178 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 December 1938.
Punt 10 (bijl. no. 179). De aanbeveling van B. en W.
luidt als volgt
1. mej. J. van Eelen, leerares te Drachten;
2. A. G. Spiele, leerares te Hengelo (O.);
3. dr. R. E. L. Weyl, leerares te Bloemendaal.
Benoemd wordt J. van Eelen met 22 stemmen
(Spiele 6 stemmen).
Punt 11. De aanbevelingen van de Commissie van
toezicht luiden als volgt
a. vac.-P. van der Meulen (meerderjarig onder
wijzer o.l.o.):
1. D. Sixma, Averkampstraat 8;
2. IJ. de Bruin, Bleeklaan 59
3. O. Blom. Reinier de Graafstraat 16;
b. vac.-A. IJtsma, meerderjarig onderwijzer bijz.
l.o.):
1. A. IJtsma, Ibisstraat 3;
2. J. Leffertstra, Bleeklaan 128;
3. H. C. la Roi, Tjerk Hiddesstraat 22
c. vac.-A. Veldkamp (vader van een kind op een
o.l. school):
1. A. Veldkamp, Groningerstraatweg 227;
2. A. Schrijver, 229
3. J. C. Pabon, Verstolkstraat 45
d. vac.-mevr. W. BruinsmaZwart (meerderjarig
inwoner)
1. mevr. F. van OostrumDe Boer, Verstolkstraat 36;
2. S. BakkerBrouwer, Veulenstraat 6
3. E. de BoerLooijenga, Emmakade 139.
Benoemd worden: D. Sixma en A. IJtsma, ieder met
alg. stemmen, A. Veldkamp met 27 stemmen (Pabon
1 stem) en mevr. Van Oostrum—De Boer met 25
stemmen (Bakker, De Boer en BruinsmaZwart ieder
1 stem
Punt 12 (bijl. no. 175). Met alg. stemmen wordt beslo
ten overeenkomstig het voorstel van B. en W.
Punt 13 (bijl. no. 176). De voordracht van B. en W.
luidt als volgt
1. R. de Jong, onderwijzer in de lich. oefening, alhier.
Benoemd wordt R. de Jong met 27 stemmen 1 bilj.
van onwaarde).
Punten 14, 15, 16, 17 en 18 (bijl. nos. 168, 181. 169, 185
en 183). Met alg. stemmen
wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van
B. en W.
Punt 19 (bijl. no. 180).
De heer Turksma zegt, dat de bedoeling van B. en
W. is, telkens na verloop van eenige jaren in overleg
met den pachter te overwegen, of de alsdan geldende
omstandigheden wijziging van den pachtprijs zouden
rechtvaardigen. Wat wordt met „eenige jaren" bedoeld?
Naar spr. meent, staat in de Pachtwet, dat voor onbe-
paalden tijd wordt verhuurd, of voor één jaar, dat dan
als proeftijd is bedoeld en één keer verlengd kan worden
onder goedkeuring van de rechterlijke instantie.
Spr. meent, dat B. en W. hier iets toevoegen, waarin
art. 32 voorziet, n.l., dat, als er verandering van om
standigheden is, wijziging van de pachtsom bij de Pacht-
kamer kan worden gevraagd. Door deze toevoeging
passen B. en W. iets toe, dat in de wet niet is neerge
legd, en spr. meent, dat dit gemeene overleg van B. en
W. en den pachter bij onwilligheid van den laatste in
geen geval rechtskracht zal hebben. Spr. voelt meer
voor de in art. 32 bedoelde vordering en vraagt, of
het overleg, zooals B. en W. bedoelen, binnen het
raam der Pachtwet mogelijk is en hoe B. en W. zich
dat overleg voorstellen.
De Voorzitter kan zich voorstellen, dat dit iemand,
die niet in de Pachtwet thuis is, aanleiding kan geven
tot misverstand. Oudtijds golden de verhuriingen prac-
tisch altijd voor 7 jaren, later voor 5 jaar en na den
oorlog is het gewoonte geworden voor 3 jaar te ver
huren, wat doorgegaan zou zijn, indien niet de Pacht
wet verhuur voor onbepaalden tijd had voorgeschreven.
Dit is dwingend recht en bij afwijking is de bepaling
nietig. Practisch valt alles er onder, behalve los land
van minder dan 4 ha en dat waarvan de opbrengst
minder dan 50.is. Doch bij verhuringen voor on
bepaalden tijd kunnen zich t.z.t. omstandigheden voor
doen, dat de huurprijs hooger moet worden, of dat het
redelijk is haar te verlagen en dit moet bij het Pacht
bureau worden aangevraagd, ten minste een jaar vóór
den aanvang van het eerste pachtjaar, waarop de wij
ziging betrekking heeft.
In de practijk komt er echter weinig van terecht,
alleen in gevallen als verpachter en pachter het niet
eens kunnen worden. De pachter kan niet vermindering
van den verpachter vorderen en de verpachter niet ver
hooging van den pachter, doch zij kunnen dit bij de
Pachtkamer vragen. Als de verhouding echter goed is,
spreekt men als eerlijke menschen af, om b.v. over 3
jaren samen te zullen overleggen, of de dan geldende
omstandigheden ook wijziging van de pachtsom wet
tigen, al staat die bepaling niet in de overeenkomst en
al kan men het dan niet in rechten vorderen.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punt 20 (bijl. no. 184).
De heer Van der Geest gaat er niet mee accoord om
deze N.V. op grond van een slechte explotatie 100.—
huurverlaging te geven, wat ook het vorige jaar is ge
beurd. omdat 100.meer of minder voor de N.V.
geen verandering in den toestand zal brengen. Boven
dien kan men het volgende jaar op dezelfde motieven
wel weer een dergelijk verzoek doen.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punt 21. De heer Koopal rapporteert, dat de Com
missie, belast met het onderzoek der ge
meenterekening, op 12 December j.l. deze
rekening, alsmede de daarbij overlegde bescheiden,
heeft onderzocht en dat deze haar geen aanleiding
heeft gegeven tot het maken van op- of aanmerkingen,
weshalve zij den Raad voorstelt te besluiten
a. de ontvangsten en uitgaven van de vorenvermelde
rekening voorloopig vast te stellen
de ontvangsten van den gewonen dienst
op4.989.664.91
de uitgaven van den gewonen dienst op 4.980.676.18
en alzoo het batig slot van den gewonen
dienst op8.988.73
de uitgaven van den kapitaaldienst op 12.718.161.99
de ontvangsten van den kapitaaldienst
op12.680.920.07
en alzoo het nadeelig slot van den kapi
taaldienst op37.241.92
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 December 1938. 179
b. B. en W. 's Raads dank te betuigen voor het
nauwkeurige beheer.
Met alg. stemmen wordt dienovereenkomstig
besloten.
De Wethouders onthouden zich van stemmen.
Punt 22. De Voorzitter zegt, dat de brief, welke bij de
stukken van volgno. 526 ter inzage heeft ge
legen en waarin werd medegedeeld, dat de kosten van
M.H. misschien zouden moeten worden verhoogd, als
vervallen kan worden beschouwd, omdat geen verhoo
ging noodig zal zijn.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punt 23 (toegevoegd). De heer Feitsma rapporteert
namens de Commissie belast geweest met het
onderzoek van den geloofsbrief van den heer
M. Meek, en bestaande uit de heeren Feitsma, Balk en
Hooiring, dat de Commissie den geloofsbrief en de
daarbij overgelegde stukken heeft gezien en in orde be
vonden, weshalve zij den Raad adviseert den heer Meek
als lid van den Raad toe te laten.
Met alg. stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.
De Voorzitter zegt, destijds, toen de heer Hellema
als wethouder afscheid nam, te hebben gememoreerd,
wat deze als zoodanig voor de gemeente heeft gedaan.
Thans dankt hij hem voor wat hij als Raadslid heeft ge
daan en hij gelooft namens den geheelen Raad te spre
ken, als hij hoopt dat het den heer Hellema in zijn
nieuwe standplaats goed zal gaan en hij daar alle mede
werking zal vinden. (Instemming).
De heer Hellema zegt deze gemeente met spijt te ver
laten. Hij heeft hier 12J^ jaar mogen werken en een
gelukkige periode, en ook een goede moot van zijn
leven, doorgebracht. Spr. verlaat deze gemeente met de
gedachte, die hij ook dezen zomer door de radio mocht
uitspreken toen hij over Leeuwarden sprak, dat het een
voorrecht is ingezetene van Leeuwarden te zijn. Reeds
in het begin van zijn verblijf hier, volgde hij met be
langstelling de handelingen van den Raad en het ver
heugde hem in de gelegenheid te worden gesteld daad
werkelijk aan het bestuur der stad te mogen mede
werken. Spr. is niet zoolang Raadslid geweest en toch
lijkt hem dit geruime tijd, omdat er veel is voorgevallen.
Ook heeft hij het voorrecht gehad lid van het College
van B. en W. te zijn geweest, wat hem een groote
vreugde is geweest, omdat hij zich daardoor beter
rekenschap kan geven van de groote moeilijkheden,
welke een moderne samenleving van 50.000 inwoners
met zich meebrengt.
Voor alle medewerking, welke spr. als Raadslid en
als Wethouder heeft ondervonden, betuigt hij zijn dank.
De Voorzitter heeft het hem steeds gemakkelijk ge
maakt door zijn correcte houding, gepaard gaande met
groote welwillendheid, en deze heeft hem altijd gesteund
in zijn pogen om alles zoo goed mogelijk te doen. Dat
het spr. veel voldoening heeft gegeven, mag hij niet
zeggen, omdat hij altijd voor zich zelf de gedachte had,
dat hij het beter had kunnen doen, maar er zijn voor
ieder mensch grenzen, ook voor spr., wat hij in Februari
van dit jaar duidelijk heeft gevoeld, en hij moest kiezen
of deelen.
Nu spr. den Raad gaat verlaten, doet hij zulks met
een hartelijk afscheidswoord aan zijn medeleden. Hij is
steeds met veel genoegen Raadslid geweest en heeft
altijd gevoeld, dat ieder Raadslid de eerlijke bedoeling
had om naar zijn meening mee te werken tot het heil
van de gemeente. Spr. maakt excuus, dat hij wel eens
wat lang den tijd in beslag heeft genomen voor zijn
gevoel was dat dan noodig en hij dankt de Raads
leden, dat zij hem altijd hebben willen aanhooren.
Wederkeerig heeft spr. altijd getracht zoo goed mogelijk
te luisteren. Hij heeft daarbij veel geleerd en is veel er
varing rijker geworden. En als spr. straks in Rotterdam
helaas niet meer kan meewerken aan de belangen van
Leeuwarden, dan geeft hij toch de verzekering, steeds
een propagandist van de hoofdstad van Friesland te
zullen zijn.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.