreglement niet door vrije dagen vervangen
kan worden en dit dus zal moeten worden herzien, zij
toch dezen post met 500.wil verlagen. Spr. vindt
zulks onmogelijk. Iets anders is het Ambt.reglement in
dien zin te wijzigen. Hij laat deze zaak gaarne aan B.
en W. over en vertrouwt, dat met de overuren inder
daad de noodige zuinigheid wordt betracht.
De Voorzitter antwoordt, dat overuren vroeger vol
ledig werden betaald, doch volgens het Ambt.reglement
op het oogenblik zooveel mogelijk door vrije uren worden
teruggegeven alleen de verhooging wordt uitbetaald.
De Comm. spreekt van drukke en minder drukke dagen,
doch practisch is er bij de politie reeds te weinig per
soneel. Volgens de verordening mogen er 90 agenten
zijn en er zijn er slechts 82, terwijl meer en meer Rijks
werk aan de politie wordt opgedragen en steeds meer
wetten uitgevoerd moeten worden. Het werk kan met
deze bezetting nog precies gebeuren, maar als er spits
uren komen, is er extra-politiedienst noodig. De Comm.
erkent, dat er wel eens overuren moeten worden ge
maakt, maar wil ze als vrije uren teruggeven en er niets
voor betalen, maar als er een uur wordt overgewerkt
en de verhooging wordt niet meer uitbetaald, dan moet
er 2 uren vrijaf voor in de plaats worden gegeven. Dan
loopt het bij de politie spaak, omdat er dan te weinig
personeel overblijft. En deze bepaling zou dan niet alleen
voor de politie moeten gelden, maar ook voor de andere
gemeentediensten; de Raad zou het Ambt.reglement dan
in dien geest moeten wijzigen. Mocht de Raad dus daar
voor gevoelen, dan zal hij B. en W. moeten verzoeken,
zulks voor te bereiden.
De heer Rom Colthoff; Als ik het goed begrijp, wordt
voor ieder overuur 2 uur vrijaf gegeven plus een ver
goeding
De Voorzitter: Neen. In het Ambt.reglement staat,
dat overwerk zooveel mogelijk wordt vergoed door een
aantal uren vrijaf te geven, gelijk aan het aantal over
uren, in welk geval alleen de verhooqinq wordt uit
betaald.
Practisch gebeurt het bij de politie reeds zoo, en
iemand, die enkele uren vrijaf heeft voor overuren, laat
ze aansluiten bij een vrijen morgen of middag, of hij laat
ze oploopen, tot hij er b.v. een vrijen middag voor krijgt.
De heer Rom ColthoffDan is er geen aanleiding
het te wijzigen.
De heer Wiersma zou een voorstel tot wijziging
willen doen, maar meent, dat binnenkort een algemeene
wijziging van het Ambt.reglement aanhangig zal worden
gemaakt en dan kan hij dat beter afwachten.
De Voorzitter zegt, dat het Ambt.reglement inderdaad
centraal in behandeling is. Voorzoover spr. het ontwerp
heeft gezien, zijn de bepalingen i.z. de overuren echter
gelijk aan die van het tegenwoordige reglement.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Volgno. 263. Kleeding en uitrusting politiedienaars.
De heer Praamsma vraagt waarom B. en W. het niet
waarschijnlijk achten, dat voor rijwielreparaties billijker
prijzen zijn te bedingen. Hoe geschiedt thans het onder
houd der rijwielen B. en W. weten blijkbaar niet zeker,
of openbare inschrijving niet voordeeliger is. Waarom
is geen poging daartoe gedaan Misschien is het duur
der, maar was deze zaak volledig onderzocht, dan hadden
B. en W. sterker gestaan dan thans.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 12 October 1938.
De Voorzitter zegt, dat de rijwielreparatie thans ge
schiedt door een vasten beambte bij de Brandweer, die
daarvoor tijd over heeft, omdat hij niet steeds voor de
Brandweer noodig is. De helft van zijn salaris wordt
dan ook door de politie betaald. Bij openbare aanbe
steding moet voor dezen beambte ander werk worden
gezocht. De reparaties kunnen dus nooit voordeeliger
worden uitgevoerd dan thans, omdat deze man er toch
moet zijn. Ook de inkoopsprijs van nieuwe rijwielen is
niet hoog.
De heer Wiersma zegt, dat bij verschillende Rijks
diensten een rijwielvergoeding wordt verstrekt voor het
houden van een eigen rijwiel voor den dienst. Bij dat
systeem zou deze post waarschijnlijk voor verlaging vat
baar zijn.
De heer Muller meent, dat men dan duurder uitkomt.
De Voorzitter acht dit meer een kwestie om bij de
begrooting 1939 te bespreken.
Volgnos. 263, 266, 268 en 268a. Met alg. stemmen
wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B.
en W.
Volgno. 271. Onderhoud brandkranen, brandriolen,
enz.
De heer Stobbe vraagt, of de waarschuwingsborden
in eigen werkplaats of door particuileren worden ver
vaardigd.
De Voorzitter zegt, dat de meeste waarschuwings
borden kant en klaar uit den handel worden betrokken.
Volgnos. 271, 272, 284 en 293. Met alg. stemmen
wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van
B. en W.
Volgno. 296. Badinrichting.
De heer Van der Schoot zegt, dat, daar de badinrich
ting slechts op bepaalde tijden geopend is, het publiek
niet altijd weet, wanneer het terecht kan. Voor een
goede exploitatie ware het beter, dat deze inrichting,
welker bestaan op hoogen prijs is te stellen, van 's mor
gens 8 tot 's avonds 10 uur wordt geopend. (De Voor
zitter: Dan moeten er twee badmeesters zijn.)
Als de inrichting dan beter rendeert, neme men twee.
Spr. heeft velen hooren klagen, dat men er niet gere
geld terecht kan. (De Voorzitter: Er waren tijden,
waarop niemand kwam.)
Maar ook komt het voor, dat de menschen niet ge
holpen kunnen worden, doordat het te druk is.
Als deze inrichting, welke spr. niet zou willen missen,
langer opengesteld wordt, moet er meer personeel
komen, maar zou het niet zoo geregeld kunnen worden,
dat personen, die geen volledige dagtaak hebben, den
badmeester assisteeren Daardoor zullen de kosten niet
vermeerderen.
Spr. geeft B. en W. voorts in overweging kaartjes
uit te geven, waarop staat wanneer de badinrichting
open is.
De heer Rom Colthoff meent in het antwoord van
B. en W. een onjuistheid te zien, waar zij schrijven
,,De meening van de Comm., dat, als de exploitatie
financiëel niet heelemaal uit kan, deze inrichting maar
gesloten moet worden, deelen wij overigens allerminst."
Dat is echter de meening van de Comm. niet, daar deze
in haar schrijven uitdrukkelijk de vaste lasten uitzon
dert. Dit ter rehabilitatie van de Comm.
Volgnos. 296 en 297. Met alg. stemmen wordt be
sloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W.
Volgno. 319.
Onderhoud straten
en pleinen
Onderhoud wegen
en voetpaden
plm. 66.000.
De heer Van Kollem betoogt, dat verlaging van dezen
post onmogelijk is. Inderdaad zien verschillende straten
en pleinen er keurig uit, maar dat is omdat aan het
onderhoud altijd veel meer is besteed, dan thans wordt
voorgeschreven, en niets maakt spr. duidelijk, dat, als
met het verlagen van dezen post wordt doorgegaan, de
gemeente de straten even keurig kan blijven verzorgen.
B. en W. hebben gewoekerd met het toegestane bedrag,
maar verschillende straten, ook in de binnenstad, be
hoeven dringend verbetering. Wil men de stad houden,
zooals zij is, dan kan geen lager bedrag beschikbaar
worden gesteld.
De heer IJtsma zegt, dat de Comm. zonder eenige
motiveering voorschrijft, dat met 60.000.moet wor
den volstaan. Vindt zij, dat te veel aan de straten wordt
gedaan en deze er te netjes uitzien Spr. denkt er aan
hoe het Wilhelminaplein niet behoorlijk kan worden
onderhouden en meent, dat Leeuwarden naar de ver-
waarloozing wordt gedreven, om straks de rekening
thuis te krijgen, zooals bij het Wilhelminaplein.
De Regeering dringt er bij de gemeenten op aan meer
werkgelegenheid te scheppen, terwijl zij anderzijds de
werkloosheid vergroot door het noodzakelijke werk in
te krimpen. Dit strijdt zóó met elkaar, dat spr. niet
voor verlaging van dezen post kan stemmen.
De heer Praamsma ziet een tegenstrijdigheid in de
woorden van de heeren IJtsma en Van Kollem. De heer
IJtsma meent, dat Leeuwarden zijn straten verwaarloost,
wat er wel een beetje al te dik op ligt, terwijl de heer
Van Kollem zegt, dat zij er keurig uitzien. Spr. is het
met laatstgenoemde eens en kan zich niet voorstellen,
dat door op deze f66.000.-— ƒ3.000.— te bezuinigen,
de straten verwaarloosd zullen worden. Inderdaad werd
vroeger een grooter bedrag gevoteerd, maar men ver-
gete ook niet, dat de laatste jaren een groot straat
oppervlak is geasfalteerd en radicaal vernieuwd, waar
door het onderhoud minder kost. (De heer Van Kollem:
De stad heeft zich ook uitgebreid!)
Spr. stemt vrijmoedig voor deze verlaging, als zijnde
in het belang van Leeuwarden.
De heer Hellema betrekt bij dit punt volgno. 344,
verbetering Wilhelminaplein en wiist op het K.B.,
waardoor men eigenlijk niet weet, welken kant men uit
moet; het mag wel en het mag niet, zoodat er een op
lossing moet worden gevonden. Zou de Comm. het ook
oirbaar achten, als post 344 moet worden geschrapt,
de verbeterinq van het Wilhelminaplein te financieren
door op post 319 de 3000. welke de Comm. wil ver
lagen, te handhaven en deze als eersten termijn voor
dat werk te besteden
De heer Buiël zegt, dat deze post nogal eens verde
digd is met het argument, dat er hoofdzakelijk loon in
zit en dat verlaging van den post verhooging van de
steunuitkeeringen tengevolge zal hebben. Is dit aan de
Comm. medegedeeld Anders kan het arqument alsnog
worden aangewend, te meer, nu de Minister op werk
verruiming heeft aangedrongen.
De heer Posthuma zal tegen het voorstel van B. en
W. stemmen. De motiveering der Comm. is geen moti
veering. Men moet de dingen serieus nemen; de Comm.
doet zulks niet. B. en W. zeggen het einde zal de
lasten dragen. De vraag is, of de Raad het zoo maar
moet aanvaarden. Spr. is niet bereid met een dergeliike
zwakke motiveering van de Comm. en van B. en W.
mee te gaan.